dinsdag 11 juli 2023

De Salkantay Trek in Peru

De verloren stad Machu Picchu spreekt tot de verbeelding en het is geen verrassing dat deze beroemde citadel verkozen is tot één van de zeven nieuwe wereldwonderen. Om dit te bezoeken, hebben veel toeristen wel wat moeite voor over en daarom is de klassieke Inca Trail een erg populaire manier om Machu Picchu te verkennen. Want wat is er een betere manier om bij het krieken van de dag de zon te zien opkomen bij de Zonnepoort en deze stad te verkennen voor de grote horde toeristen eraan komt? Helaas is het maximaal aantal wandelaars per dag gelimiteerd tot vijfhonderd bij de Inca Trail en daarom groeit de Salkantay Trek in populariteit. 

Deze langeafstandswandeling zoekt net zoals de Inca Trail de buurt van Machu Picchu op, maar het verschil is dat je bij deze trail niet rechtstreeks naar Machu Picchu zelf gaat. De Salkantay Trek mikt bovendien meer op natuurschoon en heeft een minder cultureel karakter dan de Inca Trail. Met het meer van Humantay, de pas op de Salkantay en verscheidene berglandschappen heeft de Salkantay Trek voor iedere natuurliefhebber iets in petto. Aangezien deze trekking niet gelimiteerd is op het gebied van aantal deelnemers zie je hier ook honderden wandelaars, al is het toch net een beetje minder dan bij de Inca Trail. Je hebt overigens best een goede fysieke conditie als je je geluk wil beproeven bij de Salkantay Trek, want met een hoogte tot ruim 4600 meter, een rotsachtig berglandschap bij de Salkantay Pas en een stevig aantal hoogtemeters is dit geen trekking voor beginners.   

Even voorstellen
De Salkantay Trek bestaat typisch uit vijf dagen waarbij de vijfde dag Machu Picchu wordt bezocht. Voor mensen met minder tijd bestaat er ook een variant van vier dagen waarbij één van de vier overige dagen wordt overgeslagen. In mijn geval was dat de derde dag wat volgens de gids de minst aantrekkelijke route van de trail is. Hoewel de Salkantay Trek min of meer vastligt, kent het geen vaste route zoals bij andere beroemde trails. Het is met andere woorden niet vastgelegd en elke tourorganisatie kan de dagen naar eigen goeddunken invullen. Toch zal in de grote meerderheid van de gevallen elke dag bij ongeveer dezelfde plek beginnen en eindigen. 

Dag

Eigenschappen

Omschrijving

1

Van Sayllapata naar Soraypampa (eerste deel)

Afstand (eerste deel): 5,5 km

Meters stijgend (eerste deel): 251 m

Meters dalend (eerste deel): 86 m


Naar het meer van Humantay en terug (tweede deel)

Afstand (tweede deel): 7,14 km

Meters stijgend (tweede deel): 497 m

Meters dalend (tweede deel): 497 m

Deze dag bestaat uit twee delen en begint met een gemoedelijke wandeling tot het eerste basecamp in Soraypampa. In het verrassend groene landschap klimt men gestaag naar een oud Inca-kanaal dat nog steeds wordt gebruikt. Op 3900 meter hoogte ligt het eerste basecamp


Het tweede deel vangt aan in de namiddag en gaat naar het prachtige meer van Humantay. De beklimming naar het meer is vrij stevig, maar zeker de moeite waard. Daarna gaat het terug naar het basecamp.

2

Van Soraypampa naar Collpapampa

Afstand: 22,94 km

Meters stijgend: 931 m

Meters dalend: 1912 m

Dit is de moeilijkste dag van de Salkantay Trek en vanuit het basecamp gaat het naar de Salkantay Pas op ruim 4600 meter hoogte. Deze stijging is zwaar door de hoogte, maar ook door hellingsgraden tot dertig procent. Gelukkig is dit slechts sporadisch. Daarna gaat het maar liefst tweeduizend meter naar beneden waar vooral de eerste helft van de daling moeilijk kan zijn met stenen en keien die overal liggen. Een valpartij is hier snel gemaakt en vereist dus tredzekerheid. De tweede helft van de daling verloopt over bredere paden en is daarom (een stuk) gemakkelijker

3

Van Collpapampa naar Lucmabamba

Afstand: 16 km

Deze dag heb ik dus overgeslagen en de exacte details ken ik dus niet. Je volgt hier een wilde bergrivier en het gaat grotendeels naar beneden. Het wandelen zelf duurt zo'n vier à vijf uur en daarom is er ook tijd om te ontspannen in warmwaterbronnen in de buurt en je krijgt ook een rondleiding bij een lokale koffieplantage.

4

Van Lucmabamba naar Aguas Calientes

Afstand: 22,92 km

Meters stijgend: 1201 m

Meters dalend: 1161 m

Eveneens een dag waar er heel wat wordt geklommen en gedaald, maar deze keer op een hoogte van minder dan drieduizend meter en daarom minder vermoeiend. Het landschap bestaat hier uit regenwoud en typeert de 800 meter lange klim naar boven. Hier net onder bevindt zich de ruïne van Llactapata wat de enige Incaruïne is van de Salkantay Trek. De daling is wederom lang, maar minder moeilijk dan bij de tweede dag. Het tweede luik van deze wandeling bestaat uit een eerder monotone wandeling naar Aguas Calientes over een erg licht geaccidenteerd parcours dat naast de spoorweg loopt.

5

Machu Picchu

Via de bus in Aguas Calientes gaat het dus naar Machu Picchu waar je best zo vroeg mogelijk arriveert wil je de grootste horde toeristen voorblijven. De gids geeft hier een rondleiding en je ben zeker twee uur zoet om de citadel te verkennen. Sinds de pandemie werkt men wel met circuits waarop je moet blijven waarvan circuit 1 met afstand de beste is.


Zoals gezegd, bestaat de Salkantay Trek in een vierdaagse en vijfdaagse variant waarbij het enige verschil is dat er bij de vierdaagse variant één dag of twee delen van twee dagen (wellicht dag drie en vier) worden overgeslagen. In mijn geval werd dag drie overgeslagen, maar het kan ook zijn dat een stuk van dag drie en dag vier worden overgeslagen. Ik heb het landschap gezien dat ik gemist heb op dag drie en ik denk dat ik met de gids eens ben als hij zegt dat dit de minst interessante dag is van het gehele lot. Dit maakt de vierdaagse Salkantay Trek wel wat zwaarder omdat er geen moment tot rusten is zoals bij dag drie waar je kan ontspannen in warmwaterbaden. Persoonlijk ervoer ik dit niet als een minpunt want ik draag liever een trekkingsbroek dan een zwembroek :-) 

Sommige tourorganisaties bieden ook een zesdaagse variant aan, maar die is enkel weggelegd voor de echte die-hards. Hier gaat het bij dag twee tot maar liefst 5200 meter hoog (!!), dus dat betekent een stijging van maar liefst 1300 meter terwijl je al op bijna vierduizend meter hoogte start. Dit is fysiek enorm zwaar en vergt een uitstekende conditie gecombineerd met het feit dat je geen hoogteziekte mag oplopen. Het grote voordeel is wel dat daarom erg weinig personen deze variant doen en daarom kan je bij de route van de originele Inca Trail aansluiten om zo op de zesde dag Machu Picchu te bezoeken. Is het dit waard om dat te doen? Nou, ik hou wel van een beetje uitdaging, maar de tweede dag is echt wel heel extreem. Gelukkig zijn de andere dagen vergelijkbaar met de Inca Trail en dus zeker doenbaar.  

Tourorganisaties
Je kan de Salkantay Trek alleen wandelen, maar dit wordt zelden gedaan. De meeste wandelaars opteren voor een organisatie die hen gedurende de trail begeleidt. Dat is wel zo makkelijk, want campings vind je zeker bij de eerste twee dagen van de Salkantay Trek niet in overvloed en zomaar ergens kamperen, is niet evident en volgens mij ook niet toegelaten. Maak wel een onderscheid tussen organisaties die de Salkantay Trek verkopen en/of organiseren. Zo kan je bijvoorbeeld met de Belgische reisorganisatie Joker de Salkantay Trek wandelen aangezien het deel uitmaakt van een pakketreis naar Peru. Het nadeel bij dit soort formules is echter dat wandelaars worden samengepropt tot één grote groep tot soms zelfs dertig personen wat echt wel heel veel is. 

Organisaties die de trail zelf inrichten hebben één gigantisch groot voordeel: ze beschikking over hun eigen basecamp of camping waardoor je niet in een tent moet slapen, maar je beschikt dan over een eigen (koepel)hut. Dit is weliswaar zonder elektriciteit en verwarming, maar is nog altijd een stuk gemakkelijker en comfortabeler dan een tent. Daarom raad ik dus sterk aan om voorzichtig te zijn met het kiezen van de tourorganisatie wanneer je deze trekking wil doen. Er zijn veel organisaties waardoor het moeilijk kiezen is. Ik heb eerst mijn licht opgestoken bij Trexperience maar daar werd de vierdaagse Salkantay Trek niet georganiseerd op mijn voorkeurdatum. Ik had meer geluk bij Extreme Tourbulencia waar de vierdaagse trekking wel werd georganiseerd op die bewuste datum. Beide organisaties zijn erg gereputeerd en zijn ten zeerste aanbevolen. 

Voor de vier- of vijfdaagse Salkantay Trek moet je rekenen op een bedrag van ongeveer 550 dollar wat zeker niet weinig is, maar je krijgt er ook een heleboel voor terug:

  • Vervoer van Cuzco naar de startplek (onderweg wordt er gestopt voor ontbijt, maar dit is niet inbegrepen)
  • De vergunning voor de Salkantay Trek
  • Alle overnachtingen in de basecamps
  • Ontbijt, middagmaal en avondmaal op elke dag (behalve dus ontbijt op dag één en op de laatste dag bij Machu Picchu)
  • Een overnachting in een hotel in Aguas Calientes
  • De toeristenbus naar Machu Picchu (de terugweg zit niet inbegrepen in de prijs, hier moet je dus één uur naar beneden lopen om terug tot in Aguas Calientes te komen of wel koop je een extra ticket voor twaalf dollar)
  • De inkom voor Machu Picchu 
  • De trein naar Ollantaytambo waar je wordt opgepikt om via een taxi of busje terug naar Cuzco te rijden
Zelfs als je er niet voor kiest om te werken met een organisatie, ben je gauw enkele honderden dollars kwijt voor transport, overnachtingen en de inkom voor Machu Picchu. Dus 550 dollar voor dit gehele pakket vind ik waar voor het geld, hoewel het zeker een smak geld blijft voor een paar dagen wandelen. 

Praktische zaken en weetjes
  • Neem zeker en vast een goede slaapzak mee, want bij de eerste basecamp op 3900 meter hoogte (Soraypampa) wordt het erg koud wanneer de zon onder is en gaat het kwik snel tot tien graden en meer onder nul. Als je geen slaapzak hebt, kan je er altijd één huren. Bij deze temperaturen is een extra liner ook misschien handig. 
  • Net zoals een slaapzak zijn wandelstokken eigenlijk onontbeerlijk. Vooral bij de afdaling op dag twee zijn ze een niet te missen hulpmiddel om te laveren tussen de talloze stenen, keien en rotsen die hier liggen.
  • Je start in Cuzco en het is handig om bij een supermarkt een voorraad powerbars of ander krachtvoer in te slaan als proviand. Met name de stijging naar de Salkantay Pas vergt energie die je kan aanvullen met snoeprepen of iets anders. 
  • Zie ook dat je stevig schoeisel meehebt, want de stenen en keien zijn niet mals voor je voeten. Een wandelgenoot had minder geluk en haar schoenen waren op het einde van dag één al rijp voor de vuilbak en dan moet het echte werk nog beginnen. Zeker de afdaling bij dag twee is een slagveld voor schoenen én voeten.
  • Daarom is het ook een goed idee om blarenpleisters mee te nemen. Ik droeg lage wandelschoenen en de vele stenen en keien hakten soms gretig in op mijn schoenen en dan was ik blij dat ik een blarenpleister mee had. 
  • Mocht de tocht naar de Salkantay Pas echt niet lukken, zijn er nog een heleboel paarden die hier rondlopen om rugzakken én toeristen naar boven (en beneden) te brengen. Zie het echter als een noodmiddel, want urenlang op de rug van een paard zitten, is ook geen pretje. 
  • De Salkantay Trek gaat dus tot op een hoogte van ruim 4600 meter en daarom is het aangeraden om zeker twee of drie dagen eerder in Cuzco te arriveren zodat je kan acclimatiseren aan de hoogte. Wanneer je dit niet doet - zoals mijn twee Braziliaanse wandelgenoten - zal je meer dan waarschijnlijk last hebben van hoogteziekte. 
  • Diamox kan helpen tegen hoogteziekte, maar is enkel op voorschrift verkrijgbaar. Bovendien is het eigenlijk bedoeld tegen epilepsie en zijn er nevenwerkingen als je dit inneemt. Een gevalletje "enkel in noodgevallen" dus. 
  • Cocabladeren kauwen en cocathee drinken helpt ook tegen hoogteziekte, maar bekijk het als een doekje tegen het bloeden. 
  • Bij de basecamps is er wel een bed voorzien, maar geen kussen en dat kostte toch een groot deel van mijn nachtrust. Een opblaasbaar kussen is dus zeker handig bij de overnachtingen. 
  • Ik heb de trekking in juni gedaan wanneer het daar winter is, maar dit is de beste periode om deze trekking te doen aangezien in de zomer (in de periode van januari) het regenseizoen actief is. Het voordeel is wel dat er amper toeristen zijn, maar door de mist en regen zal je ook een groot deel van het landschap missen. 
GPX-routes
De GPX-routes heb ik opgenomen met Wikiloc en zijn een registratie van de wandelingen zoals ik ze gedaan heb. Deze wandelingen heb ik dus gedaan samen met de gidsen van Extreme Tourbulencia en de routes beginnen en eindigen dus ook bij de campsites waar Extreme Tourbulencia een onderkomen heeft. Bij andere tourorganisaties is dit lichtelijk anders, maar meestal liggen deze campsites bij elkaar in de buurt. Hoewel de GPX-routes ook gebruikt kunnen worden om de Salkantay Trek individueel te wandelen, zijn er geen campings aangeduid. Bij de laatste dag zijn er wel campings waar je kan kamperen, maar bij de overige dagen zijn er enkele overdekte koepeltenten beschikbaar die je - in het hoogseizoen - op voorhand moet reserveren. Aangezien ik dag drie heb overgeslagen, vind je die met andere woorden ook niet terug in dit overzicht
Dinsdag 20 juni
Deel 1 - Van Sayllapata naar Soraypampa
In juni was ik in Peru om de vierdaagse Salkantay Trek te lopen. Deze trektocht is een leuk alternatief voor de Inca Trail die erg populair is in de zomermaanden. Wat de Salkantay echter aan cultureel erfgoed mist, compenseert het met natuurlijke bezienswaardigheden die ik deels op deze route te zien krijg.

Met gidsen Jaime en Dario en nog een Braziliaans stel vorm ik een heel klein groepje, maar dat is genoeg gezelschap voor mij. Ik sta op een ongoddelijk uur op en word naar Sayllapata gebracht waar ik rond negen uur aankom. Hier wandelen we ruim twee uur om tot bij het eerste basiskamp bij Soraypampa te geraken. Ik begin op ruim 3600 meter hoogte en hoewel de helling naar boven niet erg steil is, is het toch een goede oefening om op deze hoogte te klimmen. Het begint wat gewoontjes, maar later word ik begroet met een prachtig - letterlijk - groen pad dat me meteen aan Ierland doet denken, maar dan met meer kleurrijke bloemen en planten. De Salkantay is een populair alternatief voor de klassieke Inca Trail en grote groepen tot 28 personen kruisen ons pad. Dan ziet ons kleine groepje er opeens niet meer zo slecht uit...

Deze korte, maar mooie route wordt gekenmerkt door een eeuwenoud Incakanaal dat tot op de dag van vandaag nog wordt gebruikt. Dit  kanaaltje loopt langs de rand van een klif, maar het is nooit gevaarlijk om hier te lopen. Het doet me denken aan de beroemde levada's op Madeira waar ik drie jaar geleden was inclusief de groene omgeving van dit idyllische eiland. Bij de geïmproviseerde houten bruggen is soms wat hulp nodig, maar met kleine, voorzichtige stapjes zijn ook deze bruggen zonder problemen te nemen. Tegen het einde daal ik af en na ruim vijf kilometer lopen kom ik aan bij Juanpi, het eerste basiskamp van deze trektocht.

Dit is een korte maar fijne kennismaking met de Salkantay en is eigenlijk niet meer dan een opwarmertje voor wat komen gaat. Leuk, maar nog niet het echte werk.

Deel 2 - Naar het meer van Humantay en terug
Het tweede deel van de eerste dag op de Salkantay Trek is een trip naar het hemels mooie meer van Humantay. Dit meer is ook erg populair als dagtocht en dat merk ik wanneer honderden wandelaars de afdaling maken in de namiddag als ik aan de steile klim naar boven begin.

De ochtend was misschien nog niet het echte werk, maar deze klim is dat zeker wel. In totaal overwin ik bijna vijfhonderd hoogtemeters met een lieftallig stijgingspercentage dat zweeft tussen de twintig en dertig procent. De start vanuit het basiskamp is aangenaam en de eerste kilometer volgt een grindweg die langzaam omhoog gaat. Bij een weiland staan wat paarden te grazen en hier moet ik door een kleine opening om bij het meer van Humantay te komen. Dit is ook het signaal dat ik me kan voorbereiden op de wat zwaardere klim. Met langzame passen ga ik omhoog en het duurt ongeveer anderhalf uur om bij het meer te komen. De kunst is om dit echt wel langzaam te doen, na enkele tientallen stappen te stoppen om even te pauzeren en dit patroon te herhalen. Wandelaars die me eerst als een sportwagen voorbij razen, happen later naar adem. Het goede nieuws is echter dat de tocht naar boven verloopt op een makkelijk beloopbare ondergrond.

Eenmaal aangekomen bij het meer kijk ik met grote verbazing naar de diepblauwe kleur van het water. Nog indrukwekkender dan het meer zelf is de rotswand van de Humantay bij het meer. Het meer ligt op een hoogte van ongeveer 4250 meter terwijl de top van de Humantay-berg er meer dan een kilometer bovenuit torent. Zo kijk ik uit op een bergwand van ruim een kilometer met aan de rand een prachtig bergmeer. Elke foto hier is een kandidaat voor een afbeelding op een postkaart. Even later klim ik wat hoger om een totaalbeeld van het meer te krijgen. Hier moet je uitkijken voor de rotsen en stenen, want één verkeerde stap kan pijnlijke gevolgen hebben. De verplichte Instagram-foto's op een rots met uitzicht op het meer zijn niets voor mij en ik geniet meer van het uitzicht. Hoewel het hier nog steeds wemelt van de toeristen, valt de drukte verrassend goed mee aangezien de wandelaars van de dagtochten allang verdwenen zijn.

De terugweg is relatief eenvoudig en gaat razendsnel naar beneden. Bij het verlaten van de wei zie ik dat ik een stempel van de Salkantay Trek in mijn paspoort kan krijgen en één Soles later staat de stempel in mijn paspoort. Een mooie herinnering aan deze trektocht. Tegen het einde ben ik alleen met de gidsen en moet ik even wachten op mijn Braziliaanse vrienden die duidelijk niet gewend zijn om op deze hoogte te wandelen. Maar na tien minuten wachten verschijnen ook zij in het basiskamp.

Wat mij betreft is het meer van Humantay misschien wel de mooiste natuurlijke attractie van Peru en dat wil je als wandelliefhebber echt niet missen. De klim kan bij momenten zwaar zijn en zeker op deze hoogte. Maar dat maakt de beloning des te groter als je het prachtige meer bereikt. 

Woensdag 21 juni
Het magnum opus arriveert op dag twee waar de hoge Salkantay Pas wacht, gevolgd door een afdaling van bijna tweeduizend meter naar beneden. Een goed gevulde wandellunch die veel klim- en daalwerk vereist!

Ik begin weer bij het basiskamp van Soraypampa waar een koude nacht wordt afgewisseld met een stevig ontbijt. Ik trek mijn handschoenen aan want de temperatuur flirt met negatieve waarden en de zon is nergens te bekennen op deze vroege ochtend. De start is best aangenaam en volgt dezelfde route als gistermiddag met een licht hellende route naar het meer van Humantay. In plaats van links af te slaan, ga ik rechtdoor en in een heel rustig half uur ben ik al bijna honderd meter geklommen. Nou, dat ging heel vlot! Koning Salkantay denkt daar echter anders over, want als de berghelling in zicht komt, wordt de grindweg ingeruild voor een parcours van gras, stenen, zand en kleine geulen die weilanden in meerdere stukken snijden. Het stijgingspercentage zit hier ook in de dubbele cijfers en dit stopt pas als de top van de pas is bereikt.

De eerste echte stop is bij een grote vlakte waar ook een schuilhut is die frisdranken en energiedrankjes verkoopt. Die dingen heb ik echter al bij, maar zitten nog onaangeroerd in mijn dagrugzak. Op dit punt in de wandeling sta ik meer versteld van het enorme aantal wandelaars. Ik dacht dat de Salkantay een relatief rustige langeafstandswandeling was maar dat is helaas een leugen. Ik denk dat ik zeker driehonderd wandelaars kan tellen en misschien wel meer. Ik loop al een tijde voor op de rest en als ik pauzeer vraag ik gids Dario om me gezelschap te houden aangezien de klim naar de pas nu echt begint en ik de weg helemaal niet weet. Hij weet me echter gerust te stellen dat ik alleen bij een splitsing rechtsaf moet slaan en die weg moet blijven volgen.

Met die wijsheid hervat ik de wandeling en sla rechtsaf om een weg te volgen met rotsen, stenen, keien en nog veel meer van dat onheil. Het gaat hier best hard omhoog met percentages die boven de twintig procent uitkomen. Ik begin me echter zorgen te maken als ik zie dat er niemand meer op dit pad is en letterlijk honderden wandelaars kiezen voor het zigzaggende zandpad aan de linkerkant. Ik zie niemand van de gidsen en lichtelijk in paniek begin ik meteen af te dalen omdat ik vermoed dat ik helemaal verkeerd ben gegaan. Een gids uit een andere groep verzekert me echter dat ik inderdaad op de goede weg ben, maar niet nadat ik me flink heb ingespannen om eerst te stijgen en dan weer af te dalen. Laat ik voorop stellen dat ik het ontbreken van een gids op dit pad van de dagwandeling een serieuze beroepsfout vind... Met veel zweetparels weet ik me omhoog te hijsen totdat de tweede vlakte voor de pas wordt bereikt.

Deze vlakte is versierd met enkele rotsen en een meertje dat niet kan wedijveren met de schoonheid van het Humantay-meer van de dag ervoor. Nadat ik weer op krachten ben gekomen, begin ik aan de ultieme klim naar de Salkantay Pas. Hiervoor moet ik eerst een kleine doorgang met ijs overwinnen. Er zijn zeker geen stijgijzers voor nodig, maar het ijs is hier nog steeds gevaarlijk glad. Ook de hellingen dwingen respect af, maar na 3,5 uur bereik ik eindelijk de top en het ziet er… een beetje gewoontjes uit. Geen spectaculair bergmeer of dramatisch landschap, maar veel rotsen en de bergtoppen van de Humantay en Salkantay waar ik al uren naar uitkeek. Later verneem ik dat hier tot 2019 een prachtig bergmeer te bewonderen was, maar een lawine van rotsen begroef het meer en sindsdien zie je hier alleen maar rotsen.

Dit was misschien wel het meest inspannende deel van de dag, maar het moeilijkste deel is ongetwijfeld de afdaling naar de lunchplek, die op twee uur afdalen ligt. De route verandert langzaam maar zeker in een weg die uitsluitend bestaat uit stenen in alle soorten en maten. Van gladde, afgeschuurde rotsen tot kleine kiezels die aan het profiel van je wandelschoen blijven plakken. Beide typen hebben één ding gemeen: ze laten me vallen. Gelukkig zijn de valpartijen niet meer dan veredelde stuimelingen waarbij ik op mijn achterwerk val. Er zijn zoveel stenen dat een paar stevige wandelschoenen op dit deel van de route een absolute must zijn. Groot is dan ook mijn voldoening als ik een prachtige vallei zie opduiken waar ik kan lunchen. Het dal wordt gedomineerd door een beekje met een rode kleur dat het krijgt van de ijzerrijke ondergrond. Opvallend is ook dat de beek een lichte knik naar boven heeft die door de sterke stroming gemakkelijk overwonnen kan worden.

Na veertig minuten wachten op mijn Braziliaanse reisgenoten - die inmiddels allebei last hebben van hoogteziekte - begint de eindsprint. Nou sprinten..., het is een afdaling van drie uur, maar gelukkig in een andere omgeving. Stenen maken langzaam maar zeker plaats voor een grindweg en vanaf een hoogte van 3900 meter word ik getrakteerd op een groene omgeving van nevelwoud waar ik prachtige planten, bloemen en vogels zie. Een kolibrie boven de 3500 meter? Dat is hier normaal. Dit deel is waarschijnlijk het mooiste deel van de hele dag omdat het groene nevelwoud nu eenmaal een mooier decor is dan het steenveld van de Salkantay Pas. Toch vind ik de opzet van deze dag een beetje saai omdat hij bestaat uit één lange klim omhoog en een nog langere afdaling van bijna twee kilometer naar beneden. Deze bijna drie uur durende afdaling verloopt echter verrassend vlot waarbij ik op het einde een mooi zicht krijg op een woeste rivier die ik op het allerlaatste moment kan oversteken via een ietwat verborgen brug.

Deze wandeldag is er een van hoogte- en dieptepunten en dat mag je letterlijk nemen. De klim naar Salkantay Pas vergt enige inspanning, maar is te doen met een gezonde dosis doorzettingsvermogen en een normale conditie. Dan is de afdaling die er direct op volgt wat lastiger. De achtergrond van de bergtoppen en later het nevelwoud is prachtig om te zien, maar de lay-out van het parcours is nogal saai, waardoor deze dag gemengde gevoelens bij mij oproept.

Donderdag 22 juni
De derde dag van de vierdaagse Salkantay Trek slaat een etappe over (eigenlijk is de Salkantay Trek een vijfdaagse langeafstandswandeling) en start vanuit Lucmabamba om te eindigen in Aguas Calientes. Er zitten meer dan duizend hoogtemeters op deze dag, zowel naar boven als beneden.

Lucmabamba ligt zo'n tweeduizend meter boven de zeespiegel wat betekent dat ik het nevelwoud van de dag ervoor vaarwel zeg en nu geniet van het landschap van het regenwoud. In Lucmabamba zijn een paar kleine koffieboeren die op ambachtelijke wijze koffie verbouwen dankzij de koffiebonen die er in overvloed groeien. Gids Dario legt me uit hoe het proces werkt en wijst erop dat hier veel koffiebonen groeien in het wild. Ook andere planten en bloemen zijn hier volop aanwezig. Maar ik ben hier om te wandelen en dat doe ik over een oude Incaweg die gelukkig nog onderhouden wordt. En die weg gaat flink omhoog: meer dan achthonderd meter om precies te zijn. Een pittige klim, maar in tegenstelling tot gisteren is het pad deze keer niet bezaaid met keien en rotsen. Integendeel, het pad ziet er goed uit en de eerste kilometers gaan verrassend vlot. Ondertussen geniet ik met volle teugen van het prachtige uitzicht op de woeste rivier die honderden meters lager stroomt en het regenwoud dat mij omringt.

Als er vierhonderd hoogtemeters op de teller staan, wordt het wat lastiger en begint de klim wat steiler te worden. Maar omdat ik dit keer niet op een hoogte van vierduizend meter zit, is de weg naar boven een stuk makkelijker dan de andere dagen. Af en toe stop ik ook om even te pauzeren en op de meest verrassende plekken vind ik een paar winkeltjes en sanitaire haltes. Ongeveer halverwege de route is er zelfs de mogelijkheid om te kamperen. Kijk, dit had ik totaal niet verwacht! Het meest onverwachte moment is de top zelf waar een grote weide deel uitmaakt van het landschap waar zelfs enkele paarden grazen. Vanaf de top heb je een fenomenaal uitzicht over de weidse omgeving en zie je in de verte het waterkrachtstation en zelfs (een deel van) Machu Picchu liggen.

De afdaling is deze keer weer erg lang en gaat maar liefst duizend meter naar beneden. Na honderd meter dalen is het echter tijd voor een uitgebreide stop want daar ligt de kleine ruïne van Llactapata. Er wordt aangenomen dat dit een voormalige controlepost van de Inca's was en sommige gebouwen zijn zelfs gerestaureerd. Het ziet er mooi uit, maar het terrein is zo klein dat je hier hooguit tien minuten stopt. De rest van de weg zigzagt naar beneden en het pad heeft hier veel meer trappen dan op de klim omhoog. Het regenwoud is hier op zijn dichtst en vormt daarom de ideale beschutting tegen de zon die nu hoog aan de hemel brandt. Gids Dario stopt af en toe om planten zoals orchideeën te laten zien. Hij kijkt verbaasd als ik zeg dat ze ook in België groeien en zijn verwarde blik verraadt dat hij me niet gelooft. Na twee uur dalen nader ik het waterkrachtstation, maar niet voordat ik over een prachtige hangbrug loop in een ongerept stukje natuur.

De pauze bij het waterkrachtstation wordt gebruikt om vitamines, eiwitten, zouten en andere voedingsstoffen aan mijn dieet toe te voegen voor de finale. Deze finale is een twaalf kilometer lange doortocht naar Aguas Calientes dat grotendeels een treinspoor ernaartoe volgt. Het begin van dit stuk is licht bergopwaarts, maar de rest van de weg is overwegend vlak met hier en daar een paar kleine hellingen. Dit is het makkelijkste, maar misschien ook wel het minst interessante deel van de Salkantay Trek. De omgeving van het regenwoud blijft mooi, maar echte uitschieters zijn er niet of het moet de brug zijn die ik anderhalve kilometer na mijn stop over deze weg tegenkom. Goed voor een paar foto's in het fotoalbum, maar niet meteen wauw. Om de dode momenten op te vullen praat ik regelmatig met Dario en na ruim een uur ligt de helft van de resterende route alweer achter ons. De laatste kilometers zijn misschien wel het minst inspirerend en dan begint het aftellen naar Aguas Calientes. Op de allerlaatste kilometers wordt de spoorlijn zelfs verlaten en gaat het terug naar de normale weg om in het centrum van Aguas Calientes te komen. Hier moet je wel uitkijken voor de bussen die terug komen van Machu Picchu en is het aan te raden om aan de kant te lopen. Na bijna 23 km zit de wandeling erop en kan ik me eindelijk verheugen op een dagje Machu Picchu.

Deze dag heeft dezelfde symptomen als de tweede dag van de Salkantay Trek: het pad wordt een beetje saai omdat het bestaat uit één lange klim, gevolgd door een nog langere afdaling. Het pad naar Aguas Calientes in de namiddag is helaas ook niet erg inspirerend. Toch had ik deze dag wellicht meer wandelplezier dan de dag ervoor door het goed begaanbare pad, de prachtige jungleomgeving en een vleugje cultuur bij Llactapata. Hierdoor voelt deze dag aan als de meest complete wandelervaring van de Salkantay Trek.

Vrijdag 23 juni
Machu Picchu is het vijfde nieuwe wereldwonder dat ik te zien krijg en een van de mooiste. Een verborgen stad midden in de Andes klinkt net zo mooi als het in werkelijkheid is.

Eerder deze week wandelde ik met een gids de Salkantay Trek. In mijn geval betekent dat een privétour, aangezien ik de enige was die de vierdaagse Salkantay Trek deed. Gids Dario vergezelt me ook op Machu Picchu en vertelt me uitgebreid over deze stad: hoe het nooit ontdekt is door de Spanjaarden, waar de architectuur uit bestaat, wat de belangrijkste gebouwen staan en zoveel meer. Sinds 2021 kun je je niet meer vrij bewegen in Machu Picchu, maar is het terrein opgedeeld in circuits. Ik volg circuit één en dat is misschien wel het meest complete circuit waar je Machu Picchu van alle kanten kunt bekijken.

Dat betekent dat ik eerst wat trappen moet beklimmen om hoger te komen, maar zo krijg ik wel een mooi overzicht van de citadel. Bezoek Machu Picchu zo vroeg mogelijk en het aantal toeristen valt verrassend goed mee. Ik bezocht Machu Picchu om zes uur 's ochtends en al mijn foto's zijn redelijk toeristenvrij. De zonsopgang bij de Tempel van de Zon wil je zeker niet missen! Het is misschien niet de Zonnepoort, maar het komt aardig in de buurt. De echte ster van dit ensemble blijft het indrukwekkende decor van bergen waar bergen zoals Huyana Picchu en Machu Picchu over de citadel waken.

Machu Picchu is terecht een van de nieuwe zeven wereldwonderen en het concept van een verloren stad in de bergen tart elke verbeelding. De site zelf is niet erg groot, maar groot genoeg om een paar uur rond te dwalen. Jammer dat het sinds 2021 met circuits werkt, maar dat is om de massa mensen zo vlot mogelijk door te laten gaan. Dus doe jezelf een plezier en kom hier zo vroeg mogelijk.

Conclusie
Laat ik voorop stellen dat de Salkantay Trek een geweldige belevenis is die uit heel wat natuurpracht bestaat. Het is bijna irreëel om de verschillende landschappen zoals bergtoendra, nevelwoud, regenwoud en steenvelden te bezichtigen op amper een paar dagen tijd. Ook de prachtige top van de Salkantay en het idyllische meer van Humantay zijn toppers van de zuiverste soort. Maar verwend nest als ik ben, had ik toch gehoopt op meer. Ik was namelijk een beetje teleurgesteld in de samenstelling van de dagen. Zowel bij dag twee als dag drie is er een lange stijging die wordt gevolgd door een nog langere daling en dat is soms toch wel een tikkeltje saai. Ook de laatste tien kilometer naar Aguas Calientes zijn niet mijn meest spannende wandelkilometers van dit jaar. 

Nogmaals, het bergachtige landschap in een subtropisch klimaat kan je als Europeaan moeilijk bevatten, maar door de dagelijkse lange stijging en daling voelt het soms wat monotoon aan. Tel daarbij nog een bezoek aan Machu Picchu en je beschikt als toerist over een wel heel mooie combinatie van wandelen en cultuur. In de omgeving van Cuzco is dit - meer nog dan de Lares Trek en Inca Trail - wellicht de mooiste trail om te doen, maar als je echt op zoek bent naar een mooie trekking zijn er wellicht betere kandidaten in Peru zoals de Cordillera Huayhuash. Als je echter één week tijd hebt in Cuzco blijft de Salkantay Trek wel zonder twijfel de beste keuze!

zaterdag 8 juli 2023

Reisverslag Peru en Bolivia deel vijf: zout op de vlakte

Donderdag 15 juni 
Eén van de hoofdredenen om deze spectaculaire reis te doen, is de onmetelijke zoutvlakte van Salar de Uyuni waarin we met enkele jeeps door deze zoutvlakte rijden. In Bolivia is het nu winter en op deze reis was dat tot dusver amper op te merken. Hier zijn de temperaturen door de hoge ligging van de zoutvlakte echter een stuk kouder en was het 's nachts klappertanden bij min twaalf graden. Ook de ochtend doet nog koud aan, maar wanneer we om acht uur 's ochtends vertrekken klimt de zon in de horizon en wordt het langzaam warmer. Het begin van deze dag heeft weinig met zout te maken, want op minder dan een half uurtje rijden bevindt er zich een soort van kerkhof voor treinen waar oude locomotieven en treinstellen staan. Eén daarvan is zelfs overvallen geweest door de beruchte boeven Butch Cassidy en Sundance Kid voordat ze richting pierenland werden gestuurd door de Boliviaanse politie. Het laatste jaar ben ik minder bezig met fotografie, maar deze plek is echt wel ideaal voor urbex met als leuk toemaatje een mysterieuze mist die de stad Uyuni in de verte omhult. 

Na het rondje urbex stoppen we even bij een plaats waar ze zout vervaardigen. Dit is een kleine, familiale ambachtelijke zaak waar alles manueel gebeurt. Zoals zo vaak bij dit soort dingen is het leuk om dit even te bekijken maar de toeristische walm om zoveel mogelijk souvenirs te verkopen, is nooit erg ver weg. En dat is voor mij het ogenblik om me uit de voeten te maken. Het echte werk volgt nu en we staan bij de rand van de zoutvlakte waar de zoutvlakte een geweldige indruk maakt. Gelukkig heb ik mijn zonnebril op, want de stralende zon wordt zonder problemen weerkaatst door het witte zout. Zo ver mijn ogen kunnen speuren, zie ik niets anders dan zout. Er zijn ook enkele plaatselijke warmwaterpoelen waar soms Bolivianen op afkomen en die poelen fungeren dan als geïmproviseerde heilzame bronnen. Het water dat de lucht en omgeving weerspiegelt kan niet anders dan als imposant worden omschreven.  

Daarna wordt er even halt gehouden bij het allereerste zouthotel van deze zoutvlakte. Letterlijk alles is hier van zout gemaakt: kamers, bedden, stoelen, de bar en uiteraard het hotel zelf. Een aantal jaar geleden is hier ook de Dakar Rally vertrokken, maar het beeld ter ere van deze start heeft inmiddels betere tijden gekend. Het hotel zelf wordt tegenwoordig niet meer gebruikt omdat het hier 's nachts veel te koud is, toch zeker in deze wintertijd. Toch is het leuk om deze zoutarchitectuur te bewonderen én te fotograferen. Rond de middag worden we naar Incahuasi gereden waar ons nog een verrassing te wachten staat. We mogen eerst namelijk een tweetal kilometer wandelen en daar wacht er op ons een prachtig gedekte tafel en dineren we in deze gigantische leegte van zout. Ik denk niet dat ik ooit op een mooiere plaats heb gegeten dan dit. Af en toe merk ik een toeristenbusje op, maar het is hier verrassend kalm. 

Na het diner vervolgen we onze wandeling naar Incahuasi en dat is al een speciale ervaring. Incahuasi zelf is echter nog veel magischer. Deze plaats is een soort van eiland op de zoutvlakte dat tot zeventig meter hoog reikt en waar reuzencactussen groeien tot tien meter hoog. Op deze grote hoogte is het even puffen en blazen om naar boven te komen, maar het uitzicht is werkelijk adembenemend. Ook de vele cactussen geven deze plek een apart smoeltje. Het is niet verrassend dat hier zich een boel meer toeristen bevinden, maar dat vind ik helemaal niet zo erg, zo mooi is deze plaats. We blijven hier bijna een uur, maar zelf dat vind ik nog te kort om deze oase van rust te verkennen. Vervolgens rijden we wat verder om de obligate foto's te nemen waar er gespeeld wordt met perspectief. Het speelgoeddinosaurusje wordt meegenomen, vlakbij de camera gezet en wij staan twintig meter verder waar we verrast moeten opkijken als we de dinosaurus naderen. Even het kind in mij loslaten, maar na een half uurtje heb ik er wel genoeg van.

Het laatste luik van de dag brengt ons bij enkele plassen waar de ondergaande zon in wordt geprojecteerd en dat levert uiteraard prachtige plaatjes op. Veel koude ook, want miljaar, de temperatuur daalt zienderogen wanneer de zon langzaam verdwijnt onder de horizon. Vriestemperaturen doen mijn handen verkleumen, maar het kan nog altijd erger. Enkele vrijwilligers hebben zich opgeofferd om de meest bizarre posities aan te nemen bij een timelapse video waar de jeep rond de groep circuleert met de ondergaande zon als achtergrond. Van alle foto's en video's die we hebben genomen, is dit toch wel de meest indrukwekkende prestatie van allemaal. Rond half zes komen we terug in Uyuni aan na toch wel een onvergetelijke dag. Graag had ik een driedaagse jeepsafari gedaan bij deze zoutvlakte, maar de dertigdaagse variant van deze reis ging echter niet door waardoor ik tevreden moet zijn met één dagje Uyuni. Jammer, maar ook fantastich!  

Vrijdag 16 juni
De zoutvlakte wordt vandaag vaarwel gezet en een busreis van een halve dag brengt ons naar Potosi, de hoogste stad ter wereld. Deze stad was honderden jaren geleden één van de grootste ter wereld en dat heeft alles te maken met de aanwezige zilvermijn bij de Cerro Rico. Uit deze berg werd naar schatting 75% tot 80% van al het zilver in de wereld gehaald en dat gaf deze stad een ongeëvenaard aanzien en spijsde de Spaanse schatkist. Dit komt echter met een erg donker randje, want gedurende al die jaren kwamen hier miljoenen slaven en inheemse bewoners om het leven. Een wilde schatting spreekt van acht miljoen personen en dat is bijna niet te bevatten... Wanneer ik in Potosi aankom, is het stadje echter een stuk vredelievender, maar valt een ander ding op: luchtvervuiling. Misschien komt het door de ijle lucht op meer dan vierduizend meter hoogte, maar de luchtvervuiling neemt hier echt groteske vormen aan. 

Daar heb ik 's middags weinig last van, want ik rust even uit op mijn hotelkamer en ik ga daarna iets eten in het hotel. Het wordt een simpele maaltijd om de maag te vullen aangezien ik wat later naar de plaatselijke zilvermijn ga. Samen met twee andere dames uit de groep trek ik erop uit en ik trek toch even grote ogen wanneer ik het busje zie arriveren. Een klein busje met 's werelds kleinste stoelen begroet ons en brengt ons naar een plek waar we ons omkleden om de mijn in te stappen. Eerst moeten we echter van de gids wel een bus fruitsap kopen van eerst vijf Bolivianos en een paar ogenblikken later tien Bolivianos. Ik heb dus zo'n donkerbruin vermoeden dat hij zelf met een deel van dat geld is gaan lopen... Dit wordt gebruikt om aan de mijnwerkers te geven die daar een loodzwaar leven lijden. Wanneer ik enkele Duitse toeristen zie die echter niks bijhebben, gaat er bij mij wel een rode vlag af. Ik wil discussiëren met de gids, maar de twee dames zijn me voor en er ontvouwt zich een geanimeerde discussie. De toon voor de rest van de rondleiding is meteen gezet!

De rondleiding in de mijn zelf duurt ongeveer anderhalf uur, maar was bij ons wat korter. Bij de hoofdingang legt de gids een heleboel uit en zijn het vooral de mijnkarretjes die opvallen met hun vracht en een spoor dat zowel voor vertrekkende als aankomende karretjes wordt gebruikt. We duiken dieper de mijn in en zo leren we meer over de mijnwerkers, de geschiedenis van de berg en een gesloten poort waar momenteel niemand aanwezig is aangezien die gesloten is. Vijf dynamietexplosies later weten we dat dit gelogen is, want een kompel komt uit de poort gestapt en doet een vriendelijke babbel met de groep en gids. De schrik zit er bij de dames goed in en ze maken aanstalten om toch terug te keren. Met frisse tegenzin ga ik terug mee, maar niet voor we bij El Tio stoppen. Dit beeldje is de personificatie van de duivel en wordt aanbeden om geen ongevallen te hebben in de mijn. Sigaretten, drank en cocabladeren liggen weelderig om het beeldje verspreid. 

Na ruim één uur stappen we Cerro Rico - de rijke berg - terug uit en daar is het wachten op onze Duitse vrienden die ook een rondleiding krijgen. Dat wachten duurt langer dan voorzien en bij terugkeer wordt duidelijk waarom. Het systeem van de vertrekkende en aankomende karretjes werkt klaarblijkelijk toch niet zo goed als eerst gedacht want twee karretjes zijn tegen elkaar gebotst en dat levert natuurlijk een heleboel heibel op. Het busje met 's werelds kleinste stoelen pikt ons terug op en wonderwel wordt iedereen er in gepropt om eerst terug om te kleden en later terug naar het hotel te worden gebracht. Een memorabele excursie dus, maar ik had toch wel een stuk dieper in de mijn willen gaan!   

Zaterdag 17 juni
La Paz is opnieuw onze bestemming deze dag en dat houdt in dat we ons weer op een lange busdag mogen verheugen. Deze bus begeleidt ons zeven dagen door Bolivia en is gelukkig uitgerust met wifi. Daar heb ik dus dankbaar gebruik van gemaakt, maar vandaag geeft de verbinding niet thuis en dus moet ik me op andere manieren amuseren. Op de Boliviaanse Altiplano is dat geen probleem, want de omgeving is hier schitterend. Na amper een uurtje rijden, houden we een fotostop en met goede reden. De vergezichten zijn hier erg pittoresk met een rode kloof die omgeven is door een groen plateau en bijhorende bergen. We stoppen een aantal keren om flamingo's in de meren te fotograferen. Ik mag dan misschien de driedaagse jeepsafari op de zoutvlakte van Uyuni en omgeving missen, maar dit maakt toch wel veel goed.

Het enige noemenswaardige restaurant wordt op mijn vraag overgeslagen, want bij de eerste passage protesteerden de darmen toch wel en een tweede protestactie zie ik toch niet zitten. Daarom heb ik een proviand van koekjes en chips ingeslagen en naar goede gewoonte is dat uiteraard veel te veel. Toch lijd ik geen honger op weg naar La Paz, want rond vijf uur arriveren we terug in de grootste stad van Bolivia. De intocht verloopt deze keer wat vlotter dan bij de eerste dag in Bolivia, maar toch is het exercisie in geduld om hier door de straten te rijden. De stad heb ik zelf eigenlijk amper gezien omdat ik toen op die dag de Death Road aan het afdalen was met een mountainbike. Dat maak ik met een avondje La Paz niet goed, maar de Heksenmarkt moet ik toch zeker eens gezien hebben! 

Samen met reisgenoot Willem - die toen mee over de Death Road reed - bezoek ik de markt, maar er is niet zo heel veel te zien. Normaal verkoopt men hier de meest gekke prullaria en ik zie inderdaad enkele lamafoetussen, maar voor de rest ziet dit eruit als een normale markt. Misschien komt dit op het wat latere uur rond de klok van acht, want veel zaken zijn ook gesloten. De dag wordt dan maar afgesloten bij een English Pub - ik verwachtte eerder een Irish Pub -  waar ik enkele bieren probeer. Klaarblijkelijk bestaat er zoiets als Winterbier. Volgens de kaart is het Belgisch, maar ik heb er nog nooit van gehoord. De brouwerij is klaarblijkelijk ook Boliviaans. Bolviaans of Belgisch, het smaakt in ieder geval goed!      

woensdag 5 juli 2023

Reisverslag Peru en Bolivia deel vier: overleven op de Death Road

Maandag 12 juni
Vandaag wacht er een lange reisdag aangezien er een grensovergang op het programma staat tussen Peru en Bolivia. Dat betekent echter niet dat dit een leeg aanvoelende dag is, integendeel. Reisgenoot Astrid heeft reisleider Sergio er namelijk van overtuigd om een extra excursie op deze dag te prikken: de archeologische site van Tiwanaku. Het begin van de dag is echter gereserveerd voor de drijvende rieteilanden van Uros op het Titicacameer. Aangezien Puno vlakbij het Titicacameer ligt, is het maar een korte busrit tot aan de kleine ferry die ons overzet naar de rieteilanden. Zoals de naam het al zegt, zijn dit kleine eilanden die van riet zijn gemaakt waar meestal twee tot drie families op leven. Het vele riet op het Titicacameer wordt aangesproken om deze eilanden te maken en het is echt fascinerend om te zien hoe via een eenvoudig proces het riet wordt verweven tot drijvend eiland. We worden ook uitgenodigd om een kijkje te nemen in hun huizen die - uiteraard - ook van riet zijn gemaakt. Dan krijgt het bezoekje een wel heel erg commercieel tintje, want de souvenirmarkt staat wel heel ostentatief op het eiland. Er wordt wel heel hard aangedrongen om dure souvenirs te kopen, maar ik houd het eerder bij een bescheiden prulletje dat weinig voorstelt. Ook het boottochtje naar de terugweg dient met tien soles te worden betaald. Een bezoek dat initieel heel erg tof is, krijgt zo toch wel een zure nasmaak helaas. 

Om tien uur zijn we al terug weg en dan is het tijd voor de grensovergang met Bolivia. Die gebeurt voor alle reisgenoten vlekkeloos op uitzondering van één persoon en laat dat net de reisleider zijn... Sergio had vooraf getoetst of hij enige documenten moest invullen waarop negatief werd geantwoord. De plaatselijke douaneambtenaar denkt er echter anders over en vraagt de snotpieten uit zijn neus. Ondertussen worden we opgepikt door de Boliviaanse gids Fausto die helpt met de formaliteiten en we besluiten om verder te gaan zonder Sergio. Tijdens de namiddag houden we halt bij Tiwanaku. Dit is een archeologische site van een pre-Inca beschaving, maar het is zeker geen Machu Picchu. De site oogt toch wat erbarmelijk, maar gids Fausto behoudt het beste voor het laatste. Zo laat hij een gebouw zien waar de muren versierd zijn met verscheidene hoofden en eentje lijkt wel heel erg hard op een alien. Ideaal complotvoer dus voor uitzendingen op Discovery! Ook de zonnepoort later maakt het bezoekje interessant. Er is eveneens een tweede luik op deze site, maar door de grensovergang zijn we in een andere tijdzone beland waar het één uur later is en met de grensperikelen van Sergio verliezen we al vel tijd. Toch slaagt gids Fabio er in om een blitzbezoek te regelen voor het tweede luik van deze site, ook al is het drie kwartier gesloten. Het duurt amper vijf minuten, maar het is toch wel bijzonder dat we dit nog mogen doen!

Na dit blitzbezoek komen we Sergio opnieuw tegen. Uiteindelijk heeft hij de formaliteiten toch kunnen afronden en heeft hij een taxi genomen om zo tot de site te rijden. Hij ziet er erg opgelucht uit en als beloning mag hij terug meerijden met de bus die nu richting La Paz rijdt. La Paz is niet de hoofdstad van Bolivia, maar is wel de grootste stad van Bolivia waar ook de regering zetelt. De stad bevindt zich op een hoogte van ongeveer 3600 meter en situeert zich in een enorme vallei tussen de bergen. En dat het druk is, zullen we geweten hebben. Het duurt maar liefst anderhalf uur op een maandagavond om tot bij het hotel komen en iedereen is dolblij dat na het hotel verwelkomd wordt na deze lange dag.     

Dinsdag 13 juni
Een dag waar ik lang naar heb uitgekeken, is toch wel deze. Vandaag ga ik namelijk met een mountainbike op pad om af te dalen op de Yungas Road. Dat klinkt niet erg spannend, maar als ik zeg dat dit de Death Road wordt genoemd omdat hier jaarlijks ongeveer driehonderd mensen stierven, is het ineens wel erg spannend. Deze weg was tot in 1994 de enige weg die La Paz verbond met de Yungas regio in het oosten van Bolivia en door het drukke verkeer vielen hier dus jaarlijks ongeveer driehonderd doden. Sinds dan is er een nieuwe, veiligere weg aangelegd en wordt deze weg voornamelijk gebruikt om aan downhill mountainbiking te doen waar ik dus aan meedoe. De excursie is met 125 dollar wel erg duur, maar gebeurt wel via een erg gereputeerde firma dat veiligheid vooropstelt. 

De dag begint met een ontbijt en daarna rijden we La Paz uit om te beginnen aan het eerste luik van deze daguitstap. Ik zet een helm op, maar jas en broek zijn volgens mij niet nodig en daar krijg ik later toch wel spijt van. Nochtans verloopt het begin vrij gemoedelijk. Hoewel ik in jaren geen mountainbike meer heb aangeraakt, ben ik na enkele minuten toch al vlot op pad. Met een groepje van zes personen is de hoeveelheid deelnemers sowieso al klein en er ontstaat een natuurlijke orde: een Duitser die regelmatig aan mountainbike doet in zijn vrije tijd neemt de koppositie, regelmatige fietser en reisgenoot Willem neemt de tweede positie in en ik spartel vrolijk op mijn mountainbike op de derde plaats. We starten op 4700 meter hoogte en de eerste kilometers bevinden zich op verhard wegdek. Hier leren we omgaan met de hoogtes, de snelheden en de fietsen zelf. Op een paar minuten tijd overwin ik ettelijke kilometers en zelfs afdalen op deze wegen, is een belevenis op zich. In totaal fietsen we meer dan 62 kilometer, dus dat is best wel een flink aantal kilometers. 

Bij een kleine tunnel zijn we genoodzaakt om een grindpad te nemen en dit is een klein voorproefje voor wat ons te wachten staat op de echte Death Road. Net wanneer ik er helemaal begin in te komen en verder wil gaan, is het tijd om de fietsen op te bergen om met het busje acht kilometer verder te rijden waar de Yungas weg effectief begint. Met kuilen, putten, grind, oneffenheden, een smal pad (soms slechts drie meter breed) en als kers op de taart een afgrond van driehonderd meter is deze weg dus niet voor lafaards. In het begin is het even beven en niet van stapel lopen, maar de begeleidende gidsen leggen alles haarfijn uit en vertellen ook bij welke passages je moet opletten. Bovendien wordt er regelmatig gestopt voor een fotostop of om even te rusten zodat het tempo alles behalve gejaagd is. 

Het mooiste van deze afdaling is naast de thrillseeking factor toch wel de omgeving die er fantastisch uitziet. De Yungas bevindt zich namelijk vlak bij de Amazone en heeft dus een subtropisch klimaat. Dus naast de afschrikwekkende afgrond zie ik ook spectaculair regenwoud en het gebeurt regelmatig dat ik onder een waterval rijd of naar het einde toe rijd ik door verscheidene beken. Daarbij worden de kleren uiteraard vuil en de jas en broek die ik weigerde aan te doen, mis ik nu toch wel hard. Bovendien regent het een beetje waardoor ik het extra water in mijn jeansbroek meetors. Zit ik daar iets mee in? Niet echt, want dit tochtje is echt wel moddervet. Zowel letterlijk als figuurlijk! Het enige punt waar ik toch wat uitkijk is ongeveer in het midden. Enkele jaren geleden vond hier namelijk een aardverschuiving plaats waardoor er een heleboel modder de weg belemmert waar je enkel via een piepkleine doorgang met je fiets kan doorstappen. Maar dit duurt slechts een tweetal minuten en daarna spring ik weer vrolijk op mijn mountainbike.  

De Duitse mountainbiker die normaal op kop is, is ondertussen één keer tegen de vlakte gegaan en zijn enthousiasme om de koppositie in te nemen is met de noorderzon verdwenen. Ook reisgenoot Willem ziet het niet zitten om als eerste te rijden en zo gebeurt het dus dat een non-mountainbikend sujet als mezelf plots als eerste rijdt op de Death Road. Voor mij toch wel heel erg apart. De waarheid gebiedt me wel om te zeggen dat de grote hoogteverschillen inmiddels achter de rug zijn en dat hier sommige secties plat zijn of heel sporadisch zelfs bergop gaan. Toch gaat het afdalen nog altijd behoorlijk hard. Op de Death Road gaat het van 3200 meter tot 1100 meter op ruim dertig kilometer en dat kan je op zijn minst respectabel noemen. We eindigen bij een klein dierenpark waar we mogen douchen en lunchen. Voor een klein bedrag krijgen we nog een rondleiding door het park, maar ik ben geen fan van opgesloten dieren, zelfs als het gaat om zogenaamde rescue animals. Ik laat dit dus aan mij voorbijgaan en ik geniet nog na van deze dag, want dit is misschien wel mijn leukste dag van een hele leuke reis.   

Woensdag 14 juni
Elke dag had tot dusver wel iets in petto, maar dit is de eerste dag dat we enkel in de bus zitten en niks anders doen. Dat doen we overigens wel zonder reisgenoot Carolijn aangezien ze de gehele reis al kampt met ongemakken en door hoogteziekte is ze definitief uitgeteld voor het Boliviaanse gedeelte van de reis. De verplaatsing naar de zoutvlakte van Uyuni is ver en op onze weg is er niks anders om te zien of te doen. Dan moeten we maar genieten van het landschap, maar bij het begin is daar weinig reden toe. We moeten namelijk uit La Paz rijden en uit deze heksenketel is dat sneller gezegd dan gedaan. Na een uurtje is het ergste leed geleden en rijden we dus naar Salar de Uyuni wat de toegangspoort is naar deze magistrale zoutvlakte. 

Over deze dag valt dus weinig te vertellen, behalve over een paar dingen die me opvallen. Zo heeft elk Boliviaans dorpje op deze weg wel een voetbalveldje van kunstgras. Door het droge klimaat is gras namelijk een luxeproduct en dan is kunstgras een goed alternatief. De Boliviaanse kookkunsten worden door mij laag ingeschat, want bij een restaurantbezoek rond de middag houd ik een rommelende maag van over die later vakkundig op de toiletpot wordt gedumpt. Ik vermoed dat dit eerder te wijten is aan (het gebrek aan) hygiënische standaarden dan de Boliviaanse keuken zelf, maar voor mij is dit genoeg reden om het de komende dagen te houden bij spaghetti, pasta en aanverwanten.  

zaterdag 1 juli 2023

Reisverslag Peru en Bolivia deel drie: een diepe kloof

Vrijdag 9 juni
Deze vrije dag in Arequipa wordt naar geest van de reis door mij volgestouwd met activiteiten en dat begint met een raftingtochtje op de niet zo wilde Rio Chili die nabij de stad stroomt. De animo van de groep om mee te doen, staat op een laag pitje en dus moet ik met slechts één ander iemand raften. Ze blijkt Spaanstalig zijn, dus veel babbelen zit er niet bij. Dat mag de pret niet drukken en een glimlachend ochtendzonnetje begroet ons voor we het water in gaan. Aangezien ik in Costa Rica een half jaar geleden heb geraft, ken ik nog de meeste commando's en bovendien is in de Peruviaanse winterperiode amper regen waardoor de Rio Chili er relatief kalm blij ligt. Er zijn enkele stroomversnellingen van klasse twee en drie, maar die zijn vlot te doen. Deze raftingtocht doe ik voornamelijk om toch nog eens actief bezig te zijn na een weekje sightseeing en daar voldoet deze tocht zeker aan. Het watertochtje is vijf kilometer lang en op ruim een uur - inclusief pauze - te voltooien. Bij een bepaalde sectie met stroomversnellingen klasse drie wordt het wat meer spannend, maar lang duurt deze kleine adrenalinerush niet. Leuk om te doen, maar veertig dollar is toch wel een vrij stevige prijs voor een uurtje raften. Maar ach, ik ben opnieuw actief geweest en daar mag toch wat monetaire waarde tegenover staan. 

Nog voordat de klok elf uur 's ochtends slaat, sta ik al terug bij het hotel en ik besluit om even te pauzeren bij het koffiehuis waar we gisteren nog iets gedronken hebben. Rond de klok van twaalven trek ik de binnenstad in om het klooster van Santa Catalina te bezoeken. Dat doe ik op eigen houtje zodat ik op mijn gemak door dit grote complex kan kuieren. Het zijn vooral de woonruimtes van de voormalige bewoonsters - Santa-Catalina was een nonnenklooster - die opvallen, maar ook enkele andere ruimtes zoals de patio's, gebedsruimtes en grote keuken weten te imponeren. De echte ster van het klooster wacht op het einde waar in een grote ruimte tientallen schilderwerken hangen die geënt zijn op de stijl van Vlaamse meesters. Ik heb nooit gedacht dat ik Vlaams geïnspireerde kunstwerken zou tegenkomen aan de andere kant van de wereld. Maar na twee uur door het klooster te wandelen, is mijn culturele dosis bereikt en begeef ik me naar de laatste activiteit van de dag. 

Op de website Guruwalk.com heb ik een stadswandeling geboekt om 15h om zo Arequipa op mijn laatste vrij dag hier te verkennen. En de gids heeft er zin in, want uiteindelijk duurt de wandeling meer dan drie uur en moet ik zelfs vroeger vertrekken omdat ik het etentje met de rest van de groep om 18h30 zeker niet wil missen. Bij deze wandeling worden bekende trekpleisters bezocht zoals kerken en Alpaca Mundo, maar ook minder bekende dingen zoals het allereerste centrum van de stad (wat sindsdien is opgeschoven) en een bezoekje aan het standbeeld van Mario Vargas Llosa, één van de meest succesvolle Spaanstalige schrijvers in de recente geschiedenis. Afsluiten doe ik met een heerlijke proeverij, maar om 18h is het dus echt wel tijd om te vertrekken. Ik doe dergelijke reizen niet om steden te bezoeken, maar Arequipa blijkt simpelweg een schitterende stad te zijn waar ik met veel plezier op terugkijk!      

Zaterdag 10 juni
De drie vulkanen die Arequipa omringen worden vaarwel gezegd wanneer we de bus opstappen voor een tweedaags ritje naar de Colca Canyon. Deze kloof is de op één na diepste kloof ter wereld en wordt door de Lonely Planet omschreven als een regio die op honderd kilometer meer diversiteit heeft dan veel Europese landen. Dat belooft dus, maar eerst moet er nog een pas van 4910 meter overwonnen worden... Arequipa bevindt zich op een hoogte van 2350 meter en dan is een hoogte van twee keer zo hoog best wel pittig. Tijdens de rit kauw ik op enkele cocabladeren, maar het is de eerste en laatste keer dat ik dat doe op deze reis. Het helpt een beetje, maar bij mij is het voornamelijk een kwestie om het lichaam te laten acclimatiseren op deze hoogte. Gelukkig heb ik tijdens deze dag - of bij de rest van de reis - geen last van hoogteziekte. 

Deze busrit is ook een kleine safari want we komen namelijk de vier verschillende lamasoorten tegen: vicunha, guanaco, alpaca en lama. Vooral lama's en alpaca's komen we op deze grote hoogte frequent tegen. Bij de eerste kudde lama's stopt de bus en worden de fotocamera's uit de tas gehaald om foto's te nemen. Bij de tiende kudde lama's hebben we die gewoonte al lang afgeleerd. Toch blijft het leuk om deze beestjes op deze grote, open vlaktes tegen te komen. Misschien nog meer verbazingwekkend is dat we op deze weg allerlei twijfelachtige constructies aantreffen die bewoond worden in een soort van niemandsland. Ik vraag me toch echt af wie hier woont of wil wonen. Ondertussen wordt er ook eens gestopt voor enkele uitkijkpunten op het wat kale landschap waar de achtergrond gedomineerd wordt door vulkanen. 

In de vroege namiddag komen we aan op een onooglijk plaatsje en na een uurtje platte rust kunnen de benen gestrekt worden in een kleine wandeling die enkel een afdaling kent. De afdaling verloopt over gemakkelijk terrein, maar het is vooral de omgeving die weet te imponeren met prachtige vergezichten. De pre-Inca terrassen zijn een lust voor een oog en er is zelfs een soort van amfitheater dat zich tussen de landbouwterrassen bevindt. Helaas gaan we niet over een wandelpad, maar volgen we een autoweg naar beneden. Voor die auto's is het wel opletten voor gevallen stenen en rotsen, want die ontsieren de weg met hun puin en dat levert soms zelfs gevaarlijke situaties op. Na een half uurtje wandelen worden we opgepikt door onze bus en zetten we onze weg verder naar enkele natuurlijke warmwaterbaden.

De warmwaterbaden gaan van ruim twintig tot bijna veertig graden, maar zelfs het warmste bad valt erg goed mee. Ik geloof in empirisme en ik test elk bad uit, maar uiteindelijk moet ik toegeven dat er niet erg veel verschil zit in temperatuur bij de verscheidene baden. Bij het laatste bad blijf ik wat langer zitten, maar enkele reisgenoten capituleren en kleden zich om. Klaarblijkelijk is de combinatie van grote hoogte en een warmwaterbad het ideale recept voor duizeligheid voor sommigen, maar ik ben blij dat ik een beetje kan relaxen in het warme water hier.    

Zondag 11 juni
Eigenlijk dacht ik dat we gedurende twee dagen een uitgebreide tour door de Colca Canyon zouden maken, maar dat zit er dus helaas niet in. Wat wel in het programma is opgenomen, is een kijkje nemen bij de condors. Bij Cruz del Condor heb je een fantastisch uitkijkpunt waar je deze majestueuze vogels kan waarnemen. De meeste toeristen kiezen voor het hoge uitkijkpunt, maar onze gids zweert bij hoog en bij laag om het lage uitkijkpunt te nemen. En gelijk heeft hij, want een half uurtje later zie ik de condors op de warme thermiek in de lucht zweven. Condors zijn de grootste vogels ter wereld en hun vleugels kunnen een spanwijdte behalen van meer dan drie meter. Daarbij zijn de mannetjes net iets indrukwekkender dan de vrouwtjes omdat ze iets groter gebouwd zijn. Eerst zie ik hier en daar een enkeling opduiken, maar later zie ik meer groepjes die gezamenlijk het luchtruim onveilig maken. De occasionele rots staat uiteraard weer in de weg bij het nemen van foto's, maar uit de ettelijke honderden foto's die ik heb genomen, zullen er wel één of twee goede bijzitten. 

De uitgebreide tour door de Colca Canyon bestaat vandaag uit een wandeling van een half uurtje, maar het is wel een erg mooi half uurtje. De pracht van deze kloof weet iedereen te betoveren en als er onverwacht een condor enkele meters boven onze hoofden vliegt, is de pret helemaal compleet. De canyon is op dit punt bijna anderhalve kilometer diep, maar kent in totaal een diepte van ruim vierduizend meter. Dat is meteen ook de reden waarom je hier veel condors ziet: het is de ideale plek om de warm opstijgende lucht in de vorm van thermiek op te pikken. De omgeving ziet er trouwens ook opvallend groen uit met enkele mooie pre-Inca terrassen waar koffiebonen, aardappelen en vele andere gewassen worden verbouwd. Het half uurtje wandelen is de enige actieve oefening die we doen vandaag vooraleer de bus ons terug oppikt om naar Puno te rijden bij het Titicacameer. 

Dat betekent langs dezelfde weg terug en ook terug over de bergpas van 4910 meter. Deze keer stoppen we echter niet, want het is nog een lange weg naar Puno. Hier bevinden we ons op het Peruviaanse Altiplano wat zoveel wil zeggen als hoog plateau. Ik had dolgraag het Boliviaanse Altiplano bezocht nabij de zoutvlakte van Uyuni, maar dat zit er helaas niet in omdat de dertigdaagse variant van deze reis niet doorgaat. Helaas, maar deze dag biedt wel een goed beeld wat ik zou zien: azuurblauwe bergmeren, flamingo's, bizarre rotsformaties en een heleboel steppe. In Bolivë zal het ongetwijfeld spectaculairder zijn, maar ook hier ziet het er zonder meer mooi uit. Met name de prachtige locaties van de blauwe meertjes waar allerlei watervogels neerstrijken zoals flamingo's, Andeseenden en anderen zijn een waar plaatje. Het is een lange busreis, maar dit soort dingen maken het rijden in de bus dubbel en dik waard. Als de bus aankomt in Puno om 18h stap ik met een brede glimlach af.