Linkse verpaupering
Hoe zullen historici terugblikken op de huidige periode in
de geschiedschrijving? Een Amerikaanse president die anno 2018 terug wil naar
het isolationisme van een kleine eeuw geleden, rechts populisme dat zegeviert
in westerse culturen, China dat nu bewust is van zijn status als toekomstige
grootste economie ter wereld, de revoluties in het Midden-Oosten en
Noord-Afrika dat uiteindelijk culmineerde tot een aparte ISIS-staat in de
Levant en Naingolan die niet opgeroepen werd voor het WK 2018 in Rusland. We
leven in interessante, maar ook roerige tijden.
Een halve eeuw geleden stond in mei 1968 Frankrijk op zijn
kop door de maatschappij die eindelijk tot wasdom komt na ruim twee decennia
economische opleving na Wereldoorlog II. Studenten en arbeiders komen voor hun
rechten op en schuwen de grove middelen niet. Een treinstaking van vijf weken doet
de Franse regering breken en Frankrijk geeft toe aan de gestelde eisen die dit vreemde
pact van links verenigde. De toekomstige intelligentsia van Frankrijk dat
verbroedert met "simpele" arbeiders… Het was vijftig jaar geleden een uniek
beeld dat de wereld rondging. Maar het is misschien ook deze vreemde symbiose
die uiteindelijk leidde tot de huidige linkse verpaupering in Europa.
Het is een onmiskenbaar feit dat het Europa van vijf
decennia geleden er totaal anders uitziet dan het huidige Europese straatbeeld.
Globalisme heeft de welvaart spectaculair doen toenemen, maar gebrek aan
solidariteit in het verleden heeft geleid tot minder professionele rechten voor
werknemers en een penibel pensioensysteem. Internet, GSM’s en de digitalisering
maken het leven een stuk gemakkelijker, maar deze technologie zorgt ook voor
een groot ‘big brother’ gehalte uit Animal Farm. We hebben een ongeëvenaarde
vrijheid in waar we gaan en staan, maar worden ook geconfronteerd met
meer migratie en vluchtelingen. Dit zijn totaal andere problemen dan waar de
Franse studenten en arbeiders voor streden in 1968 en het is in deze evolutie
dat sociale partijen ergens de voeling met hun middenveld hebben verloren.
Het terugkerend thema waar niemand omheen kan, is migratie.
Eerst was er vanaf de jaren zestig economische migratie waar de vraag kwam van
het westen zelf omdat men onvoldoende mijnwerkers vond. Vanaf de
jaren zeventig en tachtig draaide dit honderdtachtig graden en zag West-Europa
voornamelijk een instroom van economische migranten uit Turkije, Marokko en
Noord-Afrika die op zoek waren naar een beter leven. Met deze verschuiving
werden westerse grootsteden geconfronteerd met een totaal andere cultuur,
levensgewoonten en religie. De klassieke arbeiderswoningen in de stadsrand werd
steeds meer bevolkt door deze buitenlanders en de eerste tekenen van
gettovorming waren snel zichtbaar. Dit zorgde voor nieuwe sociale problemen en
een beeldvorming die erg moeilijk is om te nuanceren.
Er kan moeilijk een datum op worden geplakt, maar de
verloedering van links in België is wellicht begonnen op 24 november 1991 wat
politici later "zwarte zondag" betitelden. Dit was namelijk de eerste grote
verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok dat daarvoor altijd in de politieke
marginaliteit opereerde. Het VB had en heeft geen fatsoenlijk economisch of sociaal
programma, maar zet wel volop in op migratieproblematiek waardoor het partijen
zoals de SP/SP.A evenaarde en zelfs voorbij snelde. De tegenreactie van links
was misschien bewonderenswaardig, maar ook bijzonder naïef: het zag elke
buitenlander per definitie als een aanwinst. De intelligentsia uit de generatie
van 1968 waren geschokt dat de gewone arbeider niet inzag dat nieuw bloed voor
een nieuwe dynamiek in de maatschappij zorgt. Diezelfde gewone arbeider was
echter wel verontrust omdat migranten mee concurreerden voor de laagbetaalde
jobs, zag een stijging in de criminaliteit in hun voormalige volksbuurten, werd
geconfronteerd met mensen die een andere, onverstaanbare taal spraken en simpelweg
ook een aanwezigheid van racisme bij de autochtone bevolking die versterkt
werd. Deze broeierige ingrediënten leidden tot een vicieuze cirkel waar
partijen zoals het VB op drijven om te groeien. Vanaf de jaren negentig regen
de nationalistische partijen de overwinningen aan elkaar en het verzameld
Europees links beleid begreep niet waarom mensen zo reageerden. De Belgische
kunst van een compromis maken, biedt zelden een gedragen oplossing, maar op dit
vlak had de linkse Europese fractie veel kunnen leren.
Andere factoren zoals de opkomst van Al Qaeda aan het begin
van het nieuwe millennium en later ISIS vergrootte de tweespalt enkel. Het
intellectueel elitarisme dat socialistische besturen in Europa aan de dag legde
in verband met deze problematiek was en is een flagrante vergissing en is
gestoeld op idealen, maar niet op pragmatisme. Voor een goed functionerende
partij heb je beide nodig. Dit is een vereenvoudigde voorstelling van de
feiten, maar vat wel de tendens samen die sinds begin jaren negentig
waarneembaar is. Dit is waarschijnlijk ook de grootste reden waarom figuren
zoals Trump de Amerikaanse verkiezingen kunnen winnen en waarom
anti-establishmentpartijen zoals de Italiaanse Vijfsterrenbeweging de macht
uitmaken in een fragiele economie.
Deze volksmennerij dreigt de vicieuze cirkel van het
elitarisme enkel groter te maken omdat het bij veel politici op onbegrip stuit.
Trump hekelt de diefstal van intellectuele eigendommen door China en heft
enorme invoertaksen in op Chinese producten. Diezelfde Trump wil Amerikaanse
arbeiders helpen door steenkoolmijnen opnieuw te activeren in de Mid-West. Er is niks mis met het verdedigen van deze
economische belangen, maar het kadert niet in de economische realiteit van
vandaag. Deze maatregelen bieden misschien soelaas op korte termijn, maar
fnuiken elke vorm van economische vooruitgang op langere termijn. Iets wat
politici beseffen (maar niet altijd durven verkondigen), maar waar Jan met de
pet vanzelfsprekend geen boodschap aan heeft. En zo werpt dit olie op het vuur
tussen links, elitair denken en de sociale, menselijke achtergrond waar deze
partijen ooit voor stonden. Als iemand weet hoe deze vicieuze cirkel gebroken
kan worden, mag die dat onmiddellijk zeggen…
Hoe zou een postkaart uit mei 2068 eruitzien als we die naar
onszelf zouden versturen op dit moment? Hebben we een meer verdeeld Europa of
gaan we terug naar het motto van eendracht? Leven we nog altijd in een
christelijk Europa of gaat de samenleving juist meer seculier of
gefragmenteerder worden? Is nieuwswaarde nog altijd zo vluchtig als nu of wordt
het misschien nog erger? Spreken we dan over een geautomatiseerde wereld of
hebben we een halt toegeroepen aan al deze technologische voortgang? Eén zinnetje
over 2018 zal er alleszins wel op prijken: “We leefden in interessante, maar
ook roerige tijden”.