zaterdag 28 september 2019

Weg met Netflix: de kost van recurrente kosten

In een kleine opwelling is het gebeurd. Ik heb mijn abonnement bij Netflix opgezegd. Ik heb Netflix ruim vijf jaar, maar daar komt volgende maand een einde aan. De reden hiervoor is eigenlijk vrij simpel: ik gebruik amper Netflix. Slechts een handvol titels heb ik dit jaar op Netflix bekeken: Stranger Things, Dark, Star Trek Discovery en Archer als series en The Conjuring en Justice League als film. 

Mijn abonnement kost me elf euro per maand en voor negen maanden kijkplezier in 2019 heb ik dus 99 euro betaald. Toch wel een substantieel bedrag voor één seizoen van vier series en twee films. De reden waarom ik Netflix heb opgezegd is dus eigenlijk vrij simpel: het biedt voor mij te weinig waarde voor z'n geld. De vraag die ik me nu zelf moet stellen is: waarom heb ik mijn Netflix-abonnement niet eerder opgezegd? 

Business model
Het business model dat Netflix hanteert is eigenlijk vrij simpel en is dat van recurrente, kleine kosten en was op dat vlak één van de pioniers in het mondiale medialandschap. Het komt erop neer dat bij dit business model een gebruiker iedere maand (of een andere vast periode) een klein bedrag betaalt om gebruik te maken van een bepaalde dienst. Bij Netflix was dit in mijn geval dus elf euro per maand. Een schappelijk bedrag, maar als je de som extrapoleert naar vijf jaar gebruik, spreken we over het lieftallige bedrag van 660 euro en dat is toch niet min. 


Het verschil met het klassieke aankoopgedrag van vroeger is dat je nu dus niet eenmalig een groot bedrag uitgeeft, maar een veel kleiner bedrag in vaste termijnen. Het gevaar voor de gebruiker is echter dat recurrente bedragen een stuk hoger kunnen oplopen, terwijl de dienst amper of niet gebruikt wordt. Een syndroom waar ik aan leed. 

Populairder bij bedrijven
Voor bedrijven biedt een business model van recurrente, kleine inkomsten bijna alleen maar voordelen: het is een continue stroom van inkomsten, ze schakelen de middelman uit en inkomsten zijn op lange termijn een stuk hoger in vergelijking met klassieke fysieke verkopen. Onder het mom van technologische vooruitgang om alles 'in de cloud' te gooien, stappen (software)bedrijven massaal over naar dit model. 

Een mooi voorbeeld hiervan is Photoshop en Lightroom. Ik ben ruim een jaar bezig met fotografie en deze twee applicaties zijn de de facto standaarden voor het bewerken en optimaliseren van foto's. Een fysieke aankoop van één applicatie is niet goedkoop en kost al snel meer dan honderd euro. Producent Adobe heeft echter al een tijdje een alternatief in de vorm van Adobe Creative Cloud. Dit is de online-versie van deze twee applicaties en kost tien euro per maand. Niet duur, maar als je de optelsom maakt, komt het gebruik van (ruim) één jaar overeen met de aankoopprijs van één applicatie die je (onbeperkt) kan gebruiken. 


Zo heb ik zelf abonnementen bij Netflix, Adobe Creative Cloud en Spotify en kost me dat ongeveer 30 euro per maand voor zaken die ik sommige maanden amper of niet gebruik. Dat zet aan tot nadenken en dat heb ik dus even gedaan. 

Laagdrempelig
Ook Spotify gebruik ik niet altijd evenveel, maar het streamen van muziek is iets wat ik frequenter doe. Ik gebruik Spotify in de auto of luister er naar op het werk. Netflix daarentegen gebruik ik niet veel omdat ik toch voornamelijk een filmliefhebber ben en op dit vlak heeft Netflix - nu meer dan ooit - altijd wel teleurgesteld. Het ingenieuze van het business model van de recurrente kosten is echter dat veel van deze diensten zo laagdrempelig zijn dat je het gebruik (of niet-gebruik) ervan amper opmerkt.  


Wie kan er zeggen hoe vaak hij naar Spotify luistert of naar Netflix kijkt? Netflix heeft er echter een handige link voor en dan is het resultaat soms behoorlijk confronterend, zoals dat bij mij het geval is. Daarnaast redeneert iedereen bijna in maandprijzen, terwijl het eigenlijk beter is om de diensten van deze bedrijven uit te tellen in jaarbedragen. De bedragen zijn plots een stuk hoger en meer waarheidsgetrouw. 

Bovendien wordt ook het principe van customer lock-in gehanteerd waar een gebruiker een bepaalde lijst heeft opgebouwd (van bijvoorbeeld films of liedjes) die hij dreigt te verliezen wanneer het abonnement wordt opgezegd. 

Wake-up call
Nochtans kan Netflix weinig verweten worden bij het opzeggen van mijn abonnement. Dit was eigenlijk vrij snel geregeld met een duidelijk zichtbare knop, enkele muisklikken en een bevestiging van de opzegging. Er was eerder een wake-up call van mijn zijde nodig om dit aankoopgedrag aan de kaak te stellen. Laagdrempelige kosten en onzichtbaar gebruik zijn namelijk het perfecte recept om onder de financiële radar te vliegen. Eind dit jaar loopt mijn abonnement van Spotify af en daar is het ook allesbehalve zeker dat ik mijn abonnement ga verlengen. 


Wil dit zeggen ik Netflix in de toekomst niet meer ga gebruiken? Zeker niet, want er zijn een aantal goede Netflix-series die ik wil bekijken zoals Stranger Things, maar ik ga wel bewuster omspringen met het gebruik van dergelijke diensten. Dat betekent dus dat het perfect mogelijk is dat ik een abonnement neem voor één of drie maanden en het daarna weer opzeg. Dit kost wat tijd en energie, maar de potentiële kosten die ik ermee uitspaar kunnen significant zijn. Misschien moet iedereen eens dergelijke bezinningsmomenten organiseren in een wereld die alles naar de cloud duwt. 

zondag 22 september 2019

Wandelen in Wallonië: Rotsen, grotten en steengroeven

Als schoolkinderen op daguitstap gaan om een grot te bezoeken, zijn de grotten van Han-sur-Lesse de gedoodverfde kandidaat. In België is er echter nog een populaire plek om grotten te bezoeken: Hotton. Dit plaatsje nabij Durbuy is gezegend met een  rotsmassief waar klimmers hun hartje kunnen ophalen, maar zijn er ook de grotten van duizend-en-één nacht. En het is uiteraard een mooie plek om te wandelen. 

Door toerisme ontdekt
Hotton is één van de grotere dorpen in Wallonië en telt ruim vijfduizend inwoners. Het dorpje kent dus verschillende mogelijkheden zoals rotsklimmen, wandelen en het bezoeken van de grotten en is daarom door het toerisme ontdekt. Dit geeft de dorpskern een bruisende blik en staat in schril contrast met de meeste kleine dorpjes waar ik mijn wandelingen begin. Deze wandeling door rotsen, grotten en steengroeven begint zoals gewoonlijk aan de kerk, maar brengt me al snel naar een groot grasveld dat Hotton in tweeën snijdt. De Ourthe loopt als een rode draad door het dorp en kent voor het begin van de dorpskern een tweespalt en vloeit vlak erna weer samen zodat dit grasland een eiland vormt in de Ourthe. 

Na ruim een kilometer is het tijd voor een eerste stop, want in het bos staat er een statige toren die een mooie overzicht geeft over de vallei van Hotton. De wenteltrap is op kabouterformaat gemaakt en het vergt net geen acrobatentoeren om boven te geraken. De toren is ongeveer vijftien meter hoog en biedt dus geen spectaculair vergezicht, maar het is altijd wel leuk om een vallei vanuit een hoger perspectief te bekijken. 

Tussenstuk
De wandelwegen zijn hier duidelijk bewegwijzerd en de paden zijn meestal vrij breed en goed toegankelijk. Dat maakt deze wandeling vrij gemakkelijk om te volgen, hoewel er sporadisch momenten zijn waar ik moeite heb om het juiste pad te zoeken. De echte sterattractie van deze wandeling is het rotsmassief met de grotten, maar voor het zover is, volgt er een tussenstuk wat ik persoonlijk minder interessant vind. 

Noem me maar gerust een verwend nest met al die wandelingen die ik de afgelopen maanden heb gedaan, maar de hoofdmoot van de wandeling rondom Hotton vind ik een beetje tegenvallen. Nochtans biedt het middenstuk van deze wandeling enkele mooie plekken en uitzichten. In het dorpje Hampteau is er een pittoreske brug over de Ourthe, er zijn diverse kleine paadjes langs grazende koeien en loop ik bovendien langs de uitgedroogde rivierbedding van de Isbelle waar ook een grot is gelegen. Het is zeker en vast divers, maar niet zo avontuurlijk als ik had gehoopt. Er is wel één pad dat zo'n zeventig meter spectaculair naar beneden loopt, maar al bij al goed bewandelbaar is. 

Portie avontuur
Het portie avontuur waarop ik had gehoopt, kondigt zich echter later aan. In het laatste kwart van de wandeling, is het eindelijk de beurt aan het rotsmassief om de revue te passeren, maar niet zonder dat ik de weg alweer totaal kwijt ben. De route gaat immers plots naar links, maar ik kan in geen velden of wegen een bospaadje bespeuren dat naar links gaat. Ik ga nog een beetje verder rechtdoor, maar dat brengt me nog verder van de route. De enige mogelijkheid om terug op het juiste pad te komen, is dan maar om de rug van de heuvelkam te beklimmen door takken en bomen om uiteindelijk bovenaan terug een pad te vinden. Dit vergt wat klauterwerk van handen en voeten, maar brengt me wel terug op het juiste pad. 

Wanneer ik de route heb teruggevonden, wandel ik een klein beetje terug naar de Porte Aive. Dit is een grot met een nauwe opening waar een galerij van circa dertig meter is gelegen. Bij de grot zie ik ook het paadje dat naar de grot toe leidt en ik eigenlijk had moeten nemen. Een kilometer verder bevindt zich het rotsmassief van Hotton waar een heleboel klimmers op een stralende zaterdag hun hobby uitoefenen. Het is opvallend hoeveel klimmers hier zich bevinden ten opzichte van het nochtans bekendere klimmassief van Marche-les-Dames waar ik vorige week was. Via het graseiland in de Ourthe keer ik tenslotte terug naar het beginpunt van de wandeling. 

Conclusie
Deze wandeling vind ik lichtjes teleurstellend, maar dat is voornamelijk toe te schrijven aan het feit dat ik al een aantal andere wandelingen in de Ardennen heb gedaan en misschien ook door valse verwachtingen. Op de site van Originele Wandelingen is deze wandeling namelijk gequoteerd met vier blokjes en dan verwacht ik een eerder zware en technische wandeling. De waarheid is echter dat deze wandeling vrij kort is - ongeveer dertien kilometer - met een paar korte stukken die net iets pittiger zijn dan gewoonlijk. De steengroeve waarvan sprake is bij de wandeling heb ik helaas ook niet kunnen ontdekken. 

Anderzijds brengt deze wandeling wel vrij veel diversiteit met zich mee en is de vallei van Hotton een mooie omgeving in te wandelen. Het heeft enkel te maken met de ingesteldheid waarmee je deze wandeling begint. Is het om een avontuurlijke wandeling te ondernemen, zijn er zeker en vast betere wandelingen die je kan doen. Als je echter een mooie, niet al te moeilijke wandeling wil doen, maar toch wat moeilijkere stukken voor je kiezen wil, is dit een ideale kandidaat. 

De route van deze wandeling rondom Hotton vind je terug op Routeyou.   

dinsdag 17 september 2019

Wandelen in Wallonië: Naar de rotsen van Marche-les-Dames

Deze wandeling in Boninne naar de rotsen van Marche-les-Dames stond al eerder op de planning, maar verplaatste ik naar een andere keer wanneer er regen werd voorspeld. De rotsachtige ondergrond en steile hellingen lenen er zich namelijk niet toe om bij dergelijk weer te wandelen. Het afgelopen weekend kon iedereen echter genieten van een prachtige nazomer en was dit dus het ideale moment om deze wat avontuurlijkere wandeling te ondernemen. 

De kortste wandeling
Van alle wandelingen die ik deze zomer in Wallonië heb gedaan, is deze de kortste. De ongeveer elf kilometer heb ik ongeveer op 3,5 uur afgehaspeld en is daarmee zowel qua tijd als afstand de kortste wandeling van allemaal. Dat neemt niet weg dat er soms stevig geklommen wordt om boven te geraken bij het rotsmassief van Marche-les-Dames. Het is de eerste keer bij mijn zomerse wandelingen dat er touwen beschikbaar zijn en die heb ik zeker nodig gehad om boven te geraken, maar ook om af te dalen. Niet alleen kuiten en dijen worden aan het werk gezet bij deze wandeling, maar ook de armspieren. 


Deze wandeling komt - net zoals een aantal andere wandelingen die ik eerder dit jaar heb gedaan - van de site Originele Wandelingen en is daar gezegend met vier blokjes wat de op één na moeilijkste categorie is qua wandelingen. De moeilijkheid bestaat uit de stevige beklimmingen en dalingen, maar nog meer uit het vinden van de juiste paadjes. De start aan de kerk van Boninne is eenvoudig, maar al gauw trek ik een klein stukje bos in en kost het me wat moeite om de juiste paden te vinden. Het is vooral een euvel waarmee ik bij het begin en het einde van de wandeling mee kamp. Boven op het rotsmassief zelf zijn er minder paden en vind ik het gemakkelijker om te navigeren met behulp van de app van Routeyou. 


Geaccidenteerd landschap
Vorige wandeling bij het uitkijkpunt van Les Sept Meuses bevindt zich op een (grote) steenworp afstand van Boninne, maar de omgeving ziet er toch een stuk anders uit. Beide wandelingen hebben een geaccidenteerd landschap als gemeenschappelijke factor, maar bij de wandeling naar Marche-les-Dames zie ik voornamelijk bossen en uiteraard rotsen. De vorige wandeling kenmerkte zich door het groene karakter van weilanden, akkers en trage wegen. Dat wil niet zeggen dat er geen weilanden zijn, want na twee kilometer wandel ik vrolijk langs akkers en weilanden. Dat duurt echter niet lang, want daarna gaat het richting rotsmassief. 


Ik ben niet de enige wandelaar die deze wandeling doet, want een ander koppel is gewapend met kaart, uitgeschreven tekst en GPS ook onderweg. Ik ga vaak de verkeerde richting uit, maar navigatie is niet eenvoudig en ook dit wandelkoppel verliest meer dan eens de weg. Ach, het maakt deel uit van de charme van zo'n wandeling. Er zijn ook een heleboel mountainbikers die op deze zonnige dag door de bospaden van Marche-les-Dames rijden en het gebeurt meer dan één keer dat ik plots moet wegduiken voor een aansnellende mountainbiker. Het moge wel duidelijk zijn dat dit gebied populair is bij wandelaars en fietsers. 


Touwen
Wanneer ik in het bos ben, loop ik in lusvorm naar boven om via kleine paadjes naar boven te gaan. Van de voeten wordt wat meer technisch werk gevraagd, maar dat maakt het leuker om naar boven te wandelen. De zwaarste inspanning komt er echter na zo'n vier kilometer wanneer ik met een touw naar boven ga. De helling hier is vrij zwaar en er is een reden waarom hier verschillende touwen staan als hulpmiddel om naar boven te geraken. Deze touwen zijn erg stevig en dik en zijn dus een uiterst geschikt hulpmiddel om jezelf naar boven te hijsen. Het ontziet de beenspieren aanzienlijk, maar vergroot eveneens de kans op stramme armspieren. 


De afdaling is aanzienlijk langer, maar ironisch genoeg daarom niet gemakkelijker. Het gaat logischerwijze vrij steil naar beneden en het kost aardig wat kracht en moeite om op een normaal tempo naar beneden te dalen. De touwen dienen goed vastgegrepen te worden en als je te snel naar beneden gaat, bestaat er de kans dat je je handen verbrandt aan de dikke touwen. Ik daal daarom op een vrij laag tempo, maar zo geraak ik zonder kleerscheuren naar beneden. 


De rotsen
Het wordt snel duidelijk dat ik vlakbij Marche-les-Dames zit, want aan de voet van de afdaling zijn er drie Nederlandstalige klimmers bezig om naar boven te klimmen. Dit is het Walhalla van de Belgische klimsport en ook de plaats waar koning Albert II omkwam bij een klimpartij. Deze plek is inderdaad niet ongevaarlijk want de rotsen gaan in een hoek van negentig graden loodrecht naar beneden. Rotsen die iets verder uitsteken, zijn een schitterende plek om mooie foto's te nemen, maar ook erg gevaarlijk aangezien je ook honderd meter naar beneden kan kukelen. Ik neem graag mooie foto's, maar zeker hier is voorzichtigheid geboden!


Voor rotsklimmers is het landschap hier ideaal om te klimmen. Zo heeft men tussen twee kliffen een stalen kabel getrokken zodat je er kan over klimmen. De rotswanden zijn nergens zo hoog en steil in België als hier en zijn daarom een fantastische attractiepool voor iedereen die eens iets wat avontuurlijker wil doen dan enkel muurklimmen in zaal. Hier niet ver vandaan is er een stenen pad naar beneden wat wel bijzonder snel naar beneden gaat. De route gaat gelukkig via een andere weg en de afdaling richting Marche-les-Dames gebeurt via een uitgebreide zigzag. 


Kapotte brug
Het laatste kwart van deze wandeling doet een korte lus over een hoofdweg waar ik geconfronteerd word met een kapotte brug. Een deel van de brug is namelijk weg en een tuimeling naar beneden is toch ongeveer vijf meter. Via de omheining overbrug ik deze twee brugloze meter brug en daarna gaat het weer richting bos als de hoofdweg opnieuw wordt gekruist. Dan volgt er een toch vrij stevige stijging van ongeveer vijftig meter en hier zijn de paden bezaaid met omvergevallen boomstammen, net zoals op de rest van het parcours. 


De laatste anderhalve kilometer loopt over vrij vlak terrein en ik beland opnieuw in het dorpje van Boninne. Het dorpje is vrij klein en heeft enkel een restaurant waar je iets kan eten. Een café om wat gerstenat te nuttigen is er bij mijn weten helaas niet. 


Conclusie
Kort, maar krachtig is een geschikte omschrijving voor deze wandeling. Ze is vrij kort, maar daarom niet minder leuk om te doen. Integendeel, het is de eerste keer dat ik touwen gebruik om te stijgen en te dalen en dat bezorgt deze wandeling wel een avontuurlijk tintje. Paden zijn soms moeilijk om te vinden, maar met wat trial and error lukt het ook. Bovenop de rotsen van Marche-les-Dames geniet je van een prachtig uitzicht en de kleine(re) paadjes vragen wat extra techniek van je voetenwerk. Dit smaakt naar meer en mijn enige kritiek is dan ook dat het misschien net wat langer mocht zijn. 

De route vind je via deze link op Routeyou.     

maandag 9 september 2019

Wandelen in Wallonië: Les Sept Meuses

Het afgelopen weekend werd aangekondigd als regenachtig en daarom paste ik mijn wandelplannen aan. Ik had eerst een technisch, rotsachtig wandelparcours op het oog, maar dat maakte plaats voor een wandeling in het groen van de omgeving van Les Sept Meuses. Dit is een fraai uitkijkpunt over het dorpje Annevoi-Rouillon waar je zeven meanders van de Maas kan waarnemen. De rest van het landschap wordt voornamelijk gekenmerkt door akkers, weilanden en in mindere mate bossen. 

Enige Belgische watertuin
Deze wandeling heb ik gevonden op de site van Originelewandelingen.be en wordt daar gekarakteriseerd als een vrij gemakkelijke wandeling van slechts twee blokjes. Desondanks is deze wandeling gezegend met een stevige kuitenbijter in de vorm van een stijging naar het uitkijkpunt van Les Sept Meuses en mag je er op rekenen dat je bijna zes uur onderweg bent om de bijna achttien kilometer af te leggen. 


Het startpunt is zoals zo vaak een klein kerkje in het gehucht Hun wat bij het dorpje Annevoie-Rouillon hoort. Dit dorpje herbergt de enige watertuin in België en is geklasseerd als belangrijk Waals erfgoed. Het 17de eeuws kasteel van Annevoie bewaakt statig de ingang van deze tuinen waar vier bronnen de voedingsbodem zijn voor alle fonteinen. De architectuur is een gestileerde mengeling van Engelse, Franse en Italiaanse invloeden en daarom alleen al een bezoekje waard. Deze wandeling is dus een een uitstekende gelegenheid om ervoor of erna deze prachtige tuinen te bezoeken, maar dan moet je uiteraard wel voldoende tijd voorzien! 


Deze route heb ik - net zoals mijn andere routes - gevonden op de site van Routeyou, maar de volgorde van deze wandeling bepaalt voor een groot gedeelte het ritme. Ik heb deze wandeling met de wijzers van de klok mee uitgevoerd waardoor de stijging gestaag gebeurt. De wandeling is echter zo opgesteld dat je al na een paar kilometers naar het uitkijkpunt van Les Sept Meuses gaat. Maar dan wacht er eerst wel een venijnige en steile klim naar boven over een kronkelend paadje en verraderlijke ondergrond. 


I did it my way
De manier waarop ik de wandeling heb gelopen is echter een stuk evenwichtiger en de klim naar boven verloopt een stuk kalmer. Op deze zaterdagochtend is de zon verscholen achter een wolkendek en word ik begroet met druilerige motregen. De eerste kilometers brengen me voornamelijk langs akkers en boerderijen en dit herfstachtige weer geeft de omgeving een zekere natuurlijke tristesse. Met mijn fototoestel in de aanslag zoek ik naar nieuwe dingen om te fotograferen en de druppels op in bloei staande slablaadjes zijn een mooie blikvanger. 


Het landelijke karakter van deze wandeling verdwijnt nooit en de boerderijen worden er alleen maar groter en ontzagwekkender op. De boerderijen zijn hier opgetrokken in natuursteen en zijn soms danig op leeftijd. Eén boerderij dateert zelfs van de 18de eeuw. De vele koeien onderweg laten het niet aan hun hart komen en grazen rustig in dit heuvelachtige landschap. Er volgt een kort stukje door het bos ga waarna ik in het dorpje Warnant beland.


Verkeerde route
De passage door Warnant is maar van korte duur, want al gauw word ik terug de weilanden ingestuurd waar de route voor mij onduidelijk wordt. Op een landbouwweg gaat het plots naar rechts, maar ik zie enkel twee grote weilanden die naast een bos lopen. Met natte voeten en gras op de schoenen gaat het naar omhoog, maar plots zegt de Routeyou app dat het naar rechts gaat. Er is echter geen wandelpad te bespeuren en dan volgen de meest avontuurlijke vijf minuten van deze wandeling. Ik baan me een weg door de takken en bomen van dit bos om eindelijk terug een wandelpad te vinden. Dat betekent wel eerst een greppel afdalen van een dikke halve meter, maar een uitstekende tak biedt soelaas bij deze afdaalpoging. 


De volgende kilometers zijn een verderzetting van het landelijke karakter met eerst bos, maar al gauw weer akkers en weilanden. In een weiland zie ik zonnebloemen staan en dat is voor mij een fotostop waard. In vergelijking met mijn vorige wandelingen in de Ardennen is dit parcours opvallend groen. Een beetje verder zie ik echter weer teken van leven, want dan komen we in de dorpskern van Annevoie-Rouillon terecht. Dit is een kleine lus in het parcours want helemaal bovenaan staat namelijk het uitkijkpunt van Les Sept Meuses. 


De Twee Mazen
Het uitkijkpunt staat op zo'n driehonderd meter boven de zeespiegel en dat betekent een stevige beklimming van ongeveer honderd meter. Omdat ik de route omgekeerd wandel is deze beklimming gemakkelijker om te doen dan bij de oorspronkelijke versie. Deze klim begint wat moeilijker omdat het wandelpad geïnitieerd wordt met een opgedroogde beekbedding van rotsen en keien. Dit is echter snel voorbij en daarna gaat de helling op een gestage manier naar boven over brede paden. 


Bovenaan is er een klein plateau en een tiental minuten wandelen later arriveer ik bij het uitkijkpunt van Les Sept Meuses. Uiteraard hebben ze hier een chique zaak neergepoot en voor de mooiste kiekjes moet ik op het terras zitten. Dat is helemaal geen straf, want het uitzicht is fantastisch! Er zullen ongetwijfeld zeven meanders in de Maas te bezichtigen zijn, maar ik zie er toch maar enkel twee. De andere meanders moet je dan in de heel verre verte gaan opzoeken. Ik heb hier een half uurtje pauze genomen en genoten van wat gerstenat in de vorm van een Duvel. De prijs is ook behoorlijk duivels: 4,90 euro. 


Naar beneden   
De afdaling gebeurt dus over een kronkelig, nauw paadje en ik klem regelmatig enkele takken en bomen vast om niet te snel te dalen. Wanneer het geregend heeft, is deze afdaling behoorlijk gevaarlijk en ik had net deze wandeling gekozen om dit te vermijden... Een gewaarschuwd man is er echter twee waard en de afdaling gebeurt wat trager dan anders, maar ook veiliger. Beneden wacht het dorpje van Annevoie-Rouillon opnieuw en zet ik de laatste kilometers van deze wandeling in. 


De lus op de app van Routeyou is soms onduidelijk, maar eigenlijk moest ik helemaal terugkeren naar de kerk van Annevoie om zo het laatste stuk richting de kerk van Hun te wandelen. Op dat moment begrijp ik dat echter niet en ben ik op zoek naar de juiste weg waardoor ik wat extra meters maak. Wanneer ik de kaart uitzoom, valt uiteindelijk mijn frank en zit ik opnieuw in de juiste richting. De weg naar Hun eindigt zoals die begon: over weilanden, akkers en bossen. 


Conclusie
Van alle wandelingen die ik deze zomer in de Ardennen heb gedaan, is deze ongetwijfeld diegene met het meest landelijke karakter. Er zijn opvallend veel weilanden, akkers en landbouwwegen op deze wandeling en wat minder bos. Het doorbreekt het vaste patroon van bosrijke gebieden, maar kan daarom ook misschien gepercipieerd worden als saai. Het uitkijkpunt van Les Sept Meuses is een mooie beloning na een steile klim. De wandeling kent ruim vierhonderd hoogtemeters en duurt bijna zes uur, maar is desondanks eigenlijk niet zo pittig als deze cijfers doen vermoeden. 

vrijdag 6 september 2019

Wandelen in Wallonië: een gedeelte van de GR16 via Frahan en Rochehaut

Als een wandeling wordt aangekondigd als de mooiste wandeling van België zijn de verwachtingen meteen gesteld en moet een wandeling wel een heleboel fraais bieden. De wandeling via Frahan en Rochehaut voldoet echter zonder meer aan deze verwachtingen en biedt een mooie combinatie van panorama's, idyllische dorpjes, zware beklimmingen, rotstoppen en als pièce de résistance een laddertjeswandeling als afsluiting. Een gevarieerd en onderhoudend programma dus!

Petit comité
De GR16 is een langeafstandswandeling van ruim tweehonderd kilometer, maar het mooiste van de GR16 wordt in deze wandeling opgenomen. Ik start zelf bij de kerk van Poupehan, maar veel parkeergelegenheid is hier wel niet. Het is een klein kerkje waar vlakbij een klein parkeerterrein is gelegen waar normaal gezien niet veel auto's staan. Je kan ook bijvoorbeeld starten in Frahan of Rochehaut, maar daar is het wel een stuk toeristischer. Poupehan is nochtans een beroemde plek, want in de jaren tachtig hadden Wilfried Martens en Fons Verplaetse een petit comité opgericht om een economisch plan uit te dokteren om de dalende Belgische economie terug aan te zwengelen. Dit leidde in 1982 tot de devaluatie van de Belgische frank en andere ingrijpende maatregelen. 


De route verloopt in het begin vrij rustig met een eerder vlak parcours - dat soms klimt en daalt - naar de Passerelle de Frahan. Dit is een fraaie brug die Poupehan verbindt met Frahan over de Semois. Het blijkt dat de Semois redelijk laag staat en dit is een mooie gelegenheid om foto's van de Semois te nemen. De eerste beginkilometers bieden overigens ook een onverwachte bloemenpracht. In de bermen zijn er namelijk veel mooie bloemen te zien met op de achtergrond een rustig kabbelende Semois. Bij de oversteek richting Frahan zie ik de eerste toeristen opduiken die de pittoreske voetgangersbrug komen bezichtigen. 


Heuvelkam
Het bezoekje aan Frahan is maar van kortstondige duur, want al gauw volgt er een stevige beklimming richting Crêtes de Frahan. Dit is een heuvelkam waar je langs enkele rotsen klimt. Het gaat hier dus om een rotsachtig parcours, dus soms wordt de wandeling hier wel iets technischer of smaller dan op andere plaatsen. Dit wandelpad werd in de jaren twintig van de vorige eeuw aangelegd door  Touring Club en biedt na enkele tientallen meters klimmen een mooi panorama over Frahan. Daarna gaat het opnieuw naar omhoog en klim je via enkele trappen op mooie rotstoppen waar je een mooi overzicht hebt van de gehele omgeving. Bij de rotsen staan er geen hekken, dus voorzichtig zijn, is hier de boodschap. 


Daarna gaat het terug naar beneden richting een grote camping en dient zich weer een nieuwe heuvelkam aan, maar deze keer naar het dorpje Alle. Dit vind ik persoonlijk het zwaarste stuk van de wandeling want deze helling is relatief steil met een abrupte stijging van ongeveer honderdvijftig meter over kronkelende paadjes die amper een meter breed zijn. De klim is best wel vermoeiend, maar door de geringe breedte van het pad let ik nog meer op dan anders. Anderzijds is het wel een technische passage en biedt het voor een wandelaar meer uitdaging dan een regulier Ardennenpaadje. 


Toeristen aan de Semois
Na ruim de helft van de wandeling beland ik in het dorpje Alle en worden de hoogtemeters ingewisseld voor (kleine) afdalingen en platte wegen. Alle wordt in tweeën gedeeld door de Semois en wordt overspoeld door toeristen. In kleine cafeetjes en restaurantjes zie ik een heleboel toeristen die genieten van het rustige weer en op adem komen van een wandeling. De Semois is hier op z'n breedst, maar verhuurders van kajakken kennen slechte tijden. Het water in de rivier staat namelijk zo laag dat kajakken (bijna) niet meer mogelijk is.  


De kilometers die nu volgen zijn zowel letterlijk als figuurlijk het laagtepunt van deze wandeling, want ik wandel nu grotendeels naast een redelijk drukke weg richting Rochehaut. Er is amper een berm voorzien, dus daarom ben ik genoodzaakt om op de weg te wandelen. Auto's durven hier wel eens gretig komen aan te rijden, dus is  het raadzaam om op te letten voor capriolen van (sommige) wegpiraten. Na ruim dertien kilometer wordt de klim richting Rochehaut ingezet en beland ik opnieuw in het bos. 


Mooiste uitzicht van België
De klim naar Rochehaut is vrij stevig, maar gaat eerder gestaag naar omhoog waardoor het gemakkelijker te doen is dan de hellingen rond Frahan die toch een stuk steiler zijn. De wandeling maakt hier een lus terug en het is mogelijk om terug naar rechts te gaan richting La Passarelle de Frahan. Het doel is echter om helemaal naar boven te klimmen waar er bij Rochehaut een fenomenaal uitzicht wacht op Frahan. Dit is volgens mij het prachtigste panorama van België want Frahan wordt op een schilderachtige manier omringd door de vallei van een meanderende Semois met aan weerszijden het Ardense woud. 


Veel andere toeristen zijn deze mening ook toegedaan, want er zijn een hoop personen die uitgebreid de tijd nemen om dit schouwspel op gevoelige plaat te leggen. Uiteraard neem ik ook de nodige tijd voor een fotostop. Daarna brengt de wandeling me door het dorpje Rochehaut dat nog meer dan Alle wordt overrompeld door toeristen. Een ruime kilometer door Rochehaut brengt me naar het bordje "Niet voor gevoelige personen". Dit is de laddertjeswandeling van deze route en dit slotstuk geldt dan ook als pièce de résistance. 


Laddertjeswandeling
De vertaling van het bordje kan je niet echt gelukkig noemen, maar duidt wel aan dat dit gedeelte gevaarlijk is. Zo gevaarlijk zelfs dat hier al een dode is gevallen. Matthieu Lallemand organiseerde hier zijn allereerste wandeling in de buurt, maar kwam jammer genoeg hier ook om het leven bij één van de gevaarlijke passages hier. De paadjes hier zijn kronkelender en nauwer dan ooit tevoren en mijn afdalingen gaan best spectaculair naar beneden. Voor mij is het dan zaak om elke boom of struik op mijn weg vast te klampen om zo gecontroleerd en op een kalme manier te dalen. Ik doe deze wandeling met de wijzers van de klok mee en dat betekent dat ik voornamelijk daal. Op deze half bewolkte dag heb ik geen last van gladde stenen, maar dit is niet een stuk dat je wil doen als het regent of juist hard heeft geregend. Dan wordt de rotsachtige ondergrond veel te glad. 


Dit is het meest technische stuk van de gehele wandeling en daarom ook het meest uitdagende gedeelte. De voortgang is traag, maar het hoogteverschil valt al bij al nog goed mee. Het is dus niet echt vermoeiend, maar ik moet echt wel opletten waar ik mijn voeten zet. Een laddertje naar beneden klimmen met rugzak is moeilijker dan gedacht omdat deze laddertjes zijn uitgerust met een kleine omheiningen die een valpartij moeten beletten. Het moeilijke gedeelte duurt ongeveer anderhalve kilometer en daarna dient zich een stuk vals plat aan waar de terugkeer naar Poupehan wordt ingeleid. 


Conclusie
Het predikaat van mooiste wandeling van België is niet gelogen en dit is absoluut een wandeling die je als Belg wil gedaan hebben. Het parcours is met zijn verschillende steile hellingen absoluut geen lichtgewicht, maar je wordt wel beloond met prachtige uitzichten, technische passages, gevarieerde omgevingen en gezellige dorpjes. 


De route vind je terug op Routeyou en ik deed er net geen zes uur over om de ruim achttien kilometer af te leggen. Het is aangeraden om je eigen lunchpakket mee te nemen, maar je komt in zoveel dorpjes dat je ook gemakkelijk daar iets kan eten of drinken. 

woensdag 4 september 2019

Wandelen in Wallonië: de valleien van Statte en Hoëgne

Deze zomer heb ik het boekje 'Hidden Belgium' gekocht waar een buitenlandse journalist de verborgen parels van ons Belgenlandje verkent. Bij de afdeling hikes staat er een mooie wandeling beschreven over de vallei van de Hoëgne die hij als een aanrader omschrijft. Dit wist ik pas echter nadat ik diezelfde wandeling had gedaan, maar ik eerder op Routeyou vond. 

Politie
Deze wandeling begint bij piepkleine dorpje Solwaster waar een klein parkeerterrein dienst doet als startpunt van de wandeling. De wandeling laat er geen gras over groeien, want na amper één kilometer gaat het gestaag omhoog op een rotsachtig parcours. Wat me meteen opvalt, is dat de politie op een stille zaterdagmorgen patrouilleert in dit dorpje, maar er is wel veel toerisme in de buurt. De valleien  van de Statte en Hoëgne kan je inderdaad wel een verborgen parel noemen en veel toeristen uit Nederland, Duitsland en ook België komen hier graag wandelen. De agenten rijden met hun SUV rustig over de wandelweg terwijl die amper rijwaardig is. Noem het maar gerust beroepseer.


De vallei van de Statte wordt gedomineerd door de gelijknamige beek die in de zomer lijdt aan een chronische watertekort en de omgeving wordt bij mijn wandeling voornamelijk gekenmerkt door rotsen en stenen. Af en toe zie je wat water lopen of zelfs een bescheiden watervalletje, maar het is duidelijk dat deze wandeling een totaal ander karakter krijgt in de herfst of winter wanneer de beek een stuk meer waterverloop heeft. 

Dat neemt niet weg dat het beginstuk voor wandelaars een leuke passage is omdat het met al de rotsen en stenen vrij technisch is en bovendien gaat het zoals eerder gezegd gestaag omhoog waardoor de beginkilometers zeker niet te onderschatten zijn. Omdat dit best wel een vermoeiend gedeelte is, zie ik veel gezinnen met kinderen halt houden bij een watervalletje of oever om samen met hun kroost terug op adem te komen. 


Verandering van landschap
Na ongeveer vijf kilometer meldt er zich een ander landschap en wordt de rotsachtige vallei ingeruild voor vengebied waar er enkele houten wandelpaden zijn. Het is een mooie en plotse afwisseling, maar duurt echter niet lang. Het tweede deel van de wandeling brengt me naar de vallei van de Hoëgne, maar dat betekent wel eerst ongeveer 2,5 kilometer langs verharde wegen wandelen. Dit is helaas het meest saaie gedeelte van de wandeling, maar biedt wel een kans om te recupereren van de niet te onderschatten klim van de beginkilometers. 

De verharde weg is echter opvallend rustig en ik zie hier amper of geen auto's. Wielrenners rijden hier aan een gezapig tempo of op een kruispunt zie ik een verdwaalde mobilhome staan. De reden waarom het hier zo rustig is, is omdat auto's hier eigenlijk verboden zijn en je kan dus als wandelaar rustig op de weg wandelen. De weg bevindt zich naast verschillende bossen zoals naaldbossen of gemengde bossen met eiken en beuken. 


Natte voeten
Ik gebruik de app van Routeyou om te navigeren, maar vanaf kilometer acht leidt de route me naar een brandgang waar ik niet verder kan en pas ik noodgedwongen een (on)knap staaltje van padvinderij toe. Door het groen baan ik me een weg naar de juiste route, maar daardoor stap ik onverwachts in een gracht met water met natte voeten als gevolg. Het is de prijs die ik betaal om terug op het juiste pad te komen. Later blijkt dat ik beter iets verder had gestapt en de volgende brandgang moest nemen. De route op de app van Routeyou gaat op dit vlak toch serieus de mist in. 

Zodoende begin ik aan de afdeling naar de vallei van de Hoëgne, maar ook hier is de navigatie van de route erg onduidelijk. Volgens de route moet ik namelijk links van dit riviertje stappen, maar achteraf leert speurwerk op de routeomschrijving van Routeyou me dat het toch echt wel rechts is. Voor een tweede keer verlaat ik opnieuw de route en steek ik op eigen houtje de rivier over met als gevolg opnieuw natte voeten. Voor de goede orde: de juiste route is dus wel degelijk rechts van het riviertje waar je na een aantal trappen en een bruggetje arriveert bij de waterval van Leopold II. 


Lokaal toeristisch epicentrum
Deze waterval werd in 1899 officieel geopend door koningin Marie-Henriëtte, de eega van Leopold II. Hier zie je een stuk meer wandelaars en kinderen die ravotten in de rivier. De waterval zelf is niet echt spectaculair te noemen en bestaat uit een verzameling van één "grote" waterval van maximaal een paar meter en wat kleinere watervalletjes die nauwelijks tientallen centimeters hoog zijn. Het is misschien niet groot, maar wel mooi om te zien. 

Even verder weet ik onmiddellijk waarom hier zoveel mensen zitten, want amper een paar honderd meter verder is er een groot parkeerterrein waar bezoekers hun wagen kunnen achterlaten. Mijn wagen staat echter in Solwaster en dat vereist nog eerst een stevige beklimming naar boven. De slotkilometers brengen me eerst naar weides en tot slot terug bij het dorpje dat er ontzettend stil bij ligt. 


Conclusie
De wandeling is ongeveer veertien kilometer lang en ik heb er ongeveer vier uur over gedaan om deze lus te voltooien. Vooral de beginkilometers zijn niet te onderschatten met een gestage klim op een vrij technisch parcours van rotsen en stenen. Dit is het leukste deel van de wandeling en het andere hoogtepunt zijn uiteraard de watervalletjes van de Hoëgne. Daartussen bevindt zich een eerder saai stuk langs verharde weg en wat bossen. Dat maakt deze wandeling als totaalplaatje misschien iets minder aangenaam en er zijn eveneens amper stopplaatsen waar je iets kan drinken of eten met uitzondering van het grote parkeerterrein bij de Leopold II-waterval.