maandag 25 mei 2015

Een scherpe geest

Blondines en brunettes
Twee dagen geleden zijn John Forbes Nash junior en zijn vrouw Alicia Nash om het leven gekomen in een ongeval met een taxi. John Nash werd 86 jaar. Hiermee verliest de wereld één van de meest invloedrijke wiskundigen ter wereld hoewel zijn bijdrage ironisch genoeg het meeste impact had op micro-economie. Nash schreef in 1950 een proefschrift voor z'n doctoraat over niet-coöperatieve spellen wanneer twee of meer partijen met elkaar aan het concurreren zijn. In de film A Beatiful Mind werd dit concept even simpel als geniaal geïllustreerd. 



John (gespeeld door Russell Crowe) en twee vrienden willen hun geluk beproeven bij een groep dames, één blondine en drie brunettes. Als het drietal naar de meest gegeerde dame stapt - in dit geval de blondine - zal in het beste geval één gelukkige met de blondine wegstappen en blijven de andere twee met lege handen achter. Als het drietal echter naar de drie brunettes stapt - die normaal gezien minder aandacht krijgen dan blondines - zullen ze alle drie met hun doel wegstappen en blijft de blondine over. Het legt dus uit dat door samen te werken bedrijven meer kunnen bereiken dan tegen elkaar te concurreren.  

Excentriek
Deze theorie ligt aan de basis van speltheorie dat inmiddels een grote invloed heeft op verschillende vakgebieden zoals economie, biologie, politicologie en filosofie. Nash mag gerust één van de meest invloedrijkste economisten worden genoemd, hoewel hij eigenlijk een wiskundige is. Het leverde hem in 1994 de Nobelprijs voor Economie op. Daarnaast was hij ook bezig met het oplossen van wiskundige theorema's. 

Nash kampte echter met mentale problemen en er werd schizofrenie bij hem vastgesteld. Het maakte zijn leven er niet gemakkelijker op, maar sprak daardoor wel meer tot de verbeelding. Zijn leven werd vormgegeven in een biografie: A Beautiful Mind. Later vormde dit boek de voedingsbodem voor de gelijknamige film in 2001. Hoewel de film bij sommige onderwerpen de nodige creatieve vrijheden toepast - zoals zoveel films die uit Hollywood komen - geeft A Beautiful Mind wel een mooi overzicht van de prestaties van Nash. Bovendien is A Beatiful Mind ook een schitterend drama dat in 2001 vier Oscars in de wacht sleepte waaronder die van beste film.   

maandag 18 mei 2015

Citry trip Brugge

Openluchtmuseum
In de misdaadkomedie 'In Bruges' loopt het personage van Colin Farrell de hele tijd te sakkeren op Brugge omdat het zo'n saaie stad is. Toegegeven, Brugge is niet meteen de meest bruisende stad van West-Europa, maar heeft door z'n middeleeuwse charmes wel een aantrekkingskracht op veel toeristen. Brugge is eveneens een verplicht nummer op veel schoolreizen, maar aangezien tieners vaak andere besognes hebben dan het bezoeken van oude steden, geraakt deze trip snel in de vergetelheid. Dit was bij mij ook het geval en afgelopen vrijdag besloot ik om de schade te herstellen met een city trip naar de hoofdstad van West-Vlaanderen. 

Het was een mooie, zonnige dag in het verlengd weekend van Hemelvaart en dat zal ik geweten hebben. Ik ben met de trein naar Brugge gereden en daar zat niet zo gek veel volk op. Het meeste volk zal echter in de aanpalende hotelletjes hebben gelogeerd, want bij momenten was het op de koppen lopen in het centrum van Brugge. Het voordeel van met de trein reizen is dat het centrum van Brugge op amper tien minuten ligt van het station. Ook buiten het centrum van Brugge is er veel te zien, want eigenlijk is de oude stad van Brugge één gigantisch openluchtmuseum.  

Opsomming
Aangezien er in Brugge veel te zien en te doen is en er maar een beperkt aantal uren in een dag zitten, heb ik me beperkt tot een aantal musea en trekpleisters. De beknopte omschrijving vind je hieronder in lijstvorm terug:

  • Sint-Salvatorskathedraal: Als je van het station komt, is dit het eerste grote bouwwerk dat je tegenkomt. De kathedraal is één van de meer dan twintig kerken in het oude stadsgedeelte van Brugge. Het ziet eruit als een klassieke kerk en heeft achteraan nog enkele graftombes. Leuk om even te bezichtigen, maar na minder dan tien minuten ben je alweer buiten. 
  • Sint-Janshospitaal: Een eeuwenoud, maar pittoresk gebouwencomplex waar vroeger pelgrims werden verzorgd. Het ligt vlak aan de reien en is een mooie locatie om enkele foto's te trekken. Binnen is er ook een tentoonstelling, maar daar ben ik niet binnen geweest.
  • Onze-Lieve-Vrouwekerk: De hoogste bakstenen kerk in de Benelux waar je Madonna met Kind kan bezichtigen, één van de weinige werken van Michelangelo die je buiten Italië vindt. De toegangsprijs is normaal zes euro, maar omdat er renovaties bezig zijn, is dat nu slechts drie euro. Dat klinkt weinig, maar buiten Madonna met Kind en enkele andere schilderijen is er eigenlijk weinig te zien. 
  • Brugse stadhuis: Hier vind je de beroemde gotische kamer met aanpalend een kleinere kamer. De gotische kamer ziet er adembenemend uit en je ziet dat er ontzettend veel werk is gestoken om dit te bouwen. Maar ook hier geldt dat de toegangsprijs van vier euro aan de dure kant is, aangezien je hier maximaal een halfuurtje zal blijven. 
  • Basiliek van het Heilig Bloed: Deze dubbelkapel bestaat uit een onderkapel waar relatief weinig toeristen komen en de bovenkapel waar zich een ellenlange wachtrij vormt om langs het relikwie van het Heilig Bloed te passeren. Zelf heb ik dit niet gedaan, maar in de plaats daarvan ben ik naar de schatkamer gegaan. Dat mag je letterlijk nemen, want het is slechts één kamer, maar er staan hier wel enkele fraaie kunstwerken. Nogmaals is de prijs een hekel punt, hoewel het slechts twee euro is deze keer. 
  • Historium: Dit is een multimediaal museum waar het verhaal van Jacob, een leerling van Jan Van Eyck, à la Efteling wordt uitgebeeld. Je krijgt er ook beelden te zien van verloren gegane bouwstukken zoals de Waterhalle die in 1787 werd afgebroken. Achteraf kan je met behulp van de koptelefoons info oproepen over allerlei zaken zoals Madonna met kannunik Joris Van der Paele (het schilderij dat centraal staat in het interactieve verhaal), maar ook de ontwikkeling van de Brugse stadswallen. Ook hier is een museumbezoek aan de prijzige kant met een bedrag van 12,5 euro
  • Brugse rijen: Als je een bezoek brengt aan Brugge, mag een rondvaart op de Brugse reien eigenlijk niet ontbreken. Op een halfuur tijd word je door de mooiste plekjes van Brugge geloodst en krijg je in sneltempo een geschiedenisles over de verschillende Brugse gebouwen. Leuk om te doen, al moet je even geduld uitoefenen vooraleer je in een bootje mag stappen. Voor de prijs van acht euro moet je het ook zeker niet laten. 
  • Brugse markt: Dit is het kloppende toeristische hart van Brugge. Je ziet er eeuwenoude gebouwen, maar het uitzicht van de markt wordt vooral gedomineerd door tientallen horecaetablissementen. Het heeft wel een zekere charme om hier te dineren, maar de prijzen zijn wel navenant. 
  • Begijnenhof: Je vindt wel meer begijnenhoven in Vlaanderen, maar in Brugge kan je wel een woning van binnen bekijken. Ook hier is de toegangsprijs (twee euro) te veel voor de vijf à tien minuten die je er doorbrengt. Toch is het interessant om de eenvoud van zo'n woning te bezichtigen. Het begijnhof zelf ligt er rustig bij en hoewel het in een uithoek ligt van het Brugse stadscentrum, kan je hier op de koppen van de toeristen lopen. 
  • Godshuizen: Dit zijn kleine huisjes met een witte gevel die zich rond een centrale binnentuin bevinden. Deze huisjes werden door rijken gebouwd om arme bejaarden en weduwes te huisvesten. Ook nu nog wonen hier altijd mensen. Het heeft ongeveer dezelfde atmosfeer als het Begijnenhof, maar is wel een stuk kleinschaliger. 
  • Belfort: Wellicht publiekstrekker nummer één als ik de wachtrij bekeek. Om twaalf uur was er een ellenlange wachtrij, twee uur later was die er nog altijd en om vier uur 's middags werd doodleuk verkondigd dat je het Belfort niet meer kan bezoeken. Ik ben dus niet op het Belfort geweest, maar het panorama bovenaan zal zeker en vast de moeite zijn. Als je meer dan één dag tijd hebt in Brugge kan je wel enkele uurtjes vrijmaken om het Belfort te bezoeken. 
Algemene indruk
Er wordt wel eens gezegd dat de tijd is blijven stilstaan wanneer je Brugge bezoekt en na m'n bezoek kan ik dat zeker beamen. Het is één gigantisch openluchtmuseum, maar wel erg toeristisch. Om iets te bezoeken, betaal je al gauw enkele euro's en dat loopt op een dag snel op. Dat neemt niet weg dat je een heleboel mooie dingen kan bezoeken in Brugge. Er zijn natuurlijk de vele kerken en kapellen, maar er zijn ook andere interessante dingen zoals de vele musea (zoals het Groeningemuseum waar vele werken hangen van de Vlaamse primitieven), maar natuurlijk ook het Belfort en de indrukwekkende gotische kamer in het Brugse stadhuis. Als je een city trip plant van één dag kan je best alles afzonderlijk betalen. Mocht je twee of meer dagen in Brugge verblijven, is een city card toch wel aangeraden. Een city card kost 46 euro voor twee dagen en 49 euro voor drie dagen. Dit zijn vrij forse bedragen, maar het is wel goedkoper dan wanneer je alles afzonderlijk zou bezoeken. Bovendien krijg je er een stadsgids bij en een heleboel kortingen zoals op de bus. 

donderdag 14 mei 2015

City trip Ieper

Geschiedenis
Op een regenachtige zaterdag besloot ik naar Ieper te gaan om het In Flanders Fields Museum te bezoeken aangezien ik de Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog interessante thema's vind. Het eerste wat opvalt als je Ieper nadert, is hoe afgelegen en rustig het is. Kilometers ver zie je alleen maar groene velden met daar tussen een paar dorpjes. Zo pitoresk het nu is, zo verschrikkelijk was het hier honderd jaar geleden. Van alle plaatsen ter wereld was Ieper toen wellicht de beste belichaming van een levende hel. Voor België heeft de Westhoek een symbolische betekenis aangezien dit het enige stukje Belgische lap grond was dat niet werd veroverd door het Duitse leger. Deze symboliek valt echter in het niet bij de huiveringen die het Britse leger heeft doorstaan. 



De Frans-Britse geallieerde verdedigingsgordel vertrok van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens en in Ieper waren de Britten verantwoordelijk voor de verdediging. In vier gigantische veldslagen heeft het Britse leger geprobeerd om de patstelling te doorbreken, maar telkens met weinig of geen succes. Het resultaat is dan ook bijzonder sinister. Door de modernere oorlogsvoering, maar verouderde infanterietactieken werden zowel de Britten (die ook bestonden uit Canadezen, Nieuw-Zeelanders, Australiërs en Indiërs) als de Duitsers met de bosjes neergemaaid. Aan beide zijden liepen de verliezen op tot 400 000 soldaten en meer. Hallucinante cijfers. 

Niet zo oude markt
Als je Ieper binnenrijdt, geeft de marktplaats de indruk dat je een laat-Middeleeuws stadje binnenrijdt. De waarheid is echter minder fraai. Ieper lag namelijk pal in het midden tussen de geallieerden en Duitsers en het gevolg was dat de stad tot op de grond werd gelijkgemaakt. Niet alleen de stad was vernietigd, maar ook bossen en velden waren getransformeerd tot diepe modderpoelen. Indrukwekkende gebouwen zoals de Lakenhallen, Belfort en Sint-Maartenskerk zijn heropgebouwd na de Eerste Wereldoorlog met Duitse oorlogsgelden. 


Het In Flanders Fields Museum bevindt zich in de Lakenhallen pal in het centrum van Ieper. De toegangsprijs van ze euro is bijzonder schappelijk in vergelijking met wat je terugkrijgt. Er is ook een tijdelijke expositie - in mijn geval over mijnen - die drie euro extra kost. De tijdelijke expositie biedt eigenlijk geen toegevoegde waarde en is mager uitgewerkt met de rest van het museum. De tijdelijke expositie kan je dus best overslaan. Het museum zelf valt op door de hoge graad van interactiviteit. Bij het begin van het bezoek krijg je een polsbandje waarmee je een heleboel video's en geluidsfragmenten kan ontgrendelen. Als je bij het begin van het museum je naam opgeeft, krijg je op het einde te zien hoeveel soldaten er zijn gesneuveld met diezelfde naam. 

In Vlaamse velden
Het museum is uit cultureel perspectief zeker en vast een aanrader. Het toont een breed scala aan onderwerpen. Natuurlijk de oorlog zelf en de gebruikte wapens, maar ook andere zaken zoals kleding, ontspanning en de algemene levensomstandigheden. Het In Flanders Field Museum concentreert zich - logischerwijze - op de veldslagen rond Ieper. Zo krijg je bijvoorbeeld een grote maquette te zien met daarop de kaart en het reliëf van de omgeving en worden door allerlei bewegende kleuren en pijlen aangeduid welk leger op een bepaalde datum chargeerde. Dit maakt de oorlog toch veel meer tastbaar dan een opsomming van historische feiten. Er is ook aandacht voor minder gekende zaken. Zo waren de Britten bijvoorbeeld bedreven in het bouwen van ondergrondse gangen om zo het Duitse leger via ondergrondse explosies te bestoken.



Uit militair perspectief is het In Flanders Fields Museum minder interessant. Als je al wat gelezen en bekeken hebt over de Eerste Wereldoorlog (zoals de uitstekende BBC-documentaire reeks The Great War) zijn de meeste zaken wel herkenbaar. Het is misschien zelfs een beetje teleurstellend omdat je in het museum bijvoorbeeld niet de diepgang vindt die je in historische teksten of documentaires wel terugvindt. Toch is het museum zeker en vast een aanrader om het de oorlog op een minutieuze manier overbrengt tot de bezoeker. Hoewel het museum zeker en vast niet groot is, ben je al gauw twee uur zoet met alles te bekijken. 

Loopgraaf en John McCrae
Daarna ben ik naar Yorkshire Trench en Dug-out gereden. Dit is een loopgraaf die doorheen de tijd in de vergetelheid was gesukkeld, maar bij graafwerken in de jaren negentig terug werd ontdekt. De loopgraaf is daarna gerestaureerd en ligt nu centraal op een bedrijventerrein wat toch wel een bizar beeld is. Op dit klein lapje grond krijg je te zien in wat voor verschrikkelijke omstandigheden de oorlog plaatsvond. Nu ligt de loopgraaf er netjes bij, maar toen waren loopgraven bevolkt met ratten en zakten soldaten weg in de modder. De vraag die ik me enkel stel is hoe authentiek en representatief deze loopgraaf is na z'n restauratie. 



M'n volgende locatie is Essex Farm Cemetery waar de John McCrae actief was als arts. Hier schreef McCrae het wereldberoemde In Flanders Fields gedicht en groeide de klaproos uit tot het symbool van de Eerste Wereldoorlog. De dood en verderf dat gezaaid werd door deze oorlog was voor de klaproos letterlijk de ideale voedingsbodem om te groeien met als resultaat dat de Vlaamse velden in deze oorlog werden gedomineerd door klaprozen. Sindsdien geldt de klapreus als een symbool van alle gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. De Essex Farm Cemetery zelf is een eerder klein oorlogskerkhof waar McCrae enkele vertrekken had waar hij gewonden verzorgde. Bij deze vertrekken staan er enkele woordjes uitleg, maar het doet helaas het belang van deze plaats in deze oorlog geen recht aan.  


Stilte
Als je in de omgeving van Ieper bent, kan je onmogelijk het Tyne Cot Cemetery voorbij rijden. Dit is de grootste begraafplaats van de Britten uit de Eerste Wereldoorlog waar enkele tientallen duizenden Britse gesneuvelden hun eeuwige rustplaats hebben gevonden. De Britten hadden de gewoonte om lichamen van gesneuvelden niet te repatriëren, maar in plaats daarvan op lokale plaatsen te begraven. Daarom is deze begraafplaats zo belangrijk voor de Britten. Als je het Tyne Cot Cemetery voor de eerste keer betreedt, kan je enkel maar stil worden van deze rustige, maar eveneens sinistere plek. De talloze witte zerken stralen een rustgevende atmosfeer uit, maar tegelijk worden de namen van de duizenden gesneuvelden onophoudelijk afgeroepen. Dit brengt een duale sfeer naar boven dat het kwade kantje van het mens-zijn accentueert.