maandag 28 maart 2016

Musea in maart

Cultuur in maart
Hoewel we allerminst een strenge winter hebben gehad, is het toch leuk dat het wat zonniger wordt en de dagen langer worden. Wanneer de winter een ideale tijd is om gekluisterd voor de TV te zitten, dan is het begin van de lente een ideale tijd om terug de buitenwereld te verkennen. Eén van m'n voornemens vorig jaar was om meer musea te bezoeken. Zo heb ik onder meer in Oostende de Terracottabeelden bekeken, heb ik het Jenevermuseum in Hasselt bezocht, ben ik langs geweest in het Speelkaartmuseum in Turnhout en natuurlijk kon In Flanders Fieldmuseum in Ieper niet ontbreken. Na een museumloze winter, heb ik de afgelopen drie weken vier musea bezocht: Trainworld in Schaarbeek, Autoworld en Sarcophagi in het Brusselse Jubelpark en het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Hier volgt een klein overzicht van deze musea.

Trainworld
Aan het station van Schaarbeek vind je vier grote hallen waar Trainworld is gevestigd. Hier binnenkomen is een avontuur an sich, want door de slecht bewegwijzerde pijlen is het geen koud kunstje om de ingang te vinden. Als je de ingang toch hebt gevonden, word je - zoals de naam belooft - ondergedompeld in een wereld van treinen. Zo krijg je de allereerste stoomlocomotief te zien, maar neemt het museum je ook doorheen de tijd en krijg je futuristische kogeltreinen te zien uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Er is ook aandacht voor andere zaken: zo is er een kort traject dat uitlegt hoe een treinspoor wordt gemaakt en worden nevenzaken zoals postbedeling, goederentransport en zelfs klokken toegelicht. De audiogids kan je gratis van internet downloaden en je krijgt dan een heleboel extra uitleg erbij. De inkomprijs van tien euro is meer dan schappelijk voor hetgeen je allemaal te zien krijgt. 

Autoworld
Autoworld is het oudere broertje van Trainworld. Die laatste is opgericht in 2015 terwijl Autoworld nu zijn dertigjarig bestaan viert. Ook de inkomprijs is hetzelfde: tien euro. Ook hier kan je een audiogids van het internet downloaden wat wel meer voeten in de aarde heeft omdat het via Podcatcher werkt. De audiogids is bij Autoworld compacter en ook de opbouw in het museum is een stuk soberder. Er zijn verschillende thema's (sportauto's, auto's in België, ...) maar de gegeven informatie is eerder karig. Meer dan wat technische informatie zoals het aantal cc, maximum snelheid, ... krijg je niet te zien. De collectie van zo'n 250 wagens is nochtans indrukwekkend met vooral auto's uit de beginjaren van de industrie. Zo'n auto blijkt dan eigenlijk niet veel meer te zijn dan een gemotoriseerde koets. Daarnaast is er ook ruimte voor ander transport zoals koetsen en moto's, maar dit heb je snel bekeken. Trainworld is een blinde aanrader voor iedereen, terwijl je bij Autoworld toch een liefhebber van auto's moet zijn om er te kunnen van genieten. 

Sarcophagi
Ook in het Jubelpark bevindt zich de tijdelijke tentoonstelling Sarcophagi die loopt tot 20 april 2016. Zoals de naam doet vermoeden, gaat Sarcophagi over het begraven van doden in het oude Egypte. De inkomprijs is met z'n dertien euro wel aan de dure kant. Je krijgt er weliswaar ook toegang tot andere ruimtes waar opgravingen van archeologen van de KU Leuven te zien zijn, maar dat vond ik persoonlijk niet de moeite waard. Het paleis zelf is echter wel een pareltje en het loont de moeite om een paar keer te stoppen om de architectuur te bewonderen. De tentoonstelling bestaat voornamelijk uit beeldjes, muurfragmenten, sarcofagen en lijkkisten. Het begint sober met beeldjes en kleine lijkkisten, maar de levensgrote sarcofagen stelen de show. De collectie van het museum is zeker en vast de moeite waard, maar ook hier geldt - net zoals bij Autoworld - dat de omkadering beter ingericht kon zijn. Zo wordt er uitgeweid over de verschillende Egyptische goden, maar wordt er weinig verteld over de geschiedenis van Egypte wat toch vrij cruciaal is in zo'n tentoonstelling. Voor iedereen die enigszins interesse heeft in de oudheid is Sarcophagi toch wel een aanrader. 

Gallo-Romeins museum
Het Gallo-Romeins museum was in 2011 de laureaat van European Museum of the Year en dat schept natuurlijk verwachtingen met zich mee. Voor vijftien euro bezocht ik de tijdelijke tentoonstelling over gladiatoren (die loopt tot vier april 2016) en is er ook de permanente tentoonstelling over de bewoners in de streek van Tongeren door de geschiedenis heen. De tentoonstelling over de gladiatoren kan ik enkel met superlatieven toedichten. Je krijgt in het begin een audiogids waarmee je nummers kan scannen en zo meer informatie over de tentoongestelde stukken kan oproepen. In het begin is het door de duisternis (je zit namelijk in een kelder) en door de nauwe gangpaden over de koppen lopen. Daarna worden de ruimtes groter en is een stuk aangenamer om door de tentoonstelling te kuieren. Fresco's krijgen door de audiogids een totaal ander beeld. Wat anders een eeuwenoud fresco is met weinig verhaal krijgt door de (soms te) uitgebreide audiogids een totaal andere belevenis. Je wordt op een vlotte manier door de geschiedenis van gladiatoren geleid en je leert over de verschillende types van gladiatoren. Er is natuurlijk ook veel aandacht voor het Colosseum en op het einde mag je een koptelefoon opzetten zodat je zelf kan beleven hoe het is om in zo'n arena te staan. Van al m'n museumbezoeken is dit toch wel met afstand het meest geslaagde bezoek. De permanente tentoonstelling was dan weer een kleine anti-climax. Dit heeft meer te maken met persoonlijke interesse dan de tentoonstelling zelf die goed was opgebouwd.