donderdag 14 mei 2015

City trip Ieper

Geschiedenis
Op een regenachtige zaterdag besloot ik naar Ieper te gaan om het In Flanders Fields Museum te bezoeken aangezien ik de Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog interessante thema's vind. Het eerste wat opvalt als je Ieper nadert, is hoe afgelegen en rustig het is. Kilometers ver zie je alleen maar groene velden met daar tussen een paar dorpjes. Zo pitoresk het nu is, zo verschrikkelijk was het hier honderd jaar geleden. Van alle plaatsen ter wereld was Ieper toen wellicht de beste belichaming van een levende hel. Voor België heeft de Westhoek een symbolische betekenis aangezien dit het enige stukje Belgische lap grond was dat niet werd veroverd door het Duitse leger. Deze symboliek valt echter in het niet bij de huiveringen die het Britse leger heeft doorstaan. 



De Frans-Britse geallieerde verdedigingsgordel vertrok van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens en in Ieper waren de Britten verantwoordelijk voor de verdediging. In vier gigantische veldslagen heeft het Britse leger geprobeerd om de patstelling te doorbreken, maar telkens met weinig of geen succes. Het resultaat is dan ook bijzonder sinister. Door de modernere oorlogsvoering, maar verouderde infanterietactieken werden zowel de Britten (die ook bestonden uit Canadezen, Nieuw-Zeelanders, Australiërs en Indiërs) als de Duitsers met de bosjes neergemaaid. Aan beide zijden liepen de verliezen op tot 400 000 soldaten en meer. Hallucinante cijfers. 

Niet zo oude markt
Als je Ieper binnenrijdt, geeft de marktplaats de indruk dat je een laat-Middeleeuws stadje binnenrijdt. De waarheid is echter minder fraai. Ieper lag namelijk pal in het midden tussen de geallieerden en Duitsers en het gevolg was dat de stad tot op de grond werd gelijkgemaakt. Niet alleen de stad was vernietigd, maar ook bossen en velden waren getransformeerd tot diepe modderpoelen. Indrukwekkende gebouwen zoals de Lakenhallen, Belfort en Sint-Maartenskerk zijn heropgebouwd na de Eerste Wereldoorlog met Duitse oorlogsgelden. 


Het In Flanders Fields Museum bevindt zich in de Lakenhallen pal in het centrum van Ieper. De toegangsprijs van ze euro is bijzonder schappelijk in vergelijking met wat je terugkrijgt. Er is ook een tijdelijke expositie - in mijn geval over mijnen - die drie euro extra kost. De tijdelijke expositie biedt eigenlijk geen toegevoegde waarde en is mager uitgewerkt met de rest van het museum. De tijdelijke expositie kan je dus best overslaan. Het museum zelf valt op door de hoge graad van interactiviteit. Bij het begin van het bezoek krijg je een polsbandje waarmee je een heleboel video's en geluidsfragmenten kan ontgrendelen. Als je bij het begin van het museum je naam opgeeft, krijg je op het einde te zien hoeveel soldaten er zijn gesneuveld met diezelfde naam. 

In Vlaamse velden
Het museum is uit cultureel perspectief zeker en vast een aanrader. Het toont een breed scala aan onderwerpen. Natuurlijk de oorlog zelf en de gebruikte wapens, maar ook andere zaken zoals kleding, ontspanning en de algemene levensomstandigheden. Het In Flanders Field Museum concentreert zich - logischerwijze - op de veldslagen rond Ieper. Zo krijg je bijvoorbeeld een grote maquette te zien met daarop de kaart en het reliëf van de omgeving en worden door allerlei bewegende kleuren en pijlen aangeduid welk leger op een bepaalde datum chargeerde. Dit maakt de oorlog toch veel meer tastbaar dan een opsomming van historische feiten. Er is ook aandacht voor minder gekende zaken. Zo waren de Britten bijvoorbeeld bedreven in het bouwen van ondergrondse gangen om zo het Duitse leger via ondergrondse explosies te bestoken.



Uit militair perspectief is het In Flanders Fields Museum minder interessant. Als je al wat gelezen en bekeken hebt over de Eerste Wereldoorlog (zoals de uitstekende BBC-documentaire reeks The Great War) zijn de meeste zaken wel herkenbaar. Het is misschien zelfs een beetje teleurstellend omdat je in het museum bijvoorbeeld niet de diepgang vindt die je in historische teksten of documentaires wel terugvindt. Toch is het museum zeker en vast een aanrader om het de oorlog op een minutieuze manier overbrengt tot de bezoeker. Hoewel het museum zeker en vast niet groot is, ben je al gauw twee uur zoet met alles te bekijken. 

Loopgraaf en John McCrae
Daarna ben ik naar Yorkshire Trench en Dug-out gereden. Dit is een loopgraaf die doorheen de tijd in de vergetelheid was gesukkeld, maar bij graafwerken in de jaren negentig terug werd ontdekt. De loopgraaf is daarna gerestaureerd en ligt nu centraal op een bedrijventerrein wat toch wel een bizar beeld is. Op dit klein lapje grond krijg je te zien in wat voor verschrikkelijke omstandigheden de oorlog plaatsvond. Nu ligt de loopgraaf er netjes bij, maar toen waren loopgraven bevolkt met ratten en zakten soldaten weg in de modder. De vraag die ik me enkel stel is hoe authentiek en representatief deze loopgraaf is na z'n restauratie. 



M'n volgende locatie is Essex Farm Cemetery waar de John McCrae actief was als arts. Hier schreef McCrae het wereldberoemde In Flanders Fields gedicht en groeide de klaproos uit tot het symbool van de Eerste Wereldoorlog. De dood en verderf dat gezaaid werd door deze oorlog was voor de klaproos letterlijk de ideale voedingsbodem om te groeien met als resultaat dat de Vlaamse velden in deze oorlog werden gedomineerd door klaprozen. Sindsdien geldt de klapreus als een symbool van alle gesneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. De Essex Farm Cemetery zelf is een eerder klein oorlogskerkhof waar McCrae enkele vertrekken had waar hij gewonden verzorgde. Bij deze vertrekken staan er enkele woordjes uitleg, maar het doet helaas het belang van deze plaats in deze oorlog geen recht aan.  


Stilte
Als je in de omgeving van Ieper bent, kan je onmogelijk het Tyne Cot Cemetery voorbij rijden. Dit is de grootste begraafplaats van de Britten uit de Eerste Wereldoorlog waar enkele tientallen duizenden Britse gesneuvelden hun eeuwige rustplaats hebben gevonden. De Britten hadden de gewoonte om lichamen van gesneuvelden niet te repatriëren, maar in plaats daarvan op lokale plaatsen te begraven. Daarom is deze begraafplaats zo belangrijk voor de Britten. Als je het Tyne Cot Cemetery voor de eerste keer betreedt, kan je enkel maar stil worden van deze rustige, maar eveneens sinistere plek. De talloze witte zerken stralen een rustgevende atmosfeer uit, maar tegelijk worden de namen van de duizenden gesneuvelden onophoudelijk afgeroepen. Dit brengt een duale sfeer naar boven dat het kwade kantje van het mens-zijn accentueert. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten