woensdag 4 oktober 2023

Praag: de Gouden Stad

Dé klassieker onder de stedentrips in Centraal-Europa is zonder enige twijfel Praag. De Tsjechische hoofdstad kan uitpakken met een roemrijk verleden, beschikt over prachtige architectuur die tot duizend jaar teruggaat, heeft eveneens een erg geanimeerd uitgaansleven en het belangrijkste: bier is er spotgoedkoop! Alles wat de cityminnende toerist nodig heeft en meer en je met overvloed terugvindt in de stad waar je bijna elke kilometer wel een kasteel aantreft.

Even voorstellen
Het klinkt misschien gek, maar Tsjechië is één van de jongste landen in Europa. Dit jaar blaast het dertig kaarsjes uit. De regio heeft een erg rijk verleden, maar maakte tot aan het begin van de twintigste eeuw deel uit van een ander rijk. Eerst was er het Heilig Rooms Rijk, later werd het onderdeel van Oostenrijk-Hongarije en in 1918 werd het eindelijk onafhankelijk in de staat Tsjechoslowakije waar het de landsgrenzen deelde met Slavisch broertje Slowakije. In 1992 werd dit een vriendelijke scheiding van bed en tafel en een jaar later erkende de wereld Tsjechië als een aparte staat. 

Het verleden van Praag gaat echter ruim duizend jaar terug wanneer zich rond 800 de eerste mensen vestigden rond de rivier Moldau (Vltava in het Tsjechisch) wat later transformeerde tot de Praagse Burcht. Aan de rivier zelf ontwikkelde zich een stadscentrum wat nu gekend is als het historische centrum en waar je ook de mooiste gebouwen ziet zoals het stadhuis van Praag met de beroemde astronomische klok, paleis van Kinsky, de gotische kerk van Tyn en andere gebouwen. De trekpleister van de stad is ongetwijfeld de Karelsbrug wat één van de de meest beroemde bruggen ter wereld is. Ook het standbeeld van Jan Hus, één van de voorvaders van het protestantisme, vindt je op het marktplein in het historisch centrum. 

De rijke geschiedenis wordt ook geïllustreerd door de rijke en gevarieerde architectuur van de straten en huizen in de verschillende wijken. Zo vind je in een straal van enkele kilometers een mengeling van gotiek, barok, rococo, kubisme en nog andere stijlen terug in paleizen, kastelen, huizen, abdijen en uiteraard de straten zelf. De joodse buurt straalt bijvoorbeeld een totaal andere sfeer uit dan de Praagse burcht terwijl er slechts één kilometer tussen de twee zit. En het is deze compacte vorm van het historisch centrum wat Praag zo bijzonder maakt. Voeg daar nog een groene toets toe met een heleboel tuinen en parken en Praag werpt zich op als een ideale bestemming voor een citytrip! 

Transport
De gemakkelijkste manier om Praag te bereiken is wellicht het vliegtuig en via de luchthavens van Zaventem en Charleroi wordt er meermaals rechtstreeks gevlogen naar Praag. Prijzen schommelen rond de tweehonderd euro zonder bagage, al kan je dikwijls significant goedkoper vliegen als je een beetje goed uitkijkt. Ook de periode speelt een grote rol en bij mijn verblijf in de meiperiode rond Hemelvaart betaalde ik bijna het dubbele voor een vlucht. 

Iets vriendelijker voor de portemonnee is een busverbinding zoals Flixbus. Met deze prijsvechter rij je al voor vijftig euro naar Praag, maar dan ben je ook een stuk langer onderweg. Dit gaat van veertien uur tot zelfs twintig uur en dan ben je wel even onderweg... Er zijn zowel rechtstreekse verbindingen als verbindingen waar je één keer moet overstappen. Er zijn sinds enige jaren ook plannen om een rechtstreekse treinverbinding op te zetten tussen Brussel en Praag, maar voorlopig blijft dit bij toekomstmuziek hoewel de bedenkers plechtig beloven dat het weldra in orde komt. De trein is een mooi alternatief voor het vliegtuig, maar ook hier geldt dat de reistijd veertien uur of meer zal bedragen. 

En voor de echte doe-het-zelvers bestaat er nog altijd de mogelijkheid om met de wagen te komen. Vanuit Brussel is dit ongeveer negenhonderd kilometer en in het beste geval minimaal tien uur rijden. In het centrum van Praag is het - net zoals elke grootstad - lastig parkeren en kan je dus best je vierwieler achterlaten bij een parkeerplaats en met het openbaar vervoer naar het historisch centrum pendelen.      

Overnachting
In Praag is er meer dan voldoende accommodatie, maar in het toeristische seizoen kunnen de prijzen aardig oplopen. Dat ondervond ik aan den lijve, want ik betaalde een toch wel erg ruime 332 euro om vier nachten te verblijven in Florenc Hostel. Dit is een hostel dat zich buiten het centrum van Praag bevindt en vlak naast de busstop is gelegen waar ook onder andere de Flixbussen stoppen. Het historisch centrum van Praag ligt 2,5 kilometer verder, maar is gemakkelijk bereikbaar met de metro. Wil je je spaarvarken niet slachten, is het een goed idee om ruim op voorhand een hotel te boeken en buiten het toeristische hoogseizoen. Een ho(s)tel is trouwens niet de enige accomodatie die je kan boeken, want er zijn ook een hele resem kamers, appartementen en studio's die door particulieren worden aangeboden om te verblijven. Een stuk goedkoper, maar het nadeel is dan wel weer dat deze kamers zich een stuk buiten het historisch centrum bevinden en dus aanzienlijk meer pendeltijd vragen. 

Beste periode
Aangezien Praag zich bevindt in Centraal-Europa kunnen de zomers behoorlijk heet zijn en de winters vrij koud. De beste periode om Praag te bezoeken is allicht tussen deze twee uitersten in de maanden april, mei en juni , terwijl het in september en ook nog oktober behoorlijk goed weer is. Het weer blijft per definitie onvoorspelbaar, maar in deze periodes is de kans toch kleiner dat je in extreme temperaturen zal vallen. Met neerslag moet je natuurlijk wel wat geluk hebben. Ik ging dus in de periode rond Hemelvaart in mei en toen was het in Praag heerlijk genieten van een mooi lentezonnetje dat het kwik overdag deed stijgen tot boven de twintig graden.   

Openbaar vervoer
Net zoals het bier is het openbaar vervoer in Praag erg goedkoop. Voor enkele euro's kan je gedurende één, twee of drie dagen het openbaar vervoer nemen. Met name de metrolijnen zijn een handig middel om Praag te doorkruisen. Er zijn ook trams die de belangrijkste toeristische trekpleisters bedienen. Dat kan vooral handig zijn om je naar de Praagse Burcht te verplaatsen aangezien dit een redelijke klim is. Om de begin- en eindhaltes te weten is Google Maps een goede bron. Ik gebruikte altijd deze app om te weten waar ik moet op- of afstappen. Houd er wel rekening mee dat deze trams erg druk kunnen zijn en daarom een geliefd terrein zijn voor gauwdieven. 

Als je van de luchthaven komt, is buslijn 119 de goedkoopste manier om tot het historisch centrum te geraken. Deze buslijn rijdt tot het station Nádraží Veleslavín waar het aansluiting heeft op metrolijn A waarmee je tot in het centrum kan geraken. Bij de uitgang van de luchthaven - vlak voor de bushalte - staat er een ticketmachine waar je een kaartje kan kopen. De bushalte bevindt zich vlakbij de uitgang van de luchthaven, maar is misschien even zoeken. De vriendelijke medewerkers helpen echter graag en ook de massa andere toeristen zijn een goede indicatie van waar de bushalte zich bevindt.  

Euro's of kronen
Hoewel Tsjechië behoort tot de Europese Unie gebruikt het geen Euro's, maar wel Tsjechische kronen als munteenheid. Euro's worden echter met veel plezier aanvaard, maar dan wel tegen een wisselkoers die alles behalve gunstig is voor de toerist. Tsjechië is echter een modern land waar je veel met bankkaart kan betalen, maar het is wel een goed idee om voor een klein bedrag (ongeveer vijftig euro) Tsjechische Kronen op te nemen bij een ATM. Voor kleine uitgaven zoals een koffie of glaasje bier op café is het voordeliger cash om met kronen te betalen. 

De ATM's vind je op de luchthaven, maar deze toestellen zijn bedrieglijk omdat ze een enorm grote hoeveelheid cash geld voorstellen (ik dacht zelfs meer dan tien duizend kronen). Licht je dus eerst goed in en wees je ervan bewust wat de wisselkoers tussen de Euro en Tsjechische kronen is (nu is één euro ongeveer 24,5 Tsjechische kronen waard). In het centrum van Praag zijn er meer dan voldoende ATM's en hier kan je tegen een voordelig tarief Tsjechische kronen pinnen. 

Reisgids
Lonely Planet, Insight Guides, ANWB en vele anderen. Er zijn tal van reisgidsen, maar bij citytrips zweer ik altijd bij de reisgidsen van Capitool. Deze reisgidsen verzoenen op een compacte manier praktische zaken met informatie en daardoor is deze gids voor mij het ideale middel om Praag te verkennen. Ik apprecieer met name de gedetailleerde kaartjes bij belangrijke trekpleisters zoals de Praagse Burcht. Deze bestaan soms uit 3D-tekeningen die tonen waar je precies moet zijn om iets te bekijken. 

In het digitale tijdperk waarin we nu leven, zijn er tal van blogs, reportages, vlogs en andere artikels te vinden op het internet. Een belangrijke bron van inspiratie voor mij is het Youtubekanaal Honest Guide waar twee Praagse journalisten hun stad voorstellen. Je krijgt er tips te zien zoals hoe je Praag in vier uur kan verkennen, wat de mooie maar onbekende delen van de stad zijn, waar je lekker kan eten voor weinig geld en nog veel meer. Zoals de naam van het kanaal impliceert dragen ze eerlijkheid hoog in het vaandel en stellen ze scammers - zowel in Praag als in het algemeen - aan de kaak. Twee mannen met een missie dus.    

Nuttige apps
Je kan je smartphone volgooien met apps, maar waarom zou je dat doen als er al veel info beschikbaar is met de apps die je al hebt. Google Maps is mijn meest gebruikte app, zowel thuis als op reis omdat het eenmaal eenvoudig is om je weg te vinden met deze app. Je hebt wel een internetverbinding nodig, maar aangezien Tsjechië deel uitmaakt van de EU, moet je geen schrik hebben van verborgen roamingkosten. Voor alle zekerheid download ik altijd offline kaartjes van Google Maps (via je profiel en vervolgens het item offline kaarten te selecteren) in het geval er onverwacht problemen zijn met je telefoon of verbinding. Ook een app om te wandelen (zoals Wikiloc of Komoot) kan handig zijn om op voorhand wandelingen of routes uit te vissen. Ook hier gebruik ik offline kaartjes omdat dit gemakkelijk is en ik geen internetverbinding nodig heb. 

De enige app die ik voor mijn trip naar Praag heb gedownload is de Prague Metro Map omdat het toch wel handig is om een kaartje te hebben waar de metrolijnen en -stations overzichtelijk worden gepresenteerd. Bovendien wordt de app meerdere keren per minuut geüpdatet zodat je altijd weet in welk station je bent en hoeveel haltes je nog moet doen. Er zit wel veel reclame op deze app, maar dat is slechts een kleine irritatie. 

Een app die ik niet heb gedownload, maar wel interessant kan zijn, is een digitale pas van GetYourGuide. Afhankelijk van de formule die je kiest, zijn de grootste toeristische bezienswaardigheden opgenomen bij een pas. Minder digitaal, maar wellicht goedkoper is de Prague City Pass die je voor 1390 kronen kan aanschaffen en heel wat voordelen biedt. Je bezoekt gratis trekpleisters zoals de Spaanse synagoge, de joodse begraafplaats, Sint-Vituskathedraal en anderen. Bovendien geniet je van een gratis bustour door de Tsjechische hoofdstad en kan je eveneens een rondvaart maken op de Moldau. Geen slechte deal, toch?   

Wandelingen
Een stadswandeling is altijd een goede manier om op de eerste dag een stad te leren kennen. Daarom doe ik vaak een beroep op zo'n wandeling om een stad te verkennen. Een website die ik hier vaker voor gebruik is Guruwalk. Dit is een website waar aanbieders van stadswandelingen hun waren aanprijzen en je kan per stad kijken welke wandeling het meest interessante lijkt. Een booking.com maar dan voor stadswandelingen. Deze wandelingen zijn (bijna) altijd gratis, maar op het einde van de wandeling betaal je de gids wel een bijdrage wat vaak tussen de tien en twintig euro ligt. 

Voor Praag heb ik een algemene stadswandeling gedaan alsook een wandeling rondom de Praagse Burcht. Enkel de eerste wandeling had ik geboekt, maar de gids maakte ook reclame voor de wandeling in de namiddag rondom de Praagse Burcht die ik sowieso wilde bezoeken. Het voordeel van dergelijke gidsen is dat ze vaak de plekjes kennen die gewone toeristen niet kennen. Zo had ik het geluk om de wissel van de wacht te bekijken bij de Praagse Burcht en dat ga je als gewone toerist snel missen. Het is niet altijd een schot in de roos bij dergelijke wandelingen, want in Wenen was dit wel een erg mager beestje. Daarom is het best om de recensies van elke wandeling te bekijken en hoeveel recensies er zijn. Vijf positieve recensies is wellicht te weinig om betrouwbaar te zijn. En uiteraard is er ook nog Google om eventueel andere opties te bekijken. 

Verslag
Aankomst
Via de luchthaven van Zaventem land ik op Vaclav Havel-luchthaven, vernoemd naar de eerste president van Tsjechië. De luchthaven ligt op een boogschut van Praag en het historisch centrum is vlot te bereiken met de bus en metro. Mijn bestemming gaat echter naar Florenc aangezien daar mijn hostel ligt. Wanneer ik mijn hebben en houden heb achtergelaten in mijn kamer, probeer ik de atmosfeer te proeven van een typisch Praagse vrijdagavond. Daarvoor zak ik af naar de Jindrisska, een buurt die maar net buiten het historisch centrum ligt, maar wel toffe restaurantjes heeft. Dat ondervind ik onmiddellijk, want het is behoorlijk moeilijk om een plek te bemachtigen aan een tafeltje. Met wat doorzettingsvermogen lukt dat toch en ondertussen heb ik Jindrisska al een beetje verkend. Deze wijk wordt gedomineerd door de Jindrisska Toren wat één van de weinig overgebleven torens is uit de middeleeuwen. 

Na het avondeten begeef ik me naar het Wenceslas-plein waar ik eerder ben afgestapt om naar Jindrisska te gaan. Dit plein heeft een bewogen geschiedenis achter de rug en is plek nummer één in Tsjechië wanneer er demonstraties zijn. Tijdens de bezetting door de Soviet-Unie heeft hier Jan Pallach zich in brand gestoken als protest. Ook de Fluwelen Revolutie in 1989 waarbij het juk van het communistische Soviet-Unie werd afgeworpen, vond hier plaats. Het rechthoekige plein komt vooral tot leven 's avonds wanneer het plechtige Nationaal Museum verlicht is en je mooie foto's kan nemen vanaf het plein dat wat lager is gelegen. Voor de fuifnummers zijn hier ook enkele nachtclubs, maar ik hield het bij een passieve bezigheid: slapen. En om dat te doen, moest ik terugkeren naar m'n hostel. 

Dag 1
De eerste dag brengt me door de Oude en Nieuwe Stad van Praag. Dit zijn twee stadsdelen die behoren tot het stadscentrum van Praag, maar met een geschiedenis van meer dan duizend jaar is zelfs de Nieuwe Stad behoorlijk oud. Het is een traditie geworden om bij de eerste dag tijdens een citytrip een stadswandeling te doen en die gewoonte zet ik vrolijk verder in de Tsjechische hoofdstad. De wandeling start om tien uur, maar ik arriveer wat vroeger zodat ik de kans krijg om de astronomische klok te bekijken. Dit is een complexe klok die zonder uitleg moeilijk te begrijpen is. De meeste toeristen komen dan ook voor het schouwspel van de apostelen. Op elk uur komen deze figuurtjes te voorschijn en paraderen ze een vijftiental seconden hoog langs de bezoekers om daarna terug in de klok te verdwijnen. Een grappig gezicht, maar niet meteen de reden waarom je naar Praag reist. Later vertelt de gids dat dit als één van de meest teleurstellende bezienswaardigheden in Europa wordt beschouwd. Klaarblijkelijk heeft hij dus nog nooit gehoord over Manneken Pis... 

De wandeling begint om vijf over tien en gaat langs de meest interessante gebouwen van het historisch centrum. Wat me meteen opvalt, is dat Praag diverse bouwstijlen kent: meer recente stijlen zoals Jugendstil, maar ook klassieke stijlen zoals rococo en barok. Door de mengeling van oude en nieuwe gebouwen ademt Praag echt geschiedenis uit. Bij deze stadswandeling gaan we voornamelijk langs gebouwen en komt vooral de architectuur aan bod. Ook moderne gebouwen worden bezocht zoals een winkelgalerij, maar de echte publiekstrekkers zijn toch wel de historische gebouwen zoals de Poedertoren en Tynkerk. Een bezoek aan een Praags café mag natuurlijk niet ontbreken. Deze wandeling duurt ongeveer 2,5 uur en na een stevig middagmaal vervoeg ik me bij een tweede stadswandeling. De gids doet namelijk ook een wandeltocht langs de Praagse Burcht en daar wilde ik sowieso naartoe. En als je dat met gids kan doen, is dat wel eens zo gemakkelijk!

Onder het liever lui dan moe-principe neem ik de tram om naar de Praagse Burcht te rijden. Dit complex bevindt zich aan de overzijde van de Moldau, de rivier die Praag in tweeën snijdt. Burchten worden traditioneel gezien op hoge plaatsen gebouwd en dat is in Praag niet anders. Je moet deze plek eerder als een complex bekijken, want de burcht kent een rijke geschiedenis en gedurende honderden jaren zijn hier gebouwen neergepoot, afgebroken, gerenoveerd en uitgebreid. Als toerist zie je dus verschillende bouwstijlen van deze gebouwen en soms zelfs hetzelfde gebouw. De Sint-Vituskathedraal is hier een goed voorbeeld van. Ook de Habsburgers hebben hier gezeten en de bouwstijl van de paleizen in Wenen tref ik ook aan op deze site. Bij mijn bezoek word ik getrakteerd op een klein spektakelstuk bij de wissel van de wacht bij de ingang van de burcht en ook de Sint-Vituskathedraal wordt op een bezoekje vereerd. De ingang is gratis, maar wil je verder de kerk in, moet je een kleine bijdrage betalen. 

Ook voor het Gouden Straatje moet je een kleine toegangsprijs betalen voor vijf uur 's avonds en dat zorgt ervoor dat we deze kleine laan - waar vroeger de ambachtslui woonden - overslaan. Wel krijg ik een mooi panorama gepresenteerd van Praag aangezien deze burcht op een heuvel is gebouwd. De fotostop van vijf minuten wordt door mij nuttig gebruikt en vervolgens is het tijd om naar de laatste attractie van de dag te gaan: de Karelsbrug. Onderweg passeer ik nog het museum van Franz Kafka, de Tsjechische auteur die als uitvinder van het absurdisme wordt beschouwd. De Karelsbrug was eeuwenlang de enige brug over de Moldau in het centrum van Praag en is daarom zo belangrijk. De brug is gedurende al deze jaren getooid met belangrijke standbeelden en is daarom zo beroemd geworden. Mooi, maar de drukte moet je er wel even bijnemen. 

Afsluiten doe ik met het Museum of Communism. Hoewel dit een relikwie uit een ver verleden lijkt, ligt het communisme nog vers in het geheugen van de niet zo jonge Tsjechen. De facto werd Tsjechië bezet door de Soviet-Unie en de communistische levensstijl werd zo aan de burgers opgelegd. Patriottisme werd er tot een levenswijze gesmeed. Evenementen zoals de vijfjarige Spartakiada waar soms tot honderdduizenden Tsjechische sporters zich verzamelden om hun sport te demonstreren, moest de volksliefde aanwakkeren. Als je dit met een moderne bril bekijkt, lijkt het wat achterhaald, maar dit zijn dingen die elders in de wereld nog brandend actueel zijn. Hoewel ik maar een uurtje in het museum blijf, laat het museum toch een diepe indruk na.            

Dag 2
Ook dag twee bestaat uit een goed gevulde boterham die begint bij het Sint-Agnesklooster, een museum met voornamelijk religieuze kunst dat is gehuisvest in een voormalig klooster. De meeste werken dateren uit de periode van de Hoge Middeleeuwen rond 1300 - 1350 en bestaat veelal uit Madonna's met kindeke Jezus. Ook houtsnijwerk is er volop te vinden in dit klooster. Samen met de architectuur van het klooster zelf weet dit museum een uurtje te boeien, maar het moet wel gezegd worden dat veel van deze schilderijen beginnen te vervelen aangezien ze bijna allemaal hetzelfde (religieuze) thema gebruiken. Het klooster kent ook een beeldentuin waar op deze zonnige zaterdag veel Tsjechen neerploffen om te genieten van de warmte. 

Een andere mooie tuin bevindt zich bij het paleis van Wallenstein dat op zaterdag gratis te bezichtigen is. Het paleis is slechts gedeeltelijk opengesteld en drie kamers kunnen bezocht worden. De eerste is meteen wel een klepper van formaat, want dit is een ceremoniële zaal waar op het plafond een indrukwekkende plafondschildering is aangebracht waar Albrecht von Wallenstein - de opdrachtgever voor de bouw - is afgebeeld als de Romeinse god Mars. Als je last hebt van grootheidswaanzin, doe je het dus meteen beter goed... Die grootheidswaanzin kostte von Wallenstein overigens zijn kop, want dit paleis moest de Praagse Burcht en ook de Habsburgers naar de kroon steken en die lieten dat niet zomaar gebeuren. De twee overige kamers zijn ook mooi, maar halen het niet bij de pracht en praal van de ceremoniezaal. De kleine, maar mooie tuin kent ook zijn pracht en praal met een paviljoen waar je schitterende fresco's aantreft die scènes uit de Griekse mythologie afbeelden: Jason en de Argonauten, het Gulden Vlies, enzovoort. De mooie fontein en enkele beelden nodigen uit om te slenteren door deze tuin. 

Rond de middag bezoek ik de Sint-Nicolaaskerk wat de mooiste kerk van Praag wordt genoemd. Hoewel er drie kerken in Praag zijn die door het leven gaan als Sint-Nicolaaskerk is het de kerk aan de Kleine Zijdeplein dat opvalt door zijn barokke stijl. Het interieur van de kerk is naar aloude katholieke traditie ontzettend opulent met marmeren trappen, gouden omlijstingen en veel fresco's. Europa's grootste fresco bevindt zich hier en beslaat maar liefst 1500 vierkante meter. Deze fresco beeldt het verhaal van Sint-Nicolaas uit waarnaar deze kerk is vernoemd. Je bent het aan jezelf verplicht om te gaan naar de eerste verdieping, want pas dan kan je optimaal genieten van het magnifieke interieur van deze kerk. Op deze hoogte heb je een beter zicht op de fresco's en eveneens een beter perspectief op de talrijke versieringen in de kerk. De Sint-Vituskathedraal is als gebouw indrukwekkender, maar het leidt geen twijfel dat het interieur van de Sint-Nicolaaskerk het meest imposante is van alle kerkgebouwen in Praag. 

In de namiddag neem ik opnieuw de metro om naar de buurt van Jindrisska te pendelen, de wijk waar ik bij mijn aankomst in Praag al eerder was. Deze keer is de Jindrisska Toren wel open en verblijf ik er ongeveer een half uur. Deze toren is niet erg groot, maar bevindt zich net buiten de toeristische massa waardoor het relatief kalm is hier en je kan hier leuke dingen vinden. Het meest bijzondere is toch wel de grootste kaart van Praag dat is verspreid over de gehele oppervlakte van een verdieping. Op een andere verdieping vind ik dan weer foto's terug over het Praag van ruim honderd jaar geleden. Maar dé reden om deze toren te bezoeken, is toch wel voor het uitzicht over Praag. Op een meter of - ik schat - dertig heb je een (gedeeltelijk) panorama over het historisch centrum van Praag. De zolderverdieping ziet er krakkemikkig uit en voelt ook zo, maar dat geeft deze locatie wat extra charme. Het namiddagje Jindrisska sluit ik af bij Lucerna Passage, een winkelgalerij met als opvallendste wapenfeit een beeld dat aan het plafond hangt waar een man op een omgekeerd paard zit. De galerij is opgetrokken in art niveau-stijl en daarom wel een bezoekje waard, hoewel ik zelf toch snel was uitgekeken op deze plek.  

Het eindbedrijf van deze dag bestaat uit een avondwandeling in het pittoreske Petrinpark dat naast de Praagse Burcht is gelegen. Dit is één van de grotere parken in Praag en voor de ongeoefende wandelaar een kleine uitdaging aangezien het soms vrij steil naar boven kan gaan. Naast grote paden zijn hier ook kleine natuurpaadjes te vinden die door bos gaan. Deze groene long van Praag is een oase van rust en is gezegend met enkele fraaie plekjes zoals een kleine waterval en enkele vijvers. Tevens is er plaats voor een streepje cultuur in de vorm van enkele standbeelden, een kleine versie van de Eifeltoren en aan de top van het park bevindt er zich zelfs een observatorium. Omdat het park zo hoog is gelegen, biedt het ook een mooi uitzicht over Praag, nog mooier dan bij het lager gelegen Praagse Burcht de dag ervoor. Na de drukte door het historisch centrum is een wandeling door het Petrinpark een ideale plaats om te onthaasten. 

Dag 3
Op de derde dag besluit ik om het wat rustiger aan te doen, alhoewel de ochtend weer een goed gevulde boterham oplevert. De joodse buurt is namelijk één van de voornaamste wijken in het historisch centrum van Praag. Door de geschiedenis heen werden de joden in Praag gediscrimineerd en buiten de stadsmuren gehouden. Daar ontwikkelden ze hun eigen cultuur en manier van leven wat uiteindelijk resulteerde in een volledig eigen buurt. Een buurt met een luguber randje, want ook hier waren de Nazi's actief in de oorlogsjaren tussen 1940 en 1945. Duizenden en duizenden joden werden getransporteerd naar de concentratiekampen om nooit meer terug te keren... Al de namen van deze slachtoffers zijn gegraveerd in de muren van de Spaanse synagoge die ik als eerste bezoek vandaag. Hier bevindt zich ook de oud-joodse begraafplaats. Dit is een kleine begraafplaats waar de joden hun doden tot meters hoog op elkaar stapelden om te begraven aangezien dit uit religieuze redenen enkel hier mocht gebeuren. 

Deze buurt bestaat uit meerdere synagogen en elk synagoge heeft een ander verhaal te vertellen. De architectuur van de meeste synagogen is behoorlijk sober, hoewel één groot gebouw de dans der soberheid toch wat ontspringt door zijn groteske vormen. Infoborden weiden uit over hoe de joden systematisch buiten de maatschappij werden gehouden en uiteraard wordt er ook veel aandacht gespendeerd aan de Tweede Wereldoorlog en de verschrikkelijke impact hiervan op de joden die in Praag woonden. Hoewel ik verscheidene jodenbuurten heb bezocht bij al mijn citytrips is dit toch wel de meest memorabele exemplaar in Europa. Het toegangsticket geeft recht op een fikse korting bij een koffie en daar maak ik gretig gebruik van om de ochtend door te komen. 

Tijdens de middag laveer ik tussen het Kinskypaleis en de Tynkerk, maar beiden blijken op zondagmiddag gesloten te zijn. De gebouwen zien er mooi uit, zeker het Kinskypaleis in zijn rococostijl, maar heb ik al eerder gezien op dag één bij mijn rondwandeling door Praag. Nu was de pot met mosterd toch wel op en was het op de bodem schrapen om inspiratie op te doen. Uiteindelijk viel mijn oog op het Mucha Museum, een museum dat is geweid aan art nouveau artiest Alfons Mucha. Deze Tsjechische artiest is vooral beroemd omwille van zijn tekeningen en later posters en schilderijen. Het kleine museum heeft echter een karig aanbod van werken en een film dat de levensloop van Mucha vertelt, is uiteindelijk nog het meest interessante stuk van dit museum. Nee, dit is zeker niet het hoogtepunt van deze dag. 

Mijn laatste activiteit bij deze citytrip is een avondwandeling rondom Vyšehrad dat zich een paar kilometer buiten het centrum van Praag bevindt. In een land dat overspoeld is met kastelen hoeft het geen verrassing te zijn dat dit opnieuw een park is dat is gebouwd rond een kasteel, een heuvelfort om precies te zijn omdat het - je raadt het nooit - is gebouwd op een heuvel. De heuvel biedt andermaal een mooi panorama over Praag, maar deze keer niet over het historisch centrum aangezien dit zich wat verder weg ligt. Deze keer is het de Moldau dat een beeldvullend perspectief geeft. Het park wordt druk gefrequenteerd door Tsjechen op opnieuw een zonnige dag en geef ze maar eens ongelijk. Vyšehrad is een leuke locatie met onder andere enkele mooie standbeelden, de neogotische Sint-Petrus en Pauluskerk maar de echte ster is toch wel de nationale begraafplaats waar enkele mooie graven staan. Graf is misschien wat bagatelliserend voor wat ware kunstwerken zijn. Beroemde Tsjechen zoals Anton Dvořák zijn hier begraven en dat gebeurt dus met de nodige egards. De terugweg leidt me voor de laatste keer naar de Oude Stad waar ik de metro op stap en definitief afscheid neem van de Gouden Stad. 

Conclusie
Praag is een stad dat over een rijke architectuur, historie, gastronomie en natuur beschikt, maar ik bleef toch wel wat op mijn honger zitten op het vlak van cultuur. De dichtheid van historische gebouwen is met name in het historisch centrum enorm, maar ook daarbuiten vind je pareltjes van gebouwen die variëren van modern tot klassiek. De vele burchten en kerken maken het moeilijk om te kiezen wat je eerst wil bezoeken, maar de waarheid gebiedt me te zeggen dat het soms toch wat veel van hetzelfde is. Daarom ben ik ook met veel plezier naar de joodse buurt gegaan omdat dit toch wel in schril contrast staat met de rest van de stad. 

Ook de twee wandelingen door Petrinpark en Vyšehrad zijn goede gelegenheden om wat variëteit in de Praagse maaltijd te brengen. Het portie cultuur had helaas toch wel een zure nasmaak. Hoewel de verscheidene musea me gedeeltelijk wisten te bekoren, wist er geen enkel museum me volledig te overtuigen. Dat vind ik persoonlijk wel jammer, want musea zijn voor mij toch een belangrijk onderdeel van een citytrip. Op dit gebied scoort Praag slechter dan andere steden, maar dat maakt het meer dan goed met andere facetten waardoor een bezoek aan Praag een no-brainer is voor elke reiziger.  

zondag 1 oktober 2023

Open Bedrijvendag in 2023: een bezoekje aan het Africamuseum, Sparx en Fluvius

Open Bedrijvendag is een nationaal evenement waar grote en kleine bedrijven hun deuren openstellen voor bezoekers zodat die de dagelijkse werking van een bedrijf kunnen bekijken. Dit initiatief loopt sinds 1991 en trekt jaarlijks honderdduizenden bezoekers. Voor bedrijven is het ook een uitstekende gelegenheid om promotie te maken voor hun eigen zaak of om personeel aan te werven. Op deze uiterst zonnige zondag bezocht ik drie deelnemers: de wetenschappelijk afdeling van het Africamuseum in Tervuren, het nieuwe indoor sportcentrum Sparx in Hasselt en tenslotte de Hasseltse campus van Fluvius. Een overzicht. 

Africamuseum
Dit museum creëert bij mij toch de hoogste verwachtingen aangezien ik altijd wel al eens een kijkje heb willen nemen achter de schermen van zo'n gigantisch museum. Het bezoek is niet echt een kijkje achter de schermen, maar etaleert eerder de wetenschappelijke werking van het museum. Het Africamuseum stelt namelijk een heleboel wetenschappers tewerk die in een aantal domeinen actief zijn zoals zoölogie, talen, muziek, geneeskunde en houtmaterialen. In plaats van het museum te bezoeken, ga ik dus naar het gebouw waar al deze wetenschappers zitten. Dit is een klassieke betonblok uit - ik vermoed - de jaren zestig en is dus niet ontworpen om zo'n grote stroom bezoekers te ontvangen. Aangezien sommige wetenschappers in enkele piepkleine kamertjes zitten, is het soms drommen om een glimp op te vangen van de uitleg die wordt gegeven. 

De medewerkers van de verscheidene domeinen doen hun best om een begeesterende uitleg te geven, maar de ene is daar al wat beter in dan de andere. Zo vind ik een elektronenmicroscoop om onderzoek te doen naar verschillende houtstructuren van bomen niet bijster interessant, maar de dame in kwestie weet het op een enthousiaste manier te brengen zodat je als luisteraar niet anders kan doen dan mee opgaan in dit hele verhaal. De beste redenaar is toch wel Maud Devos bij de talenafdeling die een hele hoop mensen weet te imponeren met haar duidelijke uitleg over hoe ze veldwerk verricht om de Buntu-talen in Afrika te bestuderen. 

Er worden ook enkele zaken tentoongesteld zoals de schedels van een aantal grote zoogdieren en enkele tropische vissen die in Afrika leven. De wetenschappers hier zijn echter wat minder rad van tong en je moet actief vragen stellen om te weten waarover het gaat. Maar eenmaal de juiste vragen zijn gesteld, krijg je wel een boeiende uitleg te horen. Volgens het Africamuseum heb je ongeveer anderhalf uur nodig om het gehele gebouw te doorkruisen, maar ik kwam er na één uur buiten. Voor vijf euro extra kan je het museum bezoeken en ook de niet tentoongestelde collecties in de kelder bezichtigen. Aangezien ik het museum al enkele jaren geleden heb bezocht, heb ik dit niet gedaan en er stonden ook twee andere bedrijven op het programma. 

Sparx
Sparx is één van de nieuwste deelnemers van de Open Bedrijvendag en zag het levenslicht pas enkele maanden geleden in mei 2023. Sparx verkoopt zichzelf als een bedrijf dat zich richt op sportertainment, een samentrekking van sport en spel. Het spelelement is dus met andere woorden erg belangrijk bij dit indoor sportcentrum. Maar liefst vijftig sporten kunnen hier binnenin beoefend worden en de variatie is vrij groot. Er zijn enkele eenvoudigere sporten zoals een voetbaloefening waarbij je het leer in het juiste vak van een raster moet schieten. Voor de kleinsten onder ons is er een variant van Space Invaders waar de aliens moeten geraakt worden met (tennis)ballen. Ook darts en minigolf zijn van de partij, maar het zijn toch de hoogtechnologische sporten die Sparx onderscheiden van de rest. 

Een voorbeeld hiervan is een ruimte waar je biatlon kan doen. Dit is een skisport waar langlaufen gecombineerd wordt met karabijnschieten. Een fitnesstoestel simuleert de beweging van het langlaufen en op een scherm zie je je personage skiën. Eenmaal aangekomen bij het karabijnschieten moet je je verplaatsen naar een schietstand waar je al liggend met een karabijn op de vijf doelen schiet en vervolgens ga je opnieuw langlaufen. De meest bijzondere attractie is wellicht de kabelbaan dat het volledige dak van de ruimte gebruikt. Er is ook een F1 simulatie, maar de vraag is wat dit nog met sporten te maken heeft aangezien dit puur videogaming is. Hoewel Sparx zichzelf ziet als een sportcentrum is het toch wel duidelijk dat het spelelement belangrijker is dan het sporten zelf. 

Toch moet ik zeggen dat ik aangenaam verrast ben met de mogelijkheden die je hier kan doen, want het gaat van simpele sporten naar hoogtechnologische toestellen die op een ideale manier gebruik maken van augmented reality zoals bij de batting cage. Hier gooit een speler op het scherm een baseball en vervolgens ploft er een baseball uit het scherm en zo lijkt dit - de eerste keer toch - hyperrealistisch. Leuk om te doen bij teambuilding activiteiten of een avondje uit onder vrienden zoals je dat bij bowling doet. Hier meerdere keren terugkomen om echt te sporten zoals je dat doet bij een sportclub lijkt me minder evident omdat het spelelement toch wel heel erg groot is.     

Fluvius
De kampioen onder de deelnemende bedrijven is zonder enige twijfel Fluvius dat maar liefst zeventien locaties heeft opengesteld over geheel Vlaanderen. In vergelijking met de twee andere deelnemers die ik eerder heb bezocht, beantwoordt Fluvius eerder aan het klassiek profiel van een bedrijf. Na de fusie tussen Eandis en Infrax is Fluvius het enige bedrijf in Vlaanderen dat verantwoordelijk is voor het netbeheer van (laagspannings)elektriciteit en aardgas. Bij de campus in Hasselt worden eerst de verscheidene projecten van nu en in de toekomst voorgesteld en dat zijn er een pak. Tegen 2030 rijden er anderhalf miljoen elektrische wagens in België en die moeten allemaal opgeladen worden. Ook de plaatsing van de digitale meter is een werk dat nog een aantal jaren zal lopen. Aan projecten dus geen gebrek en het is dus niet vreemd dat bij het tweede luik van dit bedrijfsbezoek er aandacht wordt besteed aan personeelswerving. 

Zoals overal is het lastig om personeel te vinden en hier kan je als bezoeker een kijkje nemen in de bureauruimtes van Fluvius. Een beetje ironisch aangezien ze toch vooral technici en projectbeheerders zoeken, mensen die niet zo vaak een bureau zien. Fluvius mikt vooral op de lokale verankering en één van de belangrijkste argumenten om bij Fluvius te werken, is de lokale werking zodat je niet (lang) in de file moet staan en ook de veertig dagen vakantie zal veel mensen als muziek in de oren klinken. Het derde en laatste deel klinkt bij mij wat minder muzikaal in de oren want hier worden de verscheidene meters en andere infrastructuur tentoongesteld. Ongetwijfeld erg interessant als je enige affiniteit hebt met elektriciteit, maar die is bij mij niet aanwezig en ik ben hier dus niet lang gebleven. 

Fluvius is het wel het bedrijf dat de bezoeker het meest soigneert, want je krijgt een bonnetje om iets gratis te eten en drinken. Aangezien Fluvius een Belgisch bedrijf is, mag er uiteraard geen frietkraam ontbreken en ook de bakken met Jupiler zijn rijkelijk gevuld. Zelfs als je Fluvius als bedrijf niet erg boeiend vindt, kan je hier gratis de inwendige mens vullen. Van de drie bedrijfsbezoeken vind ik het bezoek aan Fluvius het minst interessant, maar misschien is dat wel een ongelijke strijd. Wedijveren met een indoor sportcentrum en de wetenschappelijke afdeling van een museum is zoals de vergelijking tussen appels en peren: het houdt eigenlijk weinig steek.  

Conclusie
Open Bedrijvendag blijft elk jaar een gigantisch succes, want het is altijd wel interessant om te weten wat er zich afspeelt achter de schermen van een bedrijf. Toch is de keuze van een bedrijf erg belangrijk, want de klassieke bedrijven gaan wellicht een stuk minder weten te boeien dan bedrijven die zich niet zo gemakkelijk laten categoriseren als traditioneel bedrijf. Daarom zijn mijn bezoeken aan het Africamuseum en Sparx voor mij boeiend omdat het inspeelt op persoonlijke interesses. 

Ik bezoek graag musea en daarom ben ik benieuwd naar dingen zoals wetenschappelijk onderzoek. Bij Sparx daarentegen krijg ik de mogelijkheid om enkele sporten uit te proberen. Fluvius weet op dat vlak minder te boeien, maar maakt dat goed met gratis drank en eten en daar valt elke Vlaming voor. Een boeiende dag dus, maar ik zie het me zeker niet elk jaar doen.