zondag 27 september 2020

Een jaartje Disney+

Ongeveer een jaar geleden had ik mijn abonnement bij Netflix opgezegd omdat het filmaanbod van de streamingdienst vrij pover was. Vrij ironisch aangezien 'flix' in het Engels een synoniem is voor films, maar juist dit is de Achilleshiel van Netflix. Sinds september ben ik echter weer geabonneerd op een streamingdienst, maar deze keer bij de buren van Disney. Disney+ heet deze nieuwe dienst en is gebaseerd op vijf pijlers: uiteraard alles van Disney zelf, Pixar, documentaires van National Geographic en de nieuwste aanwinsten van Marvel en Star Wars.


Prijs
De voornaamste reden om weg te stappen bij Netflix was toch wel de prijs. Onlangs heb ik opnieuw een kijkje genomen bij de abonnementsprijzen en goedkoop kan je het zeker niet noemen. Het premium abonnement laat toe om 4k te streamen en om Netflix op vier aparte toestellen te bekijken voor vijftien euro per maand, HD streamen kost twaalf euro per maand en SD in een prehistorische resolutie van 480 pixels nog altijd acht euro. Ter vergelijking: bij een eenmalige actie voor de start van Disney+ in België op vijftien september heb ik een jaarabonnement genomen voor zestig euro. Dat is dus met andere woorden vijf euro per maand en zomaar eventjes drie keer goedkoper dan het premium abonnement van Netflix. En voor die vijf euro per maand kan ik ook series of films bekijken in 4k (indien beschikbaar) en Disney+ op vier aparte toestellen bekijken. 

Disney+ heeft echter hetzelfde probleem als Netflix wanneer het in België lanceerde en dat is het gebrek aan content. Het huidige Netflix kan je uiteraard niet vergelijken met de versie van vijf jaar geleden en inmiddels is er een hele hoop (originele) content bijgekomen zoals eigen series en films, maar ook uiteraard films en series van andere bedrijven. Disney+ daarentegen moet het hebben van films en series uit eigen stal en dat is voorlopig maar een mager beestje vergeleken met Netflix. Het verschil in prijs zit natuurlijk ergens in. 

Het filmaanbod
Het aanbod van series was nooit het probleem van Netflix, integendeel, het laat op dit vlak zelfs het prestigieuze HBO achter zich. Hier kan Disney+ de eerstkomende jaren zeker niet tegen optornen en dat verwacht ik ook niet. De lacune van Netflix was voornamelijk het gebrek aan films, althans bij de Belgische versie. Het laatste jaar zijn er wel een aantal films van Netflix zelf bijgekomen, maar onvoldoende om het grote gat in dit aanbod te dichten. Helaas stel ik nu vast dat het bij Disney+ niet veel beter is gesteld. Ik had het abonnement in een bevlieging genomen en ik wist niet goed wat voor aanbod ik mocht verwachten. Nu blijkt toch dat dit lichtjes tegenvalt. 

Ik dacht - of hoopte - dat filmstudio's die onder de paraplu van Disney opereren zoals Touchstone en Buena Vista hun aanbod ook verkrijgbaar zou zijn op Disney+, maar dat is niet of slechts gedeeltelijk het geval. Disney maakt promotie dat hun aanbod is gebaseerd op de vijf pijlers van de intro en daar is een goede reden voor. Er is eigenlijk ook niet veel meer dan dat. Als je fan bent van de superheldenfilms van Marvel en graag Disneyfilms ziet, is dit een godsgeschenk, maar het algemene filmassortiment lijkt op het eerste gezicht min of meer vergelijkbaar te zijn met Netflix, misschien een beetje minder. Voor de schappelijke prijs van vijf euro per maand geen slechte deal, maar ik wil gerust meer betalen als ik een groter assortiment krijg. 

Uitbouwen
Helemaal kommer en kwel is het (film)aanbod ook weer niet. Disney heeft Fox overgenomen en het filmaanbod van 20th Century Fox zal op termijn ook bij Disney+ verschijnen. En de streamingdienst moet uiteraard ook tijd gegund worden om zijn aanbod van eigen series en films uit te bouwen. Het gevierde The Mandalorian kan nu ook op de Belgische versie van Disney+ bekeken worden, maar in plaats van de volledige serie in één keer beschikbaar te maken, wordt er nu iedere week één nieuwe episode vrijgegeven. Het is een model dat Netflix ook wel vaker toepast, maar het eerste seizoen van The Mandalorian is in de VS wel al uit... 

Men moet de streamingdienst dus nog wat tijd gunnen om zijn aanbod verder uit te bouwen, maar het staat nu al vast dat ik mijn abonnement niet verleng. Daar is het filmaanbod te pover voor en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Aangezien de filmcatalogus van Disney+ eerder beperkt is, zal ik op een jaartje tijd de films die ik wil zien wel bekijken. En de snelheid waarmee de catalogus wordt toegevoegd met nieuw materiaal zal helaas te traag zijn om me te overtuigen om het abonnement te vernieuwen. Disney+ is in de eerste plaats geschikt voor (jonge) gezinnen en in zijn huidige formaat als aanvullend medium en niet als primaire bron voor films en series. En mijn zoektocht naar een streamingdienst met een groot filmaanbod gaat ondertussen weer onverminderd verder...    

donderdag 24 september 2020

Chillen in Lissabon

Na mijn negendaagse vakantie op Madeira kon ik enkel terug naar België komen via een tussenstop in de luchthaven van Lissabon. Daarom heb ik van de nood een deugd gemaakt en vervolgens een vierdaagse verlenging aan de vakantie gebreid met een citytrip in de Portugese hoofdstad. Lissabon stond echter niet hoog op mijn lijstje genoteerd van te bezoeken steden, maar dat mocht de pret niet drukken. Gewapend met een compacte reisgids van Capitool die ik heb opgevist in een kringwinkel verkende ik de stad gedurende vier dagen. 

Even voorstellen
Lissabon geniet naambekendheid als hoofdstad van Portugal, maar is - alleszins wat mij betreft - een iets minder populaire locatie voor citytrips. Het is te zeggen: steden zoals Parijs, Londen, Rome, Praag en Amsterdam zullen eerder met een bezoekje vereerd worden en dan komen we in de categorie met iets minder bekende steden zoals Wenen, Boedapest en dus ook Lissabon. Onterecht, want deze Zuid-Europese stad heeft een heleboel te bieden. Het historisch centrum en kloppend, toeristisch hart zijn de vier wijken Bairro Alto, Chiado, Baixa en Alfama. Hier staan de meeste bekende toeristische trekpleisters met musea, kerken, pleinen en andere gebouwen. De Portugese hoofdstad heeft een rijke geschiedenis - het bestaat bijvoorbeeld langer dan Rome - met een grote culturele variëteit van Moorse overheersing, Spaanse co-existentie tot Portugese koopvaardijgeest. Enkel deze buurt volledig verkennen duurt minstens een aantal dagen, maar er is uiteraard ook meer. 

Dankzij het uitgebreide netwerk van openbaar vervoer is het ook een fluitje van een cent om naar verder gelegen locaties te pendelen zoals Parque das Nações. Dit park was in 1998 de plek waar de Wereldtentoonstelling van toen doorging en is een tochtje waard om de architectuur te bewonderen. Het is eveneens de thuishaven van Oceanário, het grootste indoor aquarium van Europa. Het westelijke gedeelte van Lissabon in Belém staat in het teken van de Portugese ontdekkingen en de stad Sintra bevat enkele van de mooiste paleizen en domeinen van heel Portugal. Voor ieder wat wils dus.

Woensdag 16 september
De vlucht van Madeira naar Lissabon verloopt verbazingwekkend snel en rond het middaguur zit ik al in mijn hotelkamer. Voor de erg democratische prijs van 36 euro per nacht heb ik een kamer geboekt bij Hotel Botanico dat zich vlakbij de Bairro Alto bevindt en een centraal gelegen punt is om Lissabon te verkennen. Bij deze prijs zit echter wel geen ontbijt bij en opmaak van bedden vergt ook een bijbetaling. Ik heb vooraf de Lisboa Card aangeschaft waarmee je gratis gebruik kan maken van het openbaar vervoer en het is vrij eenvoudig om van de luchthaven naar het hotel te pendelen. Minder eenvoudig is de sjouwtocht met koffer en rugzak naar het hotel zelf. Lissabon is namelijk op zeven heuvels gebouwd en laat het toeval nu uitwijzen dat dit hotel op één van die zeven heuvels is gebouwd...

In de namiddag trek ik erop uit om de buurt van Alfama te verkennen. Alfama is misschien wel de bekendste volksbuurt van Lissabon en kent de laatste twintig jaar een substantiële stimulans in toerisme. De nauwe steegjes gecombineerd met de vele hoogteverschillen maken van Alfama één van de meer unieke buurten in heel Europa. Arme Portugezen die in bouwvallige huisjes wonen delen hun wijk met rijke burgers die in grote panden leven. Het contrast kan soms niet groter zijn. Alfama kent enkele mooie plekjes zoals pleinen, musea en kerken. De twee beroemdste gebouwen zijn het kasteel van São Jorge en de Sé kathedraal.

Het kasteel van São Jorge staat helemaal bovenaan de heuvel waarrond Alfama is gebouwd en vergt toch wel een kleine inspanning. Het kasteel zelf is helemaal gerestaureerd en dat zie je. Een dwaaltocht langs de kantelen van het kasteel verraden de recente opknapbeurt. Het kasteel kent ook een kleine tentoonstellingsruimte over de geschiedenis van Lissabon en biedt misschien wel het mooiste uitzichtpunt over Lissabon. Langer dan een uurtje kon het me helaas niet boeien. De Sé kathedraal bestaat uit de kathedraal zelf - die snel is bekeken - en een schatkamer op de bovenverdieping waar het mooiste moment de binnenvallende zon was die scheen op het grote raam met glas in lood bij de voorzijde. Ook hier was ik na een half uurtje buiten en dan had ik het nog lang uitgehouden. De buurt van Alfama vind ik dus mooier dan de gebouwen die het herbergt. 

Donderdag 17 september
Via de website van Lisbon Chillout Tours heb ik een gratis wandeltoer geboekt door Lissabon die wordt geleid door een local. Het voorspelde weer voor de komende drie dagen kan samengevat worden in één woord: regen. Het regent behoorlijk hard rond tien uur wanneer ik arriveer bij de afgesproken startplek en gelukkig klaart het later helemaal op en transformeert de dag zelfs in een zonnige nazomerdag. Gids van dienst is Emili en ze is al gelukkig dat ze mij ziet. Het deelnemersveld bestaat namelijk uit amper twee personen en met de harde regen had ze schrik dat er niemand kwam opdagen. Het tweetal, inclusief mezelf, tekent echter present en bij deze stadstoer gaat het door de vier hoofdwijken van Lissabon: Bairro Alta, Chiado, Baixa en Alfama dat ik de dag ervoor heb bezocht. 

Emili heeft archeologie gestudeerd en haar sterke geschiedkundige achtergrond is de ideale basis om uitvoerig over de geschiedenis, cultuur en architectuur van Lissabon te vertellen. Gedurende vier uur weet ze geen seconde te vervelen en ontdekken we op een rustig tempo het hart van deze stad. Zo gaat het over de Moorse invloed tot de twaalfde eeuw, de zeetochten van de Portugese ontdekkingsreizigers en uiteraard de aardbeving van 1755 die deze stad bijna volledig heeft vernietigd. Ze maakt ook tijd vrij om een bezoekje te brengen aan de kerk van São Roque. Die ziet er van buitenaf erg gewoontjes uit, maar beschikt binnen over een ongekende weelde. Deze stadswandeling is dus de ideale manier om Lissabon te verkennen en kan ik enkel maar aanraden. 

In de namiddag ga ik naar Belém in het westelijke gedeelte van Lissabon. Dit doe ik in combinatie van metro en (soort) tram, maar de bus was wellicht gemakkelijker geweest. Het indrukwekkende Padrão dos Descobrimentos is een monument ter ere van de Portugese ontdekkingsreizigers en beslist een fotostop waard. Even verder staat de beroemde toren van Belém wat een verdedigingstoren was vanaf de zestiende eeuw. Het gebouw is niet groot en even leuk om te bekijken, maar de pièce de résistance is uiteraard de toren zelf. Helaas is die niet te bezichtigen omdat het te klein is en dat is dus met dit besmettingsgevaar niet wenselijk. Helaas, pindakaas dus. In Belém staat ook het beroemde klooster Mosteiro dos Jerónimos dat het beste voorbeeld is van de bouwstijl Manuel, zo vernoemd naar de Portugese koning Emanuel I. Naar verluidt zeker en vast een bezoekje waard maar het sluitingsuur van vijf uur in de namiddag betekende dat ik dit niet meer op mijn visite door Belém kreeg. Misschien voor een andere keer dan. 

Vrijdag 18 september
De voorspelde regen komt er deze keer wel met bakken uit de lucht en de meest veilige optie is dan binnenlocaties opzoeken. In de voormiddag doe ik dat met Oceanário. Dit is een aquarium in het hartje van Parque das Nações en klaarblijkelijk ben ik niet de enige met dat idee. Het lijkt erop dat elke toerist naar dit aquarium is afgezakt en het is er behoorlijk druk. De inkomprijs van net geen twintig euro vind ik aan de (erg) dure kant, maar je krijgt er wel indrukwekkende taferelen voor terug. Het begin is wat teleurstellend en gaat over een kleine expo die ik inmiddels alweer vergeten ben. Het meesterwerk van dit aquarium bevindt zich in een volgend gebouw waar een werkelijk gigantisch waterbassin de thuis is voor waarschijnlijk duizenden vissen inclusief grotere vissen zoals haaien en roggen, maar ook de erg bizarre maanvis. Dit aquarium is bovendien over twee verdiepingen gebouwd wat al een idee geeft hoe groot het is. 

Het bezoekje op de eerste verdieping schenkt ook aandacht aan andere diersoorten zoals papegaaiduikers, die ik hier voor de eerste keer zie, pinguïns en zeeotters. De meeste van deze dieren zijn hier geboren of gered uit penibele omstandigheden en daarom vertolkt Oceanário dus ook ecologisch een belangrijke functie. De echte ster van dit aquarium blijft het gigantische bassin waarin de grote vissen zwemen en telkens vergaap ik me aan deze dieren wanneer ik voor een gigantische glazen wand sta. Na 2,5 uur stap ik buiten en verken ik in zeven haasten de rest van het park. De post-moderne architectuur leent er zich toe om het park rustig verder te bekijken, maar de dreigende wolken inspireren me echter tot andere gedachten. 

In de namiddag bezoek ik het Gulbelkianmuseum. Gulbelkian klinkt als de nieuwste Oezbeekse spits van KV Mechelen, maar was echter een beroemde Armeense oliemagnaat die rijk werd door vijf procent van de aandelen te behouden bij oliemaatschappijen die hij hielp oprichten. Deze enorme rijkdom leverde één van 's werelds meest imponerende private kunstcollecties op die nu tentoongesteld wordt in het gelijknamige museum. Hoewel Gulbelkian van origine Armeens is, sleet hij ook veel van zijn dagen in het zonnigere Portugal. De kunstcollectie zelf is erg breed en gaat van kunst uit de oudheid (Egypte, Mesopotamië, oud-Grieks) tot Franse schilderijen uit de negentiende eeuw. 

Het museum bevat enkele grote namen zoals Frans Hals, Rubens, Rembrandt, Monet en Manet, maar is vooral een symbiose tussen Europese en Islamitische kunst. Gulbelkian verenigde het Europese investeringsbeleid met het olie uit het Midden-Oosten en dat tracht het museum ook te doen met minder kapitalistische bedoelingen. Dit komt vooral tot uiting in uitgebreide wandtapijten - onder andere uit Brugge - dat beide stijlen naadloos combineert. De nadruk van de collectie ligt vooral op Franse kunst van de negentiende eeuw en hier ging ik toch snel over. Na mijn bezoekje aan het Musée d'Orsay van twee jaar geleden heb ik hier inmiddels wel genoeg van gezien. Er zijn ook twee andere expo's, maar daar ben ik in een sneltreinvaart doorgegaan. Voor op een regenachtige dag zijn Oceanário en het Gulbelkianmuseum zeker een bezoekje waard. Op een zonnige dag zijn er echter misschien betere dingen om te bezoeken. 

Zaterdag 19 september
Last but not least is het motto op deze andermaal erg bewolkte dag, want nu ga ik naar de voorstad Sintra die zich aan de rand van Lissabon bevindt. Sintra was het buitenverblijf voor de Portugese koningen en in dat opzicht vergelijkbaar met Versailles in Frankrijk of Potsdam in Duitsland. Deze vergelijking doet Sintra zelfs oneer aan, want deze Portugese stad is meer dan enkel een verzameling van paleizen en parken. Vertrekken naar Sintra doe ik via het centraal gelegen station van Rossio dat rechtstreeks naar Sintra rijdt met een treinverbinding. Gelukkig is de ervaring met het reizen van de trein overal hetzelfde in Europa en arriveer ik slechts een kwartier later dan voorzien. In de tussentijd had ik wat meer info over deze trip opgezocht en kwam ik uit op deze link die me erg goed heeft geholpen, zeker voor de praktische kant van de zaken. 

De eerste busstop is het historisch centrum van Sintra, maar dat sla ik over ten voordele van de volgende stop: het Moors kasteel. Hier koop ik een combinatieticket dat ook toegang biedt tot het paleis van Pena. Het Moors kasteel bevindt zich op de top van een heuvel en bestaat hoofdzakelijk uit restanten waar de kantelen nog rechtstaan. Dit een kasteel noemen is toch wat eufemistisch. Het tochtje langs de kantelen levert enkele mooie plaatjes op van de omgeving, maar is niet zo bijzonder. Wel bijzonder is het paleis van Pena dat opgetrokken is in verschillende bouwstijlen en beïnvloed is door elke stijl mogelijk die bekend was in de negentiende eeuw. Het bestaat bovendien uit opvallende rode en gele pasteltinten waardoor je er moeilijk kan naast kijken. Ook binnen in het kasteel ziet er alles sprookjesachtig uit en lijkt het alsof de koninklijke familie net de deur uit is.

Het paleis van Pena is gelegen in een mooi park, maar op deze uiterst bewolkte dag - gelukkig zonder regen - valt er weinig te genieten van de tuinen. Ik bewandel wel de Cruz Alta die me naar een hoge rots brengt waar je het paleis van Pena vanop afstand ziet. De bus brengt me terug naar het historisch centrum van Sintra waar ik vervolgens het feeërieke Quinta da Regaleira bezoek. Dit domein laat zich moeilijk beschrijven en is een soort kruising van enerzijds Efteling met anderzijds Europese architectuur uit de negentiende eeuw. Het statige landhuis is een klein paleis, maar het is vooral het domein dat bijzonder is. Je ziet er kleine torentjes, een ziggurat, kleine grotten waarin je kan verdwalen, een tuin met waterval, maar de echte sterattractie is de initiatieput. Deze spiraalvormige bron telt negen verdiepingen en verdwijnt vervolgens in het gangenstelsel van de ondergelegen grotten. Het minste wat je hiervan kan zeggen, is dat het een bijzondere ervaring is. 

De laatste trekpleister van de dag die ik bezoek, is het paleis van Sintra wat eigenlijk een verzameling van paleizen is. In dit complex verbleven de Portugese koningen totdat Portugal in 1910 een republiek werd. Om half vijf ga ik het paleis binnen en het is een surrealistisch tafereel wanneer ik ogenschijnlijk alleen door het paleis dool. Zo heb ik minutenlang de tijd om in m'n eentje de imposante Wapenschildkamer te bekijken, zelfs de bewakers zijn in heinde en verre niet te bespeuren. Het is dezelfde grandeur die je van andere Europese koningspaleizen mag verwachten en mist toch wat het bombastische van het paleis van Pena wat daarom mijn persoonlijk hoogtepunt van deze dag was. 

Conclusie
Na negen dagen op het paradijselijke Madeira kostte me het toch enigszins moeite om me aan te passen aan de grootstedelijke broeierigheid van Lissabon. Het hielp ook niet dat het weer gedurende mijn vierdaags verblijf in Lissabon behoorlijk kut met peren was. Dat neemt echter niet weg dat de Lissabon een erg goede indruk op mij heeft achtergelaten. Niet in het minst dankzij het magische Sintra dat zeker verplichte kost is wanneer je in de buurt bent van Lissabon. Vooral het paleis van Pena is de moeite waard, maar ook het mysterieuze Quinta da Regaleira  met zijn initiatieput is bijzonder te noemen. 

Het historisch centrum heb je op twee dagen gezien en een stadswandeling is het uitgelezen middel om de buurten van Alfama, Bairro Alto, Chiado en Baixa te verkennen. Elke buurt heeft zo zijn charme en de beroemde tram 28 rijdt door al deze buurten (al ben ik er zelf in deze Coronatijden niet opgestapt). Een uitstap van een half dagje naar Belém is ook aan te bevelen om er de toren en klooster te bezoeken. Wel kan je beter maar over een fatsoenlijke conditie beschikken, want Lissabon is erg heuvelachtig en met name de beklimmingen naar Bairro Alto kunnen behoorlijk pittig zijn. Maar eenmaal in deze uitgaansbuurt kan je de vermoeidheid wegdrinken met een fris glas wijn en een lokale specialiteit. 

woensdag 23 september 2020

Genieten op Madeira

Tijdens deze Coronagekte is het een kluwen van regels, kleurcodes en tests. Een land uitkiezen om op vakantie te gaan, is dus niet evident en als je de media mag geloven is het zelfs een misdaad om op vakantie te gaan. De spreekwoordelijke uitzondering hierop is het Portugese Madeira dat zijn zaakjes wonderwel op orde heeft. De pandemie heeft dit eiland in de Atlantische Oceaan gespaard, niet in het minst omdat het zo geïsoleerd ligt. Binnenlandse besmettingen worden nauwelijks doorgegeven (op moment van schrijven zijn het er vijf voor het hele eiland) en buitenlandse toeristen moeten een certificaat van een negatieve test kunnen voorleggen (maximaal 72 uur voor aankomst afgelegd) ofwel een verplichte test ondergaan in de luchthaven. Er bestaat misschien geen Coronavrij paradijs op deze wereld, maar Madeira komt wel akelig dicht in de buurt. 

Even voorstellen
Madeira is een vulkanische archipel die zich bevindt voor de Afrikaanse kust in de Atlantische Oceaan en kent een gematigd subtropisch klimaat. De zomers zijn niet te warm, terwijl de winters vrij mild zijn. Daarom ontvangt dit eilandje het gehele jaar door toeristen. Het eiland is vrij klein en heeft de grootte van slechts éénderde van de provincie Limburg, Belgiës kleinste provincie. Desondanks herbergt dit eiland veel natuurschoon zoals één van 's werelds grootste kapen, 's werelds grootste laurierbos en de hoogste toppen van Portugal. Kenmerkend zijn de levada's, kleine irrigatiekanalen die in de bergen starten en uitmonden in de dorpjes aan de kust om de plaatselijke bevolking van water te voorzien. Deze levada's bieden erg mooie wandelingen aan. Bovendien wordt Madeira ook het bloemeneiland genoemd omdat er een heleboel prachtige tuinen zijn die je kan bezoeken.


Ook op het vlak van cultuur en geschiedenis heeft Madeira heel wat te bieden. Het eiland werd per toeval in de vijftiende eeuw ontdekt door de Portugezen en sindsdien is het eiland altijd bewoond. De grootste stad is Funchal dat ruim honderd duizend inwoners telt en het kloppend hart is van het eiland. Hier vind je tal van bezienswaardigheden terug zoals een oud fort, het oude stadsgedeelte, typische marktpleintjes, maar ook een bruisend nachtleven. Madeira houdt ieder jaar ook een bekend wijn- en bloemenfestival, maar de editie van dit jaar was begrijpelijkerwijze erg ingetogen. Op nieuwjaar organiseert Funchal ook één van de meest bijzondere nieuwjaarsvieringen ter wereld met een indrukwekkend vuurwerkspektakel. Madeira biedt dus met andere woorden een mooie combinatie van natuur en cultuur en dat op een plek die amper een zakdoek groot is. 

Maandag 7 september
Op deze dag vertrekt mijn vlucht rechtstreeks naar de luchthaven van Madeira dat tegenwoordig Cristiano Ronaldo Madeira International Airport heet, zo genoemd naar de beroemdste persoon afkomstig van Madeira. Pas achteraf leer ik dat deze luchthaven één van de gevaarlijkste luchthavens van Europa is. Niet omdat de landingsbaan zo kort is - die is nog niet zo lang geleden verlengd - maar wel door de verraderlijke oostenwinden die een landing significant kunnen compliceren. Ik had geen rekening gehouden met het feit dat Portugal in een andere tijdzone zit (één uur vroeger dan België) en een taxi geregeld om vijf uur. Daar moest ik dus een uurtje extra op wachten, maar daarna kon de vakantiepret beginnen. 

Ik verbleef in Museum House wat eigenlijk een guesthouse is in plaats van een echt hotel. De eigenaar beschikt over een klein museum in de kelder, het Optics Museum, en baat daarnaast ook dit guesthouse uit. Het grote voordeel van dit hotel is de ligging want het is een steenworp verwijderd van de marina (de jachthaven) van Funchal en dit is toch wel de place to be. Alle bezienswaardigheden bevinden zich hier vlak bij elkaar en ook het oude stadsgedeelte is tien minuten stappen van mijn hoteldeur. 


's Avonds stapte ik op de wilde boef de kustlijn van Funchal af en op deze geïmproviseerde stadswandeling kwam ik al een heleboel trekpleisters van Funchal tegen. De marina is als uitgaansbuurt net een tikkeltje minder bruisend dan anders, maar blijft gezellig druk. Het oude fort Sao Tiago ligt er verlaten bij die avond, terwijl de nauwe steegjes van de oude binnenstad een mooie combinatie bieden van gezellige eetplekjes en onverwachte street art. Het toont aan dat Madeira zijn verleden waardeert, maar ook modernisme omarmt. 

Dinsdag 8 september
Oorspronkelijk was het de bedoeling om een auto te huren en vooral sightseeing te doen, maar de taxirit van de luchthaven naar het hotel in Funchal heeft me op andere ideeën gebracht. Soms gaat het hier wel heel erg steil naar omhoog en naar beneden en ik vertrouw mijn stuurmanskunsten toch niet helemaal op onbekend terrein. Daarom boek ik vandaag een aantal excursies voor de Levadawandelingen en ga ik eveneens naar Monte. Monte is een voorstadje van Funchal dat in de heuvels is gelegen. Er is een kabelbaan die je hogerop brengt, maar dat kost helaas wel een erg stevige elf euro. Ik kies gemak over inspanning en leg de elf euro op tafel om naar Monte te komen. Voor die elf euro krijg ik wel een mooi overzicht van de stad Funchal. 


Bij de ingang van het domein prijkt trots een plakkaat dat zegt dat de botanische tuin tot de dertien mooiste botanische tuinen ter wereld behoort. Ik breng ruim 2,5 uur in dit bloemenparadijs voor en ik moet zeggen dat het domein er inderdaad erg mooi bijligt. Het is prachtig vormgegeven, maar is helaas niet de superervaring die ik ervan had verwacht. Dergelijke tuinen die ik ruim drie jaar geleden in Andalusië heb bezocht, vond ik indrukwekkender, maar dat komt wellicht door de periode. De Andalusische tuinen heb ik in de bloeimaand van mei bezocht, terwijl de bloemenpracht in september zijn piek allang heeft gekend. Niettemin een bezoekje waard, mede door de soms prachtige architectuur van het domein. 

In plaats van de kabelbaan terug kies ik voor de sportieve toets en wandel ik terug naar Funchal. Dat gebeurt door de vallei van Ribeiro de João Gomes. Deze vallei heeft enkele jaren geleden helaas een verwoestende bosbrand gekend en ziet er daarom erg dor uit. Bovendien wordt dit pad niet meer onderhouden waardoor het de allures krijgt van een beginnende jungle. Tijdens deze wandeling kom ik mijn eerste levada tegen, maar die wordt al lang niet meer gebruikt en is dus bijgevolg leeg. Bovendien is deze route niet geschikt voor mensen met hoogtevrees want de gapende afgrond komt soms wel heel erg dichtbij en hekken zijn slechts sporadisch aanwezig. Niet de mooiste wandeling van mijn vakantie op Madeira, maar verreweg wel de meest avontuurlijke.   

Woensdag 9 september
Op deze dag is het tijd voor mijn eerste excursie en die brengt me naar 's werelds grootste laurierbos. Beroemd in Madeira zijn de verschillende PR-wandelingen. Deze wandelingen zijn meestal wandelingen die lopen naast de beroemde levada's en loodsen de wandelaar naar de mooiste plekjes van het eiland. Misschien wel de beroemdste hiervan is de PR6 die ook wel gekend is als de wandeling van de 25 fonteinen. In het midden van het laurierbos is er namelijk een idyllisch plekje waar vijfentwintig kleine(re) watervalletjes samenkomen in een sprookjesachtige poel. 

Het voordeel van een excursie ten opzichte van er zelf op uit te trekken is dat je heel wat informatie krijgt over het gebied. Bij de startplek van de wandeling vertelt de gids me dat het laurierbos inderdaad 's werelds grootste is, maar wel helaas langzaam dreigt te verdwijnen omdat de eucalyptus - een invasieve boomsoort - laurieren langzaam maar zeker verdringen tot op ongeveer duizend meter hoogte. Desondanks is het al groen wat de klok slaat bij deze wandeling door de aanwezige laurierbomen. Mijn eerste ontmoeting moet een werkende levada is een mooi moment en er zijn eveneens enkele kleine watervalletjes te zien. Er wordt eveneens een kleine pauze gehouden bij de Risco-waterval. Deze waterval is vrij hoog, maar kent een eerder bescheiden debiet omdat (regen)water nu eenmaal minder aanwezig is in de zomerperiode. 



Even later arriveer ik bij de vijfentwintig fonteintjes en dit is inderdaad een fantastisch mooie plek. Ik heb geluk gehad om al diverse prachtige plekjes te mogen bezoeken, maar dit is misschien wel de mooiste totnogtoe. Het lijkt zo weggelopen te zijn uit een tekenfilm van Disney. Normaal gezien worden dergelijke plekken overspoeld door hordes toeristen, maar in deze tijden valt dit (helaas?) erg goed mee. De terugweg van de wandeling loopt nog door een tunnel, maar weet daarna niet echt meer te imponeren. Qua wandeling is dit geen absolute topper, maar de plek van de vijfentwintig fonteintjes (eigenlijk watervallen) is dit wel en daarom alleen al een bezoek waard als je op Madeira bent.

Donderdag 10 september
Deze excursieloze dag staat in het teken van de toeristenbus die rond Funchal rijdt. Zoals bij zoveel andere (toeristische) steden rijdt er in Funchal een rode hop on, hop off bus rond die de belangrijkste plekjes van de stad aandoet. De prijs van bijna twintig euro is alles behalve goedkoop, maar je krijgt per stopplaats wel een uitgebreide beschrijving via een audiogids. De meeste van deze plekken had ik bij mijn aankomst al bezocht, dus dit was helaas geen grote meerwaarde voor mij. De bus rijdt echter verder naar Camara de Lobos en houdt even halte voor een mooi uitzichtpunt over de stad. Dat was dan weer wel een leuke meevaller. Bij Camara de Lobos stap ik over op een andere bus om te pendelen naar mijn hoofddoel: Cabo Girão. 


Cabo Girão is de hoogste klif van Europa en op één na hoogste ter wereld. De klif meet 580 meter boven de zeespiegel en beschikt over een glazen skywalk. De glazen skywalk is niet echt groot, maar wel indrukwekkend om te zien. Het platform biedt namelijk de mogelijkheid om naar beneden te kijken en het is bijna absurd wat voor een vertekend beeld dit geeft. Wanneer ik naar beneden kijk, heb ik nooit de indruk dat het ruim een halve kilometer naar beneden is, maar eerder een bescheiden honderd meter. Het uitkijkplatform biedt eveneens een mooi overzicht over de omgeving, maar de kaap weet niet meer dan tien minuten te boeien. Je kan namelijk maar zoveel naar beneden kijken totdat je het grondig beu bent. Bij de kaap is er nog een een klein restaurantje waar ik even eet voordat ik de bus terugneem. 

In Camara de Lobos moet ik nog een uurtje wachten op de aansluiting met de rode hop on, hop off bus en dat geeft me de gelegenheid om dit gemoedelijke dorp te verkennen. Toerisme heeft dit dorp ook al ontdekt, want er is een winkelstraat met veel souvenirshops, cafés en restaurantjes. In één van de rustige, aansluitende straten is er zelfs een project van street art waar superhelden en andere figuren knap zijn afgebeeld op de gevels van huizen. Street art is dus zeker niet het exclusieve domein van grootsteden, maar vind je ook in vissersdorpen op afgelegen eilanden. 

Vrijdag 11 september
Deze roemruchte dag is de mooiste dag van mijn vakantie op Madeira geworden, want de PR1-wandeling van Pico do Areiero naar Pico  Ruivo is mijn beste hike van het jaar. De Pico do Areiero is de derde hoogste berg van Portugal met zijn 1818 meter en zelfs de verplaatsing er naartoe met het minibusje is al een schot in de roos. Samen met andere leden van de excursie zie ik hoe een dik wolkendek zich rond de top van de Pico Areiero ontvouwt en het is een feest voor het oog om dan boven dit wolkendek uit te stijgen. Het geklik van fotocamera's en GSM's volgt amper luttele seconden later. Even rond deze berg wandelen en de weidse omgeving bewonderen zou al een hoogtepunt zijn, maar dan begint pas het echte werk: de wandeling naar de Pico Ruivo. 

De Pico Ruivo is de hoogste berg van Madeira (en Portugal) en dat betekent uiteraard dat er geklommen wordt. De eerste helft van de wandeling gaat eerder naar beneden, maar in de tweede helft richting Pico Ruivo moeten er een respectabel aantal trappen worden overwonnen. Het wandelpad ligt er super bij en elke nieuwe bocht levert een nieuw wauw-moment op en vraagt om een fotostop. Nu al was het duidelijk dat dit mijn mooiste hike van het jaar is. Dat gevoel wordt alleen maar versterkt wanneer ik bij de Pico Ruivo kom die andermaal weet te imponeren. 


Pico Ruivo betekent in het Portugese rode top en dat heeft het te danken aan de rode ondergrond van de berg die nog het meest gelijkt op gravel. De vulkanische oorsprong van het eiland verloochent zich hier niet. Ik krijg ook hier opnieuw enkele mooie vergezichten voorgeschoteld, maar het is nu inmiddels wat later op de namiddag en wolken maken zich meester van deze top. Er is dus geen heldere blik over de horizon die kilometers ver reikt, maar de bewolkte omgeving zorgt ook voor schilderachtige taferelen. Gelukkig is het een dun wolkenpak en kan ik nog wat van de omgeving meepikken. Een uurtje later is nog enkel het grijs van de wolken zichtbaar. Het laatste stuk naar het eindpunt is wat mij betreft ook een hoogtepunt aangezien ik nu wat meer de vegetatie te zien krijg die er rond deze bergtoppen groeit. Op dit vulkanisch gedeelte van Madeira is het somg nog verrassend groen. En met die les sluit ik dit hoogtepunt van de reis - zowel letterlijk als figuurlijk - af. 

Zaterdag 12 september
Het koste me bloed, zweet en tranen (een kleine overdrijving misschien), maar het is me uiteindelijk gelukt om toch een duiksessie te boeken. In de marina van Funchal staan er verscheidene kiosken waar ik mijn excursies geboekt heb, maar het ontbreken van toerisme zorgt ervoor dat niet alle activiteiten doorgaan. Scuba diving lijkt er daar één van te zijn, want in eerste instantie kon ik geen duikclub vinden die dit aanbood. Mijn zoektocht werpt uiteindelijk toch eindelijk vruchten af en in de hotelbuurt van Funchal is er een maritiem centrum waar ik een duiksessie kon volgen. 

Met duiksessie bedoel ik een introductie tot scuba diving. Het gaat dan om een initiatie waar je een kleine sessie theorie krijgt zodat je weet hoe je moet handelen in het water en uiteraard het duiken zelf. Dat was voor mij de moeilijkste stap, want dit kostte me wel héél, héél, héél erg veel moeite. Het voordeel bij dit gebrek aan toerisme is dat ik een duikinstructeur krijg die me privéles geeft, het nadeel is dan weer dat diezelfde duikinstructeur net iets te ambitieus was. Hij sprong meteen in het diepe van de zee en dat zag ik toch even niet zitten. Dan maar naar het aanpalende zwembad waar het iets gemakkelijker is om de kneepjes van het vak te leren, en waar je het eigenlijk ook moet leren...  

Ik had bijzonder veel moeilijkheden om onder water te blijven met mijn beademing, want ik had steeds de neiging om na een paar seconden terug naar boven te komen om naar adem te happen al was dat helemaal niet nodig. Na 45 minuten psychosomatische strijd met mijn hersenen, moest ik nu voortbewegen onder water en dat leverde weer een heleboel claustrofobie op. Ondertussen stond ik dertien keer op opgeven (niet overdreven!), maar het gebrekkige Engels van de Portugese duikinstructeur zorgde ervoor dat hij dit niet begreep en na anderhalf uur lukte het wonderlijk wel! De daaropvolgende duik voor de kust van Funchal kan ik maar beschrijven met één woord: subliem! 


Het kriebelt nu om dit vaker te doen en ook deze dag is uitgegroeid tot een erg leuke dag. Het was helaas wel veel te snel over en ik had nog een namiddag om op te vullen. Dit heb ik op het gemak gedaan door rustig rond te wandelen in het gemeentelijk park (tuin) van Funchal. Dit kan je gratis bezoeken en is uiteraard niet zo indrukwekkend als de botanische tuin van Monte, maar is wel een toffe plek om te genieten van een zonnige dag. De centrale vijver biedt een thuis voor verscheidene watervogels en hier heb ik rustig de tijd genomen om de vogels op gevoelige plaat vast te leggen. 

Zondag 13 september
In dit sportieve weekend wordt na een duiksessie vervolledigd met een canyoning-tochtje in één van de talrijke kloven in Madeira. Er zijn drie niveaus van canyoning mogelijk, maar aangezien ik dit nog nooit eerder heb gedaan, kies ik voor het behouden eerste niveau. Samen met een tiental andere deelnemers betekent dit een aantal uurtjes klauteren over rotsen, abseilen, dalen en in het water duiken. De eerste grote hindernis die ik moet nemen, is me aankleden met de wetsuit want dat kost aardig wat moeite. Verrassend genoeg ben ik als eerste klaar van de hele groep, terwijl ik normaal de eer heb om de laatste plaats te vertegenwoordigen bij dit soort dingen. 

Als deze formaliteiten zijn afgehandeld, stappen we terug allemaal het minibusje in en worden we afgezet in de buurt van Pico do Areiero waar we een algemene uitleg krijgen tussen de dichte begroeiing van de Madeirese wildernis. Na deze korte uitleg begint het canyoning zelf en dat is simpelweg erg tof om te doen. Kort uitgelegd: bij canyoning daal je af in een kloof en volg je een kleine waterloop inclusief watervallen. Een goede uitrusting is dus erg belangrijk, daarom de wetsuit, maar ook gespecialiseerde schoenen met een anti-sliplaag. Maar zelfs dan kan het behoorlijk glad zijn op de rotsen waarover we lopen. 


De spectaculairste stukken van deze tocht is een afdaling van ruim zes meter helemaal bij het begin en ik had bovendien de eer om als eerste naar beneden te mogen. Het kostte me de eerste seconden een beetje moeite, maar ging daarna vrij vlot naar beneden. Op het laatste mocht ik twaalf meter naar beneden absailen en was ook wel best gaaf om te doen, helemaal omdat ik dit niet verwachtte. Ik dacht loodrecht naar beneden te dalen, maar in plaats daarvan werd dit een soort zipline waar ik naar beneden gleed. Erg leuk om te doen, maar mooie liedjes duren niet lang en na ongeveer 2,5 uren was het helaas weer gedaan. 

Opvallend was wel dat we op ruim twee uur wel een ruime afstand hebben afgelegd. Toen we vertrokken arriveerde we na vijf minuten al in Monte, een voorstad van Funchal, terwijl we bij vertrek toch een stuk hoger waren gelegen. In de namiddag vulde ik mijn dag op door nog eens rond te struinen in Funchal. Het staat vast dat ik canyoning zeker eens opnieuw ga doen en liefst zo snel mogelijk!

Maandag 14 september
De derde wandeling van mijn vakantie (PR8) staat op deze dag geprogrammeerd, maar is deze keer geen wandeling naast een levada. Het brengt me daarentegen wel naar São Lourenço, een schiereiland dat op het uiterste oostelijke punt van Madeira is gelegen. Vlak daarbij bevinden zich ook de Ilhas Desertas, twee verlaten eilandjes die zich op een boogscheut van São Lourenço bevinden. Deze keer is er geen excursie beschikbaar en rest er me niks anders dan zelf een auto te huren. Ik kies voor de gemakkelijkheidsoplossing en wordt het dus een automaat. De auto in kwestie is een Smart met slechts twee zitplaatsen, maar meer heb ik ook niet nodig. De route er naartoe verloopt via de enige snelweg van het eiland - de VR1 - en verloopt verbazingwekkend vlot. 

São Lourenço is één van de populairdere wandelbestemmingen op Madeira en daar is een goede reden voor. Het uitzicht rond het schiereiland is namelijk adembenemend. De panorama's op de kliffen is ronduit spectaculair en het vulkanische karakter van het schiereiland geeft de omgeving verschillende kleurschakeringen mee die variëren van beige tot donkerrood. Op de wandeling zelf is geen scheutje schaduw te bespeuren en laat net nu deze maandag de zonnigste dag zijn van mijn hele vakantie. Zweetparels maken zich van mij meester wanneer ik toch een aantal keren naar boven moet stappen. Dat doe ik echter met veel plezier want de omgeving ziet er telkens net dat beetje anders uit. 


Deze wandeling is slechts ruim drie kilometer lang aangezien het terug naar het startpunt gaat. Vooraleer het zover is, beklim ik de plaatselijke top die zo'n 160 meter hoog is. Na deze wandeling neem ik de huurauto om een paar kilometer verderop bij een plaatselijk uitkijkpunt (miradouro) de kliffen opnieuw te bewonderen, maar deze keer met een iets ander perspectief. Ondertussen is het me ook duidelijk geworden hoe populair deze wandeling daadwerkelijk is, want de parkeerplaats was  helemaal vol en dat had ik op deze vakantie nog niet meegemaakt. Ik heb deze wandeling in het begin van de ochtend gestart en dat kan ik dus enkel aanbevelen. Niet alleen om de drukte te vermijden, maar ook om jezelf van de zon te besparen die na het middaguur erg gretig mensen komt begroeten.

Dinsdag 15 september
Een laatste excursie is gepland voor mijn laatste (volledige) dag op Madeira. Madeira is een compact eiland en dan wil ik uiteraard zoveel mogelijk van zien. De voorbije dagen was ik min of meer al in de meeste buurten van Madeira geweest, maar nog niet in het noord-westen in de omgeving van Porto Moniz. Dat werd op deze dag goed gemaakt met een jeepsafari van de Green Devils die Enchanted Terraces werd gedoopt. Met zeven personen in een aftandse, maar nog steeds goed functionerende Nissan Petrol werd het een goed gevulde dag met soms behoorlijk ruige ritjes.

In het begin kregen we het hardst te verduren wanneer we via zandweggetjes amper die naam waardig klommen naar het plateau van Paul da Serra. Een wat ouder Brits koppel zat op geïmproviseerde zitjes in de koffer en vroeg vriendelijk om op de achterbank te zitten. Zodoende werd hun rug toch iets of wat gespaard, maar toch niet helemaal. Het ritje was behoorlijk wild, maar als beloning werd er een korte pauze ingelast van twintig minuten om een korte wandeling naast een levada te doen. Even later kregen we ook een blik op de weidse omgeving van dit plateau gepresenteerd. Paul da Serra is het enige plateau van Madeira en is ongeveer 24 km² groot. 


Even later houden we halt in een sprookjesachtig bos - laat ik het eerder houden op een verzameling losstaande bomen - in Fanal, maar meer dan een fotostop kan ik het bezwaarlijk noemen. Even later is het tijd om te eten en voor de crimineel lage prijs van twaalf euro krijgen we een driegangenmenu voorgeschoteld. In de namiddag zijn er nog enkele verplichte stops bij mooie uitkijkpunten, maar hoogtepunt van de dag is toch wel zeker en vast de natuurlijke zwempoelen van Seixal en Porto Moniz. Wij gingen naar die van Seixal en daar vormen enkele rotsen natuurlijke bassins die gevoed worden door zeewater wanneer het tij hoog staat. Een zwempartij hier werkt echt enorm ontspannend. 

Daarna stopten we nog bij een souvenirshop en zien we in de verte nog enkele hogere watervallen die vlak naast de weg lopen. Opvallend is ook dat sommige routes niet meer gebruikt kunnen worden door steenval afkomstig van de kliffen. Rond half zeven stond ik weer in Funchal na ongetwijfeld de best gevulde dag van deze vakantie. 

Conclusie
Na negen dagen vertoeven op Madeira kan ik niks anders dan concluderen dat deze Portugese archipel toch wel een klein paradijs op aarde is. Het eilandje is amper een zakdoek groot, maar heeft wel ontzettend veel te bieden. De natuurpracht is wonderschoon met prachtige kliffen, bossen en bergtoppen die het decor zijn van enkele mooie PR-wandelingen. Dit geeft ook de mogelijkheid om er een meer actieve vakantie van te maken met zaken zoals duiken en canyoning en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Madeira maakt eveneens zijn naam van bloemeneiland waar en er zijn letterlijk tientallen plaatsen waar je kan verdwalen in prachtige tuinen. Het moet wel gezegd worden dat dit afhankelijk is van het seizoen en september is niet de beste maand om te genieten van deze bloemenpracht. 


Madeira beschikt ook over een grote dosis cultuur, maar dat is voornamelijk geënt op Funchal. Zo zijn er de wijn- en bloemenfestivals en zijn er belangrijke sites zoals enkele forten of het kleurrijke oude centrum van Funchal. De hoofdstad van Madeira telt ook opvallend veel musea waaraan je een bezoekje kan brengen op een regenachtige dag. Niet dat je dat snel zal hebben op Madeira, want er heerst een micro-klimaat rond deze archipel waardoor er het hele jaar door opvallend zacht is. Een luilekkervakantie behoort uiteraard ook tot de mogelijkheden, hoewel het uitgebreidere zandstrand van Porto Santos daar zich beter toe leent. Kortom, Madeira is van alle markten thuis!