woensdag 30 november 2016

Musea in november

Logische titel
In maart dit jaar had ik een blogpost geschreven over de musea die ik in maart had bezocht. De titel van deze blog dicteert dat ik dit nu dunnetjes over doe voor de musea die ik bezocht in november. Dit zijn het Mijnmuseum in Beringen en M-Museum in Leuven. 

Mijnmuseum
Het Mijnmuseum in Beringen is een voorbeeld van hoe je succesvol een vergane glorie opnieuw opbouwt. Na de Beringse mijnsluiting in 1989 is er destijds door de Belgische regering een heleboel geld opzij gezet om de Limburgse mijnstreek terug op weg te helpen. Hieruit zijn enkele maatschappijen ontstaan zoals de Limburgse Reconversie Maatschappij die met de regelmaat van de klok initiatieven lanceren om de Limburgse economie terug aan te zwengelen. Mede dankzij deze gelden is de Be-Mine ontstaan in Beringen met onder andere het Mijnmuseum. Het museum is gehuisvest in het voormalige sociale gebouw van de mijn wat het museum tamelijk klein maakt. Een vriendelijke meneer, een ex-mijnwerker, begroet persoonlijk elke bezoeker en legt kort uit hoe je door het museum wandelt en geeft wat info over steenkool. 



Het museum telt een aantal kamers die telkens in het teken staan van één bepaald thema: het aantrekken van mijnwerkers, de huisvesting van mijnwerkers en jammer genoeg ook het tumultueuze einde met daarop de sluiting van de mijnen. Je vindt er een boel informatie en de audiogids vertelt het relaas van een Italiaanse mijnwerker die in de Beringse mijn heeft gewerkt. Omdat het museum echter zo klein is, kan je alles op een halfuurtje bekijken en persoonlijk miste ik diepgang bij een aantal thema's. 



Het hoogtepunt van het museum is de mijnsimulatie waar je een rondleiding krijgt van een veertigtal minuten door een andere voormalige mijnwerker. Deze gids vertelt met de nodige humor over het leven van mijnwerkers en de barre werkomstandigheden waarin ze werkten en leefden. Je krijgt de toestellen en het materiaal te zien waarmee ze werkten aangevuld met enkele filmpjes. Deze simulatie vindt plaats in de kelder van het voormalige sociale gebouw en jammer genoeg dus niet in een echte mijn. De voormalige mijn is slechts op een aantal speciale dagen open, maar dat is voor mijn part genoeg reden om nog eens terug te keren naar Beringen. 

M-Museum
Waarvoor de M staat bij dit museum is voor mij een groot mysterie, maar het M-Museum kan je beschouwen als een soort van stadsmuseum van Leuven aangevuld met een aantal wisselende exposities. De permanente tentoonstelling doet de geschiedenis van Leuven uit de doeken. Het toont enkele prominente beelden en schilderijen van voormalige, plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders. Zelfs vond ik de panorama's over de Oude Markt een stuk interessanter en mooier. Dit zijn schilderijen van ettelijke honderden jaren oud en op basis hiervan zie je dat het uitzicht van de Oude Markt eigenlijk nauwelijks veranderd is. 



Tijdens mijn bezoek liepen er twee tijdelijke tentoonstellingen: één van de Frans-Marokkaanse kunstenares Yto Barrada en een andere over Thomas More en z'n boek Utopia. De permanente tentoonstelling werd bovendien opgefleurd door enkele foto's van fotografe Lieven Blancquaert die soms contrasteren met de opgemaakte perfectie van enkele beelden en schilderijen. De expositie van Barrada staat vooral in het teken van politieke correctheid en hoewel het maatschappelijk relevant is, vond ik het uit artistiek oogpunt verreweg de meest povere tentoonstelling die ik ooit heb gezien. Dan was de tentoonstelling van Thomas More een stuk interessanter om te bekijken. Je ziet zo de eerste druk van het boek en soms worden er ezelsbruggetjes gemaakt naar andere thema's die hier in principe weinig mee te maken hebben. Mijn persoonlijk hoogtepunt waren de eeuwenoude landkaarten uit de zestiende eeuw van Mercator en co. De wereld zag er toen letterlijk een heel stuk anders uit wat zich vertaalt in kaarten die tegelijk vrij nauwkeurig zijn, maar anderzijds ook heel hard verschillen met de hedendaagse realiteit. 



Voor een bezoek aan dit museum mag je toch zo'n twee à drie uur uittrekken. Het museum is gevestigd in een modern gebouw, maar paalt ook aan een aantal herenhuizen die eveneens deel uitmaken van dit museum. Het gebouw zelf maakt ook deel uit van de ervaring in dit museum. M-Museum heeft ontegensprekelijk enkele interessante stukken, maar helaas ook enkele kamers die een stuk minder interessant zijn. Daarom hink ik toch op twee gedachten bij m'n bezoek, al was de algemene ervaring zeker positief! 

vrijdag 11 november 2016

Omega Speedmaster Dark Side of the Moon

NASA
NASA is onlosmakelijk verbonden met ruimtevaart, maar de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie blijkt voor Omega ook een uitstekende marketeer te zijn. In de vroege jaren zestig maakte NASA plannen voor een bemande vlucht naar de maan en omwille van praktische redenen hadden de astronauten ook een polshorloge nodig. Rolex, Omega en andere merken dongen mee naar de prestigieuze titel van officieel NASA-horloge voor de Apollo-missies. De horloges werden onderworpen aan een aantal rigoureuze testen en enkel de Omega kwam ongehavend uit deze testen. Sindsdien is de Omega Speedmaster het enige horloge dat gebruikt mag worden bij buitenactiviteiten in de ruimte. Gewone stervelingen hebben hier natuurlijk niks aan, maar het klinkt wel mooi om met zo'n stukje technologie om de pols te lopen. En zo werd een eerder anoniem racehorloge één van 's werelds meest iconische uurwerken aller tijden.



Dark Side of the Moon
De Speedmaster bestaat in talrijke varianten, maar de mooiste vind ik persoonlijk de Dark Side of the Moon. De getijden van de aarde en de maan zijn met elkaar vergrendeld zodat we altijd dezelfde zijde van de maan zien. Er bestaat dus een zogenaamde donkere zijde van de maan waarop dit horloge is gebaseerd. Dit horloge heeft dan ook toepasselijk een zwarte kleur gekregen. De face-lift stopt daar niet bij want voor het gebruikte materiaal is keramiek gekozen. Keramiek heeft als voordeel dat het bijna geen krassen vertoont omwille van z'n hardheid, maar is wel een stukje brozer dan roestvrij staal. Volgend weetje geeft een idee hoe hard keramiek is ten opzichte van roestvrij staal. Bij de gewone stalen versie van de Speedmasters wordt de tachymeter (een soort van snelheidsschaal) gegraveerd op de bezel, bij de Dark Side of the Moon lukt dit niet en wordt dit er op gelaserd. 



In tegenstelling tot bijvoorbeeld m'n Rado bestaat het keramiek niet uit één kleur. De kast is geborsteld terwijl de wijzerplaat is gepolijst. Als bonus bestaan ook de drukknoppen aan de rechterzijde en zelfs de gesp uit keramiek en dat zie je erg zelden. Dit keramiek wordt ontworpen van zirconium oxide en daar zijn ze bij Omega zo trots op dat ze het chemische element mee op de wijzerplaat hebben gezet. De reguliere vorm van de Speedmaster is universeel gekend en tijdloos, maar krijgt er met deze zwarte uitvoering er een extra dimensie bij. Bij de eerste voorstelling op Baselworld 2013 was dit één van de blikvangers van de beurs en met reden. Het ziet er simpelweg erg knap uit. Persoonlijk vind ik m'n Grand Seiko net iets knapper, maar dat is puur persoonlijke smaak. Dit is een horloge dat bij geen enkele collectie zal misstaan en kan zowel sportief, business casual als erg chique gedragen worden. 

Geen kleintje
Ik draag meestal dress watches waar 40 milimeter de sweet spot is. Horloges van 42 mm gaan nog net, maar alles erboven vind ik te groot. Sinds de millenniumovergang volgen horlogemakers de trend dat hun producten steeds groter worden en daar is de Dark Side of the Moon ook een exploot van. De dikte is zo'n 15 mm wat vrij fors is en de wijzerplaat is 44,25 mm groot. Hoewel het nog geen XL-formaat benadert, is deze Speedmaster dus allesbehalve een kleintje. Maakt de omvang deze Omega te groot? Velen zullen zeggen van niet, maar naar mijn bescheiden mening wel. Een ongeschreven regel is dat de lugs nooit de breedte van de pols mag overschrijden en dat gebeurt bij deze Speedmaster net wel (bij mij) en dat is gewoon erg jammer. Een tweetal milimeter minder zou dit horloge wonderen doen. Anderzijds is de dominantie van de zwarte kleur zo overweldigend dat het niet zo hard opvalt. 



De vijfledige structuur van het horloge is mooi symmetrisch opgebouwd. De kast vormt het midden van dit uurwerk en zowel aan de boven- als onderzijde vind je respectievelijk een bezel en gebold glas van saffier. Dat is ook de reden waarom deze Speedmaster zo dik is: ook onderaan is er een bezel en gebold glas wat de dikte significant doet vermeerderen. Maar eens je de Dark Side of the Moon om de pols doet, is het enige wat je doet glimlachen. De cijferanalyse is vrij vernietigend voor deze Speedmaster-variant, maar eens om de pols voelt dit aan als een klein kunstwerkje: de zwarte schittering van het keramiek, het rode Speedmaster-embleem en het witgoud van de wijzers en indices. Alles klopt gewoon aan dit horloge en wordt verder afgewerkt met kleine dingetjes zoals het datumvenster dat witte cijfers op een zwarte achtergrond bevat en de rode punt van de secondewijzer voor de chronograaf. 

Puntjes van kritiek
De Omega benadert niet de perfectie, maar het komt toch aardig in de buurt. M'n grootste kritiekpunt is de weerkaatsing van het licht op de wijzerplaat wat toch vrij fel is. Voor een horloge dat bijna tienduizend euro kost moet het toch mogelijk zijn om dit op een betere manier te ontspiegelen. Een ander vaak gehoorde kritiek is het gebruik van de chronograaf. Een chronograaf is een horloge dat tijd kan opnemen. Voor elektronische, digitale horloges klinkt dit als een evidentie, maar voor een automaat is dit bijzonder complex. Een chronograaf is zelfs één van de moeilijkst te maken complicaties voor een horloge, nog moeilijker dan bijvoorbeeld een perpetual calendar. 



Een chronograaf bestaat typisch uit drie subdials, maar de Dark Side of the Moon doet het met ééntje minder. Er is één register voor de seconden van de gewone tijd en een tweede waar de minuten én uren worden bijgehouden van de chronograaf. Dit boet volgens velen in qua duidelijkheid, maar ik deel deze mening niet. De minuten lezen is wat onduidelijk omdat de onderverdeling wat klein is uitgevallen, maar dat gebeurt per definitie bij bijna iedere chronograaf en daar verandert het gebruik van de kleine uurwijzer niks aan.

Waar ik geen enkel punt van kritiek heb over gelezen is de luminositeit van de wijzers en indices. De wijzers en indices zijn uitgerust met Superluminova zodat deze gloeien in het donker en je dus ook in donkere plaatsen het uur kan aflezen. De helderheid van het licht is zeker goed genoeg, maar is niet zo helder als ik zou willen. Als ik dit vergelijk met foto's van Seiko-duikershorloges lijken de Japanners op z'n minst even helder te schijnen of zelfs meer. Aangezien dit m'n eerste horloge is dat is uitgerust met lume heb ik geen andere referentiehorloges en moet je deze opmerking ook met een korreltje (lichtgevend) zout nemen.    


Ook de waterdichtheid van slechts vijftig meter kan je bekritiseren als je heel slecht gezind bent, maar de waarheid is dat je hier niks van merkt tenzij je ermee gaat zwemmen wat ik persoonlijk bij geen enkel horloge zou aanraden, tenzij het een duikershorloge is waarvoor het echt bedoeld is. 

Nylon bandje
Voor zo'n prestigieus horloge is het opmerkelijk dat het geen gebruik maakt van staal, titanium of leer als bandje. Deze Omega is daarentegen uitgerust met nylon wat het sportieve karakter van dit horloge benadrukt. Met nylon denken meeste horlogeaficionado's aan de bekende nato-bandjes, maar dit zit toch net iets beter in elkaar. Het bandje is onderaan opgevuld met leer waardoor het wat steviger aanvoelt. De afwerking is - vanzelfsprekend - ook van een hoger niveau met aan weerszijden rode stiksels. Ik vind het bandje bij het horloge passen en het heeft als voordeel dat het vrij licht draagt. Geef dit horloge een lederen bandje en een deel van het smoelwerk van de Dark Side of the Moon verdwijnt als sneeuw voor de zon. Toch krijg ik soms commentaar dat het vreemd is dat zo'n mooi horloge zo'n eenvoudig nylon bandje heeft. 


Het omdoen van het bandje duurt een tikkeltje langer dan bij een stalen armband omdat je eerst de lengte moet bepalen en dan pas het horloge kan vastgespen. Omega heeft daar iets op gevonden en heeft recentelijk een nieuwe versie van de Dark Side of the Moon uitgebracht met een vouwsluiting. Mijn Seiko SARB065 heeft ook een vouwsluiting en het voordeel is dat je dit onmiddellijk kan aandoen door de vouwsluiting dicht te doen. Omega vraagt wel vijfhonderd euro meer voor deze versie en of dit stukje extra gebruiksgemak zoveel geld waard is, laat ik in het midden...

Britse top
In 1980 patenteerde de Britse horlogemaker George Daniels het gebruik van co-axial escapement. In een reportage van The Independent wordt George Daniels de beste horlogemaker van zijn tijd genoemd en er zullen weinigen zijn die dit betwisten. In 1999 verkocht Daniels deze technologie aan Omega en sindsdien gebruiken de Zwitsers dit in hun horloges. De meest recente movement is de Omega 9300 die in een recensie van Watchtime in 2014 hoge ogen gooide. Dit movement is COSC-gecertificeerd wat wil zeggen dat de afwijking getest is in verschillende condities en minder bedraagt dan -4 en +6 seconden per dag. Watchtime heeft deze testen nog eens dunnetjes overgedaan en kwam tot de conclusie dat dit movement bijzonder consistent presteert in alle omstandigheden en een gemiddelde afwijking heeft van zo'n twee seconden per dag. Dat zijn cijfers waar iedereen voor zou tekenen, ook de meest gereputeerde merken in de industrie zoals Lange & Sohne. Bovendien bedraagt de reserve zo'n zestig uur wat voor een automaat best wel veel is. 



Of dit daadwerkelijk het allerbeste movement in de industrie is, is twijfelachtig. In een recent exemplaar van Watchtime kwam Breitling met de Chronomat Blacksteel zelfs tot nog betere resultaten waar de afwijking slechts één seconde per dag bedroeg (terwijl die vreemdgenoeg in een review met de Dark Side of the Moon twee jaar geleden er slechter uitkwam). Dit zijn slechts eenmalig uitgevoerde testen waar we de exacte omstandigheden niet van kennen, maar het is veilig om te stellen dat de Omega 9300 movement tot de allerbeste behoort. 

In het doorkijkglas achteraan zie je het movement in al zijn glorie en het mag gezegd worden dat het er bijzonder verfijnd uitziet. In tegenstelling tot de spartaans uitgevoerde movements van m'n Seiko's en Orients zie je hier dat er aandacht is gespendeerd aan de onderdelen zoals de balansbrug, escapement en kolomwiel die onvermoeibaar draaien. De 54 juwelen zie je over de hele achterzijde schitteren en in samenwerking met de andere onderdelen zie je al glimlachend een mechanisch minifabriekje aan het werk.

Conclusie
Knap ontworpen, erg precies, ongelofelijk robuust en één van de meest iconische horloges aller tijden. De lofzang voor de Dark Side of the Moon is terecht, maar daar hangt een prijskaartje van bijna tienduizend euro aan vast ten opzichte van 4300 euro die Omega voor de klassieke Speedmaster Professional vraagt. Dat is een heleboel geld, maar je krijgt dan wel één van de meest gewilde horloges van de laatste jaren terug.

dinsdag 1 november 2016

Youtube abo's

Broadcast yourself
Ik heb al enige tijd geen televisie meer, 't is te zeggen het toestel zelf heb ik wel, maar ik heb geen aansluiting op kabel, schotelantenne of internetverdeler voor (digitale) televisie. In alle eerlijkheid kan ik zeggen dat ik dit niet mis. Enerzijds omdat meer en meer van het aanbod gewoon online te bekijken is (denk aan Stevie en consoorten), maar ook omdat er volop alternatieven bestaan met als voornaamste concurrent Youtube. Youtube ontstond tien jaar geleden als platform om je eigen filmpjes uit te zenden, maar is sindsdien gegroeid tot een gigant waar nu zelf bedrijfjes hun eigen series op uitzenden. Youtube is dus bijna letterlijk een onuitputtelijke bron van entertainment, info en alles daartussen. Dit is een overzichtje van mijn favoriete kanalen:



The Great War
Dit is een serie over Wereldoorlog één die exact 100 jaar geleden heeft geduurd. Dit aantal mag je vrij letterlijk nemen, want het volgt deze oorlog week per week gedurende vier jaren. Zo krijg je een interessant beeld over de ontwikkelingen van deze oorlog op alle fronten in minutieus detail. Dit is een aanrader als je interesse hebt in de recente geschiedenis, want WO I is eigenlijk het begin van de moderne tijd waarin we nu leven. Een alternatief is de documentaire die de BBC heeft gemaakt in 1964. Dit ligt een stuk zwaarder op de maag met getuigenissen van deelnemers van de oorlog, heel veel beeldmateriaal (en zeker geen leuk materiaal) en een stuk diepgaander.




The Urban Gentry
In m'n recent ontwikkelde passie voor horloges ben ik op zoek gegaan naar kanalen die horloges reviewen. Verrassend genoeg zijn dit er niet zo heel erg veel. De beste van het lot is naar mijn mening the Urban Gentry. Op zijn kanaal reviewt hij allerlei horloges: van de duurdere Rolexen tot bescheiden Seiko's die nog geen vijftig euro kosten. Op veel kanalen vind je toch (verborgen) snobisme terug en dit is hier niet het geval. The Urban Gentry beweert geen kenner te zijn, maar laat z'n passie voor uurwerken voor zichzelf spreken:  hij is informatief, soms een tikkeltje gekleurd (Seiko en Squale worden quasi altijd goed belicht), maar op het einde van een review weet je of het besproken horloge iets voor jou is of niet. Alternatieven zijn Ablogtowatch wat eigenlijk meer een website is, maar biedt ook heel goede reviews. Hetzelfde geldt voor Wornandwound. Een ander interessant kanaal tenslotte is dat van J. Anthony Daniels die meer gelijkt op The Urban Gentry, maar toch een net andere insteek heeft, wat het zo interessant maakt.  



Game-kanalen
Als er op Youtube aan één ding nu geen gebrek is, dan zijn het wel kanalen over gaming. Er zijn er duizenden en duizenden, de ene nog wel beter dan de andere. Ik volg dit wereldje sinds een aantal jaren heel wat minder en de klassieke bronnen zoals IGN en Gamespot volg ik niet zo meer. Ik concentreer me nu meer op retrogaming waar Gamesack in bedreven is. Dit is een duo van prille veertigers die een bepaald thema nemen (bv. games that never have left Japan) en maakt daar een episode van die zo'n dertig minuten duurt. Een andere insteek is Didyouknowgaming that op zoek gaat naar trivia over bepaalde games of franchises. En wie is er niet dol op weetjes? Tenslotte is er ook nog The Game Theorists wat uitgegroeid is van Game Theory. In deze show neemt men een concept uit een spel en onderzoekt men of dit in realiteit ook kan zoals bijvoorbeeld het absurde "Zou Super Mario winnen in de Olympgische Spelen?".



Crash course
Eén van de leukere initiatieven op Youtube komt van de broers Hank en John Green die met Crashcourse een educatief kanaal hebben opgericht over de meest verscheidene onderwerpen: fysica, astronomie, literatuur, chemie, geschiedenis, filosofie, enzovoort. In het begin presenteerden het duo deze shows zelf, maar sinds een tweetal jaar geleden doen ze ook een beroep op andere gerenommeerde gastpresentatoren die gelden als een expert in hun vakgebied. Zo wordt bij elk onderwerp met het absolute begin gestart, maar evolueren de lessen erg snel en gaat men soms diep in bij sommige onderwerpen. Deze 'lessen' bestaan telkens uit een tiental minuten en vergen soms wat denkwerk (of het filmpje even terug bekijken), maar als je een gezonde nieuwsgierigheid hebt, is dit een snelle manier om iets bij te leren. En het helpt ook natuurlijk dat de presentatoren stuk voor stuk erg amusant zijn.



Krassimir Petrov
Op Youtube kan je ook echte lessen volgen. Krassimir Petrov is een Bulgaarse professor die zijn doctoraat behaald heeft in de VS en op diverse locaties heeft lesgegeven. Hij laat al zijn lessen filmen die vervolgens raadpleegbaar zijn op z'n kanaal. Hij is gespecialiseerd in economie en management en heeft in tal van vakken les gegeven: macro-economie, managerial economics, financieel management, portfolio en investeringen, enzovoort. Zelf heb ik de cursus macro-economie bekeken. Daarin legt Petrov op een relatief eenvoudige wijze macro-economie uit zonder te veel gebruik te maken van wiskunde waar dat bij klassieke lessen in macro-economie toch wel anders is. Een ander kanaal van een professor is dat van Rasa Karapandza die les geeft in bedrijfsfinanciering en andere financiële vakken.



Vsauce
Een ander wetenschappelijk kanaal op Youtube is dat van Vsauce waar interessante - maar eigenlijk ook compleet irrelevante - onderwerpen worden behandeld in diepgaande filmpjes die twintig minuten en langer kunnen duren. Deze behandelde onderwerpen geven alvast een idee waar de show over gaat: hoe tel je verder dan oneindig, hoe beweegt de aarde, wie bezit de maan, wanneer zullen alle gebruikersnamen uitgeput zijn, is het verleden echt gebeurd, enzovoort. Interessante, maar soms dus ook absurde onderwerpen.Je moet er wel rekening mee houden dat deze filmpjes soms van hak op de tak springen met dingen die eigenlijk niks met het initiële onderwerp te maken hebben. Er zijn ook twee zusterkanalen die toepasselijk Vsauce2 en Vsauce3 zijn gedoopt en zij leggen hun klemtonen op andere onderwerpen, maar zijn zeker ook interessant.



Auto's
Wat hebben auto's en videogames met elkaar gemeen? Het is echt iets voor mannen (of jongens) en je vindt er ontzettend veel filmpjes van op Youtube. Een kanaal dat ik sporadisch bekijk is dat van Autoweek van het gelijknamige tijdschrift en website. Hier vind je alle filmpjes van dit Nederlandse automediahuis (is dit zelfs een woord?) waaronder reviews en eerste ervaringen met een nieuw model, maar ook meer alternatieve filmpjes zoals duurtesten waar er zes maanden met een wagen wordt gereden en de rubriek 'Klokje rond' waar een oudere wagen op de testbank wordt gelegd bij een autogarage. De iets stoerdere variant is Autoblog waar er met meer jongensachtige ogen gekeken wordt naar auto's (lees: hoe hard gaat die nou?). Er is natuurlijk ook het onvermijdelijke Top Gear maar dat zal in populariteit waarschijnlijk vervagen nu Clarkson, Hammond en May binnenkort beginnen met The Grand Tour