donderdag 25 augustus 2022

De woestijn roept bij de Jordan Trail

De woestijn lijkt niet meteen een wandelparadijs, maar toen ik zag dat de Belgisch-Nederlandse reisorganisatie Travelbase een vijfdaagse wandeltocht op poten zette in Jordanië twijfelde ik geen moment om die te boeken. Deze trekking is een sectie van de veel langere Jordan Trail en gaat van het pittoreske Dana naar het wereldberoemde Petra in een rotsachtig woestijnlandschap. Bovendien bracht ik deze week door onder de blote sterrenhemel bij de Bedoeïenen, een nomadenvolk. Als bonus opteerde lokale gids Ghassab voor de lokale geitenpaadjes door de Jordaanse bergen en dan weet je dat het hier om een behoorlijk avontuurlijke reis gaat.  

Praktische zaken, weetjes en transport
  • Deze trekking heb ik geboekt bij Travelbase en men heeft een aparte site waar je meer info vindt over de Jordan Trail en waar je deze trip uiteraard ook kan boeken.
  • Qua budget moet je rekenen op ruim duizend euro, inclusief vluchten en maaltijden. 
  • Van Schiphol is er een rechtstreekse vlucht naar Amman, de hoofdstad van Jordanië. Oorspronkelijk was het de bedoeling om dit te doen met Transavia, maar in deze tijden van Covid ging dat niet door en werd er met Jordanian Airlines een waardig alternatief gevonden (wel een gemiste kans om de luchtvaartmaatschappij Air Jordan te dopen). Dat maakte de reis toch wel wat duurder.
  • Overnachtingen gebeuren met de tent, maar gedurende heel mijn verblijf heb ik altijd met behulp van een matras (die daar beschikking wordt gesteld) onder een blote sterrenhemel geslapen. Als je dus enkele eurootjes wil besparen, kan je dat dus best doen op het gebied van het gehuurde materiaal dat je zelf kan meenemen (zoals bv. een tent).  
  • De eerste overnachting gebeurt in Dana in een - wel erg elementaire - guesthouse, terwijl de hotels in Wadi Musa en Amman wel over alle luxe beschikken. 
  • In Wadi Musa kan je na vijf dagen door de woestijn te hebben getrokken genieten van een lokale hammam om alle poriën open te zetten. 
  • Hoewel Jordanië een Islamitisch land is, kom je er als westerling niks te kort. Alcohol is in de toeristische steden zonder problemen te verkrijgen en zelfs op onze trekking konden we een biertje krijgen als we dit 's ochtends op tijd lieten weten. Goedkoop is het wel niet! 
  • Bij de luchthaven in Amman heb ik vijftig Dinar (ongeveer zeventig euro) 'uit de muur' gehaald via een ATM en daar ben ik een hele week mee toegekomen. In de steden kan je gemakkelijk met kaart betalen (zowel debet- als kredietkaart). 
  • Deze reis is in de eerste plaats een trekking door Jordanië, maar de helft van het plezier bestaat erin om 's avonds mee te eten met de Bedoeïenen en een weekje door te brengen/overnachten in de woestijn. De optie om mee te eten met de Bedoeïenen kost 150 euro, maar je moet al helemaal gek zijn om dit over te slaan aangezien dit integraal deel uitmaakt van de ervaring. 
  • Jordanië is een prachtig en relatief veilig land om zelf te verkennen. Je kan dus gemakkelijk voor of na de trekking zelf door Jordanië rijden om andere bezienswaardigheden te verkennen zoals de prachtige rotsformaties in Wadi Rum of om een beetje te dobberen in de Dode Zee. 
GPX-routes
Net zoals bij vorige trekkings heb ik bij de Jordan Trail mijn wandelingen geregistreerd met behulp van Wikiloc. Deze routes echter gebruiken om de Jordan Trail op eigen houtje te hiken, is gekkenwerk. Dag twee gaat bijvoorbeeld langs kleine geitenpaadjes door de bergen. Niet alleen is de nauwkeurigheid van het GPS-signaal dan matig, de kans om zonder gids verloren te lopen, is bijzonder groot en dat in een woestijn waar je nauwelijks water vindt. Bovendien volgen deze routes niet het officiële programma van de Jordan Trail en is dit een aangepaste, moeilijkere versie die bijvoorbeeld niet langs Little Petra gaat, terwijl de officiële route daar wel stopt. Deze routes zijn dus vooral bedoeld om je een impressie te geven van elke dag.
Zondag 27 maart
De vlucht naar Amman vertrekt in de late namiddag bij Schiphol en hier ontmoet ik al snel Dorien en Pieter. Dorien begon ruim twee jaar geleden met de wandelblog en -podcast Op Wandel en op die korte tijd heeft ze al een aardige schare wandelfanaten opgebouwd. De rest van het gezelschap daagt wat later op. De vlucht verloopt rimpelloos, maar dat kan niet gezegd worden van de altijd vervelende formaliteiten bij aankomst. Ik verwachtte namelijk iemand van Travelbase aan te treffen met een bordje, maar die schittert in aanwezigheid. Ik weet dus niet goed wat ik moet doen en tegen beter weten in, schuif ik dan maar aan bij de rij om Jordanië binnen te gaan. Plots ontvouwt er zich een lange rij achter mij en hoor ik een Nederlandse tongval Belgisch en Nederlandse namen omroepen. De incheckprocedure kan dus nu echt van start gaan, maar de organisatie laat toch wel te wensen over. 

De bus vertrekt naar Dana en naar verluidt is het landschap onderweg spectaculair. Niet dat we er veel van kunnen merken, want de nacht is al enkele uren geleden gevallen en enkel duisternis omhult het gezichtsveld. Om drie uur 's nachts arriveren we eindelijk in Dana en dat blijkt het perfecte ogenblik te zijn om nog eens snel iets te eten en een korte briefing te geven. Bij mij is het vechten om de ogen open te houden, maar al snel capituleer ik en zoek ik mijn bed op voor een welverdiende nachtrust. Het blijkt echter dat ik geen dekens heb en de hele nacht lig ik te bibberen en beven in bed met al m'n kleren aan. Gelukkig voor mij duurt de nacht niet lang... Uiteraard is het water bij de douche ook ijskoud en maak ik me op voor een lange dag na geen oog dicht te hebben gedaan. 

Maandag 28 maart

Afstand

16,64 km

Meters stijgend

52

Meters dalend

1010

Wandeltijd

4u18


Bij het ochtendgloren kijk ik uit op de prachtige omgeving die gedomineerd wordt door de bergen. De spectaculaire landschappen van Jordanië zijn dus zeker niet gelogen. Met een groep van bijna dertig personen wordt besloten om de groep in twee te kappen. De eerste groep vertrekt als... euh eerste, terwijl ik bij de tweede groep word ingedeeld. Nog even twintig minuten wachten en dan maak ik me op voor de eerste wandelkilometers op Jordaans grondgebied. 

Die kilometers starten meteen met een letterlijk hoogtepunt. De eerste dag bestaat exclusief uit dalingen waarin het bijna één kilometer naar beneden gaat in een spectaculaire kloof. In Dana bevind ik me nog helemaal bovenaan en dan zijn de vergezichten over de kloof en het aanpalende landschap ronduit spectaculair. Bij elke bocht stopt de groep om uitgebreid foto's te nemen en Travelbase-gids Kees wordt er zichtbaar nerveus van omdat zo het tijdsschema in het honderd dreigt te lopen. Dat de Jordan Trail door een rotswoestijn loopt, wordt meteen duidelijk want paden zijn bezaaid met rotsen, keien, stenen en alle andere zaken die onder de definitie van een steen kunnen vallen. Het maakt het wandelen er niet gemakkelijker op en in het begin heb ik toch wel wat moeilijkheden om me aan te passen. Pas de dagen erna leer ik dat dit de gemakkelijkste etappe van de Jordan Trail was en eigenlijk een opwarmertje is van wat er nog gaat komen. 

Dat deze sectie van de Jordan Trail het mooiste gedeelte wordt genoemd, is geen verrassing aangezien zich hier het Dana Biosphere Reserve bevindt. Dit natuurreservaat kent het meest gevarieerde (woestijnl)andschap in Jordanië ondanks de op het eerste gezicht monotone bruine tinten van deze omgeving. Een wat geduldiger oog ziet echter verschillende kleuren verschijnen die variëren van grijs tot rood en dat heeft te maken met verschillende geologische formaties zoals graniet, kalk- en zandsteen bij kliffen die door de wind gebeeldhouwd zijn in miljoenen jaren. En dat levert dus mooie plaatjes op. Ook de vegetatie is verrassend divers en ik ben zelfs stomverbaasd wanneer ik een kleine waterloop aantref en verschillende planten. 

Het meest verrassende moment is echter bij het midden van de wandeling wanneer een soort van mini-oase de stopplek vormt. Een grote boom biedt wat schaduw en deze knaap wordt omringd door planten en af en toe een verloren bloem. Toch een beetje bizar om een dergelijke groene plek aan te treffen op zo'n droge locatie. De tweede helft van de wandeling kent minder wauw-momenten omdat de daling naar de kloof grotendeels is afgerond. Nu zijn het andere dingen die opvallen zoals de Bedoeïenen die in tenten leven in deze woestenij. Deze nomaden leven nog steeds als een rondtrekkend volk in deze woestijn, maar krijgen meer kans op een beter leven door het toenemende toerisme waar zij fungeren als gids. 

Een voorbeeld van dit toenemend toerisme is de ecolodge van Feynan waar op comfort gerichte toeristen kunnen overnachten in de woestijn. Wij doen het iets meer Spartaans en trekken nog bijna twee kilometer verder naar het eerste tentenkamp van de dag waar het avondeten wacht. Een gezellige vuurkorf verenigt iedereen voor het eten en wat later gaat iedereen slapen. Ik besluit om met m'n slaapzak gewoon buiten te liggen onder de blote sterrenhemel en dit is één van die momenten die eigenlijk onbetaalbaar zijn. Door de opkomende wind en het woestijnzand word ik 's nachts regelmatig gezandstraald, maar buiten een paar ingeslokte zandkorrels kom ik verder ongehavend uit deze strijd. 

De eerste dag is meteen een mooie opener van de Jordan Trail en weet te imponeren met de imposante afdaling naar de kloof. Vooral bij het begin kijk ik met opengesperde mond naar de mooie panorama's. Ook het groene plaatsje ongeveer in het midden weet aangenaam te verrassen als rustplek. Samen met de Dingle Way is dit mijn favoriete openingsetappe van een trail. 
 
Dinsdag 29 maart

Afstand

11,79 km

Meters stijgend

966

Meters dalend

203

Wandeltijd

4u16


Wat mij betreft, is dit de zwaarste wandeling die ik ooit heb gedaan. De etappe zelf kan zich qua moeilijkheidsgraad moeiteloos meten met de zwaardere etappes bij de GR20, maar ik heb mezelf ook de duvel aangedaan door geen camelbag mee te nemen. Waarschijnlijk niet mijn meest lumineuze beslissing ooit aangezien de bestemming een woestijn is. Zelfs met een nog erg schappelijke temperatuur rond de 25 graden is het vochtverlies enorm. Klaarblijkelijk ben ik niet de enige, want ook de wandelgenoten baden in zweetparels. Dat de totale tijd onderweg bijna het dubbele is van de wandeltijd illustreert de zwaarte van deze wandeling misschien nog het best. 

Nochtans begint de dag erg gemoedelijk wanneer we het kamp verlaten en gids Ghassab ons loodst door de vlaktes van Feynan. Duizenden jaren geleden was dit een druk en gewild gebied door de aanwezigheid van kopermijnen die toen erg belangrijk waren. Daarnaast zijn er hier ook tombes te vinden waarin vroeger mensen begraven werden. Het is een onverwacht stukje cultuur op deze trail. De vlakte ziet er trouwens imponerend uit en is weer een ander landschap dan de kloof van de dag voordien. Waar het gisteren duizend meter naar beneden ging, gaat het nu duizend meter omhoog. De officiële Jordan Trail volgt een grindweg, maar Ghassab vindt dat nogal saai en stippelt zijn eigen route uit. Die brengt ons via met keien bezaaide geitenpaadjes naar de bergen waar hellingspercentages soms aanzienlijk kunnen zijn. 

Waarom dit geitenpaadjes worden genoemd, wordt al snel duidelijk wanneer we een kudde geiten aantreffen die de al zeldzame aanwezige vegetatie kaalvreten. Geitenhouders met een kudde van tientallen geiten trekken dus de bergen in om de viervoeters wat eten te geven. De herders kennen hier goed hun weg, want er loopt hier een doolhof aan paden. Daarom wil je dit traject absoluut met een gids doen, want als je hier verloren loopt, zit je echt wel in de penarie... Verloren lopen wil je dus niet doen en dat gebeurt uiteraard wel. Onze groep is namelijk vertrokken als eerste, maar bij de communicatie onderweg loopt het mis en de tweede groep volgt een ander pad. En dan moeten we wachten, wachten en nog eens wachten... Na bijna een uur zien we de tweede groep in de verte verschijnen en kan de dagtocht verder gezet worden. 

Voor mij wordt het een strijd met mezelf, want de moeilijk begaanbare paadjes in combinatie met de hitte en het weinige water maken van deze dag eerder een overlevingstocht dan een leuke bergwandeling. Het zweet druipt bijna letterlijk met liters van m'n voorhoofd en door de zoutvorming in m'n ogen kan ik amper de ogen openhouden. Een camelbag is toch echt wel een must op deze trekking. De vele rotsen maken het stappen ook een stuk moeilijker en met name de grote exemplaren durven je tredzekerheid wel eens testen. Bij één van die testen faal ik echter en val ik pardoes op m'n rug. Een zachte landing echter, want mijn rugzak breekt de val en buiten enkel een gekrenkte eer, is er geen schade te noteren. Het droge landklimaat van Jordanië laat zich hier graag zien, want het gevarieerde landschap van gisteren heeft plaatsgemaakt voor een rotsachtig gebergte met een monotone zandkleur als voornaamste gezel. 

Tussen kilometer vijf en zes bedraagt het hellingspercentage ruim twintig percent en dit stuk is zonder twijfel het meest uitdagende gedeelte van de dag. Soms vraagt het wat klauterwerk om boven te geraken en deze locatie is één van de vele stopplaatsen waar we even halte houden. Hier duurt de pauze wat langer want de middagpauze wordt hier genomen en bij een kleine grot schuil ik op een schaduwrijke plaats die me even weg houdt van een brandende zon. Het verstrekkende uitzicht is eveneens mooi, maar mist toch wel het imposante karakter van de panorama's bij Dana een dag eerder. De volgende kilometers bijten wat minder in de kuiten en het tempo gaat een tikkeltje sneller. Met de nadruk op een tikkeltje. Zelf loop ik - voor de eerste keer deze dag - voorop en volg ik James, één van de twee pakezels. Via een rotsflank gaat het in een zigzaggend patroon omhoog en wanneer ik hijgend op een pad arriveer, zie ik de rest van de groep onder leiding van Ghassab een grindpad volgen. Dit had misschien gemakkelijker gekund, denk ik dan bij mezelf... 

Naar het einde toe van deze korte dagwandeling (bijna twaalf kilometer) wordt die een beetje gevarieerder met een kleine kloof dat één van de spaarzame plaatsen is waar er nog wat schaduw te vinden valt. Helemaal op het einde is er nog een onverwachte groene vlakte die me naar een grindpad brengt waar enkele jeeps op ons wachten om ons te brengen naar het basiskamp van de tweede dag. Voor het zover is, wacht er nog een strook die steil omhoog gaat en wat avontuurlijker is om te stappen. Dat is niet naar de zin van Shaggy, de tweede pakezel, als die plots de steenezel begint uit te hangen. Het kost vier personen twintig minuten om Shaggy over een bepaalde rots te krijgen waar een gapende engte schrikbarend toekijkt, voor mens en vooral dier. Met vereende krachten geraakt ook Shaggy uiteindelijk boven en zit de dag erop.    

Ongetwijfeld de meest sportieve dag van de trekking en de combinatie van de oneffen, moeilijk begaanbare geitenpaadjes en loden zon is niet te onderschatten zoals ik zelf aan den lijve mocht ondervinden. Omdat deze route zo verlaten is, voelt het wel redelijk avontuurlijk aan maar onder waakzaam toezicht van de gidsen kan er eigenlijk weinig gebeuren. Dit had ik niet onmiddellijk verwacht op de Jordan Trail, maar dat maakt deze route misschien wel zo mooi. Dat komt overigens niet door de natuurpracht, want de zandkleurige bergen blinken niet uit in variëteit. 

Woensdag 30 maart

Afstand

18,16 km

Meters stijgend

844

Meters dalend

816

Wandeltijd

5u28


Na een best wel intensieve dag wacht er vandaag opnieuw een wandelklepper. Deze keer zijn het niet de hoogteverschillen en ondergrond die het moeilijk maken, maar eerder de lengte en de race tegen de klok die daar onlosmakelijk mee verbonden is. Dat is wel jammer, want dit is wellicht de mooiste etappe van mijn weekje in Jordanië en dan is het toch spijtig om niet of nauwelijks bij de mooiste plekjes te kunnen stoppen. 

De beurtrol wordt weer opgenomen bij het krieken van de dag en het is de andere groep die als eerste mag vertrekken. In de praktijk betekent dit dat wij ruim een uur later dan hen starten, want elke groep wordt met een jeep naar een ander vertrekpunt gebracht. Dat duurt dus een half uurtje om er te geraken en een half uurtje om terug te komen. Zelfs minder wiskundige adepten realiseren dat dit een uur in beslag neemt. Dat half uurtje op de laadbak van een jeep voelt trouwens aan als een halve martelgang want we zitten bij elkaar geprangd als sardienen in een blik en hoe mooi Jordanië ook is, de grindwegen zitten vol met gaten die enthousiast worden opgepikt door de jeep. Met stramme spieren stap ik uit het voertuig en gelukkig is er een rustige opwarmer om de spieren terug te masseren. 

De dag begint namelijk met een lange daling en gedurende vier kilometer gaat het ruim vierhonderd meter naar beneden. Wat hier opvalt, is dat sommige plekken onverwacht groen zijn. In de daling kijk ik immers uit op groene vlaktes en dat had ik hier toch niet verwacht. Later deze week leer ik dat nog niet zo lang geleden - hooguit enkele decennia terug - er hier nog aan landbouw werd gedaan, maar dat sindsdien de verwoestijning is verder gezet en deze stroken maken dus nog niet zo lang deel uit van de woestijn. 

Na nog geen uurtje wandelen, is het tijd voor een eerste rustpauze want een sublieme stopplaats verschijnt in het blikveld. Een rots vormt een prachtige boog en biedt eveneens een mooi panorama over de omgeving. Voor mij is het ook even angstzweet uitzweten wanneer ik plots besef wanneer m'n petje met de noorderzon is verdwenen. En in de woestijn wil je toch echt wel een hoofddeksel dragen wil je geen gefrituurd brein oplopen... Gelukkig krijg ik van gids Kees nog een hattah, zeg maar het plaatselijke hoofddeksel, om me te beschermen tegen de zon. 

Na het dalen, wacht er onvermijdelijk een stijging en die bedraagt deze keer een toch wel stevige driehonderd meter op twee kilometer. Gelukkig niet zo zwaar als gisteren, maar de vrolijke bekjes bij het begin van de wandeling maken nu plaats voor zwijgende monden. De hellingsgraad is niet voor de poes, maar de paden zijn goed te bewandelen en dat maakt het wat makkelijker. Op zes kilometer wacht er opnieuw een stopplaats, want de uitzichten hier zijn werkelijk adembenemend. In de verte ligt ergens Israël, maar ik zie enkel een indrukwekkend decor van rotsen en bergen in een woestijnlandschap. Onder leiding van Kees volgt er een meditatiesessie van een half uurtje en iedereen komt volledig tot rust op deze verlaten plaats. Het nadeel is echter dat door de late start en de twee uitgebreide pauzes de tijd wel een beetje begint te dringen voor de rest van de wandeling. 

We weten namelijk niet hoe lang deze etappe duurt en bij sommige van de wandelgenoten lijken de psychologische grenzen bereikt te zijn na de zware etappe van gisteren. Het vlakke stuk na de steile stijging is meer dan welgekomen, maar is soms wat eentonig waardoor het traject wat langer lijkt aan te voelen dan dat het in werkelijkheid is. Het voordeel is wel dat het tempo wel wat hoger ligt waardoor de tijdsdruk een beetje afneemt. Er wordt minder gepauzeerd en als dat al gebeurt, is dat voor spontane momenten zoals bij een plek waar we een aantal dromedarissen tegenkomen. Het is een kudde met een paar jongen en dan is voorzichtigheid toch wel geboden. 

Na negen kilometer gaat het via een lange grindweg opnieuw naar boven, maar wel meer gestaag dan vroeger op de dag. De indrukwekkende vergezichten blijven ons vergezellen, maar daar zie ik weinig van door het zweet en zout dat in mijn ogen druppelt door het warme weer. Inmiddels heb ik mijn hattah al uitgedaan omdat ik dat onding niet goed kan opzetten en dan betaal ik dat cash met een overdaad aan zweetdruppels. Het wat hogere tempo zal daar ook wel mede debet aan zijn, want naar het einde van de wandeling hebben we de eerste groep bijgebeend. Een groep die nota bene één uur vroeger is vertrokken... 

Het beste is echter voor het laatste gehouden want bij de laatste drie kilometer word ik getrakteerd op - wat mij betreft - het mooiste stuk van de Jordan Trail. Fraaie rotsterrassen zijn getooid in witte kleuren en diverse grijstinten en staan in schril contrast met de zanderige kleur die de rest van deze trail domineert. Op deze terrassen groeien er ook struiken en ander groen waardoor dit stuk van de trail ook wat gevarieerder is. Deze granieten rotsen hebben ook een beduidend ander karakter dan de rotsen van zand- en kalksteen die ik anders op mijn pad tegenkom en dat zorgt soms voor rotsen die door het leven kunnen gaan als beeldhouwwerken. Het nadeel is dat om zeven uur 's avonds de zon ondergaat en de klok is al zes uur gepasseerd. Veel tijd om te genieten, is er hier niet en dat is misschien wel het meest jammere moment van de gehele trail.  
  
Wat mij betreft, is dit de mooiste wandeldag van de Jordan Trail die bestaat uit leuke locaties, prachtige vergezichten en een gevarieerd landschap op het einde van de etappe. Door de lengte en de late start is dit opnieuw een vrij intensieve dag geworden, maar wel eentje met tal van lonende momenten. Time management is wel een verbeteringspuntje, want het mooie einde verdient simpelweg meer tijd om bij stil te staan.  

Donderdag 31 maart

Afstand

12,73 km

Meters stijgend

348

Meters dalend

627

Wandeltijd

3u56


De boog kan niet altijd gespannen staan en deze dag is opvallend gemakkelijk vergeleken met de twee vorige dagen. Ze is met een lengte van minder dan dertien kilometer ook vrij kort en dat houdt in dat er veel gerust wordt tijdens deze dag. Geen stress en zware inspanningen dus op deze dag en dat mag ook wel eens.

Net zoals gisteren begint de dag gemoedelijk met een gemakkelijke afdaling en kijken we uit op een groene vallei. Hoewel dit gedeelte van de rotswoestijn er nog altijd vrij bruin uitziet, zijn er overal irrigatiekanalen gegraven en grote, rubberen waterslangen zorgen voor de toevoer van de waterstofdioxiden. Het resultaat is weliswaar geen eclatant succes, want erg groen ziet deze omgeving er nog niet uit. Hier bevinden we ons ook niet ver van de bewoonde wereld, want wat later kruisen we voor de eerste - en eveneens laatste - keer een autoweg. We zien hier ook enkele faciliteiten die dienen ter ondersteuning van de landbouwactiviteiten hier. Toch blijft het hier erg verlaten en nooit heb ik de indruk dat ik me vlakbij een dorp of stad bevind. Daarvoor is de natuur ook iets te prominent aanwezig, getuige een fantastische kloof na 2,5 kilometer. 

Deze kloof is ongetwijfeld het hoogtepunt van de dag en tref ik dus al na een half uur wandelen aan. De kloof is niet erg groot, maar valt integendeel op door de nauwe doorgang met rotswanden die wellicht zo'n honderd meter hoog reiken. Deze schaduwrijke plek is een goede voedingsbodem voor een - naar woestijnnormen - grote boom en ettelijke struiken. Wat me het meest is bijgebleven, is hoe koel het in deze kloof is. In vergelijking met de hitte in de open zon spreken we toch gemakkelijk over een temperatuurverschil van meer dan vijf graden. Wanneer ik na twintig minuten terug uit de kloof kom, is het toch wel even wennen om terug in de blakende zon te lopen. 

De volgende kilometers volgen opnieuw het dorre woestijnlandschap en behoren tot de minst interessante van de gehele Jordan Trail. Niet dat het decor oerlelijk is, maar een woestijnlandschap van zandstenen rotsformaties wordt wel wat monotoon na enkele dagen. Dit stuk van de wandeling is echter relatief vlak en dus gaat het tempo de hoogte in. Misschien wel iets te snel, want lokale gids Ghassab heeft schrik dat we het basiskamp voor vanavond veel te snel zullen bereiken. Een eenzame boom in het landschap is dan een ideale plaats om te pauzeren. Waar dat de vorige dagen tien of vijftien minuten is, is het deze keer ruim een uur. Een goede gelegenheid om het middagmaal te verorberen waarbij ik telkens een appel neem. Het klokhuis ga steevast naar één van de twee ezeltjes, maar die zijn dit inmiddels ook al beu gegeten wanneer ik hen een klokhuis voorschotel. 

Via enkele rotsterrassen van graniet stijgt het traject erg gestaag en dit zorgt voor een beetje afwisseling op een vrij monotone wandeldag. Door de stijging krijg ik opnieuw mooie vergezichten gepresenteerd over de omgeving en dit is alweer een goede gelegenheid om te pauzeren. Net zoals gisteren wordt er een moment ingelast om kort te mediteren. Voor mij houdt dat in dat ik met mijn rug op de grond lig, mijn ogen dicht doe en niet veel later verkeer ik in dromenland. Waar ik 's nachts amper de slaap kan vatten, gebeurt dat hier wonderwel zonder enige problemen. De twintig minuten meditatie heb ik dus op eigen initiatief omgezet in twintig minuten platte rust, maar dat heeft me ook deugd gedaan.    

Het venijn zit 'm echter in de staart, want de laatste afdaling van de dag gaat stijl naar beneden. Sowieso is de hellingsgraad al een factor waarmee je rekening moet houden, maar de bodem bestaat eveneens uit talloze kiezelsteentjes en dan is een uitschuiver snel gemaakt. Het is dus een kwestie om het beste pad te zoeken en al zigzaggend naar beneden te gaan op een rustig tempo. Iedereen geraakt zonder kleerscheuren naar beneden en iedereen staart met open mond naar de kampplaats van vandaag. Het kamp bevindt zich namelijk tussen twee spectaculaire rotsplateaus en voor iedereen is het een plezier om 's avonds deze plateaus opnieuw te verkennen. De wandeling van vandaag is misschien niet spectaculair, maar de kampplaats is dat des te meer. 

Deze dag komt als geroepen omdat ze wat minder zwaar en stresserend is dan de vorige twee dagen. De keerzijde van de medaille is dat ze wel erg kort is en de pauzes zijn dus vandaag aan de wel erg lange kant. De kloof bij het begin van de dag is ongetwijfeld het hoogtepunt, maar ook de kampplaats op het einde is een fantastische plek om te overnachten. Daartussen is het wat meer gewoontjes omdat het Jordaanse woestijnlandschap stilaan een bekend fenomeen wordt. 

Vrijdag 1 april

Afstand

11,28 km

Meters stijgend

498

Meters dalend

393

Wandeltijd

4u01


De laatste dag staat in het teken van een eerste bezoek aan Petra. Eerste? Ja, want op deze dag volg ik de achterpoortroute naar de Monastery, één van de absolute hoogtepunten van Petra, maar wel gebouwd op een grote hoogte die gemakkelijker bereikbaar is langs de achterpoort. Om niet helemaal gek te worden van de drukte vervolgt de route opnieuw het desolate niemandsland rondom Petra en laten we de stenen stad links liggen. Die schade kan alsnog goed gemaakt worden de dag erna. 

De achterpoort wordt trouwens goed bewaakt en je hebt een Jordan Pass nodig om er binnen te geraken. Aangezien ik deze wandelreis boekte met Travelbase moet ik me echter weinig zorgen maken om de administratieve rompslomp. Wanneer je besluit om deze route op eigen houtje te doen, kan je wel beter op voorhand over een eigen Jordan Pass beschikken, want anders kom je er niet in. Je kan het ook enkel bij het bezoekerscentrum zelf kopen en dus niet op deze startlocatie. Deze route is eigenlijk een oude karavaanroute die eeuwenlang werd gebruikt door handelaars om naar Petra af te zakken. Hoewel de beklimming langs deze route een stuk gemakkelijker is dan langs de hoofdingang, blijft het traject geaccidenteerd en gaat het soms abrupt naar boven en beneden. 

De route zelf beschikt niet meteen over echte troeven aangezien het een oude karavaanroute is en zijn bestaansreden enkel ontleent aan het feit dat het de kortste weg naar Petra is vanaf deze richting. Toch zijn de omgevingen - en ik dreig als een kapotte langspeelplaat te klinken - opnieuw prachtig om te bekijken. Aangezien ik me op ruim duizend meter hoogte bevind, zijn de vergezichten over de bergen andermaal de moeite en is er zelfs een kloof helemaal beneden. De echte blikvanger is de akoestiek die kan uitpakken met een indrukwekkende echo die kilometers ver nagalmt. Daar maken we als groep dankbaar gebruik van om de meest ridicule namen af te vuren in de verte. Soms mag het ook eens wat ludieker zijn. 

Op ongeveer het midden van het traject bevindt zich het Monastery en dat is onze voornaamste bezienswaardigheid van vandaag. In de verte zie ik dit uit rotsen gehouwen gebouw al staan, maar ben ik niet meteen onder de indruk. Dat heeft wellicht met de architectuur te maken, want verwend nest als ik ben, kan ik de vrij eenvoudige architectuur maar matig waarderen. Het is niet zo dat dit gebouw teleurstellend is, maar het rechtlijnige ontwerp strookt niet onmiddellijk met mijn verwachtingspatroon. Dat neemt echter niet weg dat ik de Monastery veelvuldig fotografeer. Een snelle geschiedenisles van gids Ghassab leert dat de vroegere bewoners van Petra betere technici dan architecten waren en dus bewust de gebouwen relatief eenvoudig maakten qua ontwerp. 

Na een rustpauze bij een drankstandje gidst Ghassab ons uit Petra langs enkele grotten die tot enkele decennia geleden nog werden bewoond door Bedoeïenen. Meer nog, Ghassab is zelfs hier geboren, maar sinds de jaren zeven en tachtig heeft de Jordaanse regering de Bedoeïenen verjaagd om het toerisme in Petra te stimuleren. Dat is dan goed gelukt want met meer dan één miljoen bezoekers per jaar is Petra één van de meest bezochte plaatsen in het Midden-Oosten. De tocht uit Petra verloopt in eerste instantie nog onverwacht mooi wanneer ik door een kleine kloof loop die eveneens veel groen kent. Door de smalle doorgang is er veel schaduw waar moeder natuur optimaal van profiteert. 

De laatste kilometers zijn ook onopmerkelijk stijl, want het gaat gestaag maar zeker omhoog, maar niemand van het wandelgezelschap lijkt dit te realiseren. Wat wel iedereen beseft, is dat het landschap langzaam van rotsachtig naar vlakte transformeert en dat levert niet veel wandelvreugde op. De open vlaktes zijn euh... open en ontberen dus elk element van natuur en kunnen daarom niet anders dan als saai worden bestempeld. Wanneer in de verte de bus te zien is, is dat geen moment te vroeg. De Jordan Trail zit erop en de korte rit naar Wadi Musa brengt ons vlakbij Petra voor een bezoek aan één van de nieuwe wereldwonderen. 

Dit is een wat saaiere dag in mijn weekje Jordanië omdat dit pad bij de eerste helft een voormalige karavaanroute volgt en de tweede helft bestaat dan weer uit een pad dat ons naar een parking leidt. Toch zijn er mooie momenten te noteren zoals de Monastery en de grotten die nog niet zo heel lang geleden werden bewoond door Bedoeïenen. Als cultuurtrip interessanter dan als wandeltrip, maar met een locatie als Petra is dat zeker geen straf.

Zaterdag 2 april
Nu de trekking erop zit, kan ik me onderdompelen in een cultureel bad. Petra is namelijk in 2000 verkozen tot één van de zeven nieuwe wereldwonderen waarvan ik er al drie eerder heb bezocht: het Colosseum, de Chinese Muur en Chichen Itza. De in rots uitgehouwen stad Petra neemt gemakkelijk de maat van de vorige drie, want dit is wel heel bijzonder. Veel gebouwen verkeren namelijk in een goede staat door het droge woestijnkarakter van deze regio en bovendien is de site immens groot. Veel toeristen hebben twee dagen nodig om Petra te verkennen en ik begrijp meteen waarom. 

Het bezoekerscentrum is de startplaats voor deze verkenning en dan is het nog wel even stappen naar de echte ingang van Petra. Dat is de Treasury en de tocht ernaartoe is voor iedere persoon ongetwijfeld een gedenkwaardig moment. De Al Siq-kloof is namelijk een voorproefje voor wat er gaat komen en het is één van die memorabele momenten wanneer je de Treasury ziet piepen wanneer je het einde van de kloof nadert. De Treasury is samen met de Monastery het grootste en best bewaarde gebouw van Petra en verdient een lange pauze om het in alle rust te bekijken. Ook hier geldt dat de architectuur vrij eenvoudig is, maar het is wel een fantastisch zicht om te zien hoe zo'n gebouw uit enorme rotsen is gehouwen. 

Met een gids gaan we na twintig minuten verder in Petra en voor zo'n grote site is het eigenlijk heel rustig. Dat de Ramadan al is begonnen, zal hier allicht mee te maken hebben. Vastenperiode of niet, er moet ook geld verdiend worden door de lokale bewoners en al snel zie ik hier de eerste kraampjes opduiken die talloze souvenirs verkopen. Petra is een stad dat verschillende tijdperken heeft gekend en dat zie ik met mijn eigen ogen wanneer ik wat verder de stad in stap. Zo is er bijvoorbeeld een groot amfitheater dat verwijst naar de Romeinse overheersing, maar zie ik wat later ook de ruïnes van een Griekse tempel dat dan weer een relikwie is uit de Griekse overheersing ten tijden van Alexander de Grote. En zo kent Petra echt een heleboel gebouwen in goede staat die allemaal dateren uit verschillende periodes. 

Hoe mooi deze gebouwen ook van buiten zijn, in zo'n gebouw stappen is een totaal andere ervaring. Dan valt het me namelijk op hoe kil zo'n ruimte is en ook de akoestiek is bijzonder te noemen. Het meest opvallende feit is misschien wel het zwartgeblakerde plafond van deze gebouwen. Vroeger werd er namelijk regelmatig een vuurtje gemaakt binnenin om te koken en schoorstenen waren toen nog niet onderdeel van het architectuurplaatje. De rook trok zo dus naar boven en dat verklaart de zwarte kleur van veel plafonds. Om Petra van water te voorzien zijn er overal kleinere en grotere kanalen vervaardigd en ook in het midden van Petra bevindt er zich een groot kanaal dat zorgde voor de watertoevoer. Hoe verder we Petra intrekken, hoe kleiner de toeristenmassa wordt. 

De rotsen worden hier ook verlaten en er wordt plaats gemaakt voor gebouwen die volledig op zichzelf staan. Het meest imposante exemplaar is een Griekse tempel, maar veel blijft er niet van over. Maar zelfs de ruïne geeft al een vrij goede indruk hoe zo'n tempel er destijds heeft moeten uitzien. Ook een kerk met prachtige mozaïeken is een lust voor het oog. De groep is inmiddels uitgedund en dat is voor mij het teken om er even op uit te trekken op eigen houtje. Mijn aandacht gaat voornamelijk naar de grotten die naar verluidt vroeger werden gebruikt om de doden te bewaren. Volgens historici zou Petra vroeger namelijk één gigantische dodenstad zijn geweest, al zijn niet lang alle historici daar het roerend over eens. 

Om deze kleine en grote(re) grotten te zien, moet ik een beetje klimmen, maar dat levert ook fraaie plaatjes op van de omgeving aangezien ik een weids uitzicht heb over Petra. De grotten zelf zijn donker en kil, maar misschien wel het beste aan deze plek is dat je een mooi uitzicht hebt op de Treasury omdat je je vlak boven de Al Saq-kloof bevindt. Helaas besefte ik dat niet toen ik er was en heb ik niet van dit uitzicht kunnen genieten. Jammer, maar de rest van Petra is ook heel erg mooi. In tegenstelling tot bij de andere nieuwe wereldwonderen is er niet één gebouw dat opvalt, maar is het eigenlijk de gehele stad die zo wonderbaarlijk is. 

Hoewel de Jordan Trail een wandeltocht is, is het bezoek aan Petra een mooie, culturele afsluiter van deze week in Jordanië. In Petra is er echt veel te zien en te doen en ben ik best wel onder de indruk van de stad en hoe goed bewaard sommige gebouwen zijn. De stad doet je ook in andere werelden of tijden wanen en dan is het niet vreemd dat de allereerste Star Wars hier is opgenomen. Dat geldt eigenlijk ook voor de Jordan Trail, want het kan nauwelijks vergeleken worden met de klassieke trekkings in Europa en dat maakt het juist zo speciaal. 

Besluit
Hoewel de Jordan Trail zeker en vast kan verrassen met imposante decors, is dit niet de beste trail om natuurpracht te zien. Bij de eerste dag is de afdaling naar een gigantische kloof indrukwekkend, maar al snel treedt gewenning op bij het zien van de vele rotsformaties in zand- en kalsteen en graniet. Het is echter het totaalplaatje dat deze reis een gewone trekking doet overstijgen. Ik sliep namelijk iedere nacht onder een blote sterrenhemel en het avondeten bij de Bedoeïenen was steeds een belevenis op zich. Tel daarbij het magische Petra dat naar mijn bescheiden mening één van de mooiste sites op deze aardbol is en je hebt een trail die voor enthousiaste hikers moeilijk te versmaden is.