zaterdag 11 december 2021

De Nintendo Switch in 2021

Consoles hebben over het algemeen een levenscyclus van vijf à zes jaar vooraleer een opvolger op de markt wordt gebracht. De Nintendo Switch zag het levenslicht in maart 2017 en bereikt dus bijna die magische grens van vijf jaar. Nintendo lijkt echter andere plannen te hebben, want op dit vlak is het akelig stil bij de Japanners. En geef ze maar eens ongelijk, want ook in 2021 verkocht de Switch nog altijd meer dan behoorlijk. 2021 was helaas voor Nintendofans niet het beste jaar van de Switch met vooral re-releases van bestaande games als blikvanger. 

Nieuwe versie
Dat het akelig stil is in verband met geruchten over de opvolger van de Switch is misschien niet helemaal waar. Bijna sinds het debuut van de Switch doen er geruchten de ronde over een Switch Pro dat met behulp van Nvidia's DLSS-techniek de graphics opwaardeert tot 4k. Technisch gezien is dit mogelijk en ook buurmannen Sony en Microsoft hebben een traditie om na een paar jaar een technische superieure versie van een bestaande console op de markt te gooien. De Switch was op moment van release al technisch achterhaald omdat het zichzelf promoot als een handheld en console in de vorm van een tablet. 

De nieuwe versie kwam er na geruchten op de betrouwbare site Bloomberg uiteindelijk wel, maar dan in de vorm van de Switch OLED. Geen technische upgrade voor de Switch, maar wel een beter en groter scherm voor de tablet. Voor het inkomstenplaatje van Nintendo is het mooi meegenomen dat deze nieuwe versie vijftig euro meer kost, voor kopers is het iets minder goed nieuws.  

Belangrijkste game van het jaar
Het moet al een kleine eeuwigheid geleden zijn, maar de belangrijkste game van het jaar kwam deze keer niet uit de stal van Nintendo, maar die eer was weggelegd voor de landgenoten van Capcom. Nintendo had namelijk nog een zak met geld klaarstaan - drie miljoen volgens geruchten - om Monster Hunter Rise exclusief op de Switch uit te brengen. Wat een kleine twintig jaar geleden startte als een Pokémon-kloon is uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen met maar liefst 7,5 miljoen verkochte exemplaren op een half jaar tijd. Ook kritisch gooit de game hoge ogen en werd het door Eurogamer zelfs de beste game op de Switch sinds Breath of the Wild genoemd. Een veel grotere eer kan je bijna niet krijgen... 

Ook andere websites en bladen waren erg positief over Monster Hunter Rise, maar toch kon de game geen rol van betekenis spelen bij de prijzen die ieder jaar worden uitgereikt voor beste game (in een bepaalde categorie). Voortbordurend op dat succes lanceerde Capcom ook een spin-off op de Switch in de vorm van Monster Hunter Stories 2: Wings Of Ruin. Waar Rise zich voornamelijk concentreert op de actie en het aspect van monsters vangen, is Wings of Ruin eerder een klassieke RPG.  

Een likje verf
Nintendo is niet te beroerd om oudere games opnieuw uit te brengen op de Switch met een nieuw likje verf, maar weinig andere verbeteringen. Mario Kart 8 Deluxe is eigenlijk dezelfde versie als op de Wii U, maar is nu wel verreweg de best verkochte game op de Switch. Dat inspireerde Nintendo om hetzelfde te doen met Super Mario 3D World, maar deze keer voegde Nintendo er een extra spel bij. Bowser's Fury is een kort, maar unieke spelervaring waar Mario voor de eerste keer in één grote wereld vertoeft en dus niet in levels of aparte werelden. Sommige reviews noemden dit misschien wel de toekomst voor toekomstige Mario-platformers, al is het afwachten hoe boeiend en divers één grote wereld kan zijn. De grote kracht van de Mario-platformers is namelijk de diversiteit en originaliteit van de diverse werelden. 

De andere grote franchise, Zelda, kreeg dit jaar ook een remaster op de Switch. Skyward Sword kende een technische verjongingskuur met HD-graphics en een framerate van zestig beelden per seconde. De controversiële bewegingsbesturing is nog altijd aanwezig, maar nu bestaat er ook de mogelijkheid om de bewegingsbesturing te simuleren met een joystickje. Minder intuïtief, maar wellicht ook minder frustrerend. Waar Mario nog goede recensies kreeg met een heleboel achten en negens, was het spelminnende persvolkje minder enthousiast voor Skyward Sword dat grossierde in zevens en af en toe een sporadische acht.   

De terugkomst van Samus
De meest verrassende terugkeer van het jaar is gereserveerd voor Metroid Dread dat zich nummertje vijf mag noemen in de continuïteit van de serie en na negentien jaar is er eindelijk nog eens een volledig nieuw 2D avontuur in deze franchise. De toekomst van de serie hing aan een zijden draadje na de teleurstellende verkoopcijfers van de remakes op de 3DS, maar Metroid Dread heeft nu al één miljoen exemplaren verkocht. Een mooi aantal voor een serie die in zijn beste dagen drie miljoen examplaren verkoopt in totaal. Daarentegen is het landschap ook wel grondig gewijzigd en is de concurrentie een stuk groter met vooral veel games van indie developers in het Metroidvania-genre. 

Pokémon Brilliant Diamond and Shining Pearl zijn - hoe kan het ook anders - opnieuw heruitgaves van bestaande games die in 2006 op de Nintendo DS zijn uitgebracht, maar de zakmonstertjes blijven nog altijd even populair. Na één week tijd gingen er maar liefst zes miljoen exemplaren over de toonbank. De pers toonde zich minder positief en recensenten toonden zich kritisch voor het gebrek aan innovatie, hoewel het verslavend karakter van deze RPG's nog steeds aanwezig is. New Pokémon Snap is wel een nieuwe game en is de opvolger van de bijna gelijknamige N64-klassieker waar je deze monsters op gevoelige plaat moest vastleggen. Ontspannend, maar dan wel eerder bedoeld als tussendoortje. 

In 2021 tekende Mario ook acte de présence in verschillende spin-off games. Mario Golf: Super Rush is de nieuwste editie in de Mario Golf-reeks en er zit maar liefst zeven jaar tussen het laatste en voorlaatste deel van deze golfspellen. Zoals de naam al zegt, wordt de nadruk op snelheid gelegd en worden er dus regelmatig sprintjes getrokken bij een partijtje golf. Dat originaliteit in 2021 niet hoog op Nintendo's agenda staat, moge duidelijk zijn met Super Mario Superstars. Een nieuwe game in de Mario Party-reeks die deze keer alle borden van de N64-klassiekers bundelt in één game.  Alweer een game dus die zijn roots heeft bij een oudere Nintendo-klassieker. Dan zijn er ook de mindere goden zoals Miitopia, Pokémon Unite en WarioWare: Get It Together! 

En al de rest...
Een bijzondere vermelding verdient de RPG Shin Megami Tensei V dat exclusief voor de Switch uitgebracht wordt. De reeks is redelijk populair in Japan, maar daarbuiten was er amper interesse. Het spel is één van de beste RPG's in 2021 en dat hebben ze nu dus in het westen ook geweten. Een andere exclusieve game voor de Switch is het maffe No More Heroes III dat verder gaat op het elan van de eerste twee games op de Wii. Dat betekent dus een heleboel bloedvergieten in een hoogst eigenaardige wereld. Bovendien is er een groot aanbod van niet-exclusieve third party games die ook hun weg naar de Switch vinden (in een later stadium). Een mooi voorbeeld hiervan is Crash Bandicoot 4: It's About Time dat er weliswaar minder fraai uitziet dan zijn snellere consolebroers, maar nog altijd veel gamersharten sneller doet slaan. 

Maar meer nog dan ooit tevoren is de Switch het ultieme platform geworden voor indie developers. Het berust op geen toeval dat de twee best scorende Switch-games op Metacritic dit jaar - The House in Fata Morgana en Tetris Effect: Connected - indiegames zijn. Het aanbod van games geproduceerd door onafhankelijke ontwikkelaars is overweldigend: van psychologische horrorverhalen over dating sims tot tientallen games in het Metroidvania-genre: je vindt het ook dit jaar allemaal op de Switch. Daarnaast zijn er ook een heleboel oudere games die gebundeld worden, hier en daar van een update voorzien worden en opnieuw worden opgebracht voor de Switch. Denk maar aan Tony Hawk's Pro Skater 1 en 2, Danganropa Decadence, The Great Ace Attorney Chronicles, Castlevania Advance Collection en zo kan ik nog wel even doorgaan. Deze games mogen dan misschien wel ouder zijn, nergens zal je zoveel waar voor je geld krijgen als hier! 

Kan beter, kan slechter
Het eigen aanbod van Nintendo is toch wel lichtjes teleurstellend te noemen. De grote jongens zijn re-releases van oudere games en het is schrikbarend hoe hard Nintendo leunt op de nostalgiefactor. De meest opvallende game van Nintendo is daarom misschien wel Metroid Dread dat bewijst dat 2D gaming nog niet dood is. Het is wel duidelijk dat je voor de epische actiegames je eerder bij de buren van Sony en Microsoft moet zijn, maar dat wil niet zeggen dat Nintendo geen goede third party games heeft. Monster Hunter Rise is nog steeds bijzonder populair en ook de niche-RPG Shin Megami Tensei V krijgt lovende kritieken. 

Toch zijn het de indie games die de levensader zijn van de Switch. Misschien niet verrassend omdat de soms iets eenvoudigere grafische stijl zich meer leent tot handhelds wat de Switch toch primair wel is. Het aankomende Steam Deck is dus bijzonder slecht nieuws voor Nintendo dat een serieuze concurrent mag verwachten van deze nieuwe hybride console die duidelijk mikt op het publiek van gamers die indie games spelen. 2022 zal het jaar zijn dat de opvolger van Zelda: Breath of the Wild uitkomt, maar vooral ook de aankondiging van een nieuwe console. Want als die er niet komt, dreigt het zijn publiek te verliezen aan drie superieure consoles en dat is wel erg veel concurrentie.   

zaterdag 4 december 2021

Reisverslag IJsland deel zeven: een gouden einde

Maandag 6 september
Dit is de voorlaatste dag vooraleer de rondreis wordt afgesloten in Reykjavik en dat wordt in schoonheid gedaan met een tochtje langs de zogenaamde Gouden Cirkel, enkele natuurlijke attracties in het pretpark dat IJsland heet. 

Beginnen doen we bij de hoge waterval Skógafoss die er op deze regenachtige dag toch wat triest bijligt. Dit is ongetwijfeld een knap plaatje bij mooi weer, maar met al de regen is het uitstapje naar de waterval maar van korte duur en opteren de meesten van mijn reisgenoten toch voor de gezellige warmte en droogte van de bus. Nu ik hier toch ben, probeer ik er het beste van te maken en dan wil ik wel naar de top van deze waterval klimmen. Dat betekent een houten trap bedwingen die me naar de zestig meter hoge top brengt. Het vergt wat zweetwerk, maar de top van deze waterval is dat wel waard. Het is ook een veel fotogeniekere plaats dan vlak bij de waterval zelf, want de H2O-deeltjes vliegen daar wel heel lustig rond met een natte lens als gevolg. Ook de waterval Seljalandfoss wordt bezocht, maar daar was ik dus met de collega's van The Iceland Trail al geweest bijna twee weken eerder. Hier duurde het dus niet lang vooraleer ik terug de bus in kroop.  

Een kleine zijuitstap volgt er dan naar een plaatselijke kathedraal. In een onooglijk plaatsje staat er een kerkje dat zich kathedraal mag noemen omdat hier een bisdom is gelegen. In IJsland heb ik meer dan genoeg fraaie kerkjes gezien, maar dit is de eerste keer dat ik ook daadwerkelijk binnenstap in zo'n IJslandse kerk. Leuk voor even, maar al snel herinner ik me waarom ik niet meer zo tuk ben op het bezoeken van kathedralen en kerken: op den duur begint het allemaal op elkaar te gelijken. En datzelfde gevoel heb ik hier dus ook, hoewel de binnenarchitectuur toch wel bijzonder is. 

Dan is het tijd voor een rondje onvervalst massatoerisme bij Geysir waar je de plaatselijke geisers kan bewonderen. Geysir zelf is een erg onregelmatige geiser, maar bij Strokkur kan je klokslag om de drie minuten een spectaculaire opwaartse stroom van kokend water bekijken. Een goede gelegenheid dus om de burst-functie van mijn Fuji X-T2 te testen. Op de foto's zie ik achteraf hoe zo'n geiser gestaag opbouwt en dat is wel tof om te zien. Ik blijf nog een kwartiertje staan om de geiser nog een paar keer te zien spuiten, maar daarna verpaupert dit spektakel toch ook wel zienderogen. Dit lijkt me trouwens ook een prachtig gebied om te wandelen, maar tja, de bus wacht niet... 

De derde waterval van de dag is het ontzagwekkende Gullfoss, één van IJslands beroemdste watervallen. Deze waterval is niet heel erg hoog, maar wel erg breed waardoor het een groot verval kent en vervolgens stroomt het water verder in een mooie kloof. Op een zomerse dag is dit ongetwijfeld een spectaculair zicht, maar nu was het toch wat teleurstellend, ook misschien omdat dit al de derde waterval is op deze dag.     

De laatste attractie van de Gouden Cirkel - en van deze dag - is de kloof Thingvellir wat eveneens dienst doet als nationaal park. Hier treffen de Amerikaanse en Euro-aziatische tektonische platen elkaar, al zal je dat op het zicht niet zien. Thingvellir is zowat een mini-versie van IJsland met watervalletjes, kloven en meren. Een mooi gebied om te wandelen dus en uiteraard bevindt er zich in het midden van het meertje opnieuw een kerk. Thingvellir heeft ook een historische betekenis aangezien hier de onafhankelijkheid van IJsland werd uitgeroepen en hier zetelde ook het parlement. Het is te zeggen: enkele hoogwaardigheidsbekleders riepen een menigte toe die daarop luidkeels voor of tegen een wet schreeuwden. Deze plek heeft een uitstekende akoestiek en werd daarom gekozen voor deze volksvergaderingen. 

Dinsdag 7 september
Een veel gebezigde klacht van mezelf is dat er op deze reis weinig ruimte is voor eigen inbreng, maar dat is gelukkig wel het geval op de allerlaatste dag. Veel van mijn reisgenoten kiezen voor een uitstapje naar de Blue Lagoon, maar dat vind ik toch net iets te toeristisch en dan verkies ik om de dag rustig door te brengen in Reykjavik. De IJslanders noemen Reykjavik graag 's werelds kleinste hoofdstad en na een stadswandeling moet ik hen zeker gelijk geven en dat is helaas niet positief bedoeld. Ik heb dikwijls de gewoonte om een georganiseerde stadswandeling te boeken wanneer ik een stad bezoek en deze keer heb ik dat gedaan via citywalk.is

Over de organisatie kan ik niks slechts vertellen, maar helaas is er niet zo gek veel te zien in Reykjavik: de glazenstaalconstructie annex concertgebouw Harpa, de statige Hallgrímskirkja, de Laugavegur winkelstraat en een haventje. De twee uur durende stadswandeling wordt wel op een heel erg gezapig tempo afgehaspeld en na twee uur heb ik weltegeld 1,92 kilometer op de teller staan. Ik ben wel wat meer te weten gekomen over de geschiedenis van Reykjavik en IJsland, maar als wandeling vond ik het helaas teleurstellend. 

Op deze dag klaart het weer wat op na enkele dagen regenachtig weer en dan komt de pracht van Reykjavik meer naar boven. Bij de Hallgrímskirkja staan er nog wolken geprogrammeerd aan de hemel, maar het concertgebouw Harpa baadt in een weelderige zon. Het is dan ook geen verrassing dat ik in deze buurt de meeste tijd doorbracht. De Hallgrímskirkja is leuk om even van buiten te fotograferen, maar het blitsbezoek binnen was van korte duur. De moderne architectuur van Harpa daarentegen wakkerde mijn voorliefde voor straatfotografie (en architectuur) weer aan en dit glazen gebouw is een wel heel erg dankbaar onderwerp om te fotograferen. Van binnen én buiten. 

Reykjavik beschikt over enkele mooie musea, maar ik besluit om het gratis fotomuseum te bezoeken. Gratis volgens mijn reisgids, maar wanneer ik aankom, mag ik toch de lieftallige som van zes euro betalen. Dit museum bestaat overigens uit één grote ruimte van - ik schat - twee keer de omvang van m'n woonkamer en is dus wel erg klein. Toch kan ik me drie kwartier amuseren met het bekijken van enkele historische foto's van het IJsland uit de twintigste eeuw en bovendien is er nog een interessante video over enkele belangrijke IJslandse fotografen. 

De avonden worden vanaf begin september al wat korter en na een restaurantbezoek ga ik rond vijf uur terug naar mijn hotelkamer. De dag erop moet ik namelijk wel erg vroeg opstaan. 

Woensdag 8 september
Dit is mijn laatste dag in IJsland en de IJslandse traditie van bussen die te laat komen, wordt hier riant verdergezet. De bus vertrekt namelijk op het ongoddelijk vroege uur van half vijf 's ochtends en dat wil ik uiteraard niet missen. Daarom sta ik al vanaf vier uur aan de hotelbalie. De buschauffeur had echter minder zin om vroeg op te staan en komt vijf kwartier later aangereden dan gepland. De bus naar de luchthaven van Keflavik werkt natuurlijk met een overstap en - je raadt het nooit - ook hier is weer een tijdje wachten. Na een klein half uurtje vertrekt hier ook de tweede bus en eindelijk komt de bus aan bij de luchthaven. 

Daar staat een ellenlange rij aan te schuiven en erg snel gaat het ook niet vooruit. Zoals dat gaat bij dit soort zaken, wordt mijn geduld nog eens een keer op de proef gesteld wanneer blijkt dat mijn backpack niet op de gewone bagage mag en dat ik het onding mag deponeren bij het departement van special luggage. De controle bij security gaat echter wel verbazingwekkend snel vooruit en zodoende heb ik nog twintig minuten vooraleer de onboarding van de terugvlucht naar Amsterdam begint. Veel stress armer en een fantastische reiservaring rijker. Een goeie deal, lijkt me!