donderdag 15 februari 2024

Nieuw-Zeeland deel negen: een opera kan levens redden

Donderdag 11 januari
Dunedin zegt me helaas niet zo veel en ik ben dan ook blij dat ik een tour kan doen van een halve dag over het schiereiland van Otago. Er zijn namelijk meer geïnteresseerden dan plaatsen en dat betekent dat helaas één persoon niet kan deelnemen. De trip begint echter in de namiddag en dus heb ik nog een volledige ochtend om iets te doen. Nou, dat doen bestaat uit uitslapen en op mijn duizendste gemak naar het stadscentrum wandelen. Ik vertrek na tien uur en via een kort stukje langs de botanische tuin en universiteitsboot kom ik in Dunedin aan. Het centrum heb ik gisteren ook al gezien, dus lang blijf ik hier niet. Ik ga naar de haven van Dunedin waar de tour rond het schiereiland van Otago begint. Hier drink ik nog een kopje koffie vooraleer ik met vier andere reisgenoten vertrek. Er zijn nog twee andere plaatsen waar mensen worden opgepikt waaronder het sprookjesachtige Larnach Castle, het enige kasteel van Nieuw-Zeeland dat er prachtig uitziet. 

De Otago Peninsula Wildlife Tour begint nogal teleurstellend met een stop bij een baai en een strandwandeling waar we enkele pelsrobben zien. De gids is deskundig, maar heeft evenveel charisma als een rood stoplicht en weet me helaas niet te boeien. Bovendien gaat de strandwandeling behoorlijk traag waardoor ik een geeuw niet kan onderdrukken. Het volgende onderdeel van de tour vindt plaats op een aftands bootje waar twee keer zoveel mensen opzitten als voorzien waardoor het een drukte van jewelste is. De voorzijde aan de boeg is de meest interessante plaats, want hier kan je het best een glimp opvangen van de koningsalbatrossen die massaal broeden op de rondom liggende kliffen. Uiteraard zit ik achteraan, maar gelukkig maakt het bootje regelmatig een rond zodat iedereen deze majestueuze vogels kan fotograferen. 

Het hoogtepunt van de dag is toch wel het bezoekje aan Opera. Dan heb ik het niet over het Garnier in Parijs, maar wel over Otago Peninsula Eco Restoration Alliance dat is gehuisvest op een apart domein waar je enkel onder begeleiding mag komen. In dit reservaat worden er een heleboel pinguïnkuikens gehouden van de geeloogpinguïn. Deze pinguïnsoort is één van de meest zeldzame soorten ter wereld en wordt met uitsterven bedreigd. Behoud is dus van cruciaal belang en daarom is het belangrijk dat de kuikens kunnen worden uitgezet wanneer ze volwassen genoeg zijn. Er is ook een vrouwtje en adolescent aanwezig. Zij verblijven hier tijdelijk totdat ze voldoende opgeknapt zijn om terug in het wild te leven. 

Wat verder op het domein gaan we op zoek naar wilde pinguïns, maar dan moet je wel heel veel geluk hebben. Die is echter niet aan onze zijde en we treffen geen wilde geeloogpinguïns aan. Wel aanwezig is een blauwe dwergpinguïn die je in deze contreien ook vaak aantreft. Het beestje houdt zich schuil in één van de vele kastjes hier die eigenlijk bedoeld zijn voor geeloogpinguïns. Hij trekt er zich echter weinig van aan.   

Vrijdag 12 januari
Heb je je al eens afgevraagd wat de meest teleurstellende bezienswaardigheden zijn ter wereld? Klassiekers zijn Manneken Pis in Brussel, de toren van Pisa of de apostelen die uit de astronomische klok komen in Praag. In Nieuw-Zeeland is die twijfelachtige eer weggelegd voor de Mouraki Boulders. Dit zijn koepelachtige rotsen die op het strand liggen, maar hun enorme omvang komt niet echt tot uiting omdat ze grotendeels bedolven zijn onder het zand. Het bezoekje aan deze rotsen is goed voor tien minuten kijkplezier, maar daarna heb ik het wel gezien. Toch is het geen vergeefse moeite om naar hier te komen, want ik heb hier mijn laatste kans gegrepen om een souvenir te kopen. Het wordt een weinig geïnspireerde kopie van de Mouraki Boulder die is gemaakt uit lijmsteen hier in de buurt. En ook de niet weg te denken koffiestop is goed voor een koffietraktatie voor de mond. 

Een volgende tussenstop wacht ons enkele uren later bij Oamaru, ook wel de Steampunk Capital van Nieuw-Zeeland en zelfs de wereld genoemd. Volgens ChatGPT is Steampunk "een subcultuur en esthetisch concept dat de verbeelding stimuleert door het combineren van geavanceerde technologieën, esthetiek uit het Victoriaanse tijdperk en alternatieve geschiedenis. Het gaat om het creëren van een wereld waarin stoomkracht, complexe mechanische constructies en verfijnde, met koper versierde apparaten de norm zijn. Steampunk daagt de conventionele grenzen van tijd en technologie uit, waarbij ingenieuze uitvindingen, vaak aangedreven door stoommachines, de hoofdrol spelen. Het is een eerbetoon aan de verbeelding, waarin wetenschap, kunst en geschiedenis samenkomen om een unieke en fantasierijke realiteit te vormen". Het Victoriaanse tijdperk neemt inderdaad een belangrijke plek in Oamaru waar verschillende straten nog uit de negentiende eeuw lijken te komen. Voeg daar nog enkele stoommachines aan toe en je hebt dus de hoofdstad van de Steampunk. Het is leuk om hier even rond te kuieren, maar bijster groot is het hier wel niet. Een bezoekje aan het Steampunk Museum is misschien wel de moeite, maar ik ben er in ieder geval niet binnen geweest. Er is ook een Steampunk Festival maar dat vindt plaats begin juni, dus lang voor of na mijn bezoekje aan Oamaru. 

De laatste halte van Nieuw-Zeeland is Christchurch, eveneens de thuisplaats van buschauffeur Geoff. Geoff werd gedurende heel de rondreis op het zuidereiland vakkundig gemuilkorfd gehouden door reisbegeleidster Marion aangezien Geoff het talent heeft oeverloos te kunnen vertellen, maar vaak over dingen die toeristen uit de lage landen weinig interesseren. Dat hebben we niet zelf kunnen merken tot vandaag. Geoff blijkt een vat vol kennis te zijn over Christchurch. De twee meest in het oog springende gebeurtenissen zijn de aardbevingen uit 2011 en 2016 die heel wat gebouwen hebben vernield en ook een aardig aantal mensenlevens heeft gekost. De trotse kathedraal is hierbij ook ernstig vernield. Die wordt nu weer opgeknapt, maar dat is een werk van lange adem en ondertussen is er een transitiekerk opgericht die bestaat uit - en ik lieg niet - papier en karton. Dat vergt uiteraard een bezoekje en ook het centrum rond de kathedraal wordt even bezocht vooraleer we naar het hotel gaan. De avond wordt afgesloten met een afscheidsdiner om een toch wel erg knappe reis in stijl te vieren.    

Zaterdag 13 januari en Zondag 14 januari
Ik zie het minst uit naar de terugvlucht, want het wordt 24 uur vliegtuigjes en luchthavens bekijken. De terugvlucht naar Singapore gaat nog redelijk vlot, maar de transit in Singapore duurt maar liefst zes uur. Genoeg tijd om even buiten de luchthaven te gaan en de werkelijk prachtige botanische tuin van Singapore te bezichtigen. Stresskip als ik ben, heb ik dit toch overgeslagen, maar de twee dames die dit hebben gedaan waren toch danig onder de indruk. Misschien voor de volgende keer dan... De tweede vlucht brengt me van Singapore naar Amsterdam en deze vlucht duurt een ontzagwekkende veertien uur. Naar goede gewoonte slaap ik niet op een vliegtuig en dan duurt zo'n vlucht extra lang. Gelukkig zit ik bij beide vluchten wel aan het gangpad waar ik af en toe mijn been kan strekken. 

Na een heel lange vlucht van veertien uur land ik in Amsterdam en dat heb ik geweten. Weg is het stralende zonnetje en de warme termperaturen. Welkom grijze lucht, koude wind, felle regen en ochtendmist. De omschakeling kan haast niet groter. Ook voor de jetlag moet ik even oppassen, want de klok draait twaalf uur terug en de helft van een etmaal is behoorlijk veel. De truc is echter om de dag bij de landing uit te doen op basis van het lokale uur en om dan het ritme terug op te nemen. Dat is behoorlijk moeilijk, want ik ben toch vrij moe en hoewel ik al om zeven uur 's ochtend geland ben op Schiphol moet ik nog de trein naar België nemen om thuis te geraken. Daar kan ik welgeteld zondag nog even rusten vooraleer ik maandag weer aan de slag ga. Maar met deze prachtige reis in het achterhoofd drijf ik verder op deze adrenaline. 

woensdag 14 februari 2024

Reisverslag Nieuw-Zeeland deel acht: mystieke fjorden

Maandag 8 januari
Des te zuidelijker we ons begeven in Nieuw-Zeeland, des te mystieker het landschap wordt. Dit culmineert in het plaatsje Te Anau, wat de toegangspoort is van Fjordland National Park. Voor het zover is, moet er met de bus nog een dagje gependeld worden. Het is geen lange rit en daarom is er zo'n drie uur tijd om in Queenstown te verblijven. Drie uur is net te lang om het als een korte tussenstop te beschouwen, maar het is ook net te kort om het als een lange tussenstop te zien. Ik zit hier een beetje tussen schip en wal. Het liefst van al wil ik een wat langere wandeling maken, maar dat zit er dus met drie uur tijd niet in. Dan wordt het maar een ontspannen ontdekking van dit stadje en dat begint met een gemoedelijke cappucino rond tien uur 's ochtends wanneer er al verschillende koffiebarretjes open zijn. Queenstown is namelijk enorm toeristisch en veel rondreizen overnachten hier. De reis van Sawadee overnacht echter bij het naburige Wanaka en daar ben ik ergens wel blij om. Queenstown is net toch wat meer toeristisch, opgeklopt en minder mooi dan Wanaka. 

Nochtans heeft Queenstown een heleboel te bieden, zoals het mooie meer van Wakatipu en de omringende bergen. Hetzelfde recept zoals Wanaka dus, maar helaas wat minder ongerept. Het toeristische karakter van Queenstown stamt af van de jaren tachtig wanneer het uitgroeide tot de outdoor adventure hoofdstad van de wereld. Het overbekende bungeejumpen is hier uitgevonden en het hoeft geen betoog dat je hier op verscheidene plekken kan bungee jumpen. Zelf ben ik op deze dag minder heldhaftig en na mijn cappucino maak ik een kleine wandeling langs een bos om wat later via een kabellift naar boven te gaan waar ik een mooi uitzicht heb over het meer en de andere bergen. Na een half uurtje rondlopen op deze plek ga ik opnieuw naar beneden om vervolgens nog een klein toertje te doen door het centrum en een park. 

Het half dagje Queenstown wordt 's avonds aangevuld met één van de meer unieke belevenissen in Nieuw-Zeeland: een bezoek aan een grot met gloeiwormen. Groot is mijn verbazing wanneer ik bij de grot ontvangen wordt door een Belgische, weliswaar Franstalige, biologe. Ze helpt hier bij de rondleidingen en het mag gezegd worden dat ze dit voortreffelijk doet. Eerst gaat er nog een studieronde vooraf waar er op een filmpje wordt uitgelegd wat de habitat en levensgewoonten van deze diertjes zijn om vervolgens nog een ultrakorte wandeling te doen naar een hut waar wat informatieborden prijken. Het echte plezier zit 'm toch in het boottochtje op de ondergrondse rivier in de grot en dat is toch wel een schitterende ervaring. Het zwakke licht van de wormpjes is dan eens blauw en wat later weer groen. Met duizenden hangen ze aan het rotsige plafond van de grot en soms kom ik er zelfs zo dichtbij dat ik ze met mijn handen kan aanraken (maar uiteraard niet doe!). Het ritje duurt niet erg lang, maar weet me wel te imponeren. De gloeiwormen zijn een waar spektakel, maar ook het water dat door de grot stroomt, is een kleine sensatie voor de oren en ogen. En zo sluit ik alweer een dag met een brede glimlach af.    

Dinsdag 9 januari
Opnieuw is het vandaag een hoogdaag, want vandaag breng ik een bezoekje aan de Milford Sound. Dit is één van de mooiste fjorden ter wereld en is ook een populaire plaats om langeafstandswandelingen te doen zoals de Milford Track en Routeburn Track, langeafstandswandelingen die behoren tot de mooiste ter wereld. Op deze plek regent het tot zeven kubieke meter per jaar per vierkante meter, dus de kans op een lachend ochtendzonnetje is ongeveer nihil. En dat is misschien maar goed ook, want deze plek moet het hebben van zijn regenachtig karakter. Een onheilspellende mist zorgt voor extra dramatiek en bij druilerig weer ontstaan er bij op deze fjord honderden kleine watervalletjes. En dit allemaal overgoten in een saus waar pieken loodrecht uit het water stijgen en regenwoud dat voor een tikkeltje groen zorgt in een anders vrij kleurloos landschap. Met een beetje geluk vind je nog wildlife onderweg zoals zeehonden en dolfijnen en dan is de pret helemaal compleet. 

Voor het zover is, wacht er een epische busreis naar de startplek van de Milford Sound en allemachtig, wat is dit goddelijk mooi. Het dramatische karakter van de Milford Sound wordt misschien wel overtroffen door de weg ernaartoe, want het mystieke karakter van bergen, valleien, watervallen en spectaculaire uitzichten vind je hier in dezelfde gradatie terug. Deze weg is net zo fotogeniek als de fjord zelf. Hier maken we ook een leuke tussenstop om een Kea te fotograferen, een nogal brutale papegaaiensoort die er niet voor terugdeinst om voedsel te stelen. De weg slingert zich tot bij de startplaats van de Milford Sound waar de epiek gewoon wordt verder gezet. De boottocht van ongeveer twee uur kan ik niets anders omschrijven dan legendarisch en ik heb hier letterlijk honderden foto's genomen. 

Dan is de tijd aangebroken om aan mijn laatste wandeling in Nieuw-Zeeland te beginnen en het is een afsluiter in stijl. Ik krijg namelijk 2,5 uur de tijd om naar de Key Summit te wandelen, een top die vijfhonderd meter hoger ligt. Het landschap wordt gekenmerkt door alpiene en subalpiene flora, waaronder erg fraaie morsen en korstmossen bij laaghangende planten terwijl bomen bestaan uit beuken en podocarpbomen. Voeg daar nog enkele fraaie, maar kwetsbare meertjes aan toe bij de top en een fantastisch uitzicht en je hebt een goed idee wat deze wandeling zo speciaal maakt. Jammer genoeg is het uitzicht vrij pover met de lage bewolking en heb ik niet genoeg tijd om naar het nabijgelegen Lake Howden te trekken. Na de wandeling vertrekken we terug richting Te Anau en onderweg houden we nog even halt bij een waterval en uitkijkpunt. Wat heb ik weer genoten deze dag!    

Woensdag 10 januari
Het kan niet altijd prijs zijn en deze dag is helaas toch wat minder. Van Te Anau trekken we naar Dunedin wat ook wel eens omschreven wordt als het Edinburgh van Nieuw-Zeeland. Dit heeft het te danken aan enkele gebouwen die in dezelfde stijl zijn opgetrokken als gebouwen uit de Schotse hoofdstad. Je moet hier echter geen Royal Mile of zoiets verwachten. De weg naar Dunedin is helaas niet zo bijzonder of je zou honderden kuddes schapen bijzonder moeten vinden. Vooral veel weilanden dus en normaal gezien zouden we ook stoppen bij Tunnel Beach, nabij Gore. Dit is een tunnel die speciaal is aangelegd door een familie met te veel geld om zo een geheim stukje strand te veroveren. De tunnel is echter redelijk steil en strand vind je in Nieuw-Zeeland overal. Met consensus wordt besloten om dit stuk over te slaan en in de plaats daarvan lunchen we ergens aan een gewoon strand.

In de late namiddag arriveren we in Dunedin en dat geeft ons nog even tijd om met de bus de tweede grootste stad van het zuidereiland te verkennen. De eerste halte is de universiteitsbuurt waar de gebouwen in Victoriaanse stijl me weten te boeien. De University of Otago, zoals de universiteit hier heet, is overigens de allereerste universiteit van Nieuw-Zeeland en werd in 1869 opgericht. Even later is het de beurt aan de steilste straat ter wereld. Baldwin Street heeft een hellingsgraad van maar liefst 35% en staat daarmee in het Guiness Book of Records vermeld als de steilste straat op deze planeet. Natuurlijk moet ik hier even omhoog om te testen hoe steil het is. Achteraf blijkt dit nog goed mee te vallen. 

Na het inchecken bij het hotel - wat weer heerlijk ver van het stadscentrum ligt - ga ik te voet naar het centrum om de stad te verkennen. Dat gebeurt echter na vijf uur en dan is er niet zo gek veel meer open, zo blijkt. De Public Art Gallery is gesloten en ook de gotische St-Paul's Cathedral is dan gesloten voor het grote publiek. Het stationsgebouw is wel open en dit station is een pareltje van architectuur. Het station is uitgerust met een groot atrium dat wordt verlicht door een koepel van glas-in-loodramen. Buiten is het de klokkentoren die opvalt en is gebouwd met inspiratie van de Vlaamse renaissancestijl. Het is dus geen verrassing dat dit station één van de meest gefotografeerde gebouwen is in Nieuw-Zeeland. Nieuw-Zeeland heeft dus niet alleen natuur, maar ook cultuur.

maandag 12 februari 2024

Reisverslag Nieuw-Zeeland deel zeven: Lord of the Peaks

Vrijdag 5 januari
Negentien dagen is deze reis al onderweg wanneer we ons mogen opmaken voor twee (lange) busdagen. We trekken richting de Southern Alps waar er toppen liggen tot boven de drieduizend meter. Dit gebeurt via de Lewis Pass en onderweg wijzigt de vegetatie langzaam van subtropisch naar alpijns. Een eerste voorbeeld hiervan vind ik terug bij de wandeling nabij het Saint James Car Park. Hier bevindt zich een nieuwbakken langeafstandswandeling van 66 kilometer, de Saint James Walkway. Er is echter ook een hele korte lus van twintig minuten dat een goed beeld geeft wat deze omgeving hier te bieden heeft. Dat is behoorlijk mooi zoals je in dit verslag kan lezen. Na deze korte stop rijden we verder naar Reefton waar we onze middagpauze houden. 

Reefton is een klein stadje waarvan de hoogtijdagen al lang achter ons liggen, want het was wereldberoemd in Nieuw-Zeeland tijdens de plaatselijke gold rush. Er werd dus goud gedolven, maar ook andere grondstoffen zoals kolen. Reefton is nu bekend omwille van de look die het heeft behouden van eind 19de, begin 20ste eeuw. Restaurantjes en winkeltjes doen je zo mijmeren naar de spaghettiwesterns uit de jaren zestig. Voor mij is het de eerste keer dat ik zo'n stadje zie, dus het heeft wel iets, maar het moge wel duidelijk zijn dat toerisme toch wel de voornaamste bestaansreden is van Reefton. 

De tweede wandeling van de dag duurt met een half uurtje wat langer, maar is nog steeds behoorlijk kort. Nu gaat het naar Cape Foulway. Over deze wandeling ben ik niet zo enthousiast zoals je hier kan lezen. Er is niks mis met dit traject, want het is zelfs een mooie route met spectaculaire kliffen en je ziet zelfs een aantal pelsrobben liggen onderweg. Het is enkel wat veel van hetzelfde aangezien ik in Kaikoura al een gelijkaardige wandeling heb gedaan. Het programma is deze dag behoorlijk vol en deze wandeling mag wat mij betreft toch overgeslagen worden. Dat geef ik later ook als feedback aan reisbegeleidster Marion mee. 

Derde maal is scheepsrecht en dat geldt zeker bij de derde wandeling van vandaag. In rotslecht weer mogen we de Pancake Rocks in Punakaiki bezoeken, maar er is slechts een kwartiertje tijd voorzien. Deze rotsen krijgen de vorm van pannenkoeken na een lang erosieproces dat duizenden tot miljoenen jaren duurt waar het kalksteen langzaam wordt afgesleten. Dat zorgt voor erg knappe beelden van de rotsen, maar er zijn ook zogenaamde blaasgaten. Dit zijn gaten in de rotsen waar het water spectaculair naar boven kan worden gespoten - zoals bij een walvis - bij een sterk golvende zee. De golven staan vandaag hoog, maar helaas zie ik de blaasgaten niet in actie. Desondanks was ik toch onder de indruk van deze plek zoals je hier leest. 

Zaterdag 6 januari
Helikoptervluchten zijn onderhevig aan de staat van het weer en dat wordt vandaag al snel duidelijk. Er staat namelijk een helikoptervlucht over Fox Glacier op het programma, maar stapelwolken beslissen er anders over. De helikoptervlucht gaat helaas niet door en dat is toch wel wat jammer, want een vlucht over Fox Glacier is naar verluidt erg mooi. Voor mijn groepsgenoten is het erger dan mij, want ik ben enkele maanden geleden al in Pakistan geweest waar ik dagenlang over gletsjers heb gelopen en vanaf de toppen had ik daar ook fantastische uitzichten over de gletsjers. Dit is uiteraard niet hetzelfde als een helikoptervlucht, maar een groot gemis is dit dus niet voor mij. Als alternatief maken we een wandeling van een uurtje langs Lake Matheson. Dit meer is beroemd omdat het bij helder weer hoge bergen zoals Mount Cook spiegelt in het water, maar met de aanwezige wolken is dat schouwspel niet voor mij weggelegd. Toch was ik tevreden over deze wandeling zoals je in dit verslag kan lezen.  

Nu is het nog een aantal uurtjes rijden tot Wanaka waar we morgen een vrije dag hebben. Net voor Wanaka houden we nog even halt bij het Tauparikaka Marine Reserve waar er tijd is om een (erg) kleine wandeling te doen langs een duinmeer. Dit is niet de meest favoriete wandeling van de dag want ik werd bijna met huid en haar opgevreten door de aanwezige insecten zoals je hier kan lezen. Ik ben blij als we verder kunnen rijden, want bij het einde van deze tweede busdag op rij snak ik toch naar het einde. Wanneer Wanaka ons toelacht in de verte, ben ik al blij bij de gedachte om de bus te kunnen verlaten. Dit plaatsje is net zoals zoveel andere locaties in Nieuw-Zeeland behoorlijk idyllisch met een groot meer en hoge omringende bergen. Het is hier trouwens dat er in de buurt een aantal scènes van Lord of the Rings zijn opgenomen. 

's Avonds is het eerder Lord of the Walks, want ik heb wel zin om een wat langere avondwandeling te maken. Met het kaartje op Komoot, de wandelapp die ik gebruik, stippel ik al improviserend een  eigen route uit. Die route brengt me langs de rand van het meer en enkele residentiële wijken op een mountainbikeparcours en daar dreig ik zelfs even te verdwalen. Met een ondergaande avondzon geen prettig vooruitzicht en dus zit er niks anders op om over een poortje te klimmen om zo buiten het omheinde parcours te geraken. Over deze wandeling ben ik dus niet zo tevreden als afsluiter zoals je hier leest.

Zondag 7 januari
Ook Wanaka is een prachtige locatie om wandelingen te maken, maar de ochtend begint voor mij echter met een tochtje op een jetboat. Een jetboat is een Nieuw-Zeelandse uitvinding waarbij de boot het aanwezige water opzuigt en dan met een enorme krachtstraal uit de motor knalt en zo als voortstuwing fungeert. De boot haalt respectabele snelheden tot vijftig kilometer per uur en kan bovendien varen over lage waterstanden. Zelfs tien centimeter water is voldoende om als een speer over het water te denderen. Bij dit tochtje varen we over Matukituki-rivier en hier stoppen we regelmatig bij locaties die dienden als opnamelocaties voor Lord of the Rings. Aangezien de boot met een rotvaart door het water snelt, is het niet evident om de boot plots te laten stoppen. Dit gebeurt met een spectaculaire 360° spin waar de boot rond zijn eigen as draait om tot stoppen te komen. Hierdoor krijgt dit tochtje een klein achtbaangevoel. 

Bij deze boottocht is ook een wandeling gekoppeld, maar ik ben er niet zo tevreden over zoals je hier leest. Na de wandeling varen we terug naar de aanlegplaats en vervolgens word ik teruggebracht naar Wanaka... of toch niet helemaal. Ik heb namelijk gevraagd of ze me kunnen afzetten bij Roy's Peak. Dit is één van de toppen in de onmiddellijke omgeving van Wanaka. Met een klim van 1300 meter behoort dit tot het betere klimwerk en bovendien is het om 13h vrij warm wanneer ik begin. Maar liefst 27 graden en dat is naar Nieuw-Zeelandse begrippen dus tamelijk heet. De klim verloopt echter vlekkeloos zoals je hier leest. Qua uitzichten is dit - zelfs nog meer dan de Marlborough Sounds - het mooiste wat deze reis te bieden heeft en de foto's hier zijn echte ansichtkaarten. De afdaling verloopt ook gezwind waardoor ik op vier uur terug beneden ben. 

Minder gezwind zijn de acht kilometer om terug te keren tot Wanaka, maar halverwege heb ik het geluk dat ik opgepikt word door een local. In het daaropvolgende gesprek leer ik dat haar vriend nog in Brussel heeft gespeeld als rugbyspeler. Wat is dit toch een kleine wereld. Wanneer ik terug ben in Wanaka, krijg ik geen genoeg van het wandelen en ik besluit om nog een laatste wandeling te maken. Deze avondwandeling weet me zeker te bekoren zoals je hier leest. Het natuurgebied van Glendhu Bay en het pad naast het meer zorgen voor een fraaie omgeving. Een vermoeiende, maar erg mooie dag!

vrijdag 9 februari 2024

Reisverslag Nieuw-Zeeland deel zes: een potvis is eigenlijk geen vis

Dinsdag 2 januari
Het kleinste nationale park van Nieuw-Zeeland luistert naar de naam Abel Tasman en is uiteraard vernoemd naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger met dezelfde naam. Het zonnetje lacht ons op deze prachtige dag toe, hoewel het niet bijster warm is. Op foto zou je een hete zomerdag van dertig graden verwachten, maar in de realiteit is het eerder een aangename lentedag rond de 21 graden. Het park is beschermd om zijn ongerepte toestand te bewaren, hoewel er vreemd genoeg nog kleine gebouwtjes resideren die dateren voor dit gebied een nationaal park werd. Met een boot worden we 's ochtends opgepikt en varen we langs de fraaie kustlijn en mooie rotsen. De echte blikvangers zijn toch wel de goudgele stranden die uitnodigen om een frisse duik te nemen. En fris is het inderdaad, 21 graden weet je wel... 

Het uitdokteren van de wandelroute vergt een diepgravende studie in de cartografie want het systeem van om hoe laat je wordt afgezet, opgepikt en door welke boot blinkt niet meteen uit in zelfverklarendheid. Marion heeft handen en voeten gebruikt om dit uit te leggen en uiteindelijk lijkt iedereen - zelfs ik - het te snappen na meerdere pogingen om dit uit te leggen. Ik had zin in een wandeling van vier uur, maar door hoogtij is dit niet mogelijk en daarom moet ik me verzoenen met een wandeling van ruim zeven kilometer. Dat valt toch een beetje tegen, maar dan heb ik meer tijd voor andere dingen: zonnen, rusten en zwemmen bijvoorbeeld. Tijdens de wandeling neem ik een aantal keren plaats op een bankje om te genieten van het uitzicht en op één van de stranden vlei ik me zelfs in het zand om wat te zonnekloppen. De rest van mijn wandelervaring lees je in dit verslag. Na de wandeling ga ik nog een twintigtal minuten zwemmen, al is zwemmen misschien wat eufemistisch om me als klungelsmurf door het koude water te worstelen. 

De boot pikt ons om rond half vier op, wat later is dan het geplande uur van kwart over drie, maar plots blijkt dat de rest van de toeristengilde spoorloos is verdwenen. Achteraf blijkt dat ze met een andere boot zijn teruggekomen en we moeten dus de Nieuw-Zeelandse autoriteiten niet lastigvallen met een gevalletje van vermiste toeristen. Om de hereniging te vieren wordt er een barbecue georganiseerd - in Motueka waar we zitten is er verder helemaal niks - en de stukken vlees worden door mij gretig opgepeuzeld. De groenten trouwens ook! Een toffe dag, maar door de beperkte tijd om te wandelen had ik er eerlijk gezegd toch wat meer van verwacht.   

Woensdag 3 januari
Je denkt misschien niet onmiddellijk aan wijnen wanneer je Nieuw-Zeeland hoort, maar men beschikt hier over een aantal overheerlijke wijnen en dé wijnstreek waar je wil zijn ligt tussen Nelson en Kaikoura waar we naartoe rijden. Eerst is het echter tijd voor een portie cultuur en geschiedenis, want we maken een kleine stop bij een historische spoorwegbrug in Seddon. Awatore Railway Bridge heet de constructie en was tot 2007 operationeel. Nu is het dus niet langer meer in gebruik en dient het voornamelijk als kijkvoer voor rondtrekkende toeristen zoals mezelf. 

De echt grote stop wordt net na het middaguur gehouden bij Seddon waar de druivenranken zich in een heuvelachtig gebied bevinden net bij de zee. Door de combinatie van gunstige zeewinden, voedingsrijke grond en veel uren zon krijg je een wijnsmaak die je (bijna) nergens anders ter wereld vindt en dat maakt de Nieuw-Zeelandse wijnen uit deze streek zo uniek. We bevinden ons op de Yealands Estate waar een witte Sauvignon wordt verbouwd en het landgoed is indrukwekkend. Qua oppervlakte, maar vooral qua ligging. De licht hellende heuvels in het groen staan in schril contrast met de hoge kliffen langs de kust. De benen kunnen even gestrekt worden en dat levert een korte, maar mooie wandeling op. 

Daarna rijden we verder naar Kaikoura waar we vlak voor het stadje nog even stoppen om pelsrobben te bezichtigen. Deze zeehonden brengen soms twee tot drie weken op zee door vooraleer ze terug even rusten op land. En dan komt zo'n ongeregeld zootje toeristen de rust van deze diertjes verstoren. Het zijn met name de vrouwtjes met pups die we hier te zien krijgen, want de mannetjes zijn een paar weken geleden vertrokken. In Kaikoura ligt het motel opnieuw op dertig minuten van het stadscentrum. Dat levert vandaag opnieuw een uitgebreidere supermarktstop op. Niet dat het echt nodig is, want op amper twintig minuten ligt er het Sudima-hotel waar je ook kan ontbijten. Voor het avondeten ga ik echter naar het centrum. En dat het toeristisch is heb ik geweten. Mijn bestelling arriveert zienderogen, maar de bestelling van reisgenoot Jan duurt maar liefst anderhalf uur terwijl er niet eens zo veel mensen in het restaurant zitten. Er stond iets in de trant van Respect our employees op een bord wat ik eerst een beetje vreemd vond, maar na zo'n lange wachttijd en - eerlijk gezegd - onvriendelijk personeel begrijp ik onmiddellijk waarom. Ik ben niet naar Nieuw-Zeeland gekomen om te genieten van de gastronomie en etablissementen zoals dit hier maken erg duidelijk waarom. 

Donderdag 4 januari
Kaikoura is voor één ding beroemd en dat is omwille van de walvissen die hier leven en meer bepaald de potvissen. Potvissen zijn de grootste vleesverslindende walvissen op aarde en de mannetjes resideren op deze locatie aangezien het koude Antarctische water hier het warme Australische water ontmoet. Dat zorgt voor een voedselrijk zeegebied met de potvis als roofdier dat aan de absolute top staat. De wat omslachtige procedure om op de boot te komen duurt gelukkig niet al te lang en op een middelgrote boot zitten een zestigtal toeristen vol ongeduld om potvissen te bekijken. Er is hier overigens een heleboel ander zeeleven met een aantal albatrossoorten, pelsrobben en dolfijnen. Dit zijn geen gewone dolfijnen, maar de kleine Hectordolfijnen die erg speels zijn en waarmee je in Kaikoura ook kan zwemmen. Met potvissen is dat wat minder evident en dan is een wat grotere boot toch handig. 

Potvissen kunnen een aardig portie duiken: tot meer dan tweeduizend meter diep waardoor ze langer dan een half uur onder water kunnen blijven. Onze boot heeft al snel een plaatselijke potvis gevonden en we kunnen hem uitgebreid bewonderen voordat hij gaat duiken. De boot behoudt - geheel terecht - een behoorlijke afstand van het beest waardoor ik zelfs met mijn 300 mm lens de potvis niet in beeldvullend perspectief krijg. Voor de rust moet je hier overigens niet komen, want boven de walvis cirkelt een legertje helikopters die de potvis vanaf de lucht gadeslaan. En die helikopters maken dus een behoorlijk kabaal. Na de duik is het beestje 35 minuten verdwenen om daarna terug aan de oppervlakte te komen waar ronde twee kan beginnen. Nu laat de potvis ook zijn staart zien, maar zo spectaculair is het allemaal niet. Na anderhalf uur varen is het tijd om terug te keren naar vaste bodem waar ik nog een hele namiddag vrij heb. 

En die vrije namiddag breng ik door - hoe kan het ook anders - al wandelend. Kaikoura bevindt zich op een schiereiland en ik maak een tochtje rond dit schiereiland waar je hier meer over leest. Dit is een wandeling van keuzes trouwens, want ik moet beslissen om langs de kust of kliffen te wandelen en ik besluit om het laatste te doen. Dat zorgt er voor dat ik de pelsrobben niet van nabij kan zien, maar dat heb ik al een dag eerder gedaan. Ik vind het dus in ieder geval geen groot gemis. Hoewel de wandeling slechts vijftien kilometer lang is, ben ik toch wat vermoeid als ik mijn lus afrond. Ik vermoed dat het komt door de wat matige nachtrust en ik besluit om vandaag wat vroeger onder het wol te kruipen.

maandag 5 februari 2024

Reisverslag Nieuw-Zeeland deel vijf: de mooiste regio van Nieuw-Zeeland

Zaterdag 30 december
Wellington wordt vandaag uitgewuifd, want we vliegen met twee piepkleine Cessna's naar het zuidereiland. De instapprocedure voor zo'n Cessna is een stuk minder omslachtig dan bij grote vluchten en dit gebeurt razendsnel. Dat laat wat ruimte toe om nog snel een kopje koffie te scoren bij de plaatselijke barista vooraleer we de zee overvliegen. Het oorspronkelijke plan was om naar Nelson te vliegen, maar de wind steekt daar een stokje voor en we zijn genoodzaakt om naar Blenheim te vliegen dat iets verder is gelegen. De meeste reisorganisaties doen deze oversteek met een grote ferry, maar bij Sawadee heeft men gekozen om met vliegtuigjes te werken aangezien dit toch unieke beelden oplevert. De baaien bij het zuidereiland zijn namelijk vanuit bovenaanzicht betoverend mooi. Tja, bij regen en wolken hebben we daar uiteraard niet veel aan. Maar kijk, naarmate we dichter bij het zuidereiland komen, klaart het weer op en wat levert dit prachtige beelden op. Hoewel ik in een krampachtige manier in het vliegtuigje zit, heb ik wel het geluk om bij het raam te zitten en ik kijk mijn ogen uit bij dit landschap. De opnamefunctie van mijn GSM draait in ieder geval overuren.  

Met een busje worden we naar Picton gebracht en daar hebben we nog een hele namiddag de tijd om de buurt te verkennen. Dat betekent dus weer wandeltijd voor mij en een vrij stevige overigens. Met ruim achthonderd hoogtemeters en vier uur wandeltijd is het dus een respectabele wandelingen waarvan je mijn bevindingen hier kan lezen. Vooral het uitzicht bij de Tirohanga Track kan ik waarderen en ik vind het tot dusver het mooiste uitzicht wat ik tot dusver heb gezien in Nieuw-Zeeland. Als je me vraagt wat de mooiste regio is in Nieuw-Zeeland dan zal ik zonder enige twijfel de Marlborough Sounds - deze regio dus - zeggen. Al heeft het weer daar veel mee te maken, want met een helderblauwe hemel is het gemakkelijker om de regio te appreciëren dan wanneer je wordt geconfronteerd met een dramatische regenhemel zoals dat bij de Bay of Islands het geval was. Sawadee is één van de weinige reisorganisaties die de Marlborough Sounds in hun programma hebben opgenomen en wat ben ik blij dat ik hen gekozen heb. Want dit wil je echt niet missen (bij goed weer)!    

Zondag 31 december
Dat de hemel bij de Marlborough Sounds niet altijd hemelsblauw is, bewijst deze ochtend want het regent oude wijven dat het een lieve lust is. Met een bootje gaan we naar een schiereiland bij de Queen Charlotte Sound, maar het wordt een pittig vaarttochtje. De regen en grijze lucht maken het moeilijk om de omgeving te bezichtigen en bovendien laten de golven zich graag voelen. Normaal gezien is dit een vrij kalme zee, maar vandaag merk ik er weinig van en het uur op de boot gaat tergend langzaam voorbij. Mijn plan bestaat uit eerst om lokale vogels te spotten op een vogeleilandje, terwijl ik een uur daarna aanvang met een wandeling op de beroemde Queen Charlotte Track. Met het slechte weer is de zin om vogels te spotten met de noorderzon verdwenen en ik start dus onmiddellijk aan de wandeling. En hupsakee, ik ben nog niet goed of wel aan de wandeling begonnen en het hemelgewelf kleurt azuurblauw alsof er geen wolk meer bestaat. 

Bij het begin van de wandeling staat er een ietwat kitscherig standbeeld van James Cooke die zoveel honderden jaren geleden hier ook voet aan wal zette. Er is hier ook een pad dat leidt naar een waterval, maar ik weet niet hoe lang het duurt om naar de waterval te gaan en terug te komen. Ik kies dus eieren voor mijn geld en doe dus enkel het traject tussen Ship Cove en Furneaux Lodge. Hoe enthousiast ik over deze wandeling ben, lees je hier en dat resulteert uiteindelijk op plaats nummer zes in mijn overzicht van mooiste wandelingen van 2023. Dus ja, het is een erg mooie wandeling geworden. Vooral het natuurpad kan op mijn appreciatie rekenen, net zoals de fabelachtige panorama's die op een steeds andere hoek uitkijken over het blauw van de Queen Charlotte Sound. Vanzelfsprekend kom ik weer veel te vroeg aan bij Furneaux Lodge - bijna drie uur - maar dit plekje omschrijft zich als paradijs op aarde en op deze mooie namiddag klopt dat zeker. Normaal ben ik geen fan van luieren, maar nu doe ik dat me veel plezier.  's Avonds wacht er de viering van oud naar nieuw en dat gebeurt in Picton verrassend ordelijk. Over de kwaliteit van het plaatselijke optreden ben ik niet erg enthousiast, maar het is wel een mooie manier om 2023 in stijl af te sluiten. 

Maandag 1 januari
Geoff is de naam van de nieuwe buschauffeur die ons door het zuidereiland leidt. Iemand noemde hem een volkser figuur dan Keith en dat is wel een mooie omschrijving voor iemand wiens standaardzin "Fair enough" is. Met Geoff aan het roer verlaten we Picton waar we na een kwartier een laatste fotostop houden om vervolgens definitief afscheid te nemen van één van mijn favoriete plaatsen in Nieuw-Zeeland. Vandaag is het dus weer een busdag en dat betekent dat het programma niet zo veel toelaat. Er staat weliswaar één wandeling op het programma, maar dat is een zeer korte: die van Cullen Point Scenic Reserve. Meer dan verplaatsing naar een uitkijkpunt is het eigenlijk niet, maar voor mij is elk excuus goed om de benen te strekken. 

We komen redelijk vroeg aan in Motueka, onze verblijfplaats voor de komende twee dagen. De accommodaties zijn deze keer geen hotelkamers, maar wel chalets die gedeeld moeten worden. Bovendien is het toch een eindje van de bewoonde wereld wat betekent dat we zelf voor ons ontbijt en avondeten moeten zorgen. De gewoonlijke supermarktstop duurt deze keer dus extra lang en iedereen heeft voldoende mee om geen gewisse hongerdood te sterven. Zelf maak ik van de extra tijd gebruik om een rustige hardloopsessie in te lassen van vijf kilometer. Via een omweg bij een klein meertje beland ik aan de kustlijn waar ik na ongeveer 2,5 kilometer terugdraai om zo terug te lopen. Een deugddoende douche luidt de aanvang van een eerder luie avond in.   

vrijdag 2 februari 2024

Reisverslag Nieuw-Zeeland deel vier: de laatste dagen op het noordereiland

Woensdag 27 december
Beroemder dan de Tongariro Alpine Crossing worden wandelingen in Nieuw-Zeeland niet en dit is dus ook één van de redenen waarom ik naar Nieuw-Zeeland ben afgereisd. Tot een tiental jaar geleden heette deze wandeling gewoon de Tongariro Crossing, maar men heeft de Alpine eraan toegevoegd om wandelaars te overtuigen dat deze wandeling niet moet onderschat worden omwille van het alpien karakter. Nou, dat ontradend effect heeft zijn werking niet gemist, want van de zes kandidaat-wandelaars die deze wandeling willen doen, blijft er uiteindelijk de helft over. Ik kan al verklappen dat deze wandeling toch wat overschat wordt, want ik heb 'm zelf op ongeveer vijf uur afgehaspeld. Mijn ervaring kan je overigens hier lezen. Dus zooo zwaar is dit parcours ook weer niet, hoewel de oversteek bij de top toch met de nodige voorzichtigheid moet worden aangevangen. Het waait er hard, een dikke mist zorgt voor een onheilspellende atmosfeer en sommige paadjes op de top zijn wel erg smal. Het moeilijkste gedeelte vind ik echter de afdaling waar ik steil naar beneden ga over los zand. Het is hier gemakkelijker om te sandboarden dan om al stappend naar beneden te gaan, maar uiteindelijk lukt me dit toch zonder al te grote problemen. 

Om half twaalf sta ik dus bij de eindhalte, maar er is een klein probleempje: de eerstvolgende bus arriveert pas om twee uur in de namiddag. Dus ja, dan moet ik maar de tijd doden en langzaam stromen anderen toe. Niet dat ik hen zie, want ik heb me op de parking achter een aantal wagens gezet en pas wanneer ik m'n plek verlaat, zie ik daar wandelaars staan. Ik vervoeg me bij hen en na een uur komt ook medereisgenoot Renk bij de aankomst. Met de gezegende leeftijd van 59 lentes doet hij er ongeveer zes uur over wat echt wel een heel mooie prestatie is. We babbelen even na over de wandeling en we hebben geluk wanneer de TCS-bus om half twee al op de afspraak is. Na een half uurtje zijn we terug bij het hotel en in de namiddag kan ik genieten van een halve dag rust. Onder het genot van een aantal welverdiende glazen gerstenat wordt de goede afloop van de wandeling beklonken. Aangezien ik wat pech had met de mist bij de top heb ik de Emerald Lakes en Blue Lake niet in vol ornaat kunnen zien en dat doet wel een beetje afbreuk aan deze wandeling. Het is zeker een mooie wandeling, maar onder geen beding de mooiste van Nieuw-Zeeland.     

Donderdag 28 december
Vandaag rijdt de bus naar Wellington op de laatste pendeldag op het noordereiland. Zoals gebruikelijk vertrekken we rond de klok van acht, maar na een uurtje houden we al een eerste keer halte. Hier bevindt zich namelijk de herdenkingsplaats van Tangiwai. Op kerstavond 1953 vond hier het dodelijkste treinongeval van Nieuw-Zeeland plaats. Een modderstroom afkomstig van het kratermeer van Mount Ruapehu stuurdeeen enorme golf van water, slib, rotsblokken en puin de Whangaehu-rivier in net op het moment dat nabij de brug van Tangiwai eein trein naderde. De machinist drukte de noodrem in, maar het mocht niet zijn: de locomotief en vijf tweedeklasrijtuigen werden meegesleurd. Het voorste eersteklas rijtuig viel even later in het water. Deze treinramp eiste uiteindelijk 151 levens en als eerbetoon is er een herdenkingsplaats opgericht die de herinnering aan deze ramp levendig houdt. De site heeft een serene indruk met een uitkijkpunt over de brug en een aantal informatieborden die vertellen hoe de rand is tot stand kunnen komen. Hier word je toch wel even stil van... 

De rest van de dag staat in het teken van het rijden naar Wellington. Om ongeveer 15h komen we aan bij Mount Victoria, misschien wel het mooiste uitkijkpunt van de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Hier heb je namelijk een prachtig 360° panorama over het stadscentrum en oceaan. Buschauffeur Keith wordt ook even in de bloemetjes gezet, want op het noordereiland was hij altijd een baken van wijsheid en een goeie buschauffeur. En dat verdient wel een stevige fooi die hij zeker heeft gekregen! Eens in het hotel aangekomen, wil ik de binnenstad onveilig maken, maar ik wil toch eerst mijn was doen. Tja, dat mag ik vrij letterlijk nemen, want er bestaat niet zoiets als een laundry service in Nieuw-Zeelandse hotels en dan mag ik het zelf doen. Uiteraard is me iemand voor en dat betekent dat ik nog eens drie kwartier extra kan wachten. Het kost me uiteindelijk dik twee uur, maar dan heb ik mijn was gedaan. 

Het is al bijna zeven uur 's avonds wanneer ik naar buiten ga. Net zoals in Auckland is de havenbuurt het mooiste gedeelte van de stad en ik laat mijn oog vallen op dit stadsgedeelte. Moderne en oude architectuur gaan hand in hand, maar het zijn vooral de vele vissers die hier opvallen. Vislijnen en hengels zijn hier in overdaad te vinden, maar erg veel vis lijkt me er niet gevangen te worden. Een aantal mensen fietsen langs deze route, maar de grote meerderheid zijn toch wandelaars die hier even komen uitwaaien. De wijk lijkt eindeloos lang te zijn en na een klein uurtje wandelen, maak ik rechtsomkeert aangezien het toch laat begint te worden. Auckland vind ik toch wel mooier, maar deze buurt van Wellington kan me zeker bekoren.   

Vrijdag 29 december
Gisteren heb ik nog meeval met het weer, maar vandaag zijn de weergoden onverbiddelijk en hebben ze een aardig portie regen besteld. Om aan de regen te ontsnappen duik ik het nationale museum Te Papa Tongarewa in. Geheel gratis overigens wat wel een rariteit is in het toch wel dure Nieuw-Zeeland. Dit museum heeft een aardige duit gekost, maar het resultaat mag er gerust zijn. In een mooi ontworpen gebouw zijn er vier verdiepingen waar er allerlei verschillende tentoonstellingen lopen. Beginnen doe ik op het gelijkvloers bij een expo over de ANZAC. Dit is een afkorting van het Australian and New-Zealand Army Corps dat tijdens de Eerste Wereldoorlog uitkwam voor het Britse rijk. Met name de slag om Gallipoli wordt hier herdacht met tijdslijnen, artefacten en realistisch nagemaakte locaties. Helaas voor mij heeft half Wellington besloten om naar dit museum te komen en daarom is het echt wel druk. Bij de ANZAC expo kan ik dit nog met de mantel der liefde bedekken, maar bij andere tentoonstellingen enerveert de drukte me toch een stuk meer. Zo worden er op de andere verdiepingen aandacht geschonken aan de planten en dieren van Nieuw-Zeeland, de vulkanische activiteiten van Nieuw-Zeeland, is er moderne schilderkunst en uiteraard mogen de Maori niet op het appel ontbreken. En daarnaast is er nog de betalende expo van Dinsosaurs from Patagonia.  Hoewel ik een hele dag kan blijven in het museum is het na drie uur wel voldoende geweest voor mij.  

In de namiddag besluit ik om naar het parlement te gaan waar je een gratis rondleiding kan krijgen in het Beehive, zo genoemd omdat het gebouw een vorm heeft van - je raadt het nooit - een bijenkorf. Dat is echter buiten de waard gerekend van de massale reserveringen, want maar liefst tot 8 januari is alles volzet en dat is nog tien dagen. Geen beehive voor mij dus en dan wil ik mezelf troosten met een koffie. Koffiebars genoeg hier, maar in deze periode zijn ze zo goed als allemaal gesloten. Het mag dan vakantie zijn voor mij, maar voor Nieuw-Zeelanders is het ook overduidelijk vakantie. Ik vind dan uiteindelijk toch een plekje waar ik een koffie kan drinken bij de botanische tuin van Wellington. Na de vermalen koffiebonen te hebben opgeslurpt is het tijd voor een wandeling door de botanische tuin waar het soms aardig omhoog gaat. Mijn bevindingen hierover kan je hier lezen. Het dagje Wellington is niet zo super omdat het weer niet meezit, maar er is nu eenmaal ook veel minder te zien dan in het veel kosmopolitischere Auckland. Toch is het museumbezoek een enorme aanrader, maar in mijn geval was het simpelweg té druk.

donderdag 1 februari 2024

Reisverslag Nieuw-Zeeland deel drie: mijn mooiste wandeling van het jaar

Zondag 24 december
Weet je wat het meest gefotografeerde toilet van Nieuw-Zeeland is? Nou, ik wel, want ik ben er geweest. De Oostenrijkse kunstenaar annex architect Friedensreich Hundertwasser is beroemd omwille van zijn kleurrijk ontwerp en het gebruik van gerecycleerde voorwerpen. Tijdens de jaren zeventig deelde hij mijn liefde voor Nieuw-Zeeland en kwam hij hier zich definitief vestigen. In die jaren werkte hij ook aan een aantal interessante werken, waaronder dus een toilet in Kawakawa wat niet zo ver ligt van Pahia. Zoals vaak met dat soort dingen, is het leuk om dit even te bezichtigen maar op een kwartiertje heb je dit wel bekeken. Even verder is er ook een café dat ontworpen is door Hundertwasser, maar daar zijn we niet gestopt. Want de reden dat we hier even halt houden is omdat dit op de weg ligt tussen Pahia en Rotorua, een busrit van ruim zes uur. 

De stop bij Kawakawa is overigens het enige wapenfeit van deze dag, want verder valt er weinig te beleven op deze pendeldag. In de buurt van Auckland kunnen we genieten van de lokale keuken bij een winkelcentrum waar een McDonald's voor het appetijt moet zorgen. Er zijn ook andere eetplekken, maar dit was al even culinair hoogstaand als de lokale McDonald's. Op kerstavond is er in Rotorua wel een Hangimaaltijd voorzien. Een Hangi is een traditionele Maori manier van het stomen van eten. Door middel van een kuil in de grond waarop hete stenen liggen gaat het eten stomen. Hierbij worden aardappelen, verschillende soorten groente en vlees gebruikt. De plaatselijke Maori-versie van Frank Sinatra zorgt voor de randanimatie, maar het is eerder een aanslag op de oren dan een luistergenot. Dat gecombineerd met de matige kwaliteit van het eten en het toch wel hoge prijskaartje zorgt ervoor dat ik deze maaltijd toch teleurstellend vind. 

Wat wel in orde is, is een kleine voorstelling die bij deze maaltijd hoort. Voor de maaltijd wordt er getoond hoe de Maori met een waka, een grote kano, naar Nieuw-Zeeland zijn gevaren. Na het eten gaan we naar een klein theater waar een traditioneel Maori-dorpje is nagebouwd en waar er gezongen en gedanst wordt. Er worden eveneens een aantal gebruiksvoorwerpen en Maori-wapens getoond. Het rondje cultuur wordt afgerond met de wereldberoemde haka die ook door het Nieuw-Zeelands rugbyteam wordt gebruikt. De theatervoorstelling kan deze avond nog net redden, maar het eten in buffetvorm is toch wel erg mager. Anderzijds is dit de laatste kans om in contact te komen met de Maori-cultuur aangezien die in het zuidereiland grotendeels is verdwenen. En die kans laat ik dus niet liggen. 

Maandag 25 december
Normaal gezien was de Hangi-maaltijd voorzien op deze dag, maar op kerstmis is het ontzettend druk en moesten we dus wel uitwijken naar een dag eerder. Kerstmis betekent ook dat in Rotorua de Rotorua Tree Top Walks zijn gesloten in het Whakarewarewa Forest. Jammer, maar dat laat ik niet aan mijn hart komen. De wandeling die ik doe (waar je alles over leest hier) is naar mijn bescheiden mening de mooiste die ik in 2023 heb gedaan. Dus het hoeft geen betoog dat dit voor mij een topdag is. 

's Avonds is het opnieuw tijd voor een kerstdiner, maar deze keer op kerstmis zelf. Aangezien alle restaurant zijn volzet, eten we in het Sudima-hotel waar we op dat moment verblijven. Het heeft ietwat weg van een grootkeuken met zoveel mensen in de eetzaal. Het eten in buffetvorm is echter heel goed, in ieder geval een stuk beter dan het koude en halfbakken voedsel wat ik gisteren heb gegeten. Hoewel ik niet superveel eet, smaakt het wel bijzonder goed. 

Dinsdag 26 december
Ik heb deze Sawadee-reis uitgekozen omdat het een mooie balans biedt van de zogenaamde pendeldagen waar je van de ene locatie naar de andere rijdt en vrije dagen waar je ter plaatse zelf kan kiezen wat je wil doen. Ik ben dus geen dagen onderweg met de bus en dat voelt wel lekker aan. Maar dat zelfs de pendeldagen een fantastische dag kunnen opleveren, bewijst deze dag. Waar de rit naar Rotorua een dag is om snel te vergeten - wat ik dan ook prompt doe - is dit exemplaar wellicht de mooiste pendeldag van de reis. Dat heeft het in grote mate te danken aan de uitstap bij het werkelijk prachtige Wai-O-Tapu Thermal Wonderland. Dit is een geothermisch park dat is uitgerust met knappe geisers, zwavelputten, meertjes en andere zaken. Dat ik erg enthousiast ben over dit park kan je hier lezen. 

Dit is niet het enige uitstapje van de dag, want een tweetal uurtjes later stoppen we bij de Huka Falls. Deze watervallen behoren tot de wildste watervallen van Nieuw-Zeeland, maar zo heel erg spectaculair zijn ze niet als ik heel eerlijk moet zijn. Als je net zoals ik in IJsland bent geweest, is dit maar klein bier vergeleken met de grote watervallen daar. Dat neemt echter niet weg dat de wandeling van deze watervallen naar een zwemoord langs de Waikato River erg aangenaam is. Hoewel de wolken zich samenpakken, regeert de zon nog altijd op deze dag en dat zorgt voor ideaal wandelweer. De etappe van minder dan vier kilometer is vrij kort, maar wel een mooi intermezzo voor deze dag waar we richting Tongariro rijden.