donderdag 29 augustus 2019

Een jaar op pad met de Fujifilm X-T2

Hoe kies je een product uit een gigantisch gamma wanneer je weinig of geen verstand hebt van deze specifieke materie? Voor dit dilemma stond ik één jaar geleden wanneer ik op zoek was naar een nieuw fototoestel. Ik zocht een compact toestel om op reis te gaan en de verkoper raadde me toen de Fujifilm X-T2 aan. Inmiddels heb ik de Fuji bijna een jaar en dit zijn mijn bevindingen na een jaar intensief gebruik. 

Ergonomie
Een reden voor veel enthousiastelingen om een camera van Fuji aan te schaffen is de ergonomie. Waar traditionele spelers zoals Nikon en Canon hun instellingen verbergen achter elektronische menu's, trekt Fuji volop de nostalgiekaart en kent het aparte knoppen toe voor de instellingen van ISO, sluitertijd en belichting. De knoppen bevinden zich bovenaan het toestel en zijn gemakkelijk om in te stellen. Soms zelfs te gemakkelijk en het gebeurt wel vaker dat een knop onbedoeld wordt verzet bij het vastnemen van de X-T2. Om dit te voorkomen kan je de knoppen echter vastklikken zodat de vastgelegde instelling niet gewijzigd kan worden. Gemakkelijk en gebruiksvriendelijk! De knop voor  de belichting is stroever om in te stellen en kan dus niet zo gemakkelijk verdraaid worden. Toch kan het ook hier gebeuren dat de knop onbedoeld een beetje wordt verzet en helaas kan deze knop niet vastgeklikt worden.

                                                                                         De achterzijde van de Fujifilm X-T2

De Fuji X-T2 is niet het vedergewicht uit het assortiment Fuji-camera's, maar is desondanks een gemakkelijk hanteerbaar toestel dat net geen vijfhonderd gram weegt. Het toestel is dus compact en ligt bovendien goed in de handen, hoewel de grip aan de rechterzijde iets meer uitgesproken mocht zijn. Ik gebruik de X-T2 ook op mijn reizen en de bescheiden dimensies van de Fuji maken deze camera tot een goede reisgezel in combinatie met een compacte lens. Er bevinden zich twee draaiwieltjes achter- en vooraan die respectievelijk dienen voor het optimaliseren van de sluitertijd en belichting. Bovenaan bevindt er zich eveneens een kleine functietoets waar je zelf een functie aan kan toekennen. De ergonomie van deze Fuji verschilt dus een pak met andere camera's, maar fans van oude camera's zullen zich onmiddellijk thuis voelen bij de X-T2.

                                                                                           De voorzijde van de Fujifilm X-T2

Het instellen van het diafragma verdient een aparte vermelding, want ook dit gebeurt op een fysieke manier. Bij andere toestellen kan je het diafragma instellen via menu's, maar bij de X-T2 doe je dit door fysiek aan de diafragmaring te draaien. De lenzen van Fuji zijn echter zo gemaakt dat dit gebeurt volgens het principe van 'focus-by-wire' in tegenstelling tot de manuele, mechanische focus bij andere toestellen. Dit houdt dus in dat je de diafragmaring zelf verstelt, maar dat het diafragma zelf via een klein motortje op elektronische wijze wordt ingesteld. Dit heeft geen invloed op de optische kwaliteit van een lens, maar voelt voor de meeste fotografen minder solide aan.


                                                                                        De bovenzijde van de Fujifilm X-T2

Prima all-rounder
Hoewel de Fuji X-T2 dateert van 2016 ogen de specificaties na drie jaar nog altijd vrij indrukwekkend met een 24 megapixel sensor, twee slots voor SD-kaarten, de mogelijkheid tot compensatie van vijf stops voor belichting, het nemen van elf beelden per seconde (fps) in boost modus, weerbestendigheid en 4K video-opname. De wereld van systeemcamera's is tegenwoordig dynamischer dan ooit, maar de X-T2 kan dus nog altijd erg goed mee. Fuji werkt eveneens hard aan het uitbrengen van verscheidene lenzen en heeft tot dusver een redelijk groot assortiment en evenwichtig aanbod van lenzen waar veel fotografen hun gading wel in kunnen vinden: portret, straat, documentaire, natuur, landschappen, actie, sport en andere stijlen zijn met de X-T2 prima te doen omdat de camera op veel vlakken mee kan. De mogelijkheden qua video-opname zijn weliswaar niet zo indrukwekkend als bijvoorbeeld de camera's van Panasonic, maar is niettemin wel geschikt voor amateur- en semi-professionele doeleinden.

                                     De Classic Chrome filmsimulatie geeft foto's een oude look die afkomstig lijkt te zijn van analoge camera's

De kwaliteiten van de Fuji komen echter volledig naar boven als fotocamera waar de X-T2 imponerende foto's neemt. De Japanners zijn gekend om hun zogenaamde kleurwetenschap en de kleuren van foto's wordt steevast geroemd als één van de redenen om een Fuji te kopen. Veel fotografen vinden de kleuren van een Fuji beter dan andere merken en bovendien beschikt de X-T2 over verscheidene filmsimulaties waar deze kleuren extra tot uiting komen. Mijn persoonlijke favoriet is Classic Chrome waar de kleuren van een foto een beetje verdord lijken en zodoende de look van oude foto's uit het analoge tijdperk akelig dicht benadert. Afhankelijk van de gebruikte lens zijn foto's messcherp en kan je ze gemakkelijk op groter formaat afdrukken. Zoals elke camera bestaat er de functionaliteit om in JPEG-formaat foto's te nemen en op dit vlak zijn de camera's van Fuji ongeëvenaard.

                                                            De Acros filmsimulatie is Fuji's antwoord op zwart-wit foto's

Een nadeel bij het gebruik van nabewerkingssoftware zoals Lightroom is dat X-Trans sensor van Fuji niet volledig door deze software wordt ondersteund. Dit heeft te maken met het principe van beeldopbouw bij de sensor en Fuji doet dit op een volledig andere manier dan de traditionele grote merken. Dit zorgt voor hun beroemde kleuren, maar betekent ook dat de kracht van Lightroom niet volledig benut kan worden. Voor mij is dit eerder een theoretisch nadeel, want ik gebruik Lightroom als nabewerkingssoftware en ik ben best tevreden met de kwaliteit van de foto's in Lightroom na bewerken. Mocht je hier toch over vallen, biedt CaptureOne een alternatief en deze applicatie ondersteunt wel de X-Trans sensor van Fuji.

                                             De graphite silver edition is mooier dan de standaard, zwarte Fujifilm X-T2, maar helaas ook duurder

EVF en scherm
De Fuji X-T2 is een systeemcamera en dat betekent dat er geen spiegel aanwezig is in de body en daarom wordt er gebruik gemaakt van een elektronische viewfinder (EVF) of LCD-scherm om een onderwerp in beeld te brengen. Mijn voorkeur gaat naar de EVF aangezien het beeld hier een stuk duidelijker is dan op het gewone scherm, zeker wanneer de zon van de partij is en het scherm soms onbruikbaar wordt. De EVF kent een vergroting van 0,77 keer en dat levert een duidelijk beeld op dat comfortabel is voor het oog. Bovendien wordt het beeld ogenblikkelijk op de EVF geprojecteerd zodat je totaal geen last hebt van vertraging.

                                                                                    De elektronische viewfinder van de Fujifilm X-T2

Sommigen zullen echter het LCD-scherm verkiezen omdat het beeld met drie inch hier een stuk groter is, maar daar tegenover staat dat de EVF een hogere beeldkwaliteit heeft: 2,36 miljoen pixels voor de EVF tegenover slechts 1,04 miljoen pixels voor het scherm. In praktijk blijft dit een theoretische discussie, want elke persoon zal een eigen voorkeur hebben en daar zullen deze cijfers weinig verandering in brengen. Het scherm is geen touchscreen en dat is in deze tijden een rariteit. Het bedienen van de autofocus en inzoomen gebeurt dus met het joystickje en dat werkt voor mij voortreffelijk. Het is snel en geeft me persoonlijk meer controle over het scherm dan bij aanraakbedieningen. Het scherm kan gedraaid worden in drie verschillende posities, maar kan helaas niet naar links gekanteld worden. Deze positie is ideaal voor video-opnames en kan dus een argument zijn voor liefhebbers van video om de X-T2 niet in huis te halen.

                                           Het LCD-scherm kan niet naar links gekanteld worden wat voor videofans een groot nadeel is

Lenzen
De body van een camera is maar zo goed als de lenzen die beschikbaar zijn en gelukkig is Fuji op dit vlak goed voorzien. Hoewel Fuji pas sinds 2012 lenzen produceert voor de X-reeks, beschikken de Japanners zoals eerder gezegd over een breed en evenwichtig aanbod aan lenzen waar elk jaar een paar lenzen bijkomen. Dat wil echter niet zeggen dat elk type lens even goed is vertegenwoordigd. Een blik op de lens roadmap van Fuji leert dat op het vlak van telefotolenzen er niet veel beschikbaar is, net zoals bij macrolenzen en een fisheye schittert zelf in afwezigheid. Fuji weert ook bewust third-party producenten van lenzen zoals Tamron zodat er niet veel alternatieven beschikbaar zijn buiten de lenzen van Fuji, hoewel die er wel is als je goed zoekt.

                                                              Foto genomen met de Fujinon 16mm F/1.4 met volledig open diafragma

Het goede nieuws is echter dat de kwaliteit van Fuji's lenzen, die door het leven gaan als een apart merk (Fujinon), onberispelijk is. De beste lenzen van Fuji zijn de prime lenzen die beschikken over een vast standpunt. Lenzen zoals de groothoek van 16mm en de portretlens van 56mm worden bijna unaniem onthaald als beste lenzen in hun categorie. De prijzen van deze lenzen zijn niet goedkoop, maar zijn op het gebied van prijs-kwaliteit erg solide. Je krijgt namelijk erg veel waar voor je geld terug. Voor de semi-professionele en professionele fotografen biedt Fuji lenzen aan met een zogenaamde rode badge die beschikken over een hoog prijskaartje, maar ook fantastische resultaten bieden. Aan de andere kant van het prijzenspectrum is de budgetreeks (XC-reeks) waar een degelijke lens vanaf driehonderd euro kan aangeschaft worden.

                                                                             De Fujinon 56mm F/1.2 is de ultieme portretlens van Fuji

Kaizen is het principe dat Japanse bedrijven op continue basis kleine verbeteringen aanbrengen aan hun producten en ook Fuji volgt deze filosofie. Zo heeft de X-T2 de voorbije jaren verscheidene updates gekregen die de functionaliteiten van deze camera significant uitbreiden en dat geldt in mindere mate ook voor de lenzen. Dit is belangrijk voor sommige cruciale functionaliteiten zoals de autofocus wat het zorgenkindje was van de X-T1. Afhankelijk van de gebruikte lens is de autofocus van de X-T2 meer dan behoorlijk, hoewel hier soms een groot verschil in zit. De autofocus bij de 56mm is vrij traag, terwijl die bij de 35mm behoorlijk snel is. Op dit vlak is de gebruikte lens dus meer bepalend voor de snelheid van de autofocus dan de body. Ook de ogendetectie werkt vrij goed, al wordt de dynamiek van een Sony camera niet gehaald. In praktijk zijn de autofocus en ogendetectie van de X-T2 echter zonder meer goed te noemen.

                                                            Foto genomen met de Fujinon 18-135mm, mijn meest gebruikte lens op reis

Batterijduur
Als er één minpunt van de X-T2 genoemd moet worden, is dat zonder enige twijfel de levensduur van een volle batterij die een redelijk kort leven is beschoren. Fuji stelt dat een volle batterij ongeveer 340 foto's neemt waar dit bij andere merken soms zelfs het dubbel is. Zelf ondervind ik hier niet al te veel problemen mee aangezien er weinig sessies zijn waar ik honderden foto's neem in één keer. Bovendien gebruik ik de EVF een stuk meer dan het scherm waardoor de batterij een stuk minder verbruikt. Het loont de moeite om economisch om te springen met energie en daarom maak ik er een gewoonte van om de X-T2 steevast uit te schakelen wanneer ik een foto heb genomen. Sowieso is het aangeraden om een reservebatterij mee te nemen, ongeacht over welk toestel of merk je beschikt.

                                                    In combinatie met de batterijgrip onderaan wordt de Fujifilm X-T2 plots een pak groter

Ik heb een batterijgrip, de VPB-XT2, aangeschaft om het probleem van de batterijduur tegen te gaan. Deze batterijgrip kan onderaan het toestel worden gemonteerd en maakt het gemakkelijker om de X-T2 te gebruiken aangezien je nu over een ruimere grip beschikt. Het is eveneens gemakkelijker om verticaal foto's te nemen aangezien cruciale knoppen zoals de ontspanknop ook op de grip zitten. Deze grip is eveneens voorzien met twee extra batterijen waardoor de levensduur explodeert naar een duizendtal foto's. Bovendien bieden deze twee extra batterijen betere functionaliteiten zoals een verhoging van acht tot elf beelden per seconde bij het nemen van continue foto's en kan je nu video opnemen tot dertig minuten in plaats van tien. Het nadeel is echter dat de batterijgrip zeker niet klein is waardoor de X-T2 bijna even groot wordt als een spiegelreflexcamera. Het is een afweging die iedere fotograaf voor zich moet maken. De nieuwprijs van de batterijgrip is best stevig, maar een gebruikt exemplaar kan je al vinden onder honderdvijftig euro.

                                                                 Foto genomen met de Fujinon 35mm F/2 met volledig open diafragma

Bouwkwaliteit en prijs
De bouwkwaliteit van deze Fuji is net zoals bij alle andere toestellen van het merk dik in orde en er is bijna niks op aan te merken. Na een jaar intensief gebruik is mijn enige opmerking dat bij de flitsschoen er een stukje zwarte lak is verdwenen aangezien mijn toestel dit jaar een graag geziene reiscompagnon was in Patagonië, een trektocht door Schotland, wandelingen in de Ardennen en Eifel en een vakantie in Zwitserland. Daarentegen is de X-T2 erg robuust zoals ik aan den lijve heb ondervonden. Door mijn onhandigheid is het toestel twee keer tegen de vlakte gegaan op een halve meter hoogte, maar daar is niks van te merken. De camera kan dus zeker en vast tegen een stootje.

                                                                  Foto genomen in een duistere tunnel met  een erg hoge ISO (12800)

Op moment van schrijven kost de X-T2 momenteel net geen 1100 euro. Fuji ondersteunt de X-T2 echter niet meer, dus wanneer je een nieuw toestel koopt, zullen verkopers je een X-T3 of X-T30 aanraden. Ik kocht mijn toestel vorig jaar in augustus en toen was er een cashback van driehonderd euro waardoor ik iets meer dan 900 euro betaalde voor de camera plus geheugenkaartje en extra batterij. Fuji organiseert met de regelmaat van de klok cashbackacties, maar het is onwaarschijnlijk dat dit nog van toepassing zal zijn voor de X-T2. De impliceert echter dat ook de prijzen van tweedehandsexemplaren naar beneden gaat en een gebruikt exemplaar kan je rond 700 euro vinden.

                                De Fujinon 16mm F/1.4 fungeert ook als semi-macro lens door zijn minimale brandpuntsafstand van 16mm

Conclusie
Ik had totaal geen idee wat ik in huis haalde toen ik de Fuji X-T2 aanschafte, maar na een jaar op pad met dit toestel kan ik enkel zeggen dat ik heel tevreden ben met de X-T2. De beeldkwaliteit van deze camera is in het land van systeemcamera's onovertroffen en het all-round karakter van dit toestel maakt het bijzonder veelzijdig om te gebruiken in bijna alle stijlen van fotografie. Deze camera beschikt eveneens over deftige videomogelijkheden, maar de X-T2 schittert toch voornamelijk als fotocamera.

                                                     Een handige zelfstudie van de bediening en mogelijkheden van de Fujifilm X-T2

Op zoek met een vergrootglas vind je ook enkele nadelen zoals de beperkte levensduur van de batterij en het gebruik van de batterijgrip om de volledige mogelijkheden van de X-T2 te ontplooien. De X-T2 is een systeemcamera wat impliceert dat het bij weinig licht niet optimaal functioneert, maar dat is inherent aan het concept van systeemcamera's. Het aanbod van lenzen is goed, maar nog steeds voor verbetering vatbaar en daar wordt ook ieder jaar aan gewerkt.

Het grootste attest van uitmuntendheid is echter dat de Fuji X-T2 na drie jaar nog steeds bij de winnaars hoort bij de systeemcamera's in een dynamische wereld waar verbeteringen elkaar in sneltempo opvolgen.

+
Beeldkwaliteit van foto's behoort tot op heden nog steeds bij de beste voor systeemcamera's
Filmsimulaties maken het mogelijk om nog creatiever aan de slag te gaan met foto's
Video-opname in 4k
Biedt bijzonder veel waar voor zijn geld
Alleskunner qua fotografiestijlen
Robuust gemaakt en kan tegen een stootje
Goed en evenwichtig aanbod van lenzen voor Fuji X-mount

-
Levensduur van de batterij is eerder bescheiden
Gebruik van de batterijgrip verplicht om de volledige mogelijkheden van de X-T2 te ontplooien
Niet alle fotografen zullen hun gading vinden in het lensaanbod van Fuji
Niet optimaal bij gebruik in situaties met weinig licht

woensdag 28 augustus 2019

Wandelen in Wallonië: Van Vaals tot Moresnet

In de geschiedenisboeken is het voormalige microstaatje Moresnet al lang vergeten, maar de wandelroute van Vaals tot Moresnet plaatst deze plek centraal. Deze wandeling vindt plaats in de buurt van het drielandenpunt waar Nederland, België en Duitsland elkaar kruisen en wordt getypeerd door de verschillende hellingen dat Nederlands Zuid-Limburg rijk is. Uitschieters zijn de twee torens die een mooi uitzicht bieden over de omgeving en de kruisweg van Moresnet-Chapelle dat de lijdensweg van Jezus uitbeeldt in veertien taferelen. 


Vaals
Zuid-Limburg kent enkele mooie plekjes, maar Vaals was voor mij een onbekend dorpje. Nochtans wordt deze plek net niet overrompeld door toeristen omdat het drielandenpunt maar een steenworp is verwijderd van dit ogenschijnlijk vergeten stukje Nederland. De wandeling begint aan de kerk waar je kan parkeren. De parking is niet erg groot, maar gelukkig zijn er in de buurt voldoende alternatieve parkeerplekken voorzien waar je de wagen kan parkeren.


Bij het begin gaat het meteen bergop en ongeveer drie kwartier later kom je aan bij het drielandenpunt. De toeristen zwermen hier als bezige bijen door elkaar en hier stopt ook de toeristenbus die een rondje rijdt rond het historische centrum van Aken. Hier bevindt zich eveneens de Wilhelminatoren die gebouwd is op het hoogste punt van Nederland en majestueus de omgeving domineert. 


Kruisweg
Dan volgt er een lang stuk waar je door bossen gaat met veel platte stukken en af en toe een verdwaalde helling. Dit is wellicht het minst interessante stuk van de wandeling aangezien de bossen snel monotoon worden. Na zeven kilometer gaat het langzaam naar beneden en worden de bossen verruild voor weidelandschappen waar je een goed overzicht hebt over de verschillende hellingen. Inmiddels ben je ook in België beland waar één van de blikvangers de kruisweg is van Moresnet-Chapelle.


Een kruisweg is een wandelpad waar de lijdensweg van Jezus Christus wordt uitgebeeld in veertien taferelen wanneer hij door Jeruzalem stapt en later aan het kruis wordt genageld. Elk tafereel wordt uitgebeeld in een grotje in minutieus detail en elke grot is een kunstwerk op zich. Het meest indrukwekkende beeld is het twaalfde tafereel waar Jezus aan het kruis is genageld en deze grot dwingt respect af door zijn omvang en het perkje dat er is rond gebouwd. Deze kruisweg is eveneens voorzien met prachtige bloemen en bomen en is dus ook voor de natuurliefhebber een stop waard.


Terug naar Vaals
Bij het verlaten van de kruisweg in Moresnet gaan we terug richting Vaals en belanden we terug in bosrijk gebied waar de nodige meters omhoog worden bedwongen. Deze wandeling is relatief gemakkelijk, maar dat neemt niet weg dat er toch een paar stevige hellingen zijn. Mocht je dorst hebben, zijn er echter meer dan voldoende stopplaatsen om de inwendige mens te verzorgen. Het laatste stuk gaat door het centrum van Vaals waar je ook een heleboel restaurantjes hebt waar je goed en goedkoop kan eten.


Net zoals bij de andere wandelingen heb ik deze route teruggevonden op Routeyou en met behulp van de app de wandeling gevolgd. De paden zijn hier groot en goed te volgen en het mag dus geen probleem vormen om de weg te volgen. Hoewel de wandeling 18 km lang is met ruim 350 hoogtemeters is de wandeling best te doen voor iedereen die over een basisconditie beschikt. Persoonlijk vind ik dit niet de mooiste wandeling die ik heb gedaan deze zomer, maar het is wel een mooie manier om dit onbekend stukje van België en onze buurlanden te leren kennen.


maandag 12 augustus 2019

Wandelen in Wallonië: Rotsen langs de Lesse

Eén van de meer avontuurlijke wandelingen die je in België kan ondernemen is een tochtje langs de rotsen van de Lesse in de buurt van Dinant. Deze wandeling is geen doorsnee wandeling door de Ardennen, maar kent enkele hachelijke stukken zoals een klautertocht langs de rotsen en een klimpartij waar handen en voeten worden aangesproken om naar boven te geraken. De Lesse loopt als een rode draad door deze wandeling en tijdens deze wandeltocht word je vermoedelijk begeleid door kajakkers die door de Lesse varen. 


Dréhance naar Anseremme
Het beginpunt start bij Dréhance, een deelgemeente van Dinant waar een lieftallig kerkje dienst doet als startplek. De eerste kilometers leiden naar het pitoreske Anseremme en onderweg is het meestal naar beneden wandelen waardoor het eerste uur wandelen erg rustig is. Na ongeveer vier kilometer beland je in het dorpje Anseremme waar de Lesse in de Maas stroomt. Hoewel de wandeling nog niet lang is begonnen, loont het de moeite om hier even halt te houden.


Anseremme is voor veel dagjestoeristen een mooie plek om te stoppen aangezien men hier kan kajakken en in de buurt bevinden zich de rotsmassieven van Freyr waar klimmers hun hartje kunnen ophalen. Een andere bezienswaardigheid in het dorpje is het viaduct van Anseremme dat een enkelvoudige spoorwegbrug vormt over de Maas en beslist een fotostop waard is. Het dorpje ademt op een zonnige dag ook sfeer uit door zijn sereniteit en niks verraadt dat enkele kilometers verder de eerste kuitenbijter langs de rotsen te wachten staat. 


Langs de rotsen
Eens je uit Anseremme vertrekt, volg je de Lesse stroomopwaarts met rechts een enorme stenen muur waarop een spoorweg rust. Voorlopig kan je hier nog genieten van het gezapige tempo want rond kilometer zes gaat het steil bergopwaarts wanneer de Lesse (even) verlaten wordt en je rechts een bos in wandelt. De paadjes zijn slecht bewegwijzerd, maar met een beetje logisch denken weet je dat je helemaal naar de rotsen bovenaan moet klimmen. 


Eénmaal bovenaan kan het echte klimwerk beginnen en mag je via de richels op de rotsen klimmen. Ongevaarlijk is dit niet, want amper een meter verder gaapt een aanzienlijke afgrond naar beneden. Het klimwerk op de rotsen is redelijk intensief en duurt ongeveer een kwartiertje om boven te geraken. Op de top van de rots word je beloond met een mooi panorama over de omgeving. Voor wie het niet ziet zitten om langs de rotsen te klauteren, is er een alternatieve route die juist onder de rotsen loopt.    


Na het intensieve klimwerk mag je het iets rustiger aan doen en ga je terug naar beneden. Omdat deze route niet bewegwijzerd is, maak ik gebruik van een gedownloade kaart via de app van Routeyou, maar de GPS geeft ook niet altijd thuis. Omdat er verschillende paden zijn, is het gemakkelijk om de verkeerde te kiezen, maar je komt hoe dan ook bij Castel de Pont-à-Lesse uit. Dit hotel is een gerenoveerd landhuis waar je even halt kan houden. Wanneer je verder gaat, houd je er best rekening mee dat sommige stukken zijn afgesloten. Zo was er bij mijn wandeltocht een stuk afgespannen met draad en liepen we even langs de gewone weg om niet veel later terug aan te sluiten bij de oorspronkelijke wandeling. 


Meander van de Lesse
Het volgende stuk brengt je naar de meander van de Lesse en vind ik zelf het mooiste gedeelte van de wandeling. Het vakantiegevoel schiet hier (in de zomer) meteen de hoogte in door de vele kajakkers die zich hier bevinden. Links zie je op een bepaald moment het kasteel van Walzin dat boven op een rots is gebouwd. Het kasteel werd in de dertiende eeuw gebouwd en is ook vereeuwigd op papier door Victor Hugo die er een prachtige illustratie van maakte. Je loopt bij de meander langs de oevers van de Lesse en komt ook nog een spoorwegbrug tegen. Plots merk je dat niet verder kan langs de meander en kondigt het meest uitdagende stuk van dit wandelavontuur zich aan. 


Rond kilometer twaalf ga je handen en voeten moeten gebruiken om boven te geraken, want je gaat een helling beklimmen die erg steil naar boven gaat. Op een korte tijd gaat het van ongeveer 115 meter naar 200 en dat vergt een fysieke inspanning. Wat misschien een nog grotere uitdaging is, is de juiste weg vinden want het is duidelijk dat dit stuk niet voor wandelaars bedoeld is. De app van Routeyou worstelt soms met een tilt slaande GPS waardoor het een kwestie is van gezond verstond en trial and error om boven te geraken. Ook hier word je later beloond met een prachtig panorama over de omgeving en kijk je neer op de meanderende Lesse waar je een uurtje geleden verbleef. 


De laatste loodjes 
Ondanks dat je al stevig hebt geklommen, gaat de weg opnieuw gestaag naar boven, maar nu zijn de hellingspercentages gelukkig een stuk meer bescheiden. Wanneer je het bos opnieuw uit bent, zijn de zwaarste stukken afgerond en word je nu enkel geconfronteerd met vals plat. Het slotstuk van de wandeling brengt je langs een veld naar een grote hoeve. Opgelet: hier staan enkele borden dat je niet verder mag, maar in principe is dit wandelgebied. Er bestaat een alternatief door de gewone weg te volgen, maar dan doe je er vier kilometer langer over. 


Het is duidelijk dat je hier in het landbouwgebied van Dréhance bent, want ook even verder loop je naar een andere grote hoeve op een zandweggetje dat bezaaid is met stenen. Ongeveer halfweg sla je linksaf om terug naar de kerk van Dréhance te wandelen. Vlak voor het einde bevindt er zich een huis waar mountainbikes worden verhuurd, maar je kan er ook iets kan drinken om je energiepijl terug aan te zuiveren. 


Praktisch
Deze wandeling heb ik gevonden op de website van originele wandelingen en is dus een samengestelde wandeling. Dit betekent dat je verplicht bent om deze wandeling met een hulpmiddel te doen. Op de site vind je een uitgebreide wandelbeschrijving, maar zelf heb ik de route gedownload op de site van Routeyou met behulp van de app. Je kan eveneens andere apps of GPS-toestellen gebruiken om de route te volgen aangezien je de GPX-coördinaten kan downloaden. Het nadeel met GPS is het gebrek aan precisie waardoor het kan gebeuren dat je met behulp van trial and error de juiste route moet ontdekken. Maar dat brengt misschien ook extra charme aan deze wandeling. 


De startplek van de wandeling is de kerk van Dréhance en parkeren doe je best aan de kerk of in de nabije omgeving waar in principe voldoende parkeergelegenheid is. Op het einde van de wandeling is het sowieso leuk om even naar Dinant te rijden, want dit pittoreske stadje wordt terecht een parel in de Ardennen genoemd. In de zomer is het hier heerlijk toeven aan een terrasje bij de oevers van de Maas of geniet je van de sfeer die Dinant uitstraalt.