woensdag 10 november 2021

Reisverslag IJsland deel zes: terug naar het zuiden

Vrijdag 3 september
Ook deze dag kent een rijkelijk gevuld programma waarin de bus langzaam van het noorden richting Oostfjorden rijdt. Trekpleister van deze dag is het schitterende Ásbyrgi waar een azuurblauw meertje geprangd zit tussen een basalten kloof. De eerste stop is echter het vissersdorpje Husavik. Dit is andermaal een typisch IJslands vissersdorpje waarvan er zovelen zijn, maar deze plek kent echter één bijzonderheid. Husavik is namelijk uitgerust met een walvismuseum. Dit museum geeft wat meer uitleg over verscheidene soorten walvissen en er ligt bovendien een skelet van een blauwe vinvis, 's werelds grootste dier. Op de bovenverdieping zijn er andere skeletten van walvissen te vinden en het is altijd wel interessant om te zien hoe groot deze zeezoogdieren kunnen worden. Het museum is relatief klein en op een half uurtje had ik alles wel gezien. Niettemin was dit wel een interessant bezoekje. 

Mijn portie cultuur heb ik voor deze dag wel gehad en dan is de tijd aangebroken voor Natuur met hoofdletter N. Ik denk niet dat ik overdrijf wanneer ik zeg dat dit het mooiste plekje is dat ik op IJsland ben tegengekomen. Ásbyrgi is een glaciale kloof in de vorm van een hoefijzer waarin een groen meertje centraal ligt dat omgeven is door wanden van meer dan honderd meter hoog. De eerste keer wanneer ik bij het meertje arriveer, kan ik enkel met opengesperde mond naar zoveel natuurpracht kijken. Het meertje zelf is niet zo groot, maar het is de gehele omgeving dat weet te imponeren. Even verder stap ik omhoog waar ik een mooi uitzicht heb op de rest van de kloof. De kloof zelf is overigens ook niet zo groot met een omvang van minder dan vier kilometer. Enige domper op dit toeristenfeestje zijn de... toeristen, want het durft hier wel eens te wemelen van de toeristen. Wanneer je hier als enige persoon 's ochtends of 's avonds bent, moet dit echt de hemel op aarde zijn. 

De laatste uitstap van de dag gaat alweer naar een waterval: de Dettifoss. Dit is een behoorlijk krachtige waterval van vierenveertig meter hoog die vooral erg breed is. Maar liefst tweehonderd ton water stort er iedere seconde naar beneden en dat is behoorlijk indrukwekkend. Het leuke aan deze waterval is dat je 'm vanaf verschillende hoogtes kan bekijken. Er is een glazen uitkijkplatform dat een totaaloverzicht biedt van de waterval. De beste plek voor foto's ware het niet dat de waterdamp je lens geheid nat zal maken. Zelf vind ik het echter leuker om de waterval van dichtbij gade te slaan aangezien ik me meer betrokken voel vanaf dit standpunt. Een kleine kilometer verder is er ook het kleine broertje Selfoss die slechts elf meter hoog is. Niet erg spectaculair dus, maar als je hier toch bent, wel de moeite om 'm mee te pikken. Alweer een mooie dag in IJsland dus dat bewijst dat het noorden van IJsland minstens even mooi is als het zuiden.    

Zaterdag 4 september
Als er in de Tour de France een rit zit die plaatsvindt tussen twee wat mindere plaatsen noemen we dat een overgangsrit en zo kan deze dag ook bestempeld worden. De oostkust van IJsland is niet bepaald gezegend met veel toeristische trekpleisters en als er dan al één is, is die gesloten. Dat ondervinden we namelijk aan den lijve wanneer we stoppen bij Petra's steen- en mineraalcollectie. Dit is een oud dametje dat naar verluidt een indrukwekkende collectie van stenen en mineralen heeft bijeengesprokkeld, maar bij aankomst ziet het kleine museum er angstvallig verlaten uit. Even later blijkt waarom: het museum is vanaf september gesloten. Jammer, maar de bus gaat verder. 

De volgende bestemming is het dorpje Djúpivogur dat zich weet te onderscheiden van andere plaatsen door een eigenzinnig kunstproject. Het dorpje herbergt namelijk 34 enorm grote eieren van graniet die de eieren voorstellen van IJslandse vogels. Even het bekijken waard denk ik dan bij mezelf... Gelukkig wordt het later wat interessanter bij de stranden van Stokksnes. Hier is een voormalig weerstation van de NAVO gelegen, maar de ruwe natuur is de echte gastheer van dit natuurspektakel. Al ben ik na twee weken IJsland een verwend nest geworden en is zelfs de natuur hier doodgewoon. Wat verder staat er ook een filmset van wat een vikingdorp moet voorstellen. Het dorpje staat er al ettelijke jaren en dat is te zien. Gebouwen beginnen namelijk de eerste tekenen van erosie te vertonen. 

In de avond belanden we bij eindbestemming Höfn, één van de grotere dorpen in de regio. Ik doe hier een uitgebreide wandeling die mooi begint met een parkje waar enkele rotsen staan en een pad dat vlak naast de kustlijn loopt. Het vervolg is helaas van een minder allooi. Mijn wandeling wordt namelijk vervolgd in residentiële zones en velden en soms beland ik zomaar pardoes in iemand zijn achtertuin. Het weer helpt ook niet meteen, want de opkomende regen zet me aan tot een grotere wandelpas, maar helaas kan ik niet ontkomen aan de waterstofdioxiden. Wanneer ik het hotel opnieuw zie, ben ik blij dat de wandeling is afgerond. Een einde in mineur voor deze overgangsrit.

Zondag 5 september
Zoals een sinusoïde golft de beleving van deze reis op en neer en vandaag wordt opnieuw de top bereikt. Deze dag kent een goedgevuld programma met een prachtig ritje op het gletsjermeer van Jökulsárlón en een bezoekje aan een fantastische waterval. De dag begint met ritje op het gletsjermeer. Ritje? Ja, want dit wordt namelijk gedaan met een amfibievoertuig dat op land rijdt, maar ook moeiteloos in het meer kan varen. Het meer van Jökulsárlón is uniek omdat het zich vlakbij de oceaan bevindt, maar toch wel ijsbergen kent. Dat zorgt er ook voor dat op het aanpalende strand er ook smeltende ijssculpturen te zien zijn. Zoals ik dus zei: bijzonder. Na mijn trip naar Antarctica gaan de ijsbergen me zeker niet imponeren, maar toch moet ik zeggen dat het leuk is om opnieuw al die verschillende ijsbergen te zien in het meer. De wauw-factor die m'n reisgenoten wel hebben, ontbreekt wel echter bij mij.

Na de rondvaart vertrekken we niet onmiddellijk, maar nemen we nog even de tijd om rond te dwalen op het strand waar dus verschillende ijssculpturen staan die bezig zijn om hun laatste ijselijke adem uit te blazen. De aanpalende brug zorgt eveneens voor een fotogeniek moment. Even later is het wel tijd om terug in de bus te kruipen en die brengt me deze keer naar de waterval van Svartifoss. Deze waterval vergt een klim van 175 meter en ik moet toch zeggen dat die redelijk tegenvalt en het me meer kracht kost dan ik wil toegeven. Als beloning wacht er wel een magnifieke waterval. De watervallen ben ik inmiddels moe, maar deze is wel de moeite waard. De basalten wand die de waterval omringt, kan zo dienen als wallpaper op het bureaublad van m'n laptop.

Ik heb niet altijd meeval met het weer in IJsland, maar deze keer ben ik wel bij de geluksvogels. De onheilspellende hemel kondigt een regenbui aan en die heb ik net op tijd zien aankomen. Bij aankomst had ik er namelijk voor gekozen om onmiddellijk naar de waterval te trekken in plaats van iets te eten en dat blijkt achteraf de goede keuze te zijn. Reisgenoten die hebben besloten om eerst de inwendige mens te verzorgen, belanden in die gietende regen terwijl ik rustig iets kan eten in het bezoekerscentrum. Wanneer ik terug de bus op moet, heeft de regenbui terug plaatsgemaakt voor een bescheiden zonnetje. Soms mag het ook eens meezitten!

Het slotstuk van deze dag is gereserveerd voor het zwarte strand van Reynisfjara. Het weer is  dusandermaal behoorlijk kut met peren en dat vertaalt zich in een onstuimige zee die spectaculair tegen de kliffen slaat. Dat de golven behoorlijk snel kunnen opduiken, ondervind ik zelf aan den lijve wanneer ik ternauwernood kan ontsnappen aan een snel aanstormende vloedlijn. Zelf heb ik net geen natte voeten, maar een heleboel andere toeristen hebben minder geluk. Wat dit strand zo speciaal maakt, is uiteraard de combinatie van fraaie kliffen en zwart lavastrand, maar met name de vorm van de kliffen zijn uniek. De basalten rotsen gelijken op die van de waterval van Svartifoss waardoor de rotsen zelfs het predicaat van kathedraal krijgen toegedicht. Even verder wacht er een tweede rondje van dit strand met een ander zicht, maar zo mooi als het begin wordt het niet. Desondanks is dit strand verreweg het mooiste van alle stranden dat ik op deze reis heb bezocht!

donderdag 4 november 2021

Reisverslag IJsland deel vijf: flirten met de noordpoolcirkel


Dinsdag 31 augustus
De Westfjorden worden uitgewuifd en we knopen opnieuw aan met het commerciële circuit van de ring road, maar voor het zover is, wordt er eerst nog een nachtje verbleven in het afgelegen Laugarbakki. Dit is misschien wel het meest doodse gedeelte van de reis aangezien er in deze streek niet gek veel te beleven valt. Het enige hoogtepunt van deze dag is het folkloristische museum van Tovenarij en Hekserij in het plaatsje Holmavik. Toch een beetje mager voor een gehele dag. 

Net zoals de vorige dagen is de blauwe bus de thuishaven van deze toeristenbende met af en toe fotostops van de fraaie kustlijn. We bevinden ons hier niet zo ver van de noordpoolcirkel, maar dat kan je niet afleiden uit het weer. Enkele dagen geleden werd in het iets verderop gelegen Akureyri de warmste temperatuur ooit gemeten in IJsland. Het weer op deze dag is - net zoals tijdens de gehele reis - wisselvallig. De koffers in de bus zijn deze keer voorzien met een extra kostuum in de vorm van vuilniszakken. Bij de modderachtige f-roads blijkt dat het busje niet helemaal bestand is tegen zoveel moddergeweld en achteraf stellen we vast dat via het ventiel van het reservewiel een alleraardigst portie modder en water wordt binnengesmokkeld.

Deze dag kent zoals gewoonlijk een aantal fotostops met als bijzondere vermelding een plekje waar een aantal zeehonden liggen. De beestjes worden gretig gefotografeerd, maar ik heb mijn deel van robben wel gezien sinds mijn reis op Antarctica en bovendien reikt mijn zoomlens niet ver genoeg om deze zoogdieren op gevoelige plaat vast te leggen. Wat later is het dus de beurt aan het museum van Tovenarij en Hekserij waar ik een half uurtje ronddool na eerst een grote pizza te hebben gegeten. Pizza en fast food zijn ondertussen een vast item geworden in IJsland, wellicht omdat het snel op te warmen is en lang bewaard kan worden. 

Chauffeur Anna trok zich het leed van de natte koffers aan en als zoenoffer had ze een prachtige tip. Niet ver van Laugarbakki ligt namelijk de prachtige kloof van Kolugljúfur en bij de eerste blik op deze kloof was de groep al het leed onmiddellijk vergeten. Had ik niet eerder de Markarfljótsgljúfur-kloof bezocht dan zou ik ook geïmponeerd zijn geweest door zoveel natuurgeweld. Toch blijft het een prachtig stukje natuur waar ik met veel plezier bleef. En zo kent een eerder saaie dag toch een mooi einde.


Woensdag 1 september
Akureyri is de eindhalte van deze dag en geldt als de noordelijke hoofdstad van IJsland. Met ruim achttienduizend inwoners is het naar IJslandse normen een mastodont van een stad. De hoofdattractie van vandaag is echter het museum van Glaumbær. Dit is een soort van IJslands Bokrijk in miniformaat waar nog enkele turfhuisjes staan. De turfhuisjes zijn - zoals de naam al zegt - gemaakt van turf en houden de koude verrassend goed buiten. Het nadeel is wel dat turf niet zo stabiel is en onder hevige weersomstandigheden kunnen eroderen. Dat is meteen ook de reden waarom IJslanders vanaf de 19de eeuw overstapten naar meer stabiele bouwvormen zoals hout en steen. 

Het museum van Glaumbær toont hoe een grote hoeve er honderden jaren geleden uitzag en meteen valt op hoe klein de vertrekken zijn. De huisjes en hoeve zelf zijn geenszins klein, maar zo'n boerderij kon tot twintig personen huisvesten wat zeker niet min is. Net zoals veel van de andere IJslandse musea is dit interessant voor een half uurtje, maar langer kan me het helaas niet boeien. Onderweg naar Akureyri organiseert reisleider Marcel telefonisch een boottochtje in de avond waar men op zoek gaat naar walvissen. Dat is een behoorlijk prijzige aangelegenheid en als enige van de toeristenbende bedank ik voor het aanbod. Net zoals de zeehonden heb ik het allemaal al gezien in Antarctica. 

Eenmaal aangekomen in Akureyri besluit ik om een uitgebreide avondwandeling te doen. Mijn reisboek over IJsland stelt een route voor en die brengt me naar een kitscherig standbeeld van de eerste kolonisators als startpunt. Het wordt geen mooie avondwandeling, maar wel een bijzondere. Zo leer ik dat in de jaren dertig op deze plek de eerste televisiesignalen van de BBC in IJsland werden opgepikt en kom ik ook terecht in een erg fraaie botanische tuin waar ik met plezier naar de flora kijk. De rest van de wandeling gaat door residentiële zones, maar sluit wel af in schoonheid door het oude stadsgedeelte van Akureyri. En onderweg zie ik de luchthaven van Akureyri. Het is te zeggen: een landingsstrook van amper een paar honderd meter lang vlak naast de plaatselijke fjord. Zoals ik zei: niet mooi, maar wel bijzonder!

Donderdag 2 oktober
Naar deze dag heb ik reikhalzend uitgekeken en ze heeft zeker niet teleurgesteld, hoewel ik voor mezelf het leven toch aardig moeilijk maakte... De omgeving van Myvatn is namelijk het toeristentoneel voor deze dag en dat begint met de pruttelende modderpoelen in het gelijknamige plaatsje. Deze poelen worden aangewakkerd door de ondergrondse hitte en dat zorgt ervoor dat ik modder bijna letterlijk zie koken! Ondertussen leer ik ook dat Myvatn in het Nederlands zoveel betekent als muggenmeer en dat heb ik geweten. Honderden muggen zien in mij een ideaal feestmaal en wanneer ik de insecten van me probeer af te slaan, beland ik uiteraard in een put tot aan kniehoogte. Resultaat: mijn schoen vol met bruine smurrie en een broek die deze reis nog enkel dienst doet als wasproduct.

Dat mag de pret echter niet drukken en na wanneer ik als een halve gek mijn schoen heb uitgeklopt, kan ik nog enigszins presentabel uit de bus stappen. De volgende uitstap laat niet lang op zich wachten en is een kleine vulkaan dat een mooi uitzicht biedt over deze geothermisch drukke omgeving. Blikvanger is het kratermeertje dat een diepblauwe kleur kent. De tijd staat echter niet stil en na een half uurtje gaan we al weer verder naar het labyrint van Dimmuborgir. En wat mij betreft is dit één van de hoogtepunten van de gehele reis. 

Dimmuborgir is een plek die bestaat uit grillige rotsformaties van lava die ongeveer drieduizend jaar geleden zijn ontstaan in de meest spectaculaire vormen. De rotsen zijn echter poreus en daarom zijn er verscheidene paden aangelegd die je door dit doolhof leiden. Dat mag je letterlijk nemen, want paden zijn niet echt bewegwijzerd met kleurcodes. Ik ben echter niet voor één gat te vangen en ik had op voorhand al een offline kaart van IJsland gedownload op Wikiloc waar al de paden mooi zijn aangeduid. Zodoende heb ik een mooie wandeling gemaakt, maar een labyrint kan ik het dus niet meer noemen voor mij. 

Even later brengt de bus ons naar een erg fraai uitkijkpunt over - wat ik vermoed - het meer van Myvatn is. Enkele eilandjes en schiereilandjes domineren het panorama over dit meer. Dit meer is overigens vrij groot met een omvang van zevenendertig vierkante kilometer en is dus een kleine wereld voor een heleboel vogels en andere dieren. De laatste uitstap van de dag bevindt zich vlakbij ons hotel waar ik een rondje maak rond de pseudokraters van Skútustaðir. Pseudokraters ontstaan door de ondergrondse warmte die de drukte op het aardoppervlak doet toenemen. Het is een typisch IJslands verschijnsel dat je overwegend in deze omgeving tegenkomt. Ook deze wandeling is een plezier om te doen in een dag die bol staat van de hoogtepunten.