zondag 8 april 2018

Anderlecht, c'est Coucke

Fan
Een onderwerp waar ik door al die jaren heen nog geen letter aan heb gespendeerd, is sport. Dat is eigenlijk vrij bizar, want ik ben een groot supporter van RSC Anderlecht. Of beter gezegd: was. Door de hervorming van de competitie met de play-offs een aantal jaren geleden, is de spanning door het reguliere seizoen verwaterd en volg ik de Belgische competitie en Anderlecht sindsdien veel minder. Dat is dit jaar ook zo, hoewel er nochtans erg veel gebeurt bij de Brusselaars. 



Anderlecht staat voor de grootste verandering sinds de intrede van de clan Vanden Stock ruim veertig jaar geleden bij Anderlecht. Roger Vanden Stock wil genieten van zijn oude dag en heeft de club daarom verkocht aan Marc Coucke. Dat heeft natuurlijk gevolgen en het eerste slachtoffer hiervan is Herman Van Holsbeeck. De general manager is overbodig en mag dus van Coucke beschikken. 

Nieuwe baas, nieuwe wetten
Er luidt een algemeen credo dat zegt wanneer er een nieuwe baas is er dan ook nieuwe wetten gelden. Coucke heeft zijn entourage van KV Oostende integraal mee overgenomen en wil hen de belangrijkste posities laten bekleden. Dit betekent dus het exit voor Van Holsbeeck, maar de verstandhouding tussen Coucke en de oud-manager van Anderlecht is op z'n minst koel te noemen. Tijdens de persconferentie van de overname ontnam Van Holsbeeck het licht van de schijnwerpers van Coucke en daar is de eerzuchtige pillendraaier niet gelukkig mee. 



Anderlecht (lees: Coucke) heeft daarna op een kille manier bericht dat de samenwerking met Van Holsbeeck wordt stopgezet en wil dit zo snel en goedkoop mogelijk beklinken. Coucke heeft een schikking aangeboden om dit op te lossen, maar dit werd pardoes van tafel geveegd door Van Holsbeeck. Die laatste wil namelijk waarop hij recht heeft: een schadevergoeding van twee jaren loon wat overeenkomt met anderhalf miljoen euro. Coucke en co zien dat uiteraard niet zitten en nu proberen ze Van Holsbeeck onder druk te zetten door hem een zware fout aan te wrijven. De vraag is enkel: welke zware fout wil men hem aanrekenen? 

Een terugblik
Van Holsbeeck, Herminator voor de vrienden, arriveerde in 2003 bij Anderlecht waar hij de haast onmogelijke taak had om icoon Michel Verschueren op te volgen. Daarvoor werden er al andere kandidaten binnengehaald, maar die namen telkens de benen door de dominantie die Verschueren uitstraalde. Van Holsbeeck is echter meer uitgekookt en wachtte totdat Verschueren helemaal verdwenen was om de macht te grijpen. Zijn bilan in die vijftien jaar bij Anderlecht oogt indrukwekkend met een palmares van acht landskampioenschappen, één bekerzege en een jaar geleden nog een Europese kwartfinale. Van Holsbeeck is echter - net zoals bij bijna alle andere sportleiders - een omstreden figuur. 

Van Holsbeeck heeft net zoals elke manager zo zijn voor- en nadelen die in de pers en bij supporters worden uitvergroot. Hij was meer sportief manager dan corporate shark en nam ook een grote sportieve verantwoordelijkheid op zich. De scouting van Anderlecht is in al die jaren dikwijls hit and miss waar Van Holsbeeck een belangrijk aandeel in heeft. Ook was hij bedreven in het verkopen van luchtkastelen door de schare supporters een grote transfer te beloven die er telkens nooit kwam. 



Natuurlijk heeft Van Holsbeeck ook belangrijke bijdrages geleverd bij de successen van Anderlecht. Hij was een goed onderhandelaar, want de bedragen die Anderlecht kreeg voor zijn spelers was zeker correct te noemen (en soms zelfs boven de marktwaarde). Hij straalt ook een zeker flegma uit die een tumultueuze club als Anderlecht nodig heeft in crisistijden die om de zoveel maanden opduikt. Over het algemeen is de balans van Van Holsbeeck eerder positief dan negatief. 

De toekomst
Coucke heeft echter Luc Devroe meegenomen uit Oostende en de voormalige general manager van Club Brugge vertolkt diezelfde positie zoveel jaren later bij Anderlecht. Met Coucke waait er een nieuwe wind en is er eveneens een nieuw beleid op komst. Coucke heeft er geen geheim van gemaakt dat hij schoon schip wil houden en wil zoveel mogelijk kosten besparen. Het sportief beleid van Anderlecht was geënt op het betalen van exuberante salarissen van spelers om zo de beste spelers aan te trekken en te houden. De loonmassa is zo zwaar dat het boekhoudkundig niet verantwoord is en structureel niet te houden is. Regelmatig zag Anderlecht zich genoodzaakt om een grote speler te kopen voor veel geld om zo de boekhouding weer in orde te krijgen. Cijfers liegen niet: niet in de boekhouding, maar ook niet in de sport. De boekhouding is dan misschien een kleine ramp, maar de acht titels op vijftien tonen wel aan dat dit model werkte. 



De algemene verwachting is dat de loonmassa onder Coucke significant naar beneden gaat en ook overtollige functies in het organigram van Anderlecht gaan wellicht voor de bijl. Coucke wil werken aan een gezonde club met een duidelijke visie. Bij Oostende boerde Coucke verrassend goed en leverde het vorig seizoen zelfs Europees voetbal op. Maar het sympathieke weireldploegske aan zee is totaal niet te vergelijken met het instituut Anderlecht dat de vaandeldrager is van het Belgische voetbal. Heel veel ogen zullen gericht zijn op de flamboyante ondernemer, niet in het minst van de Waalse pers die een Brusselse club plots zien Vervlaamsen. 

In tegenstelling tot andere ondernemers in het voetbal zoals Verhaeghe of Duchatelet heeft Coucke geen verborgen agenda bij deze overname. Hij is oprecht betrokken bij de sport en doet het enerzijds uit eerzucht, maar anderzijds ook uit liefde voor de sport. De West-Vlaming Coucke is eigenlijk een Club Brugge-supporter maar weet ook dat hij met Anderlecht veel meer sportief succes in België en erbuiten kan boeken dan met Oostende, hoewel hij met die laatste heeft bewezen een succesvolle club te kunnen uitbouwen (met behulp van heel veel geld). Hij wil geen zakenimperium uitbouwen in de sport of een stadion neerplanten dat ten goede komt van zijn eigen bedrijf. Het is enkel afwachten hoe zijn geanimeerde persoonlijkheid valt te rijmen met de veel grotere druk bij Anderlecht. 

En Van Holsbeeck?
De toekomst van persona non grata Van Holsbeeck is nu onzeker, maar met zijn 63 jaar is de pensioengerechtigde leeftijd binnen handbereik. Er waren geruchten dat hij misschien aan de slag zou kunnen bij Antwerp, maar veel meer dan een wild gerucht is dit voorlopig niet. Ook voor een positie bij één van de talrijke comités die het Belgische voetbal rijk is, bedankt hij liever. Op termijn is een uitstapje naar een buitenlandse club misschien een mogelijkheid. Anderen, zoals Filips Dhondt, deden het hem voor en Van Holsbeeck heeft een uitgebreid netwerk van contacten opgebouwd in al die jaren bij Anderlecht. 

donderdag 5 april 2018

Patek Philippe 3940

Patek Philippe 3940
De huidige financiële rentevoet in Europa is een asymptoot die naar nul convergeert. Dan komt het principe van opportuniteitskost – of in dit geval investering – aan de orde. Andere zaken worden dan aantrekkelijker om te doen: niet alleen om te sparen, maar ook om aan te kopen. Jan Modaal gaat dan een verre reis boeken of een in duurdere auto rijden. Het aparte ras dat horlogeliefhebber heet, doet aan deze rationaliteit niet mee en koopt dan een duurder horloge aan. Ondergetekende ging dan meteen voor de heilige graal in de vorm van de Patek Philippe 3940.


Geen goed idee
Regelmatig wordt de vraag gesteld of investeren in een horloge een goed idee is. Op zich is dit geen onterechte vraag, maar het algemene antwoord luidt dat investeren in horloges even zinvol is als investeren in luchtkastelen. Twee namen die deze dans ontspringen zijn Rolex en Patek Philippe. De eerste profileert zich als hèt gekende luxemerk in deze consumptiemaatschappij terwijl de laatste de hoogwaardigheidsbekleder is bij de fijnproevers. Hoewel ik de modellen van Rolex apprecieer, beschouw ik dit voormalige Britse merk eerder als een fabrikant van tool watches. Ik ben echter een liefhebber van dress watches en dan vind ik mijn gading eerder in het aanbod van Patek Philippe dat een heel breed scala aan complicaties aanbiedt zoals annual calendars en perpetual calendars terwijl de tierlantijntjes van een Rolex eerder zitten in de hoeveelheid karaat van een edelmetaal. Mijn zoektocht bracht me eerst langs een annual calendar, perpetual calendar, nieuw en vintage en uiteindelijk viel de keuze op een geelgouden Patek Philippe 3940 die is uitgerust met een eeuwigdurende kalender (die ironisch genoeg accuraat is voor maximaal 122 jaar…).


Er waren enkele factoren die beslissend waren voor dit verdict, maar de eerste en belangrijkste is toe te schrijven aan de prijs. Verscheidene perpetual calendar-modellen van Patek Philippe zoals de 5040 zijn door spectaculaire prijsinflatie een heel stuk duurder geworden op korte termijn, terwijl de 3940 een stabiliteit kent waar het bestuur in het Witte Huis enkel jaloers op kan zijn. Mijn voorkeur ging oospronkelijk uit naar de minder opvallende witgouden versie, maar subtiliteit kent een prijs en die prijs was niet aan mij besteed. Bij de geelgouden versie had ik schrik dat ik me meteen erelid mocht maken van de Casa Nostra, maar het maffiagehalte blijkt gelukkig goed mee te vallen. De gouden accenten van de Patek Philippe 3940 zijn uiteraard aanwezig en deze accenten zullen het niet nalaten om bijstaanders te attenderen op de aanwezigheid van dit edelmetaal. Anderzijds ligt dit mooi in balans met de kristalheldere opalen wijzerplaat van het horloge waardoor je over het algemeen kan spreken van een mooie balans tussen opvallende aanwezigheid, maar toch ingetogen présence. Qua schreeuwerigheid moet de Rolex Yachtmaster II dus geen concurrentie verwachten van dit exemplaar.

Magnum opus
De bouwkwaliteit van het gemiddelde Patek Philippe-horloge is genoegzaam bekend, maar zelfs in deze middens geldt de 3940 als iets bijzonders. Met een beetje zin voor overdrijving kan het omschreven worden als het magnum opus van Patek Philippe in zijn recente geschiedenis. Voormalig CEO van deze Zwitserse horlogemaker, Philippe Stern, noemde de 3940 zijn lievelingshorloge en dit was het horloge dat hij standaard droeg tijdens zijn hard labeur. Bovendien wil de overlevering dat slechts twee medewerkers in het hele bedrijf goed genoeg werden geacht om de 3940 in elkaar te knutselen. Een ander bewijs van de kwaliteit van dit model is de productielooptijd van 1985 tot en met 2006 die ruim twee decennia duurde. Er zijn slechts weinig horloges uit de haute horlogorie die zich zowel tot Generation Y als de Milennials mogen rekenen, maar de 3940 maakt er geen punt van. Qua adelbrieven kan de Patek Philippe 3940 dus meteen tot horlogebaron worden geslagen!

5

Dit zijn leuke feitjes voor een trivia, maar wat maakt dit specifieke model zo bijzonder zonder naar het presenteerblaadje van de verkoper te grijpen? In de eerste plaats de présence van dit horloge wat meedingt naar de prijs van ultieme dress watch. De afmetingen zijn ideaal met een dikte van amper negen millimeter en een wijzerplaat van 36 millimeter. Zoals eerder gezegd eisen de gouden accenten de aandacht op, maar wel op een manier waar je respectvol gebiologeerd naar dit horloge staat te kijken. Eén blik op de volmaakte afwerking volstaat om te beseffen dat dit niet zomaar een horloge is. Die indruk wordt verscherpt door de enig mooie registers en de maanfase die erg verlegen om de hoek komt piepen als de lichtinval het enigszins toelaat. Dit bedoelt men dus als men spreekt over liefde voor het vak.

240Q
Onder de motorkap bevindt zich het 240Q-movement van drie hertz dat het levenslicht zag in 1977, maar het nog steeds goed doet bij de knutselaars van Patek Philippe. Getuige hiervan die Nautilus Perpetual Calendar die amper een paar dagen geleden werd voorgesteld op Baselworld, maar ook mag rekenen op de kracht van het artisanale kunstwerkje dat 240Q heet. Als je een blik werpt op dit movement – gezien de gevoeligheid van dit binnenwerk doe je dit best figuurlijk – zie je waarom het aandrijfmechanisme van deze perpetual calendar zelf eeuwigdurende aspiraties lijkt te koesteren. Het is vanzelfsprekend met veel oog voor detail in elkaar gestoken, kent een ziekelijke zin voor afwerking, telt 275 componenten en is een lust voor het oog. Maar het is vooral hoe dit movement eruitziet dat niet beschreven kan worden. Hier volgt dan toch een poging. De microrotor van 22 karaat is de blikvanger van het geheel en valt zowel esthetisch als in compositie op door zijn centrale plaats en de frappante gouden kleur. Door het goud krijgt de microrotor extra gewicht toebedeeld waardoor het ondanks zijn minuscule formaat toch het kloppend hart vormt van dit uurwerk. Mochten onverlichte geesten nog niet doorhebben dat dit een Patek Philippe is, kan je fijntjes wijzen op de aanwezigheid van het Calatrava-kruis op de rotor.


Een goede tweede in dit eeuwigdurende fabriekje van secondetikkerij is het escapement dat ijverig het beste van zichzelf geeft om de eeuwigheid te verwelkomen in zijn gezelschap. De mooi afgewerkte steentjes op de rest van het movement zijn de spreekwoordelijke kers op de taart. In de begindagen van de Patek Philippe 3940 werd het enkel geleverd met een gesloten medaillon, maar de Zwitsers werden aangeklaagd door Amnesty International omdat het op deze manier het internationaal recht schond. Een rechtbankbezoek zagen de managers van Patek Philippe niet zitten en na enkele jaren kregen horlogeenthousiatelingen eindelijk waar ze zolang recht op hadden: een doorzichtbodem. Is dit dan het mooiste movement ooit? Nou…, euhm nee. Het movement dateert dus van 1977 en ondanks zijn superlatieve kwaliteiten staat de tijd niet stil – dat zou redelijk rampzalig zijn voor een horloge met eeuwigdurende kalender – en heeft de concurrentie ondertussen ander kunstwerkjes geproduceerd. Denk bijvoorbeeld maar aan het Duitse zilverwerk dat Lange & Sohne presenteert in de Datograph. Dat neemt niet weg dat het 240Q-movement iets bijzonder is en nog steeds blijft.

Wordt irrelevant
In een bepaalde prijscategorie worden bepaalde zaken irrelevant omdat substantie in de vorm van kunst boven functionaliteit gaat. Bij Rolex dweept men met een standaardafwijking van plus en min twee seconden per etmaal. Haalt deze Patek Philippe 3940 deze norm? Ik weet het niet en eigenlijk interesseert me dat ook weinig. Hoe contradictorisch het ook mag klinken: de meeste movements van bijvoorbeeld Rolex zullen deze Patek Philippe 3940 een pak voor zijn broek geven als het aankomt op nauwkeurigheid. Maar eerdergenoemde irrelevantie wordt benadrukt door de secondewijzer, of beter gezegd de afwezigheid van een secondewijzer. In de wereld van gentlemen heeft men geen nood aan een secondewijzer. De kabbelende tijdsstroom vormt reeds een meander door de grote en de kleine wijzer, de wildwaterbaan van de secondewijzer heeft dus geen plaats in deze zee van tijd. Toch zal de nauwkeurigheid van de Patek Philippe 3940 kunnen uitgedrukt worden in een afwijking van ettelijke seconden, maar enkel de grootste cijferfetisjist hecht hier belang aan. Wanneer je de tijd instelt met de fijnzinnige kroon valt op hoe kwalitatief het uurwerk is. Met een ongeëvenaarde precisie kan de tijd worden ingesteld op het juiste uur en valt op hoe strak dit verloopt. Andere movements – ondanks een juistere nauwkeurigheid – voelen dan plots een stuk armzaliger aan qua bouwkwaliteit.

7

De echte sterren van een eeuwigdurende kalender zijn uiteraard de drie registers die vormgeven aan deze kalender. Links vind je het register met de dagen dat ook een 24-uursfunctie heeft. De kleine gouden wijzer duidt het verschil tussen voor en na twaalf uur ’s middags aan en de donkere wijzer vervult de rol van dagaanduider. Rechts vind je het register voor de maanden dat eveneens twee functies kent: de gouden wijzer houdt de jaren van het schrikkeljaar bij en de donkere wijzer begroet twaalf keer per jaar een andere maand met de glimlach. Tenslotte is er het onderste register dat de dagen bijhoudt en ook de thuishaven is van een maanfasecomplicatie. De maanfase is de pièce de résistance van de Patek Philippe 3940 maar laat zich niet graag zien of op gevoelige plaat leggen – al is die zelfs tegenwoordig digitaal – omdat het erg afhankelijk is van de juiste lichtinval. Op dat vlak is deze maanfase helaas niet onder een goed gesternte geboren.

Optimaal ontwerp
De aanwezigheid van drie registers lijkt het begin van een horlogehorrorverhaal van onduidelijkheid, maar deze Patek Philippe 3940 wordt niet het ultieme dress watch genoemd door kenners – in casu ondergetekende – als dit het geval zou zijn. De twee registers links en rechts zijn op een geraffineerde manier een fractie verzonken zodat het wat aantrekkelijker en leesbaarder oogt. Het register onderaan heeft dit effect niet, maar wordt wel ogpesmukt met de aanwezigheid van Jannetje Maan, de beroemdste persoonlijkheid ter wereld na Madame Soleil. De symmetrie op de wijzerplaat wordt op deze manier perfect bewaard en ik vermoed dat het een onmogelijke taak is om dit ontwerp verder te verbeteren. Tel daarbij de opalen wijzerplaat plus de gouden (sub)indices en wijzers en je hebt de reden(en) waarom Philippe Stern dit zijn lievelingshorloge noemde.

8

Zowel bovenaan als onderaan is de Patek Philippe voorzien met een saffier glas. Het bovenste gedeelte van het glas is bolvormig, maar is zo vormgegeven dat het glas geruisloos overgaat naar de kast. De kast zelf is een expressie van minimalisme met een flinterdun ontwerp, elegante rondingen en lugs die zich tot de essentie beperken. De kast dingt dus eerder mee naar de Oscar van beste bijrol en eist geen hoofdrol op. Het stelt zich tevreden met een achtergrondfunctie waar het de wijzerplaat – de onbetwiste ster van dit ensemble – ondersteunt in zijn glorie.

Oefening in esthetica
Mijn exemplaar dateert van 1994 en heeft van de juwelierszaak een standaard bandje gekregen en het is dus niet gezegend met een lederen bandje van Patek Philppe. Persoonlijk til ik hier niet te zwaar aan, want het bruine bandje vind ik persoonlijk goed passen bij het karakter van deze Patek Philippe 3940. De gouden Patek Philippe gesp is wel aanwezig, maar beschouw ik eerder als een verplicht attribuut wat de doorverkoopwaarde van het horloge doet stijgen of nivelleren in plaats van dalen.

9

Als horlogeliefhebber is het dragen van de Patek Philippe 3940 een oefening in esthetica waar je het aan jezelf verplicht bent om het maximum te scoren. Deze ochtend bezocht ik het kleinste kamertje en nadat ik een belangrijke boodschap overbracht aan de toiletpot werd mijn tijd opgeslorpt door mijn fascinatie voor dit werkje van liefde en tijd. Onder het kunstlicht werd andermaal duidelijk hoe gracieus dit horloge is door zijn perfecte afmetingen, het glimmende goud van de wijzers dat de opalen wijzerplaat ten dans vraagt in een tijdloos nummer en de spielerei van de maanfase die je eraan doet herinneren dat je nog steeds niet weet wat the fuck een bloedmaan is.

Zijn geld waard?
De vraag rest dan of de Patek Philippe 3940 zijn geld waard is. Kort antwoord: nee. Lang antwoord: nee. Eigenlijk is elke aankoop boven de vijftig euro voor een horloge onzinnig, maar wanneer de prijsdimensie richting ettelijke tienduizenden euro’s begint te neigen, kan je helemaal spreken over totaal onverantwoord en onzinnig. De wet van dalende meeropbrengten kan je bekijken als een functiecurve die start bij vijftig euro en pijlsnel de hoogte inschiet, maar steeds meer begint af te platten wanneer je richting Patek Philippe en consoorten nadert. Maar om mezelf te citeren: “In een bepaalde prijscategorie worden bepaalde zaken irrelevant omdat substantie in de vorm van kunst boven functionaliteit gaat”. Je vraagt ook niet aan een museumcurator of het elfendertigste portret van Marylin Monroe dat op twintig minuten is geschilderd door Andy Warhol zijn geld waard is. Voor de Patek Philippe 3940 geldt hetzelfde.

zondag 1 april 2018

Horloges maart 2018

Parijs en uitverkoop
Bij de vorige tussenstand van hoe vaak ik in 2018 een horloge draag, was de Patek Philippe 3940 heer en meester. De balans is nu wat evenwichtiger, hoewel de Patek nog altijd de grootste slokop van het geheel is. Het gebeurt nu af en toe dat ik een bepaald horloge meer dan één dag draag. Eind februari was ik voor een weekendje in Parijs en daar heb ik gedurende vier koude winterdagen de Seiko SDGM001 gedragen. Ook de veelzijdigheid van de Omega Speedmaster Dark Side of the Moon overtuigt me om dit horloge wat vaker te dragen. Februari en maart 2018 leveren volgend rijtje op:

1/feb Donderdag DSotM
2/feb Vrijdag Seamaster
3/feb Zaterdag Accutron
4/feb Zondag Deep Blue
5/feb Maandag PP 3940
6/feb Dinsdag PP 3940
7/feb Woensdag DSotM
8/feb Donderdag DSotM
9/feb Vrijdag DSotM
10/feb Zaterdag SDGM001
11/feb Zondag /
12/feb Maandag Seamaster
13/feb Dinsdag SBGR083
14/feb Woensdag SBGA011
15/feb Donderdag PP 3940
16/feb Vrijdag Portsea
17/feb Zaterdag KS
18/feb Zondag Accutron
19/feb Maandag SBGR083
20/feb Dinsdag PP 3940
21/feb Woensdag PP 3940
22/feb Donderdag PP 3940
23/feb Vrijdag SDGM001
24/feb Zaterdag SDGM001
25/feb Zondag SDGM001
26/feb Maandag SDGM001
27/feb Dinsdag DSotM
28/feb Woensdag SBGR083
1/mrt Donderdag PP 3940
2/mrt Vrijdag FFD0F001W
3/mrt Zaterdag Deep Blue
4/mrt Zondag Accutron
5/mrt Maandag SBGA011
6/mrt Dinsdag Portsea
7/mrt Woensdag PP 3940
8/mrt Donderdag KS
9/mrt Vrijdag Deep Blue
10/mrt Zaterdag DSotM
11/mrt Zondag Seamaster
12/mrt Maandag SBGR083
13/mrt Dinsdag SDGM001
14/mrt Woensdag SBGA011
15/mrt Donderdag SBGA011
16/mrt Vrijdag FFD0F001W
17/mrt Zaterdag PP 3940
18/mrt Zondag Accutron
19/mrt Maandag DSotM
20/mrt Dinsdag PP 3940
21/mrt Woensdag SBGR083
22/mrt Donderdag SBGA011
23/mrt Vrijdag SDGM001
24/mrt Zaterdag Portsea
25/mrt Zondag Seamaster
26/mrt Maandag PP 3940
27/mrt Dinsdag DSotM
28/mrt Woensdag SBGR083
29/mrt Donderdag SDGM001
30/mrt Vrijdag FFD0F001W
31/mrt Zaterdag PP 3940

Twee horloges zullen in toekomstige lijstjes niet meer opduiken: de Wwoor en Deep Blue Protac 1000. Ik zoek namelijk wat rust in mijn collectie door het aantal stuks te verminderen en de collectie telt nu elf stuks in plaats van dertien voorheen. Andere horloges staan ook in het uitstalraam zoals de Mebourne Watch Company Portsea en King Seiko 4502-7010, maar dan moet ik er uiteraard wel een gegadigde voor vinden. 

Wanneer ik in bovenstaand lijstje tel hoe vaak een horloge is gedragen, is dit de conclusie:
- Patek Philiippe 3940: 12 keer
- Seiko SDGM001 en Speedmaster Dark Side of the Moon: 8 keer
- Seiko SBGR083: 6 keer
- Seiko SBGA011:5 keer
- Bulova Accutron 214 Spaceview en Omega Seamaster: 4 keer
- Deep Blue Protac 1000, Orient FFD0F001W, Melbourne Watch Company Portsea: 3 keer
- King Seiko 4502-7010: 2 keer

In dit lijstje dus geen liefde voor de Rado D-Star en Wwoor. Bij de Rado is dit voornamelijk te wijten aan het armbandje dat de groot is afgesteld en nog ingekort moet worden. De Wwoor is de deur uitgegaan omdat het te weinig gedragen wordt en je kan in het lijstje zien waarom de Portsea en King Seiko mogen beschikken.