zondag 5 mei 2013

Het mes dat aan twee kanten snijdt

Pionier
Het levensverhaal van Marissa Mayer leest als een sprookje, tenminste als het sprookje zich afspeelt in de zakenwereld. Mayer studeerde af als master in de computerwetenschappen aan de gerenommeerde universiteit van Stanford. Ze specialiseerde zich in kunstmatige intelligentie en dat was voor het net opgestarte Google genoeg reden om haar binnen te halen. Mayer was de twintigste werknemer van Google en de eerste vrouwelijke ingenieur in het bedrijf. Dat heeft haar geen windeieren gelegd, want Mayer groeide gestaag van ingenieur tot executive op jonge leeftijd. Deze steile opklim op de carrièreladder trok de aandacht van Yahoo en in 2012 werd Mayer CEO van het bedrijf op 37-jarige leeftijd. Daarmee is ze de jongste vrouwelijke CEO ooit van een Fortune 500-bedrijf en ze is momenteel ook de jongste CEO van een Fortune 500-bedrijf. Het magazine Fortune rangschikte haar als veertiende in de lijst van machtigste vrouwen in de mondiale zakenwereld.

Marissa Mayer


Yahoo deelde mee in de financiële klappen van de recessie in de westerse wereld en kon voor de aanstelling van Mayer haar beurskoers niet meer opkrikken. Mayer werd bij Google weggeplukt om het bedrijf een nieuwe dynamiek te bezorgen met de innoverende aanpak die Google zo typeert. Analysten verwachten dus van Mayer een visie die Yahoo moet doen concurreren met Google. Verrassend genoeg heeft Mayer de wereldpers gehaald met een betwistbare beslissing die verrassend ouboullig is. Mayer heeft namelijk besloten dat thuiswerken de arbeidsproductiviteit en kwaliteit van het geleverde werk schaadt en dus worden alle werknemers gedwongen om terug plaats te nemen achter hun bureau gedurende de hele week. Of je nu voor of tegen deze beslissing bent, deze maatregel zal alleen maar verliezers hebben waar Mayer weinig aan kan doen.

Pro
De reden waarom Mayer naar zo'n onpopulaire maatregel grijpt, is gebaseerd op enerzijds het gebrek aan vertrouwen in werknemers en anderzijds het interconnectieve karakter van het geleverde werk, zeker bij een IT-onderneming. Het klinkt ironisch dat in een tijd dat thuiswerken wordt gestimuleerd om kosten te besparen en het moraal van werknemers te verhogen juist een IT-bedrijf het tegenovergestelde predikt. De eerste reden hiervoor is ongetwijfeld dat Mayer niet geheel overtuigd is van de integriteit van haar werknemers. In theorie is thuiswerken veel efficiënter dan op kantoor op uitdrukkelijke voorwaarde dat je niet wordt gestoord. Op kantoor zijn er 1001 zaken die je concentratie kunnen storen zoals telefoontjes, collega's die iets vragen of vergaderingen. Thuis heb je veel minder last van deze dingen en ligt de productiviteit in theorie hoger. In de praktijk wordt echter dikwijls de perceptie geschept dat thuiswerken een soort van vrijbrief is om meer je eigen ding te doen. Je kan namelijk je kinderen naar school doen, snel de strijk doen tussendoor en het journaal om één uur bekijken. En het zijn juist deze factoren die ervoor zorgen dat Mayer haar werknemers terug op de werkplek wil.

Een tweede argument is dat werk zelden of nooit in isolement gebeurt en zoiets creëer je wel als veel werknemers thuiswerken. Ondanks de snel evoluerende communicatiemiddelen zoals GSM en internet is er een hemelsbreed verschil tussen deze middelen en fysiek op dezelfde locatie een vergadering houden of iets vragen aan een collega. Het is opvallend hoeveel interne - en vaak ook externe - links er zijn in het werk dat iemand doet. Deze links worden een stuk moeilijker gemaakt wanneer iemand thuiswerkt en dat heeft gevolgen voor de kwaliteit van het geleverde werk. In project management is colocatie een vaak gebruikte manier om de kwaliteit van het geleverde werk te verhogen. Colocatie is eigenlijk niets meer dan werknemers in één fysieke ruimte laten plaatsnemen zodat communiceren sneller en efficiënter verloopt. Mayer's redenering is dus zeker niet onredelijk.

Contra
Uit dezelfde wereld van project management is er een belangrijk aspect dat dikwijls stiefmoederlijk wordt behandeld, namelijk het beheren van de verwachtingen van stakeholders. Mayer kan hier weinig aan doen, maar door het introduceren van thuiswerken is er bij de werknemers van Yahoo een verwachtingspatroon ontstaan waar werknemers vinden dat thuiswerken een verworven recht is. Zelfs werknemers die nog niet aan thuiswerken deden, hebben hier last van, want nu hebben ze geen uitzicht meer op thuiswerk. Omdat werknemers thuiswerken als een verworven recht aanschouwen, heeft Mayer een negatieve perceptie van zichzelf en het bedrijf gecreëerd omdat het zo'n maatregel terugdraait. Dit heeft als gevolg dat het moraal van werknemers wordt gekraakt en werknemers gedemotiveerd geraken. Het is dus twijfelachtig dat de verhoopte toename in arbeidsproductiviteit daadwerkelijk wordt gerealiseerd wanneer werknemers gedemotiveerd zijn.

Een ander argument om deze maatregel in vraag te stellen, is of dat dit wel de juiste maatregel is om Yahoo beter te laten presteren op de beurs. Andere technologiebedrijven doen het ook en zij stappen niet van deze maatregel af. Als duizenden bedrijven deze maatregel handhaven - en zelfs verder uitbouwen - en één iemand niet, dan is het de vraag of die ene iemand dan juist gek of geniaal is. Zelfs al Mayer heilig overtuigd is van de efficiëntie van deze maatregel had ze er beter aan gedaan om een gulden middenweg te vinden. Ze had kunnen toestaan om thuiswerken een beperkt aantal keer per maand toe te staan in plaats van het volledig af te schaffen. Nu heeft ze immers een negatieve perceptie van zichzelf gecreëerd bij haar werknemers waar ze niet snel van zal af geraken.

zaterdag 4 mei 2013

Managing internationally across business systems


Voorstelling
Managing Internationally across Business Systems, of kortweg MIBS, was één van de vakken waar ik het minst naar uitkeek. Bij de omschrijving van het vak werd het omschreven als een sociologisch vak gericht op de zakenwereld en dat klinkt niet meteen erg spannend. Deze omschrijving doet het vak onrecht aan, want MIBS is van alle vakken in m'n MBA-opleiding wellicht het meest aanwezig in onze dagelijkse wereld. De basis van het vak zijn de zogenaamde business systems, systemen die door historie en cultuur geschapen zijn in bepaalde landen en regio's. Zo is zaken doen in de UK totaal verschillend met zaken doen in Frankrijk hoewel beide landen op een boogscheut van elkaar liggen. Op dat gebied heeft de US veel meer gemeen met de UK hoewel er een grote plas water tussen deze twee landen ligt. Dit klinkt evident gezien de historische banden tussen de twee landen, maar MIBS maakt duidelijk dat zaken doen in verschillende landen totaal verschillend kan zijn.

Dit is echter het topje van het ijsberg, want MIBS behandelt ook onderwerpen die we dagelijks op de werkvloer tegenkomen zoals cultuur, autoriteit, samenwerken met elkaar, maar helaas ook minder vrolijke onderwerpen. Een goed voorbeeld hiervan is de sluiting van de Fordfabriek in Genk omdat de Limburgers net de pech hadden om modellen te bouwen die het gevoeligst waren voor de huidige laagconjunctuur in de autoindustrie. Het illustreert de Amerikaanse mentaliteit van hire-and-fire en de snelle reconfiguratiemogelijkheden om de Genkse modellen terug op te zetten in Valencia. En het zijn net deze dingen die MIBS interessant maken.

Professoren

  • Juliann Tiley, Manchester Business School docent
  • Laszlo Czaban, Manchester Business School professor 

Boeken
Voor het vak worden twee boeken gebruikt:

  • Business systems and organizational capabilities: The institutional structuring of competitive competences, geschreven door Richard Whitley
  • Werkboek dat alle belangrijke concepten samenvat, geschreven door de academici van de Manchester Business School

Zoals je wellicht van de titel kan afleiden is Whitley's boek een academisch boek dat vrij moeilijk is geschreven. Het boek heeft last van dezelfde kwaal als Atkinson's boek over Management accounting: de meeste zinnen zijn te moeilijk geschreven en vaak te lang waardoor ze betekenisloos worden. Whitley's boek heeft echter de twijfelachtige eer om het predikaat van minst nuttige boek te krijgen omdat het boek hele delen heeft die weinig relevant lijken en bovendien ongestructureerd zijn. Zo is er op het einde van het boek een heel hoofdstuk over waarom bepaalde landen gespecialiseerde sectoren hebben. Whitley haalt het voorbeeld van Zweden aan dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen van zogenaamde middleware in de IT-industrie. De manier waarop het onderzoek is gevoerd lijkt me echter arbitrair en heeft in principe weinig referentiemateriaal met de rest van de leerstof. Het blijkt dat Whitley wetenschappelijk onderzoek naar dit thema heeft gedaan en ogenschijnijk dit snel aan het boek heeft toegevoegd zodat het genoeg materiaal bevatte.

Waar Whitley's boek soms heel erg specifiek is, zoekt het werkboek de andere kant van het spectrum op waardoor het soms vrij generalistisch is. Het werkboek is een stuk simpeler dan Whitley's boek en daarom een veel betere basis om MIBS te studeren dan Whitley's boek dat hooguit als aanvulling geldt. Het werkboek bestaat uit verschrikkelijk veel tabellen waardoor het boek de indruk geeft dat het een soort van samenvatting is voor het gehele vak. In zekere zin is het dat ook, want je kan nooit de hele cultuur en sociologie van zoeken doen overal ter wereld beschrijven in minder dan honderdtwintig pagina's. Studenten worden dan ook aangemoedigd om heel wat andere boeken en artikelen te lezen en daar zijn er meer dan genoeg van. MIBS is het vak met de meeste artikels en boeken dat je dient te lezen naast de kernboeken. Hiermee gaat er een hele andere wereld open en leer je zelf om kritisch te kijken naar bepaalde onderwerpen. Toch blijft door de generalistische aard van het vak gevaarlijk om te vervallen in vooroordelen. De grootste uitdaging van dit vak is om juist dit te vermijden.

Onderwerpen
MIBS bestaat uit de volgende vier onderwerpen:

  1. Een beschrijving van de verschillende soorten business systems en varianten van kapitalisme
  2. Institutionele frameworks die de structuur van een business system bepalen zoals financiële-, onderwijs- en arbeidsmarktsystemen, relaties tussen bedrijven en cultuur
  3. De concurrerende competenties van een firma
  4. Internationaal zaken doen in de verschillende business systems

Persoonlijke opinie
Meer nog dan andere vakken in de MBA-opleiding is MIBS een vak dat je meer leert waarderen naarmate je het meer bestudeert. Jammer genoeg lijkt er wel een dichotomie te bestaan tussen enerzijds het studiemateriaal (en voornamelijk Whitley's boek) dat een academisch perspectief gebruikt en anderzijds de workshop waar vijf case studies worden besproken en voorgesteld per groep gedurende drie dagen. Dit accentueert dan weer de praktische kant van de zaak. De workshop is noodzakelijk om het academische karakter van de leerstof te vertalen naar concrete, praktische situaties in de alledaagse wereld. Het wordt dan ook meteen duidelijk hoe dicht MIBS aanleunt bij de dagelijkse realiteit. Als je de hele leerstof hebt doorgenomen, kijk je toch met een ruimere, kritischere blik naar de zakenwereld en globalisering.

Omdat de leerstof van MIBS breed en divers is, is het moeilijk om specifiek te zijn. Het biedt een verzameling van concepten en technieken om de competenties en eigenschappen van firma's overal ter wereld te doorgronden, maar het is minstens even belangrijk om te nuanceren en dat is een persoonlijke eigenschap die geleerd moet worden en niet in boeken staat beschreven. Zo beschrijft het studieboek dat de meeste firma's in Japan in een keiretsu-netwerk opereren met nauwe banden met bepaalde andere bedrijven. Het Toyota Production System is hier een wereldberoemd voorbeeld van. In de eerste taak moet er een groepwerk worden gemaakt over Tombow, een firma in Japan en hieruit blijkt juist dat zij niet in een traditioneel keiretsu-netwerk opereren, ook al is het een Japans bedrijf.  

Doe het zelf
MIBS is een erg specifiek vak dat je niet snel in andere MBA-opleidingen zal tegenkomen. Het is daarom niet zo evident om hier materiaal van op het internet te vinden. Op Amazon vind je een boek over Varieties of capitalism. Dit wordt als basis gebruikt voor MIBS, hoewel de auteurs van het werkboek een iets breder perspectief hanteren. Op Youtube vind je enkele lezingen over onderwerpen die aan bod komen in MIBS. Ook hier geldt dat de onderwerpen niet helemaal corresponderen, maar wel veel overlap hebben. Op Google vind je dan weer een heleboel informatie over Pankaj Ghemawat, een Indische professor die als de grootste autoriteit geldt op het vlak van globalisatie. Beroemd is zijn artikel "Why the world isn't flat".