vrijdag 23 december 2022

Het beste WK ooit

 "Het beste WK ooit", zo omschreef Fifa-voorzitter Gianni Infantino het afgelopen WK in Qatar. Hij fulmineerde vooral op de westerse pers die over verscheidene controverses op en over dit WK berichtten. Het gaat over de schrijnende arbeidsomstandigheden van arbeiders uit Zuid-Oost-Azië, containers die moeten doorgaan als luxueuze hotelkamers, Budweiser dat plots geen bier mag verkopen rondom het stadion hoewel dit door de Fifa plechtig werd beloofd en we kunnen nog even doorgaan. Nochtans werd er nog nooit zoveel naar een wereldkampioenschap voetbal gekeken en de zinderende finale tussen Argentinië en Frankrijk eindige op een nooit geziene 3-3 waar de Zuid-Amarikanen het haalden in de strafschoppen. Sportief een hoogvlieger dus, maar extra-sportief op zijn minst controversieel. 

De allergrootste
Of Messi nu de allergrootste voetballer ooit is - figuurlijk dan - is volgens veel sportkranten niet langer een vraag meer. Met de wereldtitel van Argentinië heeft hij eindelijk de felbegeerde trofee in handen en kan niet langer gezegd worden dat Maradonna beter is omdat hij Argentinië hoogstpersoonlijk naar de wereldtitel leidde. Nochtans valt er veel op Messi's inbreng af te dingen. De Argentijn was nochtans goed bij schot met maar liefst zeven doelpunten en toonde zich op 35-jarige leeftijd als een echter meester. Dat neemt echter niet weg dat Argentinië wel bijzonder snel strafschoppen kreeg toegekend van scheidsrechters waarvan Messi er vier omzette. Er kan geargumenteerd worden dat aanvallende teams sneller een strafschop krijgen, maar de nationale elftallen van Brazilië en Spanje kregen bijvoorbeeld veel minder strafschoppen. Een feit dat buitenlandse media snel hebben opgepikt. 

Hoe dan ook blijft Argentinië een verdiende wereldkampioen want het speelde vanaf de 1/8ste finales erg consistent en liet in elke wedstrijd erna fraaie dingen zien. Nochtans zag het er in het begin niet goed uit met een erg onverwachte nederlaag tegen Saoudi-Arabië. Al-Dawsari krulde de bal heerlijk voorbij de Argentijnse doelman Martinez en een gedesillusioneerd Argentinië zag de bui al hangen voor de rest van het toernooi. Dat kwam er dus niet met dank aan Messi en co. 

Andere favorieten
De grootste titelpretendent was echter Brazilië dat tot aan de kwartfinale het beste voetbal van alle landen liet zien. Tegen Kroatië regende het kansen in de kwartfinale, maar Neymar kon na een heerlijk combinatiedoelpunt pas in de toegevoegde tijd scoren. Als een duiveltje uit een doosje scoorde Kroatië ogenblikkelijk tegen en trokken de Brazilianen aan het kortste eind in de strafschoppenreeks. Een verrassing van formaat, want een wedstrijd tussen Brazilië en Argentinië zou een absolute apotheose voor dit WK zijn geweest. Nu ging Kroatië door naar de halve finales waar het eenvoudig werd opzij gezet door Argentinië. 

Frankrijk was die andere gedoodverfde kandidaat en haalde uiteindelijk ook de finale. Sterspeler Kylian Mbappé is meer nog dan Messi de voetballer van dit toernooi met acht doelpunten waarvan twee strafschoppen. De buitenspeler leidde Frankrijk in moeilijke tijden naar de overwinning met een doelpunt of assist en is ongetwijfeld de meest beslissende speler op dit WK, hoewel Messi verkozen is tot beste speler van het WK. In het parcours naar de finale was de clash tegen Engeland in de kwartfinale wellicht de zwaarste. De Fransen haalden het met 1-2 maar de Engelsen hadden wel de meeste kansen om te scoren. Dat deden ze dus niet en zo ging Frankrijk naar de halve finale waar het een verrassend Marokko aantrof. Marokko kon echter geen vuist maken tegen een uitgekookt Frankrijk en de tweede WK-finale op een rij was een feit. In die finale ontbond Mbappé na tachtig minuten zijn duivels en scoorde hij twee keer. In de verlengingen scoorde hij nog op strafschop waardoor hij de eerste speler is die een hattrick maakt op een WK-finale.

Spanje ging er in de 1/8ste finales verrassend uit tegen Marokko. Zoals gewoonlijk hadden de Spanjaarden veel meer balbezit  - en ook kansen - maar dat mocht niet baten. De Noord-Afrikanen hielden de deur hermetisch gesloten en haalden het via strafschoppen. Dat dit geen toeval is, bewijzen ze in de kwartfinale waar En-Nesyri een flater van de Portugese doelman Diogo Costa afstrafte en de 1-0 eindstand optekende. Duitsland verging het nog echter en kon opnieuw niet kwalificeren voor de volgende ronde. Japan versloeg de Duitsers verrassend 1-2 hoewel de Duitsers nochtans de beste statistieken hadden. Ook tegen Spanje en Costa Rica had Die Mannschaft de meeste kansen, maar met statistieken koop je dus niets. 

Ge moogt naar huis gaan
Des te minder er gezegd wordt over de prestaties van de Belgen, des te beter. België was één van de slechts presterende ploegen op dit WK met drie wedstrijden waarin het slecht tot matig speelde. Tegen Canada tekende Batshuayi voor de enige treffer nadat Canada een strafschop gepareerd zag worden door Courtois. Sneu voor de Canadezen, vooral omdat ze de betere ploeg waren. Tegen Marokko was België kansloos en tegen Kroatië - op papier de zwaarste tegenstander - werd er 0-0 gelijkgespeeld. Lukaku miste drie loepzuivere kansen, maar de uitschakeling aan Lukaku verwijten, is klinkklare onzin. De spits komt net terug uit blessure en heeft amper ervaring opgedaan dit seizoen. 

De Bruyne heeft echter wel boter op het hoofd, want hij was heel teleurstellend op dit WK. Andere spelers waren ook erg matig zoals Carasco, Meunier, Witsel en het is niet lang gissen waarom België de uitschakeling verdiende. Symptomatisch voor de selectiepolitiek zijn de basisplaatsen van Vertonghen en Alderweireld die zelfs in de Belgische competitie nauwelijks weten uit te blinken. De vier op negen verbloemt dus veel en het is dus logisch dat Martinez het voor bekeken houdt als bondscoach. Ook Hazard zegt vaarwel, waardoor België dus op zoek mag gaan naar een nieuwe generatie. 

Everton-middenvelder Onana heeft bewezen dat die er is en ook andere opkomende talenten zoals Doku en De Ketelaere gaan op korte termijn (wellicht) meer kansen krijgen. Voor spelers zoals Tielemans en Trossard is het nu tijd om op te staan en te bewijzen dat ze bij de Europese (sub)top horen. Hoewel er dus aan talent moet worden ingeboet, is er nog altijd voldoende talent aanwezig om een rol van betekenis te spelen in het Europese voetbal. Een Europese titel zal er binnen twee jaar niet inzitten - zeker niet met deze verdediging en één spits op niveau - maar een 1/8ste finale moet zeker mogelijk zijn met dit spelersmateriaal. Een plek die het jarenlang ambieerde op een groot toernooi, maar nu willen we er geen genoegen meer in hebben.   

zondag 11 december 2022

De twintig mooiste wandelroutes van 2022 (deel twee)

Elke trekking die ik heb gedaan dit jaar vaardigt een etappe af voor de top tien, maar het is toch de Alta Via I dat zich de rol van prijsbeest mag toe-eigenen met vier wandelingen. Ironisch genoeg verwachtte ik toch iets meer van deze huttentocht, maar er is een reden waarom de Alta Via I (als één van) de mooiste trektocht van Europa wordt genoemd. 

10. Eislek Trail etappe 5: Nadrin - La Roche-en-Ardenne
De Eisleck Trail vond ik een klein beetje tegenvallen in met name het gedeelte in het Groot-Hertogdom Luxemburg. De wandelingen aan Waalse zijde zijn een stuk avontuurlijker en dat is het minste wat je van de afsluitende etappe kan zeggen. Gedurende twee uur begeef ik me met een bang hartje langs rotsige paden naar beneden, maak ik een erg stevige klim naar boven, moet ik mijn techniek aanscherpen bij de lastige paadjes naast de oevers van de Ourthe, stuit ik op een archeologische site en geniet ik van het schitterende uitzicht over de Ourthe die de Ardennen doorkruist. En dat allemaal in een stukje wildernis waar geen verharde wegen te vinden zijn. De tweede helft van de wandeling is een stuk saaier, maar de eerste helft is zo goed dat je de tweede helft er zonder problemen bijneemt. Ongetwijfeld één van de leukste wandelingen in de Ardennen!


9. Jordan Trail dag 3: van Al Manşūrah - naar Al Ḩaddādah
De tweede dag noemde ik al eerder mijn zwaarste wandeling ooit, maar ook deze dag is niet veel lichter. Ook nu gaat het stevig omhoog, maar gelukkig wel met hellingsgraden die wat minder inspannend zijn voor de beenspieren. Deze dag blinkt echter uit door enkele prachtige momenten zoals een vergezicht over de diverse bergen in deze woestijn en prachtige rotsen waarin ééntje zelfs de vorm van een boog heeft. Het leukste stuk is echter bij het einde waar granieten terrassen worden versierd met laag groeiende vegetatie waardoor deze wandeling een totaal ander smoeltje krijg dan het typische woestijnlandschap dat ik tot dusver heb gezien. Oh ja, en onderweg heb ik ook nog enkele wilde kamelen gezien die zich gewillig lieten fotograferen. Niet slecht voor een dagje door de woestijn trekken. 


8. De bergen langs de Roannay
De enige wandeling van de website Originele wandelingen siert plaats acht en dat was ooit wel eens anders. Ik doe er nu dus minder, maar dit exemplaar is wel een topper. De grootste kwaliteit van deze wandeling is misschien wel de omgeving waarin ik amper een levende ziel tegenkwam op een zaterdagochtend. Toch zijn er andere factoren die deze route zo aantrekkelijk maken. Het begin is verrassend technisch met enkele stevige klimmetjes omhoog, enkele knappe vergezichten, een mooi paadje langs een wild stromende beek en een snuifje padvinderij bij een zo goed als vergaan pad midden in het bos. Een heel erg complete wandeling dus met leuke plekjes en een hoge fun factor. 


7. Dingle Way dag 6: van Feohanagh – naar Cloghane
Ierland heeft een heleboel regen en ook nu is dit het geval. Hier kijk ik toch een beetje tegen op aangezien de klim naar Mount Brandon toch wel een stevige zeshonderd meter bedraagt. Ondanks de regen is dit een mooie dag geworden. De route naar Mount Brandon weet te verrassen met enkele leuke veldwegen en een kabbelend beekje. De klim bij deze berg vergt wat zoekwerk om de te volgen paaltjes te ontdekken, maar de klim over de groene bergwand is een leuke afwisseling met klassieke alpiene bergpaden en bovendien is het uitzicht zelfs met slecht weer mooi. De afdaling erna is een beetje technischer, maar duurt niet lang. Het gevaarlijkste punt van de dag is echter Murphy's Bar waar de Guinness heel goed smaakt met alle gevolgen van dien... 


6. Alta Via I dag 2: van Refugio Pederü- naar Refugio Lagazuoi
Hier ben ik compleet de mist ingegaan door geen lunchpakket mee te nemen wat ik cash betaal bij de beklimming naar de top van de Lagazuoi die schijnbaar eindeloos duurt. Hoewel ik voor dit stuk nieuwe woorden heb uitgevonden voor het Vlaams scheldenwoordenboek is al de rest wel erg geslaagd. De afdaling waar ik uitkijk op het bergmeertje Lagazuoi is wellicht het mooiste moment van de gehele Alta Via I en ook de beklimming langs smalle bergpaadjes doet het hart van de sportieve wandelaar sneller slaan. Maar ook minder in het oog springende passages zoals de langzame klim uit de vallei bij refugio Pederü door een rotsvlakte omzoomd met schrale struiken zijn een plezier om te doen. Een zware, maar mooie etappe dus.


5. Alta Via I dag 4: van Refugio Averau - naar Rifugio Staulanza
Soms is het moeilijk om te omschrijven wat een wandeling zo bijzonder maakt en zeker op deze dag. In het midden van deze etappe zijn er leuke alpenweiden die zijn omgeven door verschillende bergen en ze zijn zo bijzonder omdat ze... zo gewoontjes zijn. Geen spectaculaire vergezichten, maar wel groene grasvlaktes die ver strekken maar op een bepaald moment toch een halt worden geroepen door de bergen die er over torenen. Het is een serene sfeer die ik persoonlijk zelden heb meegemaakt. Daarnaast heeft deze wandeling andere positieve punten zoals de technische passage naar rifugio Passo Giau waar ik over, langs, naast, onder en door rotsen moet kruipen. Ook de passage waar bos en rotsvlaktes elkaar ontmoeten na Citta di Fiume is één van mijn favoriete momenten van de Alta Via I.


4. Plankenkoorts aan de Baraque Michel
Wat mij betreft is dit één van de meest volledige en lonende wandelervaringen die je als wandelaar kan beleven in de Ardennen. Kers op de slagroom bij mijn uitstap in februari was dat er zich een wit sneeuwtapijt heeft ontvouwd in de vorige nacht en dat maakte het decor van de Hoge Venen nog mooier dan het al was. Het wordt dan ook een stuk drassiger, modderiger en natter, maar dat neem ik er met alle liefde bij. Passages langs diverse beekjes zoals de Trôs-Marets zijn behoorlijk technisch en vergen toch wat tredzekerheid. De vele knuppelpaden rondom de Baraque Michel beschermen het veengebied dat er in de winter zo prachtig bijligt en één stevige beklimming heeft zelfs de allures van een bergwandeling. Enkel een lang stuk rechtdoor van zeven kilometer is wat saaier bij een wandeling die uitblinkt in alle facetten. 


3. Alta Via I dag 1: van Lago di Braies naar Rifugio Pederü
Ik heb geluk met de openingsetappes van mijn trekkings dit jaar, want de eerste route van de Alta Via I is zelfs één van de mooiste wandelingen van 2022. Dat heeft veel te maken met Lago di Braies dat zo lijkt weggelopen te zijn uit een sprookjesboek. Het blauwe meer zit geprangd tussen dreigende bergen en dat zorgt voor enkele van mijn mooiste foto's van het jaar. De daaropvolgende klim is misschien wel de zwaarste van de gehele Alta Via I omdat ik dit toch wat onderschatte. In de namiddag is het parcours wat vriendelijker voor de benen met mooie grasvlaktes, een rotspaadje door een stukje bos en op het einde veel kiezelwegen. Pittoreske scènes wisselen zich op regelmatige basis af met inspannende momenten en dat maakt deze etappe zo goed. 


2. Dingle Way dag 4: van Dingle – naar Dunquin
Zon of regen, het kan een groot verschil betekenen bij de beleving van een wandelroute. Deze route van Dingle naar Dunquin is één van de beste routes die ik dit jaar heb gedaan, maar veel heeft te maken met de prachtige uitzichten waarvan ik heb genoten dankzij een stralend zonnetje. Vervang dit zonnetje door een grote regenwolk en er is weinig charme aan deze dag. De grootste trekpleister op deze route is een archeologische site bij een bergflank waar ik uitkijk op enkele eilandjes en de Atlantische Oceaan. Dat dit een mooie locatie is, weten ook filmproducenten want films zoals Ryan's Daughter en de laatste Star Wars-trilogie zijn hier opgenomen. Het is daarom ook een populaire route met de auto, maar al wandelend valt er zoveel meer te genieten van deze omgeving. Toch zijn er genoeg andere zaken die deze wandeling kleur geven zoals een leuke passage op het strand en een uniek uitkijkpunt bij een veldweg dat gestaag omhoog gaat. Wandelingen zoals deze is de reden waarom men zegt dat Ierland zo mooi is.   


1. Alta Via I dag 7: van Rifugio Carestiato - naar Rifugio Pian de Fontana
Tegen de stroom ingaan, heeft soms zo zijn voordelen. Veel hikers die ik onderweg bij de Alta Via I ben tegengekomen hebben afgehaakt na dag zes. Waarom? Omdat ze de klim naar de top van Cima de Zita Zud zien zitten omdat de cijfers beangstigend zijn. Een klim van bijna zeshonderd meter met een hellingsgraad van dertig procent en soms meer. Toch ben ik blij dat ik dit gedaan heb, want de beloning is groot. De beklimming zelf is een stuk minder zwaar dan ik dacht, want ik heb geleerd van mijn fouten en heb nu wel een lunchpakket mee en ik heb even ervoor nog een minestronesoep gegeten bij refugio Pramparet. De steile afdaling is eigenlijk moeilijker, maar spectaculaire uitzichten en marmotten die uit hun holen komen piepen, zijn een mooie afleiding. Persoonlijk geniet ik echter het meest van een relatief vlak stuk waar ik een alternatieve route volg en bijna twee uur alleen op deze planeet lijk te zijn terwijl kleurrijke bloemen in alpenweiden me begroeten. Meer nog dan gelijk welke wandeling in 2022 weet deze route me te zinnenprikkelen en dat is de reden waarom dit mijn mooiste wandelroute is van het afgelopen jaar.

zaterdag 10 december 2022

De twintig mooiste wandelroutes van 2022 (deel één)

Een ietwat vreemd jaar voor mijn wandelingen, want nog nooit heb ik zoveel trektochten gedaan in de eerste helft van het jaar en nog nooit heb ik zo weinig gewandeld in de tweede helft van het jaar. Een jaar van uitersten dus. Aan trektochten geen gebrek: de Jordan Trail in Jordanië, Dingle Way in Ierland, Alta Via I in de Italiaanse Dolomieten en de Eisleck Trail in Luxemburg en eigen land maakten deel uit van mijn wandeldieet het afgelopen jaar. Dat gaat ten koste van wandelingen in eigen land en met name de wandelingen van de website originelewandelingen schitteren in afwezigheid. Slechts vier heb ik er gedaan, terwijl dit bij de vorige jaren een stuk meer waren. Ik ging dus meer wandelen in Vlaanderen en twee exemplaren halen de top twintig. Toch is vooral het buitenland dat in deze lijst figureert, want bergen, woestijnen en oceanen zijn toch net iets spectaculairder dan de akker van boer Charel. 

20. Kliffen en blikken in de omgeving van Nideggen
Net over de grens bij Duitsland is het Eifelgebergte een klein wandelparadijs en deze wandeling maakt daar helemaal gebruik van in een grillig landschap waar rotsen en kliffen het landschap gedurende twee uur domineren. Het is ook een vrij sportieve wandeling met tamelijk wat hoogtemeters en redelijk wat variëteit. Het beste kruit is echter bij het begin verschoten waardoor de rest van de wandeling wat moet onderdoen voor het begin. Kiezelwegen en akkers zijn een minder leuk wandeldecor dan de rotsen en naaldbossen bij het begin. Waarschijnlijk zijn er betere wandelingen om te doen in deze buurt, maar niettemin een aanrader door het fantastische begin en de mooie uitzichten die deze route te bieden heeft. 


19. Jordan Trail dag 2: van Feynach naar Al Manşūrah
Deze wandeling zal me nog lang heugen en dat heeft alles te maken met de zwaarte, want dit is ongetwijfeld de zwaarste wandeling die ik ooit heb gedaan. En dan reken ik de tweede dag van de Alta Via I erbij waar ik met een rugzak van zeventien kilo 1700 meter hoogtemeters heb gedaan waarbij ik de laatste twee uren totaal uitgehongerd en uitgedroogd was omdat ik geen voedselpakket mee had. Zo zwaar is deze route dus. Veel heeft te maken met het ontbreken van een camelback wat op de Jordan Trail eigenlijk een verplicht attribuut is. Ik was dus eigenlijk continu uitgedroogd en de duizend hoogtemeters over rotsige geitenpaadjes was technisch ook niet simpel. Ondanks alle sportieve ontberingen is dit een route om te genieten. Bergen in een woestijnlandschap zijn sowieso een uniek tafereel (voor mij) en kleine kloofjes maken dit landschap nog meer bijzonder. Er zit ook een snuifje cultuur op dit traject aangezien Feynach een culturele site is waar vroeger koper werd gedolven en hier zijn ook (open) tombes te vinden. Een heel bijzondere wandeling dus. 


18. De Watersnipwandeling
Misschien wel de meest aangename verrassing dit jaar is de wandeling die de buurt rondom het bezoekerscentrum De Watersnip in de Vallei van de Zwarte Beek verkent. Deze route is afkomstig van de Wandelgids Zuid-Limburg en is een mooi toonbeeld dat menselijk ingrijpen in de natuur niet automatisch moet leiden tot een verloederd landschap. De mijnterril van Heusden-Zolder is namelijk een mooi stukje natuur en dat gecombineerd met de knappe beekvallei van de Zwarte Beek levert heel wat natuurschoon op. De sterkte van deze wandeling schuilt ongetwijfeld in de variëteit door de aanwezigheid van water in de beekvallei, maar vergt ook een stukje klimwerk om de top van de terril te bereiken. Af en toe is er een kleine smet op het blazoen zoals het beginstuk dat niet bijster interessant is en stukjes die gaan langs fietspaden en verharde wegen. Beschouw het als noodzakelijk kwaad om één van Vlaanderens mooiste routes in lusvorm te doen. 


17. Wezemaalse wijngaardwandeling
Dit is één van mijn meest recente wandelingen, hoewel het inmiddels ook alweer twee maanden geleden is dat ik die heb afgerond. Net zoals bij de vorige wandeling is variëteit het sleutelwoord bij dit traject. Het herfstlandschap bij het begin van de wandeling rondom de wijngaarden is zonder meer knap te noemen. Hellingen kunnen een tikje verraderlijk zijn, want ze gaan steiler omhoog dan ik dacht. De wandelpaden nodigen uit om door het bos te gaan en meer dan eens had ik de neiging om spontaan een pad te volgen, maar uiteindelijk beperkte ik me tot de route die ik op Wikiloc volgde. De tweede helft van deze route gaat langs het kasteel van Horst en hoewel ik deze buurt inmiddels goed ken, blijft het een leuk gebied om in te wandelen. Het einde sluit weer aan bij de wijngaarden en gaat terug een stukje omhoog. In het bos liep ik even verloren, maar kris-kras langs kleine bospaadjes lopen biedt ook een zekere charme. 


16. Langs de Adervennen in Oisterwijk
De enige Nederlandse wandeling van het lijstje en opnieuw een exemplaar dat afkomstig is van Wandelgids Zuid-Limburg. Op deze website noemen ze het één van de mooiste wandelingen van de provincie Noord-Brabant en dat is niet gelogen. Ik deed deze wandeling in augustus en dan staat de heide in bloei. Uiteraard kruist deze route net een groot heidegebied dat omzoomd is door een duinenlandschap. De diverse kleuren toveren dan beslist een glimlach op het wandelgezicht. Toch biedt deze wandeling meer, veel meer. Er is ook een tof stukje langs een beek dat verrassend sportief is en de diverse vennen bij het begin zijn simpelweg erg tof om te verkennen. De duinen in het midden van de route kunnen soms wat monotoon aanvoelen, maar de diverse vennen doorbreken dit patroon. Het enige minpunt van de wandeling is een strook langs een beek die volledig overgroeid is en daarom niet langer meer bruikbaar. Toch biedt de rest van de wandeling genoeg plezier om hem aan te raden.


15. Dingle Way (Ireland) stage 8: Fahamore – Camp
Afsluitende dagen van een trekking hebben altijd de neiging om tegen te vallen, maar de Dingle Way is de spreekwoordelijke uitzondering. Eigenlijk is dit niet de allerlaatste route, want er is nog een route van Camp terug naar Tralee, maar die heb ik niet gedaan aangezien dit anders een kleine herhalingsoefening zou zijn van de eerste dag. Op deze dag lachte het zonnetje extra breed en dat maakt deze wandeling een stuk mooier. De passages langs het strand zijn een plezier om te doen en zelfs de verharde wegen zijn een mooi decor omdat links de oceaan me toelacht en rechts word ik getrakteerd op een groen berglandschap. Meer moet dat niet zijn! Een duinenlandschap en enkele veldwegen maken deze wandeling extra gevarieerd, maar toch zijn er enkele minpunten. Omdat het hoogtij was, moest ik uitwijken naar een drukke weg en dat was toch wel wat jammer. Toch blijft het totaalpakket erg attractief door de diversiteit van landschappen en dorpjes. 


14. Jordan Trail dag 1: van Dana naar Feynach
Veel mooier kan een openingsdag niet worden dan dit. Wanneer ik wakker word in Dana ontvouwt er zich een prachtig landschap voor mijn ogen. Aangezien ik 's nachts arriveerde heb ik dit landschap niet gezien en met opengesperde mond kijk ik naar de bergen. Dana bevindt zich in de bergen en in deze openingsdag dalen we maar liefst duizend meter door een prachtige kloof. Bij iedere bocht neem ik een foto omdat de vergezichten zo spectaculair zijn. De rotsachtige woestijn lijkt op het eerste gezicht monotoon, maar de verschillende soorten rots en steen hebben kleine kleurverschillen en geven toch een beetje variëteit aan dit landschap. Het mooiste moment is misschien wel bij het midden waar er een kleine oase is waar een boom uit het niets lijkt te groeien. Bij de tweede helft van de wandeling wordt het terrein meer open en zijn het vooral de rondtrekkende Bedoeïenen die opvallen. Wel is het terrein erg rotsachtig en dat vergt wat aanpassingswerk. 


13. Alta Via I dag 3: van Refugio Lagazuoi naar Refugio Averau
De kortste route van de Alta Via I heb ik op minder dan vier uur afgerond, maar het zijn wel mooie vier uren. Het mooiste landschap van de Dolomieten vind ik persoonlijk de weinig spectaculaire Alpenweiden en die zie ik hier volop bij mijn afdaling van de top van de Lagazuoi. Ook de beroemde granieten pieken van de Dolomieten zie ik hier volop. Na het gezweet en gezwoeg van de eerste twee dagen is het leuk om eens wat meer ontspannend af te dalen. Misschien wel het leukste gedeelte van de dag is een onverwachte passage door het bos dat door een kleine beekvallei gaat. Helemaal zweetvrij is deze route echter niet, want bij de laatste drie kilometer gaat het ruim vierhonderd meter omhoog met soms steile hellingsgraden. Het wat saaie naaldbos maakt deze klimtocht niet veel beter, hoewel de vergezichten soms spectaculair zijn. Het pittoreske klimcentrum Cinque Torri - vijf torens - is niet veraf en dat levert leuke plaatjes op. 


12. Alta Via I dag 5: van Rifugio Staulanza naar Rifugio Vazzoler
Eén van de langere dagen op de Alta Via I, maar wel ééntje die heel wat te bieden heeft. Het bos waarin ik afdaal voelt erg Ardennen-achtig aan, inclusief kleine bospaadjes. Helaas zitten er ook wat mindere elementen op deze wandeling zoals de lange stijging naar Rifugio Coldai die hoofdzakelijk langs lange haarspeldbochten over kiezelwegen gaat. Dit transformeert langzaam naar een klein paadje door (een beetje) woestenij en dat is toch een veel leukere omgeving om in te wandelen. Het leukste gedeelte is ongetwijfeld rondom Rifugio Coldai waar ik uitkijk over prachtige panorama's, het bergmeertje Coldai en begroet word met een stevige afdaling over kleine rotspaadjes. Ik word achtervolgd door een groepje luidruchtige Amerikanen, maar wanneer die halt houden bij Rifugio Tissi ben ik helemaal alleen op deze route omgeven door prachtige bergen in een vallei. De afdaling naar Rifugio Vazzoler is wat saai langs - opnieuw - kiezelwegen, maar - opnieuw - is dit weer een erg geslaagde dag op de Alta Via I. 


11. Dingle Way dag 1: van Tralee naar Camp
Als openingsetappe is de eerste dag van de Jordan Trail een enorme meevaller, maar het kan altijd beter. Dat bewijst de eerste dag van de Dingle Way dat de rand van het Slieve Mish gebergte verkent. Het openingsuur is nochtans eerder saai langs verharde wegen, de stadskern van Tralee en een lang stuk rechtdoor waar een kanaal wordt gevolgd. Dan besluiten de weergoden om de hemelsluizen te openen en regent het twee uur lang oude wijven. Ondanks het barslechte weer is het technische rotspad langs de Slieve Mish meer dan de moeite waard met een mooi uitzicht op de Atlantische Oceaan. Het is echter de tweede helft die deze openingsetappe zo bijzonder maakt. Overal duiken er leuke plekjes op uit het niets zoals een hoge waterval, een verwilderde beekvallei, een ruïne, stapstenen door een rivier en een wel heel erg fraai graspad. Het is een opeenstapeling van onverwachte, leuke momenten en dat bezorgt deze etappe een heel aparte, maar mooie smoel. Maar waarom Ierland er zo groen uitziet, wordt op dagen zoals de deze wel erg duidelijk... 

maandag 5 december 2022

Tien city trips om te zien

Hoewel ik graag in de natuur verkeer, vind je me ieder jaar ook wel in een stad om gedurende enkele dagen mijn dosis cultuur op te vijzelen. Het is namelijk een groot plezier voor mij om door kleine steegjes te kuieren, musea te ontdekken en lokale mensen te ontmoeten. Daarom lijkt het me wel leuk om eens mijn persoonlijke top tien te delen. Het gaat hier dus om steden waar ik op vakantie ben geweest en dus niet als stop heb gebruikt om de dag erna te vertrekken. Hoewel ik op deze manier ook leuke steden heb ontdekt - voornamelijk op doorreis - ben ik er te kort geweest om er een goed oordeel over te vestigen. 

10. Edinburgh
De Schotse hoofdstad heeft met Edinburgh Castle een absolute publiekstrekker en ik was dan ook in eerste instantie naar deze stad afgereisd om dit spectaculaire kasteel te bezoeken. Het kasteel is niet erg groot, maar ik dwaalde er toch gemakkelijk vier uur rond om diverse zalen te bekijken met als absolute hoogtepunt de Schotse kroonjuwelen die hier zijn gestald. Daarnaast kent Edinburg genoeg andere plekjes om je hier een aantal dagen te houden. Ik verkende gedurende één dag enkel de oude stad en hier is vooral het pittoreske Royal Mile dat het hart vormt van de oude stad. Een andere persoonlijke favoriet is Calton Hill waar een voormalig observatorium staat en je hebt hier ook een mooi overzicht over de stad. Voor de sportievelingen is er ook nog Arthur's Seat, een uitgedoofde vulkaan die vlakbij Edinburg ligt. Edinburg is Schotland op z'n best!

9. Istanbul
Hier ben ik een maand geleden geweest en dat is me enorm goed bevallen. De dosis cultuur en geschiedenis in Istanbul is bijna moeilijk te evenaren door de aanwezigheid van twee voormalige wereldrijken en de oude stad van Istanbul die een symbiose vormt tussen de christelijke en islamitische wereld. Er zijn hier een hele resem van fantastische gebouwen om te bezoeken zoals de Blauwe Moskee, de Hagia Sophia, het Topkapipaleis en ik kan nog een tijdje doorgaan. Istanbul weet echter ook te boeien door zijn ligging aan de Bosporus en de diverse wijken in het Aziatische gedeelte wat een totaal andere belevenis is dan het met toeristen overspoelde historisch centrum. De factor die de Turkse miljoenenstad wat tegenhoudt is het gebrek aan entertainment. Hoewel dit er in overvloed is, moet je toch wat meer zoeken dan bij een andere stad. 
  
8. Sevilla
Andalusië is een streek waar ik meteen op verliefd ben geworden en dat heeft gedeeltelijk te maken met Sevilla wat een prachtige stad is om in te verblijven. Hoewel de stad met ruim anderhalf miljoen inwoners beslist niet klein is, voelt de binnenstad niet overdreven groot aan. In het historisch centrum krioelt het van de toeristen, maar Sevilla leent zich eveneens om rustig langs de Guadalquivir te struinen in de late namiddag of in één van de vele parkjes. Wat Sevilla voor mij zo bijzonder maakt, is de grote(re) diversiteit aan activiteiten. Sevilla heeft ook leuke buurten om te verkennen, terwijl dat bij andere steden toch wat minder is. Er zijn ook genoeg musea om te bezoeken, een heleboel kerken waaronder de grootste stenen kathedraal ter wereld en culturele uitstapjes zoals Flamenco-avonden of een bezoekje aan de stierenvechtersarena. Misschien wel de meest verrassende stad van Spanje!

7. Londen
Zoals elke grootstad heeft Londen leuke en minder leuke buurten en kreunt het ook onder de nadelen die inherent zijn bij een grootstad. Toch is Londen een absolute must-do omdat het zo'n rijke geschiedenis heeft en kan uitpakken met erg leuke locaties. Zo is er bijvoorbeeld Greenwich dat ons de tijdsmediaan heeft gegeven, maar ook de opleidingsplaats was van toekomstige matrozen. Hier kan je gemakkelijk een halve dag doorbrengen en nog niet alles gezien hebben. Londen zit zo tjokvol met dergelijke plaatsen en het is dus goed kiezen bij wat je gaat bezoeken. De marktjes bij Camden Town zijn een persoonlijke favoriet en ook de toeristische buurt rondom Westminster is een aanrader ondanks de grote massa hier. Londen beschikt eveneens over enkele van de beste musea ter wereld, maar mist naar mijn bescheiden mening een échte publiekstrekker zoals New York en Parijs dat wel hebben met respectievelijk het Vrijheidsbeeld en de Eifeltoren. 

6. Wenen
Vorig jaar ben ik vier dagen in Wenen geweest en het is verbazingwekkend hoe prachtig de voormalige hoofdstad van het Roomse Rijk is. De dynastie van de Habsburgers hebben hier een grote erfenis achtergelaten met werkelijk tientallen paleizen, waarbij de ene nog grootser en mooier is dan de andere. Als je een liefhebber bent van kastelen en paleizen is een betere plaats dan Wenen moeilijk denkbaar. Nadeel is wel dat deze paleizen veelal zijn opgetrokken in dezelfde stijl en het overdadige karakter kan na twee dagen wel beginnen te vervelen. Ook de musea zijn meer dan de moeite waard met enkele vermaarde musea waaronder het Kunsthistorisches Museum. Hier voel je je als Vlaming onmiddellijk thuis, want veel werken van Brueghel en Rubens zijn hier terug te vinden. Ook het zomerpaleis Schönbrunn is een daguitstap waard omdat je hier een heleboel andere dingen vindt waaronder een nagemaakte Romeinse ruïne. Tja, ik verzin het zelf niet...   

5. Granada
Hoe mooi Sevilla ook is, toch klopt mijn hart net iets sneller voor Granada wat ik de mooiste kleine stad vind die ik ooit heb bezocht. Veel - zoniet alles - heeft te maken met het Alhambra wat een absoluut hoogtepunt is om te doen. Het Alhambra is een voormalig paleizencomplex van de Moren wat later werd uitgebreid door de Spaanse koningen waaronder Karel V en beschikt daarnaast over een fantastische tuin. Ik vertoefde meer dan een halve dag in het Alhambra met een gids, maar er is zoveel te zien dat het nooit gaat vervelen. Daarnaast beschikt Granada ook over andere troeven zoals de gezellige steegjes van Albaycin en is er ook een prachtig uitkijkpunt aan een kerkje dat 's avonds een prachtig panorama biedt over Granada. Zoals elke Spaanse stad grossiert Granada in de kerkjes en eentje ervan wist me te imponeren met een grote hoeveelheid (blader)goud. Misschien wat kitscherig, maar daarom niet minder indrukwekkend. Sowieso is de mooie ligging aan de voet van den Sierra Nevada een extra pluspunt voor deze provinciestad. 

4. Parijs
Alweer een Europese grootstad, maar eentje waar ik steeds naar terugkeer, letterlijk. Ik ben inmiddels al vier keer in de Franse hoofdstad geweest, terwijl de overige steden in dit lijstje het met één of twee bezoekjes moeten doen. Wanneer ik drie keer naar een stad terugkeer, wil toch zeggen dat ze iets goed doen. Net zoals andere Europese hoofdsteden kampt Parijs met problemen zoals overbevolking, criminaliteit, straatvervuiling en anderen, maar dat heeft me nooit in de weg gestaan om deze stad te verkennen. Er is zoveel te zien en te doen in Parijs dat je er gemakkelijk enkele weken zoet mee bent. Met het Musée d'Orsay en het Louvre beschikt het over absolute toppers bij de musea en de buurten rond het Louvre en de Eifeltoren zijn altijd een gezellige boel. Nadelen zoals de dure hotels en enkele minder uitnodigende buurten zorgen ervoor dat Parijs niet in de top drie belandt, maar het is sowieso een fantastische keuze voor een city trip.  

3. Berlijn
Ik was in 2015 in Berlijn en wat ik vooral toen apprecieerde aan de Duitse hoofdstad was het rustige tempo waarop de bevolking in deze stad zich voort zette. Berlijn werd toen nog niet overspoeld door toeristen en hoewel sommige plekken druk waren, viel dit over het algemeen heel goed mee. Het kan dus zijn dat anno 2023 dit helemaal niet meer het geval is. De verrassing bij uitstek in deze stad is het Pergamonmuseum dat een grote collectie bezit van artefacten uit het Midden-Oosten met als pièce de résistance de grote Ishtarpoort wat een kopie is van de stadspoort van Babylonië. Waar andere Europese hoofdsteden zoals Parijs en Londen over een rijke geschiedenis beschikken, kijkt Berlijn vooral terug in de recente geschiedenis met de tweespalt tussen Oost- en West-Berlijn en de Berlijnse Muur als meest markante moment in de recente geschiedenis. Ik ging ook een dagje naar Potsdam en dit beviel me bijzonder goed, bijvoorbeeld meer dan Versailles wat zeker niet verkeerd is. Berlijn heeft ook een extra voordeel dat het beschikt over gigantisch veel mogelijkheden qua entertainment en uitgaan.  

2. Lissabon
Er wordt gezegd dat Porto mooier is dan Lissabon, maar na een bezoek aan de Portugese hoofdstad kan ik me dat moeilijk inbeelden. Wat Lissabon zo bijzonder maakt, is de nabijheid van Sintra wat misschien wel geweldiger is dan Lissabon zelf. Sintra is eigenlijk de plaats waar de Portugese koningen een zomerpaleis hadden, maar het plaatsje heeft tal van andere bezienswaardigheden: een voormalige Moorse vesting die doet denken aan de Chinese muur, het beroemde Pena-paleis in eclectische stijl en de prachtige tuin van Quinta da Regaleira. Maar ook zonder Sintra heeft Lissabon een heleboel te bieden met wellicht de gezelligste binnenstad van het gehele lot. Vooral de volksbuurt Alfama straalt nog een ongeziene authenticiteit uit, hoewel dit stadsgedeelte al goed is ontdekt door het toerisme. Ook enkele buitenwijken zoals de site waar de expo van 1998 is gehouden en Belém zijn plaatsen waar je een dag doelloos kan ronddwalen. Voeg daar nog het mooie Portugese weer aan toe en je hebt een combinatie die moeilijk te verslaan is. 

1. New York
Tja, wat kan ik zeggen over New York wat nog niet gezegd is. Ik ben er ruim een week gebleven en dan heb ik nog maar een fractie gezien van wat deze wereldstad te bieden heeft. Vergeleken met elke andere stad opereert New York in een eigen klasse op het gebied van bezienswaardigheden. Het mooie is dat New York continu in opbouw is en ten opzichte van bijvoorbeeld vijf jaar geleden zijn er weer nieuwe dingen bijgekomen. De architectuur, musea, cultuur, parken, stadswijken, ... er is zoveel te zien en te doen wat het moeilijk maakt om keuzes te maken. Dingen die ik heb gedaan, zijn onder andere een nachtwandeling bij de Brooklyn Bridge, 's avonds vanaf het Emire State Building over New York kijken en een bezoek aan The Met (Metropolitan Museum of Art) en dat zijn stuk voor stuk dingen die ik tot mijn beste toeristische bezoekjes ooit reken. Nadeel is wel dat New York ontzettend duur is, zeker wanneer je in Manhattan verblijft. Gelukkig kost een metrokaartje niet veel en vind je in Queens hotels aan heel schappelijke prijzen.   

Conclusie
Dit zijn dus naar mijn bescheiden mening de tien beste steden om te bezoeken op een city trip, maar dat heeft met diverse factoren te maken. Goed weer kan een stad aantrekkelijker doen lijken en slecht weer het omgekeerde. Ook reislust en andere zaken spelen een belangrijke rol. Vraag je me om dit lijstje op een andere keer te doen, dan kan het zijn dat de volgorde compleet anders is. Toch kan ik elke stad uit dit lijstje ogenblikkelijk aanbevelen en ik ben ervan overtuigd dat iedereen wel iets van zijn gading zal vinden in deze steden. Dat andere steden zoals Amsterdam, Rome of Brugge er niet opstaan, zegt veel over hoe leuk ik deze steden vind. Maar als ik er eentje moet aanbevelen, is het toch wel New York. Een klassieker onder de klassiekers, maar qua bezienswaardigheden en entertainment overschaduwt het elke elke andere (groot)stad. 

zondag 4 december 2022

Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel

Jubelpark
Het Jubelpark is een klein museumparadijs in het hartje van Brussel en ik was hier in het verleden nog al geweest om Autoworld en Sarcophagi - een tijdelijke expo - te bezoeken. Eéntje die ik compleet heb genegeerd is het Koninklijk Museum van het LEger en de Krijgsgeschiedenis. Een hele mond vol voor een museum dat alle aspecten van het leger belicht en aanverwante onderwerpen. Met een ruimte van ongeveer veertig duizend vierkante meter is het trouwens een erg groot museum. Ik deed er 4,5 uur over, maar enkele zalen heb ik compleet genegeerd of ik ben er doorgesneld. Reken dus voor een bezoekje op zo'n vijf tot zes uur om alles in detail te bekijken. Voor velen, inclusief mezelf, zal dat allicht te veel zijn en daarom is het wellicht beter om het museum twee keer te bezoeken. Er is namelijk meer dan voldoende te zien. Voor de prijs van elf euro krijg je dus alleszins veel waar voor je geld. 

Dit museum hinkt op twee gedachten: enerzijds zijn er stoffige zalen die relikwieën uit het verleden tonen waar volgens mij niet veel interesse voor bestaat, anderzijds zijn er nieuwe(re) delen die knap zijn opgesteld en een grote interactieve toets hebben. Dit is een museum wat volgens mij iedereen kan aanspreken, maar het is dus wel zo dat er veel onbenut potentieel in dit museum huist en dat is toch wat jammer. Sommige delen kunnen ook wel een likje verf gebruiken en met name de grote hal waar de vliegtuigen zijn opgesteld lijkt nog in de twintigste eeuw te leven. Bovendien is deze hal niet verwarmd - wat begrijpelijk is - maar zonder jas was het daar dus behoorlijk koud. 

Opstelling
België wordt wel eens smalend het slagveld van Europa genoemd en de recente militaire geschiedenis van deze regio vult gemakkelijk een heel museum. In totaal telt het Museum van het Leger elf delen: harnassen, de periode van 1815 tot en met 1914, de technische zaal met (meestal) wapens, de periode van het eerste en tweede Franse keizerrijk, Wereldoorlog I, Wereldoorlog II, de Russische zaal, een ruimte over pantservoertuigen, een hal over de luchtvaart, de marine en tot slot de Belgische deelname aan expedities in Antarctica. Als toemaatje is er nog een mooi panorama over Brussel vlak bij de triomfboog van het Jubelpark. Zoals ik al zei: als je alles in detail wil bekijken, moet je rekenen op zo'n zes uurtjes. 

Het eerste deel waarin ik word ontvangen is de ruimte over het ontstaan van België en de Belgische militaire geschiedenis tot 1914. Dit is het schoolvoorbeeld van een stoffige ruimte. Er zijn legio kabinetten met een heleboel uniformen, militaire prullaria en bustes van Belgische generaals waarvan niemand nog het bestaan afweet. Dit is interessant voor even, maar de ruimte blijft maar doorgaan waardoor ik al begon te vrezen voor een heel museum van dit soort ongein. De ruimte over Wereldoorlog I bewijst gelukkig dat het ook anders kan. De stoffige kabinetten blijven weliswaar aanwezig, maar deze keer is er ook veel oorlogsmateriaal te zien. Absolute blikvanger is toch wel de allereerste tank van de Britten, de Mark 1, dat een absoluut beest is qua grootte. Helaas voor de Britten was het wel niet zo stevig bepantserd en konden Duitsers de tanks al bij al nog redelijk eenvoudig weerstaan. 

Ook diverse kanonnen, howitzers en mortiers worden getoond. Hoewel dit gedeelte van het museum niet uitblinkt in het verlenen van informatie wordt er wel duidelijk gemaakt wat het onderscheid is tussen dit drietal. Ook het gewicht van de af te vuren granaten staat er bij en dat is soms ontzagwekkend, net zoals het resultaat. Bij één van de exemplaren stond de impact vermeld: een diameter van acht à tien meter en een diepte van vier meter. Het illustreert hoe dodelijk deze oorlog was en dan moest de bloedigste een kwarteeuw later nog komen. Een persoonlijk minpuntje bij de WO I-ruimte vind ik - naast het wat oubollige karakter - de beperkte leesbaarheid van tekst bij artefacten die achter glas worden bewaard aangezien dit amper verlicht wordt. 

Wel modern
De stoffige staat van het museum wordt verder gezet bij zalen zoals de technische ruimte waar er wordt uitgeweid over de diverse vuurwapens van het leger naast andere onderwerpen zoals hoefijzers. Hoefijzers? Yups, want veel oorlogen tot aan het midden van de 21ste eeuw werden nog uitgevochten met een grote hoeveelheid paarden. En deze beestjes moeten goede schoenen krijgen, dus vandaar ook een kleine collectie over hoefijzers. Dit gedeelte is echt bedoeld voor de militaire freaks en daar reken ik mezelf niet toe. Dus ik was deze ruimte alweer snel uit. Dat het echter ook anders kan bewijzen de vernieuwde ruimtes zoals de zaal waar de harnassen worden getoond. Het Museum van het Leger promoot zichzelf met tien eeuwen oorlogsgeschiedenis en de meerderheid van die tien eeuwen worden vooral hier getoond. 

De harnassen zitten veilig achter glas, maar zijn toch goed zichtbaar. Het leuke hier is om de verschillende vormen van de harnassen te ontwaren. Zo herinner ik me nog het Suske en Wiske album Het Spaanse spook waar Willy Vandersteen de Spaanse conquistadores waarheidsgetrouw tekende en het is dan een aha-erlebnis wanneer ik diezelfde lijnen herken bij Spaanse harnassen uit de zestiende eeuw. Deze ruimte biedt een potpourri van verschillende stijlen en gaat zowel over Karolingische zwaarden als Franse degens. De middeleeuwen dus in al zijn facetten. De collectie is niet erg uitgebreid, maar biedt wel een goed beeld over hoe er oorlog werd gevoerd in het Europa van duizend jaar geleden. Dit is trouwens het enige gedeelte van de collectie dat niet in het teken staat van België, want andere ruimtes zijn steeds min of meer toegewijd aan de Belgische (militaire) geschiedenis. 

Voorbeeld van hoe het wel moet
Wereldoorlog II kan uiteraard niet ontbreken op het appel en neemt zelf de meeste ruimte in beslag van alle zalen, behalve de luchtvaarthal. Deze opstelling is wel gemoderniseerd en kent een veel hogere interactieve toets dan de zaal over WO I. Zo zijn er aanraakschermen die elk iets vertellen over een onderwerp dat relevant is over WO II. Dat kan gaan van welke groepen er collaboreerden met de Nazi's tot de diverse concentratiekampen in Europa. Er wordt hier minder ingezet op stoffige kabinetten met militaire prullaria en veel meer op informatieborden en foto's om het geheel visueel veel aantrekkelijker te presenteren. 

Waar bij de Eerste Wereldoorlog er veel wordt verteld over de gevechten tegen de Duitsers is dat bij WO II een veel minder relevant onderwerp omwille van de eenvoudige reden dat België na achttien dagen capituleerde. Daarom schijnen de schijnwerpers op andere aspecten van het dagelijkse leven zoals hoe er verzet werd gepleegd, welke mensen er collaboreerden, jodenvervolging en veel andere zaken. Wat me persoonlijk wel opviel, is hoe hard er wordt geconcentreerd op Vlaamse collaborateurs. Dat de Belgische grondwet pas in 1967 officieel in het Nederlands werd opgesteld, bijna anderhalve eeuw na de Belgische onafhankelijkheid heb ik nergens gelezen... Om maar te zeggen dat het gemakkelijk is om het Vlaamse nationalisme te veroordelen als er weinig - of in dit geval totaal geen - context wordt gegeven. 

Er is ook een tweede verdieping met nog meer info over Wereldoorlog II en daar ben ik simpelweg doorgesneld omdat het echt wel gigantisch is. Op de eerste verdieping wordt er meer info gegeven over de rol van de Belgische samenleving tijdens de Duitse bezetting, terwijl bij de tweede verdieping de algemene aspecten van de oorlog worden getoond. Bijzonder is dat er hier enkele scènes zijn die situaties uit WO II naspelen zodat je een (vaag) idee hebt hoe deze oorlog eruitzag. Ik moet toegeven dat deze opstelling erg knap is gemaakt, maar ik was al ruim drie uur in het museum en begon toch wat moe te worden wat zich vertaalde in een fel verminderde interesseboog. Wanneer ik nog eens terugkom, loop ik onmiddellijk hier naartoe. 

Luchtvaarthal
Tenslotte is er ook nog een luchtvaarthal die heel groot is. Hier word ik opnieuw geconfronteerd met het verouderde karakter van de hal, want toestellen lijken hier al tientallen jaren te staan zonder enige vorm van een opknapbeurt. En het is toch wel jammer om zo'n verloedering te zien optreden bij vliegtuigen die geschiedenis hebben geschreven. Omdat de hal ook erg groot (en koud) is, heb ik hier slechts twintig minuten gespendeerd, maar je kan hier gemakkelijk één uur blijven. Jammer om te zien, is dat er op de eerste verdieping ook vliegtuigjes staan, maar die mag je niet bezoeken want de trappen zijn omwille van één of andere duistere reden afgesloten. Voor mij maakt het weinig verschil, maar voor bezoekers met een bijzondere interesse in de luchtvaart toch wel erg jammer. 

Er staat overigens meer dan voldoende op het gelijkvloers met diverse jachtvliegtuigen waaronder een F16 en ook een Sea King reddingshelikopter die een stuk groter is dan ik dacht. Het meest bijzondere moment van de dag is misschien wel wanneer ik in de laadruimte van een vrachtvliegtuig (C30?) ben en pas dan realiseer ik me hoe groot zo'n vliegtuig wel niet is. Ook oudere toestellen van voor WO II zijn hier te bewonderen, al zijn die wel in de minderheid. Er is ook een kleine, aparte ruimte over Sabena maar maar dan twee minuten ben ik daar niet binnen geweest aangezien het zo weinig voorstelt. 

In de hal is er ook een aparte afdeling voor de Belgische marine die in 1946 werd opgericht. Veel kan ik er echter niet over vertellen, want ik was inmiddels al meer dan vier uur in het museum en ik begon toch echt wel een stevige honger te krijgen. Dit gedeelte is wel uitgerust met veel interactieve schermen, dus ik vermoed dat je hier wel een hele hoop info te zien krijgt. Er is ook een aparte ruimte over Antarctica en ook hier ben ik vliegensvlug doorgelopen. Deze ruimte is wat kleiner en vertelt meer over het Belgisch wetenschappelijk onderzoek in recente tijden en de overwinterig van de Belgica, het allereerste schip dat overwinterde in Antarctica. In de luchtvaarthal is er ook het Sky Café waar je iets kan eten of drinken. Althans, dat eten gaat tot twee uur want dan is de keuken gesloten mocht ik vaststellen toen ik daar om half drie binnenkwam. De oubollige mentaliteit van het museum straalt toch ook af op de interne werking daar. 

Conclusie
Wat mij betreft, is het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis een absolute aanrader omdat het zoveel heeft te vertellen. De ruimtes voor WO I en II zouden moeiteloos door het leven kunnen gaan als een apart museum en ook de luchtvaarthal zal iedere pacifist weten te boeien met luchtvaartgeschiedenis die daarom niet altijd aan militaire doeleinden is verbonden. Enkel is het jammer om te moeten vaststellen dat nog heel wat zalen een stoffig karakter hebben dat een relikwie is van de vorige eeuw. Dat het ook anders kan bewijst de opstelling bij de tweede verdieping over WO II dat een mooie symbiose vormt tussen visuele aantrekkelijkheid en informatie geven. Hopelijk haalt de museumdirecteur de stofvod nog eens van stal.

zaterdag 3 december 2022

Zinderend zuidelijk Afrika deel zeven: de rook die dondert

Dinsdag 4 oktober
Nummer vier in het rijtje van te bezoeken landen deze reis is Zimbabwe, maar eerst wacht er nog de grensovergang from hell. Reisbegeleider Hendrik attendeert er ons meermaals op om vandaag vroeg genoeg te vertrekken zodat we bij de eerste toeristen zijn bij de douanecontrole. Vreemd genoeg houdt hij zelf de rest van de groep op wanneer hij veel te laat aan het ontbijt begint. Een beetje contradictorisch toch allemaal. Wat hij bedoelt, wordt bij de grensovergang snel duidelijk, want wat een chaos is dit. Hoewel we al vrij vroeg arriveren en vooraan in de rij staan, gaat het tergend langzaam vooruit. Eerst omdat de loketten pas openen om negen uur, maar het lijkt erop dat de douaniers aan een langzaamaanactie bezig zijn, want het verloopt erg traag. Hoe traag? Bij één reisgenoot duurt het vijf minuten om alles in orde te hebben. Ik herhaal: vijf minuten. Dat betekent dus dat er tegen dat tempo welgeteld twaalf mensen per uur over de grens kunnen. 

Deze reisgenoot heeft echter niet goed opgelet, want chauffeur Vincent heeft alle paspoorten opgehaald om in één keer een visum aan te vragen voor alle personen. Ook dit duurt veel te lang, maar g noaatg altijd veel sneller dan dit per individu te doen. Plots vraagt Vincent om twintig euro. Vreemd, want de visums kunnen enkel maar in dollars betaald worden. Snel heb ik dan maar twintig euro uit mijn portefeuille getoverd om de douanier in kwestie te betalen voor de geleverde service om het woord omkoping niet te gebruiken. Na veel geroezemoes kunnen we na lang, lang wachten eindelijk vertrekken naar Zimbabwe op weg naar de Victoria Falls. In een prachtig hotel worden de sleutels opgehaald, maar gaat het onmiddellijk opnieuw naar een andere richting: het vliegveld. 

Niet naar de luchthaven van Victoria Falls, maar naar een vliegveld voor sportvliegtuigjes en helikopters om een helikoptervlucht over deze beroemde watervallen te maken. Ik opteer voor de duurdere variant van 25 minuten waar ik zowel over de watervallen als het aanpalende reservaat vlieg. De verwachtingen voor de Mosi-oa Tunya - zoals de watervallen in de lokale taal worden genoemd - heb ik naar beneden bijgesteld aangezien het nu droogseizoen is en deze watervallen zijn afhankelijk van regenwater. Zelfs al zijn de watervallen amper voor de helft gevuld, toch blijft het een imposant beeld om over deze watervallen te vliegen. Zeker, wanneer ik achteraf de foto's herbekijk en ik me beter kan oriënteren tussen deze watervallen. Het wild in het reservaat was wat minder spectaculair, maar het blijft nog altijd een schouwspel om deze dieren van bovenaf te zien. 

Afsluiten doe ik in stijl en ik bezoek het originele Victoria Falls Hotel. Dit is het allereerste hotel nabij de Victoria Falls en is naar verluidt één van de meest iconische hotels ter wereld. De Engelse neo-koloniale stijl straalt van de architectuur af en het hotel is gezegend met één van de meest memorabele vergezichten in de buurt. In de tuin kijk je namelijk recht op de al even iconische brug die de grens vormt tussen Zimbabwe en Zambia. Ik weet niet wat het prijskaartje luidt om hier een nachtje te verblijven, maar het zal niet goedkoop zijn, vermoed ik. De menukaart is dat alleszins ook niet en daarom beperk ik me tot twee koffies en een gebak om mijn honger te stillen.    

Woensdag 5 oktober
Op deze laatste volwaardige reisdag maak ik eindelijk tijd om de watervallen zelf te bekijken. Hoewel ik ze vanuit de lucht heb gezien, heb ik de Victoria Falls nog niet van nabij kunnen bewonderen. Daar komt dus verandering in en als klap op de vuurpijl doe ik dat in Zambia. In de Lonely Planet gids van Namibië en Botswana heb ik namelijk iets gelezen over de Devil's Pool en ik ben toch benieuwd wat dit juist inhoudt. Vincent voert de laatste rit van de reis uit en brengt ons naar de ingang van de Victoria Falls Park aan Zimbabwaanse zijde dat ik straal negeer. Ik begeef me namelijk naar de grensovergang met Zambia waar ik ongeveer anderhalve kilometer moet stappen om tot het Livingstone Hotel te komen. Dit is het Victoria Falls Hotel op steroïden, want dit is chique met hoofdletter C. Het hotel bevindt zich vlakbij het nationale park wat ervoor zorgt dat wilde dieren hier los rondlopen. Toch kijk ik even vreemd op als ik een giraffe op de parking zie lopen. 

In het hotel betaal ik de lieftallige som van 130 dollar om deze excursie te doen van twee uur. Ik weet niet goed wat ik moet verwachten, maar al snel leer ik dat de Devil's Pool een zogenaamde infinity pool is, een waterpoel aan de rand van een verhoging waar het water naar beneden stroomt en daardoor eindeloos lijkt. Deze poel bevindt zich dus letterlijk aan de rand van de Victoria Falls en dat is toch wel even spannend... De excursie houdt in dat je een tiental minuten in deze poel ronddobbert en je kan over de waterval hangen om alles te zien. Zoveel moed toon ik niet en ik houd toch een half metertje afstand. Deze plek geeft ook een prachtig beeld van de watervallen en als afsluiter is er nog een klein middagmaal. Een erg dure excursie, maar echt wel de moeite om te doen. 

In het tweede deel van de dag ga ik terug naar Zimbabwe om daar de watervallen te bezoeken. Dat doe ik op een rustig tempo en bij de eerste waterval ben ik onmiddellijk bezig om talloze foto's te nemen. De Victoria Falls worden wel eens een natuurlijk wereldwonder genoemd en als je hier bent, is het gemakkelijk te zien waarom. Het park is niet ontzettend groot, maar er zijn wel een heleboel uitkijkpunten waarop je de Victoria Falls kan bewonderen. Al de natuurpracht is echter in het begin van het park geprogrammeerd, want hier stromen de watervallen het felst. In het droogseizoen staan er echter ook veel watervallen droog en dat zie ik bij het einde van het park waar de donkere kleur van de kliffen verraadt dat er nog niet zo lang geleden water naar beneden stroomde. Maar ook zonder waterval ziet de kloof er imposant uit. In januari zal het decor allicht spectaculairder zijn met veel meer watervallen, maar ook is dit één van de mooiste bezienswaardigheden op de reis. 

Hoewel het op de tweede helft van de reis altijd warm is geweest, bereikt de temperatuur hier het spreekwoordelijke kookpunt, want met bijna veertig graden is het op deze plek wel heel erg warm. Ik heb me gedurende de hele dag kunnen verfrissen aan het water, maar eens wat verder weg van de watervallen laat de hitte zich veel sneller voelen. De keuze om de avonduren te slijten in de hotelkamer onder het genot van een goed boek, maar vooral een werkende airco is snel genomen. Aangezien dit de laatste dag voor vertrek is, gaan we nog één keer gezellig uit eten. Het restaurant van dienst is een typische tourist trap, maar dat mag de gezelligheid niet drukken. Dat doet een flauwvallende ober wel, want die arme jongen - volgens mij maximaal achttien jaar oud - valt pardoes neer. Eén van de medereizigers is verpleger en gaat met de ambulance mee naar het ziekenhuis. Een ietwat vreemd einde voor een bijzondere reis. 

Donderdag 6 oktober
Met spijt in het hart verlaat ik Afrika want vandaag wacht het vliegtuig in een gloednieuw luchthavencomplex dat zo'n twintig kilometer van Victoria Falls is verwijderd. De kleine, maar kraaknette luchthaven is onze vertrekplaats richting... het zuiden. Onze vlucht brengt ons eerst naar Gaborone, de hoofdstad van Botswana, en daarna vliegen we naar Addis Ababa in Ethiopië. De overstap van twee uur is riant genoeg, want net zoals bij de heenvlucht gaat hier alles vlot, al is wel letterlijk vechten voor een plaatsje wanneer een gestresseerde Duitser niet te beroerd is om me weg te duwen. Geëmancipeerd als ik ben, geloof ik in gelijke behandeling en ik nodig de Duitser op mijn beurt uit voor een hartelijke, maar daarom niet minder verdiende duw. Die kijkt wat vies, maar om de situatie niet te laten escaleren, laak ik hem maar voorgaan. Was ik echt gestresseerd, was het wellicht een herhaling van 1914 en 1940 geweest. 

De terugvlucht vangt aan na middernacht en het is al vrijdagochtend wanneer we in Wenen opnieuw een tussenstop maken. Een beetje vreemd, want een half uurtje eerder vertrok er in Addis Ababa een vlucht naar Manchester die stopte in... Brussel. Ach, deze zal wellicht wat goedkoper zijn. Waar er in Gaborone nog mensen op- en afstapten, heb ik niet de indruk dat in Wenen er mensen mee opstappen. Het is nog slechts een uurtje vliegen naar Zaventem waar de drukte heel goed meevalt in het laagseizoen. Ik heb ook nog wat geluk met de bagageband want mijn koffer lacht me toe wanneer ik bij de band ben. Ook bij het openbaar vervoer moet ik niet al te lang wachten om de trein te nemen. En zo komt er een einde aan een 23-daags avontuur in zuidelijk Afrika. 

Conclusie
Is dit een schitterende reis? Absoluut! Zou ik ze aan anderen aanraden? Euhm, ik denk het niet. Hoe mooi deze reis ook is, ze is toch wat onevenwichtig afgestemd met vooral de eerste helft die (te) lange dagen onderweg kent met verre verplaatsingen over kiezelwegen die een bedenkelijke kwaliteit hebben. Tussen dag vijf en negen zijn we vier dagen onderweg met lange ritten in de safaritruck en zien we enkel de Fish River Canyon op een half uurtje en de magische zandduinen van Sossusvlei. Dat is simpelweg te veel en vooral te veel na elkaar. Daarom zou ik de Namibische variant aanbevelen die deze lange reisdagen enigszins reduceert, maar uiteraard niet helemaal. Kaapstad kan je tijdens een andere reis bezoeken en het half uurtje Fish River Canyon is die vier dagen onderweg ook niet waard. 

Het staat echter als een paal boven water dat de tweede helft wel schitterend is, want hier heb ik enkele van de mooiste momenten ooit in mijn toeristisch leven gehad. Vooral de safari door Etosha NP is een unieke belevenis die ik nooit zal vergeten. De Okavango Delta straalt dan weer rust uit, terwijl Chobe NP het beste van deze twee werelden combineert. Als kers op de taart zijn er de magistrale Victoria Falls die zelfs in waterarme tijden een natuurlijk wereldwonder zijn. Ik ben dus ontzettend blij dat ik deze reis heb gedaan en ik heb met veel plezier herinneringen opgehaald bij het schrijven van deze blog, maar ik was ook ontzettend blij toen ik de kiezelwegen kon achterwege laten. Zoals je ziet: blijheid komt in verschillende verpakkingen!