woensdag 30 november 2022

Zinderend zuidelijk Afrika deel vier: op safari

Zaterdag 25 september
Geraamtekust, dat is de ietwat onheilspellende naam van de kusstreek waar we vandaag doorrijden. Deze naam is ontleend aan de vele walvissen die hier gestrand zijn waarvan enkel de beenderen overblijven. Niet dat het schepen veel beter vergaat, want ook verrassend veel schepen hebben hier hun ondergang beleefd. De eerste stop van de dag is bijvoorbeeld zo'n exemplaar en gaat nu door het leven als toeristisch wrak. Met een betrokken hemel en een wat hevigere deining op zee zorgt het wel voor een fraai plaatje. Misschien wat toeristisch, maar desondanks kan ik het wel appreciëren. De fotostop van een kwartier houdt ons even uit de truck, maar snel moet iedereen er terug in om naar het volgende punt te rijden: één van de grootste pelsrobbenkolonies ter wereld. 

Deze kolonie bevindt zich bij Cape Cross waar een Portugese zeevaarder als eerste Europeaan voet aan wal zette en daar heeft hij een kruis gezet. Het kruis dat er nu staat, is een replica, maar ik had het amper opgemerkt bij mijn bezoek daar. De grootste blikvanger is ongetwijfeld de kolonie pelsrobben die hier verblijft. In september is het hier nog vrij rustig. De mannetjes zijn elders de bloemetjes aan het buiten zetten en roofdieren zoals jakhalzen hebben het nog niet gemunt op jongen van de zeehonden. Wat ik wel te zien krijg, is een enorme massa pelsrobben die elke bedenkbare plek innemen op het strand. Er is hier een houten wandelpad gemaakt zodat toeschouwers de robben niet verstoren, maar soms is het eerder omgekeerd. Erop, eronder, ernaast, niks is de pelsrobben te vreemd om op te gaan liggen. 

Er bevinden zich ook een fiks aantal pelsrobben in zee, maar het is duidelijk dat de grootste hoeveelheid zich op het strand bevindt. Dat het strandgangers zijn, mag geen verrassing heten want in veel gevallen gaat het om moeder met jong(en). De adolescente mannetjes zijn toch de meest interessante pelsrobben om gade te slaan, want hun vermakelijke schijngevechten zijn amusant om te volgen. Ze zijn tevens de meest fotogenieke exemplaren dankzij hun manen op de rug. Eén van de medereizigers besluit op het einde om de beestjes toch eens van dichterbij te bekijken en vindt er niks beter op om zich tussen de robben te begeven. De pelsrobben zetten het op een lopen, maar dit heeft veel slechter kunnen aflopen... Het was wel een grappig zicht, maar wel totaal onverantwoord. 

Dit is het laatste wapenfeit van de dag voor we naar Kamanjab rijden waar we na een lange dag reizen voor een onverwacht probleem komen te staan. De hotelacommodatie - opgericht door een Belg - is namelijk volzet en we zouden dan meer dan één uur terug moeten rijden. Een afgepeigerde groep ziet dat uiteraard niet zitten en dan is het even improviseren. Gelukkig zijn er nog wel enkele chalets vrij en dat betekent dus met vier op één kamer slapen. Daar heb ik niet echt op gerekend, maar voor één nachtje bedek ik dit met de mantel der liefde.      

Maandag 26 september 
Ik zit ongeveer op de helft van de reis en nu volgt er een aaneenschakeling van hoogtepunten, zeker op het gebied van wildlife. Eerst staat er echter een bezoekje aan de Himba op het programma. De Himba zijn een lokale stam die nog op een primitieve manier leven. Dat betekent dat de vrouwen in evakostuum rondlopen en ze wassen zich ook nooit. In plaats daarvan smeren ze zich in met een mengsel van zand en andere stoffen die hun huid reinigt. Het dorp bevindt zich vlakbij Kamanjab en heeft ook een klein schooltje. De zoon van het stamhoofd fungeert als gids van dienst en geeft een beknopte uitleg over het dorp. Sommige vrouwen dragen nog traditionele Victoriaanse kledij die is ingevoerd door de Britten wanneer ze in de negentiende eeuw de lokale stammen aan het bekeren waren tot het christendom. De vraag is echter hoe echt dit allemaal is, want het lokale marktje kende toch stevige prijzen en soms had ik het gevoel om naar een circusact te kijken. Sowieso zijn dit niet mijn favoriete bezoekjes omdat het aanvoelt als een dierentuin, maar als ze er geld uitslaan, voel ik me niet te beroerd om foto's te nemen. Anders wel... 

De hoofdattractie van de dag is echter Etosha National Park wat één van de grootste reservaten is in Afrika met een oppervlakte zo groot als Vlaanderen. Tot dusver was het spotten van wildlife nog vrij beperkt, maar bij de eerste kilometer in het park is dat gevoel meteen weggevaagd. Vooral de antilopen zijn in overvloed aanwezig met springbokken die ik overal zie opduiken. Ook zebra's zijn in groten getale aanwezig en grazen het beetje vegetatie dat er nog rest in deze droge periode. De eerste blikvanger van dienst is een giraffe die bij een boom staat en daar de knoppen van de boom opvreet. Wat hierbij opvalt, is de blauwe tong die van geen wijken weet en ook prikkelende doornen zonder problemen in het dagmenu opneemt. Giraffen hebben dus een straffe tong en straffe maag! In deze droge periode is het relatief eenvoudig om dieren te fotograferen en dat heeft alles te maken met de waterpoelen waar nu alle dieren naartoe gaan om te drinken. Het hoeft dan ook geen betoog dat deze poelen de drukste plaatsen zijn van Etosha NP. Toch is het niet heel druk in het reservaat.  

We rijden gestaag verder en komen steeds meer dieren tegen: diverse vogels, spiesbokken, gnoes en uiteraard olifanten. Het opvallendste beeld van de dag is een kleine poel waar een olifant rustig in staat om te drinken, terwijl op de achtergrond drie giraffen op hun beurt wachten en ook op de voorgrond wordt het geduld van springbokken op de proef gesteld. Na tien minuten druipt de olifant eindelijk af en kunnen de andere dieren de waterstofdioxiden opslurpen. Bij de olifanten dwalen de mannetjes alleen rond en bestaan de kuddes uit vrouwtjes en kalveren met een matriarch aan het hoofd. In Etosha zijn de kuddes klaarblijkelijk klein, want zelden bestaat een kudde uit dubbele cijfers. Dit is mijn allereerste keer dat ik op safari ben en het smaakt naar meer, wat ik de volgende dag ook krijg. 

Dinsdag 27 september
Er zijn zo van die dagen die je enkel als magisch kan beschrijven en dit is er zo eentje van. Hoewel ik met een geconstipeerd gevoel rondloop - ik vermoed door het leidingwater dat ik gedronken heb - is deze dag een feest voor iedere natuurliefhebber. Waar we gisteren met een lompe truck door het park reden, doen we dat nu met kleinere 4x4 jeeps waar telkens zes personen inzitten. Dit betekent dat er meer dan voldoende plaats is voor iedereen en door de kleinere omvang van de voertuigen is het ook gemakkelijker om dieren te benaderen. Het beste tijdstip om de dieren te spotten is in de vroege ochtend en dat betekent om vijf uur uit de veren om zo rond zes uur te vertrekken. We zijn nauwelijks op pad of we hebben onmiddellijk al een fantastisch zicht. Een witte neushoorn loopt met haar kalf door het struikgewas. Witte neushoorns zijn een stuk groter dan zwarte neushoorns en zijn gemakkelijk te herkennen door hun scherpe hoorn terwijl zwarte neushoorns een kortere hoorn hebben die stomper is. Weer wat bijgeleerd vandaag!

De volgende twee uren worden alleen maar beter en de diversiteit van dieren die we krijgen te zien, is werkelijk ongelofelijk. Het lelijkere broertje van de gnoe, het hartebeest, passeert de revue net zoals secretarisvogels, olifanten, kudu's, elandantilopen, wrattenzwijnen, zebra's, struisvogels en andere beesten die ik al lang vergeten ben. Het meest bijzondere moment van de dag is wellicht een luipaard dat in een boom aan het rusten is. Normaal zijn deze grote katachtigen erg schuw en zie je ze niet snel. Als ik aan de bestuurder van de jeep vraag hoe vaak hij een luipaard heeft gezien deze maand is het antwoord erg simpel: één keer, namelijk nu. Wanneer de luipaard een potentiële maaltijd ziet voorbijlopen aarzelt hij niet en springt hij uit de boom op zoek naar een middagmaal. 

Een gast die zich niet snel laat spotten, is de leeuw. Op het pad waar we rijden, rust een grote mannetjesleeuw die alles aan zich voorbij laat gaan. Het is inmiddels al tien uur voorbij en een fel schijnende savannezon is meedogenloos voor alle dieren, inclusief de koning van het dierenrijk. Wanneer een luide safaritruck er komt aangedenderd, kijkt de leeuw wat vragend in de verte, maar het duurt niet lang voor de oogleden weer toe gaan. Drie leeuwinnen wat verder op zijn ondertussen bezig met het zware werken en maken jacht op spiesbokken. De drie vrouwtjes zitten verscholen in het hoge gras terwijl een kudden spiesbokken passeert. Met mijn telelens zie ik alles in de verte en voel ik me toeschouwer van een natuurdocumentaire die zich voor m'n ogen afspeelt. 

De ochtend was zo grandioos dat we hooggespannen verwachtingen hebben voor de namiddag, maar de chauffeur waarschuwt voor te veel optimisme. Op dit uur van de dag zijn de meeste dieren minder actief en de imposante hoeveelheid dieren evenaren van deze ochtend zal onmogelijk zijn. Het begin voelt inderdaad een beetje als een teleurstelling aan na een dierenrijke ochtend, maar andere plekjes leveren andere dieren op. Bij een waterpoel zien we een aantal hyena's met elkaar dollen en ook aasgieren zijn van de partij. Dat betekent dat er een prooi is geveld en even later zien we hyena's knagen aan een karkas van een antiloop. Niet meteen het mooiste zicht, maar ook dit is het dierenrijk. Voor de vogelliefhebbers stoppen we ook bij enkele kleurrijke exemplaren die rustig op een tak zitten, maar het echte spektakel zijn toch de grote zoogdieren. 

Ik denk dat Sossusvlei mijn favoriete dag is van deze reis, maar deze fantastische safaridag komt toch wel heel erg dichtbij als nummer één. Achteraf lees ik in mijn Lonely Planet die ik heb meegenomen dat het ook mogelijk is om een nachtelijke safari te doen. Helaas vertrekken we morgen en is het niet meer mogelijk om een nachtsafari te boeken. Dat vind ik wel jammer want volgens mij moet het echt een belevenis zijn om dieren in de nacht te spotten aangezien veel dieren enkel 's nachts actief zijn. Jammer, maar helaas.

maandag 28 november 2022

Zinderend zuidelijk Afrika deel drie: op bezoek bij Salvador Dali

Donderdag 22 september
Vandaag breng ik een bezoekje aan de beroemde duinen van de Sossusvlei dat de thuishaven is van de grootste duinen ter wereld. Deze locatie is sowieso buitengewoon, want eigenlijk zijn dit duinen die zich in een zoutvlakte bevinden terwijl deze zoutvlakte op haar beurt weer is omgeven door woestijn. Vandaag heb ik ook een tikkeltje geluk want een helderblauwe hemelgewelf contrasteert mooi met het rode duinenlandschap. Wanneer ik 's ochtends arriveer, gaan we met een hele toeristenbende op pad en de meerderheid gaat naar de beroemde Dune 45 of Deadvlei. Onze groep blijft echter zitten tot het einde om tot aan Big Mamma te rijden. Dit is de vrij originele naam voor een duin die wordt geflankeerd door een plas water wat voor een uiterst fotogeniek moment zorgt. 

Onderweg heb ik mijn ogen al danig de kost gegeven, want het surrealistische landschap van golvende duinen heeft wat weg van een schilderij van Salvador Dali. De ene duin is nog specialer en fantastischer dan de andere. Het plaatje wordt compleet gemaakt door spring- en spiesbokken die hier aan het grazen zijn. Het is vroeg in de ochtend wanneer ik de eerste stappen omhoog zet in het mulle zand op weg naar de top van Big Mamma. Een tiental minuten later arriveert de rest van het toeristisch volkje, maar voorlopig heb ik de duin voor mij alleen en wat is het uitzicht prachtig als je bovenaan bent. Dat kost me wel een aantal zweetparels want zelfs in de ochtend is het al behoorlijk warm en de inspanning om me een weg naar boven te worstelen, is niet gering. Maar zoals gezegd: het uitzicht bovenaan is fenomenaal. 

De weg naar beneden gaat een stuk vlotter, hoewel ik ongetwijfeld een kilo zand meesleur in mijn twee schoenen. Het water dat is blijven liggen in de plas naast Big Mamma is vrij uitzonderlijk. Het regent slechts één à twee keer per decennium (!) in deze streek en het water blijft meestal niet lang liggen. Reisbegeleider Hendrik is al meer dan tien keer in Sossusvlei geweest, maar naar eigen zeggen is het slechts de eerste keer dat hij zo'n plas ziet. Achteraf uit Hendrik nog twijfels over de keuze van de duin, maar ik ben oprecht blij dat we deze duin hebben beklommen en niet de meer toeristische Dune 45 waar bijna iedereen naartoe snelt. Bij deze duin stoppen we overigens later deze dag ook, maar enkel voor een snelle fotopauze. 

Ook Deadvlei is van een buitenaardse schoonheid die je zelden op deze aardbol tegenkomt. Dit plekje is zo bijzonder omdat op deze zoutvlakte dode bomen staan die inmiddels versteend zijn en dat op een achtergrond van rode zandduinen. Elke foto die ik hier neem, is zijn eigen postkaart waard. Big Daddy is met zijn driehonderd meter de hoogste zandduin van Sossusvlei en is het juist deze duin die Deadvlei omringt. Het valt me op dat hier wel toeristen rondlopen, maar eigenlijk valt de drukte heel erg goed mee. Een geluk voor mij, want dat maakt het gemakkelijker om foto's te nemen zonder ongewenste gasten. Jammer dat ik hier maar één dag blijf, want dit is echt wel een plek waar ik gemakkelijk twee of zelfs drie dagen kan doorbrengen. 

Het slotakkoord van deze geweldige dag is voorzien voor de Sesriem Canyon wat toch wel een kleine tegenvaller is na al dat panoramisch geweld. Dit is een kleine kloof die zo'n dertig meter diep en ongeveer één kilometer lang is. Een kloof moet niet altijd reusachtige afmetingen hebben om spectaculair te zijn, maar de Sesriem Canyon grossiert niet meteen in superlatieven. Leuk om even te doen, maar het kan gemakkelijk overgeslagen worden naar mijn bescheiden mening. Dit zij-uitstapje eist wel een slachtoffer. De truck heeft linksachter een klapband die vervangen moet worden. Het vergt anderhalf uur monteerwerk om de oude band eraf te halen en de nieuwe erop te zetten. Wanneer de Handige Harry's de klus hebben geklaard, is iedereen opgelucht dat we eindelijk verder kunnen!    

Vrijdag 23 september
Alweer een verplaatsingsdag zoals ik dat vorige keer zo mooi verwoordde, maar deze keer wel eentje die bestaat uit leuke én interessante stops. Eindhalte is het kustplaatsje Swakopmund, maar rond de middag wordt er gestopt in het legendarische plaatsje Solitaire. Dit was vroeger een tankstation met een klein winkeltje wiens enige bestaansreden de weg tussen Sesriem en Walvisbay was. Op deze driehonderd kilometer tellende route was en is dit namelijk het enige tankstation dat je op je weg tegenkomt. Inmiddels bevinden er zich ook een bakkerij en bandencentrale zodat er nu toch wat meer leven in de brouwerij is op dit voormalige solitaire plekje. Om het toeristisch halte te verhogen, heeft men er niks beters op gevonden om hier enkele autowrakken te dumpen zodat die in al hun versleten glorie gefotografeerd kunnen worden. En daar doe ik dus gretig aan mee!

Een uurtje later wordt er even gestopt bij de Steenbokskeerkring voor de obligate groepsfoto. Het kan me weinig bekoren, maar de volgende stop doet dat wel. Hier stoppen we namelijk bij de Kuisebpas die zich op zo'n negenhonderd meter hoogte bevindt. De bergen zijn nauwelijks deze naam waardig, maar het is wel een ander vergezicht dan wat ik tot dusver op mijn reis ben tegengekomen. Ik denk dat je hier ook erg mooi kan wandelen, maar in een temperatuur van boven de dertig graden en amper beschutting, lijkt me dat geen goed idee. Op deze pas loopt er overigens ook de rivier Kuiseb die quasi altijd droog staat, maar bij plotse regenval bliksemsnel kan transformeren tot een kolkende rivier. Bij Walvisbay wordt er nog proviand ingeslagen voordat we naar Swakopmund reizen voor een welverdiende vrij dag morgen. 

We gaan echter nog niet onmiddellijk naar het hotel, maar eerst bezichtigen we nog de flamingo's die zich aan de kustlijn van Swakopmund bevinden. Sommige van die beestjes staan o zo gracieus op één been en ook vliegende flamingo's zijn een lust voor het oog. Erg actief zijn deze vogels niet, want het meest opvallende feit is een flamingo die van één groepje wandelt naar een ander. Na een half uurtje fotograferen rijden we eindelijk naar het hotel, maar nog niet helemaal. Bij een verkoper van excursies kijken we nog even welke excursies er gemaakt kunnen worden voor de volgende dag. Ik moet niet lang nadenken over mijn keuze aangezien ik mijn activiteitsgraad graag wil opvijzelen. 

Zaterdag 24 september
Sinds het begin bij Kaapstad eindelijk nog eens een vrije dag en die vul ik op geheel eigen wijze in. Mijn dag begint met een combinatie van sandboarden en quadbiken. Het blijkt dat ik helemaal alleen ben en ik sta op punt om te vertrekken wanneer er plots een telefoon overgaat bij de verkoper met de vraag om een tweede gast op te pikken. Des te meer zielen, des te meer vreugde en in duovorm ga ik dus quadbiken en sandboarden. Dat quadbiken kost me in het begin trouwens aardig wat moeilijkheden want ik vind het rijden niet erg intuïtief. Met name het rijden op de schuine hellingen in het duinenlandschap vergt wat moeite, want op zo'n helling moet je bijvoorbeeld rechts tegensturen als je naar links gaat. Als je dat niet doet - zoals ik - donder je pardoes van de duin af en dat is niet onmiddellijk de bedoeling. 

De instructeur van dienst beschikt echter over een engelengeduld en wanneer hij me verplicht om opnieuw een helling te nemen na de zoveelste mislukte poging lijkt het me nu wel wonderwel te lukken. De duinen ogen vanop afstand niet zo hoog, maar wanneer je er met de quad doorrijdt, blijken ze toch niet zo klein te zijn als aanvankelijk gedacht. Vol petrol rijden doe ik nooit, maar het geeft wel een kick om met een quad op zo'n helling te rijden in een prachtig duinenlandschap dat zich vlakbij de zee bevindt. Het laatste halfuurtje is voorzien voor sandboarding en - geen verrassing hier - ook dit lukt niet meteen in het begin. Mijn eerste poging naar beneden op zo'n bord strandt letterlijk in het midden, maar bij de tweede poging dender ik wel in sneltreinvaart naar beneden. Naar beneden gaan, betekent echter ook terug naar boven komen en na twee vermoeide keren was dat wel genoeg voor mij. Een leuke en actieve voormiddag dus, maar hoe overtref je zoiets? 

Rond de middag word ik terug naar mijn hotel gebracht waar ik een tweetal uurtjes wacht voor het tweede bedrijf van deze dag. Dat vindt plaats in de lucht, want ik ga skydiven. Ik had nooit gedacht dat ik in Namibië zou skydiven, maar hier zijn we dan! Ik ben er niet aan uit wat zenuwslopender is: het wachten of de sprong zelf. Ik moet toch een hele poos wachten en ik kan je vertellen dat dit niet goed is voor de zenuwen. Wanneer het toch mijn beurt is, blijkt het dat ik de briefing heb gemist. Geen nood, want bij de volgende partij parachutisten wordt dit opnieuw uitgelegd. Eindelijk landt het sportvliegtuigje om met een groep van zeven naar boven te vliegen en uiteraard heb ik de eer om als eerste te springen. Eén, twee en nog voor de drie aan bod komt, lig ik met mijn klikken en klakken al in het luchtruim. De vrije val is verreweg het spectaculairste gedeelte en duurde bij mij ruim dertig seconden. Wanneer de parachute openslaat, slaak ik stiekem toch een zucht van opluchting en dan is het vooral genieten van het magistrale uitzicht over land en zee. Een dure dag voor de portemonnee, maar de ervaringen zijn onbetaalbaar!  

zondag 27 november 2022

Het Gallo-Romeins Museum in Tongeren

Mijn wandelactiviteiten staan sinds enkele maanden op een laag pitje en het regenachtige herfstweer spoort ook niet meteen aan tot wandelen. Het overdekte alternatief is een museum bezoeken en dat deed ik deze keer bij het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Belgiës oudste stad heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot voor onze tijdrekening en hier blikt het museum op terug in de permanente tentoonstelling. Hoewel ik hier al in 2016 eerder was, heb ik de permanente tentoonstelling grotendeels genegeerd en dat maak ik deze keer goed.

Er was eens...
De naam van het museum mag dan wel het Gallo-Romeins Museum zijn, toch schenkt een groot deel van het museum aandacht aan de periode voor de Romeinen en zelfs de Kelten. Er wordt veel aandacht gespendeerd aan de diverse mensensoorten en hoe deze zich uit Afrika verspreidden naar andere werelddelen waaronder uiteraard Europa. Er wordt ook bijzonder veel aandacht geschonken aan de allereerste hulpmiddelen die werden gemaakt met behulp van vuurstenen. Pijlpunten, stenen, speren en ander gereedschap wordt in overvloed getoond op de eerste verdieping. Het museum toont niet enkel het materiaal, maar heeft ook een hoge interactieve toets. Enorm grote schermen demonstreren de verspreiding van de homo sapiens, voelplaten bevatten potten en andere zaken die je kan vastpakken en wassen beelden geven een goed idee hoe er bijvoorbeeld een Neanderthaler uitzag. Er zijn ook diverse audio- en videofragmenten die je met behulp van een scherm en koptelefoon kan bekijken. 

In de inkomprijs van acht euro zit een gratis audiogids mee in de prijs. Wanneer je een plaatje scant met behulp van de audiogids, krijg je meer info over het onderwerp in kwestie. Dit wordt op een duidelijke, maar soms ook wel langdradige manier gepresenteerd. Dat kan zorgen voor een conflict in informatie omdat zowel de audiogids als informatieborden uitnodigen om al die info op te nemen en dat kan soms het brein overbelasten. Hoewel de eerste verdieping niet zo groot is, blijf ik er toch verrassend lang omdat dit toch wel onderwerpen zijn die me interesseren en ik hier niet had verwacht. Waar de eerste verdieping vooral het leven van de mens als jager-verzamelaar belicht, gaat de tweede verdieping het voornamelijk over de eerste landbouwers in onze streken. 

Landbouwcultuur
De tweede verdieping bestaat uit een ronde waarbij aan de rand een jaartelling volgt terwijl in het midden allerlei hulpmiddelen zoals vuurstenen, speren en landbouwwerktuigen worden getoond in de vitrines. Vanaf hier ent het museum zich meer op de regio en worden de lokale culturen in het zonnetje geplaatst. Dit zijn lokale stammen die vanaf 5000 voor Christus leefden in onze contreien. De opstelling van de permanente tentoonstelling heeft vooral aandacht voor hoe de mensen hier in landbouwgemeenschappen leefden. Dat gaat over hoe de eerste boerderijen eruitzagen tot grafheuvels waar overleden mensen werden begraven en later gecremeerd. Naarmate ik de tijdlijn volg, wordt het langzaam duidelijk dat handel steeds een belangrijkere plaats inneemt in de maatschappij en handelaars hadden destijds veel macht. Dit resulteerde in zichzelf verrijken en de eerste klassenmaatschappij is vervolgens geboren in onze streek. 

Het is pas bij de derde - en laatste - verdieping dat de naam van het museum eer wordt aangedaan. Vanaf hier komen de Kelten - bijna nauwelijks - en Romeinen aan de beurt. Opvallend is dat ondanks de naam van het museum er amper over de Kelten (de Galliërs dus) wordt gesproken. Er wordt een beetje uitleg gegeven over de Eburonen en naburige stammen zoals de Nerviërs, maar eigenlijk geldt dit als opbouw van de verovering van Gallië door de Romeinen onder leiding van Julius Caesar. Dit voelt toch wel aan als een gemiste kans, want over de Kelten - ze hebben geen geschriften achtergelaten - is er weinig geweten en dit is dan een mooie gelegenheid om wat meer te laten zien over deze mysterieuze bevolkingsgroep. 

Vooral Romeins
Over de Romeinen wordt er wel veel getoond en meestal met Tongeren of de lokale regio als centraal thema. Zo worden er diverse werktuigen getoond en wordt het leven van de lokale bevolking uitvoerig besproken. Ook de invallen van de Germanen en Franken worden belicht en zodoende wordt er langzaam een transformatie gemaakt van Gallo-Romeinse stad naar Frankische stad vanaf ongeveer 500 na Christus. Het magnum opus van het museum is wellicht een mozaïekvloer die hier in gehavende staat wordt getoond. Ik ben er echter vlug aan voorbijgegaan omdat ik in Istanbul een kleine maand eerder een heel mozaïekmuseum heb gezien. Toch is deze verdieping wellicht het spectaculairste van het gehele museum.

Er staan hier ook verscheidene maquettes zoals hoe Tongeren er ongeveer tweeduizend jaar geleden uitzag. Een hard bewijs bestaat daar niet van, want buiten de stadsmuren hebben archeologen niks anders kunnen opgraven dat verwijst naar bepaalde gebouwen. Wat verder wordt er de opkomst van het christendom besproken en zie ik ook twee graven die vermoedelijk afkomstig zijn van een mausoleum. Dat vond ik persoonlijk wel leuk om te bekijken, maar de vele vitrines op het einde oogden vrij leeg en het is duidelijk dat de pot met mosterd op was bij het bedenken van deze tentoonstelling op het einde. 

Conclusie
Hoewel dit het Gallo-Romeins museum heet, gaat zo'n 60% van het museum over het tijdperk voor de Gallo-Romeinse periode in onze streek en dat vond ik wel een leuke meevaller aangezien me dit interesseert. Het is pas bij de derde en laatste verdieping dat het Gallo-Romeinse thema van het museum definitief aan bod komt. 

Als je dus enkel voor dit stuk komt, kan dat misschien een lichte tegenvaller zijn, want zo gek veel is er over de Romeinen niet te zien en over de Galliërs al bijna helemaal niks buiten wat info over de Eburonen. Als totaalplaatje kan ik het museum wel hartelijk aanbevelen omdat het hard inzet op interactiviteit en met behulp van de audiogids maak je een bezoek zo kort of zo lang mogelijk als je zelf wil.      

Zinderend zuidelijk Afrika deel twee: een exercisie in nihilisme

Maandag 19 september
Na drie dagen in Kaapstad kan de reis écht beginnen en maken we kennis met Lemmy, de safaritruck waarmee we door Zuid-Afrika, Namibië, Botswana en Zimbabwe toeren. De planning voor deze dag is erg simpel: rijden naar de grens met Namibië. Gelukkig gebeurt dit vandaag op goed onderhouden wegen, maar dat is de spreekwoordelijke uitzondering. De rest van het parcours bij deze reis gaat over grindwegen waarvan de kwaliteit varieert van acceptabel tot ronduit slecht. In Zuid-Afrika zijn de autowegen echter van goede kwaliteit. De eerste tussenstop van de dag is gepland in de streek van de Cederbergen waar Rooibosthee wordt geteeld. Groene heuvels en druivenranken verraden dat ook wijn wordt geproduceerd in deze streek. Het ietwat koude Kaapstad wordt verlaten en des te noordelijker we gaan wordt het gestaag, maar zeker warmer. 

Laat in de namiddag stoppen we bij Springbok, de belangrijkste stad in de provincie Noordkaap. Hier houden we een uurtje halt om proviand in te slaan bij de plaatselijke Carrefour zodat we morgenavond kunnen eten bij een barbecue. Na nog een uurtje rijden, belanden we uiteindelijk bij Okiep wat de eindhalte van vandaag is. Dit is een voormalig mijnstadje, maar sinds enkele decennia is de mijnbouw hier stopgezet en nu geeft deze plek een ietwat slaperige indruk. In het hotel waar we verblijven, geeft de lokale gastheer een kleine rondleiding door het voormalige mijncomplex. Het hotel beschikt ook over een klein museum dat in het teken staat van de voormalige mijn. En zo krijgt een eerder saaie dag toch nog een mooi slot. 

Dinsdag 20 september 
Helaas voelt deze dag aan als de meest nutteloze van de hele reis. Net zoals gisteren is dit een verplaatsingsdag, maar dan wel eentje die er slechts een halve dag overdoet. In de vroege namiddag komen we namelijk al in Ai-Ais Hotspring aan en in deze plek in de woestijn is er amper iets te doen. Voor het zover is, moet eerst de grens overgestoken worden. Reisbegeleider Hendrik waarschuwt ons ervoor dat we ons van de meest zakelijke kant moeten tonen aangezien douaneambtenaren hier berucht zijn omwille van hun norsheid. Daar is bij de grensovergang bitter weinig van te merken wanneer ik alleen maar lachende gezichten zie achter het loket. De papierhandel ligt verrassend snel achter de rug en daarna houden we even halt bij een township dat zich vlak bij de grens bevindt. De koten die belegd zijn met vezel- en golfplaten moeten doorgaan als een huisje en als toerist is dit toch wel een stevige reality check in wat voor erbarmelijke omstandigheden sommige mensen hier leven. De prijzen bij de lokale supermarkt zijn nochtans behoorlijk westers en dat maakt het nog meer onbegrijpelijk hoe mensen hier kunnen overleven. Na deze stop is het amper nog twee uurtjes rijden tot het hotel. 

Hotel is misschien wat pejoratief voor een heus resort dat zich aan de rand van de Namib-woestijn bevindt. De kamers hebben de allure van een duur luxehotel, hoewel mijn verstopt toilet toch wat minder grandioos oogt. Er is ook een overdekt zwembad en buiten is er een (kleine) warmwaterbron dat zijn naam heeft ontleend aan dit resort. Klinkt niet slecht, maar voor de rest is er echt niks te beleven hier. Hoewel dit resort de aankomst is van een trail die start bij de Fish River Canyon zijn er eigenlijk nagenoeg geen wandelmogelijkheden. Ook bij de rotsachtige heuvels zijn er geen wandelpaden te bespeuren. Dan maar een boek op bed lezen. De avond wordt opgefleurd met een barbecue en vooral de prachtige sterrenhemel weet hier te imponeren. In Jordanië heb ik de band van de melkweg 's nachts kunnen bewonderen, maar in het zuidelijk halfrond is dit nog spectaculairder. Toch nog een leuk moment op deze saaie reisdag.    

Woensdag 21 september
Misschien moeilijk om te geloven, maar ook deze dag is andermaal een verplaatsingsdag waar amper iets valt te beleven. Gelukkig is er nog een bezoekje aan de prachtige Fish River Canyon in de ochtend om een driedaags patroon van enkel truckritten te doorbreken. Deze kloof is na de Grand Canyon de grootste kloof ter wereld en ook het podium van een meerdaagse trektocht. Deze wandeltocht start bovenaan de canyon om vervolgens af te dalen naar de canyon waar het vijf dagen stappen is langs de Fish River om uiteindelijk bij Ai-Ais Hotspring te belanden waar we deze ochtend zijn vertrokken. Dagwandelingen zijn echter verboden aangezien een slecht voorbereide wandelaar begin deze eeuw naar beneden ging, maar nooit meer boven geraakte door een tekort aan eten en water. Voor dat lot moet ik weinig schrik hebben aangezien we een wandeling langs de canyon maken. 

Het uitzicht over deze kloof is - zoals te verwachten - spectaculair met een kronkelende Visrivier die vorm geeft aan deze canyon. Ik wandel slechts een kilometer langs de kloof, maar om de vijftig meter stop ik om een nieuwe foto te nemen. Deze kloof lijkt me een waar wandelparadijs te zijn, maar dat zit er dus helaas niet in. Wel mogelijk is foto's nemen en dat doe ik in overvloed. Het laatste uitkijkpunt is zo mogelijk nog mooier dan de vorige en dan speur ik met m'n fototoestel naar de mooiste plekjes. Om tien uur is het intermezzo alweer voorbij en is het weer reizen met de truck. Drie dagen lang een exercisie in nihilisme dus.    

zaterdag 26 november 2022

Zinderend zuidelijk Afrika deel één: voet op Afrikaanse bodem

In m'n reizen probeer ik zoveel mogelijk diversiteit in te bouwen en aanvankelijk had ik m'n zinnen gezet op een reis naar Oeganda. Dit Oost-Afrikaanse land wordt de parel van Afrika genoemd en beschikt met de berggorilla's en het spectaculaire Rwenzori-gebergte over enkele hoogtepunten. Langzaamaan verschoof die interesse echter naar Namibië waar ik voormalige reisgenoten hoorde pochen over de fantastische zandduinen en de prachtige dierenlocaties. Knoop daar nog iconische locaties aan toe zoals de Victoria Falls en Kaapstad en je beschikt over een wel heel volledig reisprogramma. 

Donderdag 15 september
Geen Schiphol deze keer als vertrekplaats voor mijn vakantie, maar wel het nabijgelegen Zaventem waar ik naar Kaapstad vlieg via een tussenstop in Addis Ababa, de hoofdstad van Ethiopië. De vlucht is pas 's avonds om 22u15 gepland zodat ik rustig met de trein naar de luchthaven kan pendelen. Gelukkig is dat een rechtstreekse trein, maar ongelukkig had die weer een fikse vertraging zodat ik ondertussen nog enkele spreuken uit het Vlaamse scheldwoordenboek kan oefenen. Uiteindelijk kom ik toch ruim op tijd aan en gaat het met een nachtvlucht naar Ethiopië. Die vlucht wordt overigens verzorgd door Air Ethiopia en dat is dik in orde. Door vooroordelen had ik toch wat zorgen over deze luchtvaartmaatschappij, maar dat is nergens voor nodig. Hetzelfde geldt voor de luchthaven in Addis Ababa. Met een efficiëntie die ik zelden in Europese luchthavens heb gezien, kom ik door de security scan en douanecontrole. 

Pas wanneer ik een kwartiertje ronddool op de luchthaven, realiseer ik me dat ik voet op Afrikaanse bodem heb gezet. Zes van de zeven continenten heb ik dus bezocht en enkel Oceanië ontbreekt nog op het lijstje. Ik ben geen fan van tussenvluchten aangezien het zaken compliceert door de extra security scan en douanecontrole, maar als het zo vlot verloopt als hier, maak ik er geen probleem van. Bovendien kapt het een toch wel lange vlucht in tweeën zodat ik nog verrassend fris rond het middaguur in Kaapstad land. Daar maak ik voor de eerste keer kennis met de medereizigers en kan de echte pret beginnen. 

Vrijdag 16 september
De tweede reisdag heeft al wat uurtjes op de klok staan wanneer ik uiteindelijk rond een uur of drie 's middags Kaapstad onveilig kan maken. Het hotel bevindt zich middenin downtown Kaapstad en de echt toeristische plekjes van Kaapstad bezoeken, zit er niet meteen in. Wel in de buurt is de Bo-kaap, een township waar de laatste eeuwen vooral arbeiders verbleven afkomstig uit het voormalige Oost-Indië dat door de Nederlanders - net zoals Kaapstad - was gekoloniseerd. Nu is het vooral een toeristische buurt geworden dat gekenmerkt wordt door de kleurrijke huisjes. Deze wijk bevindt zich eveneens aan de voet van Signal Hill en hier heb je een mooi zicht over de binnenstad en de Tafelberg die Kaapstad flankeert. 

Wat ook opvalt, is de enorme hoeveelheid bedelaars en daklozen. Sowieso is Kaapstad een stad die een zelden geziene dualiteit uitstraalt. Enerzijds is er de schoonheid van de locatie waar Kaapstad geprangd zit tussen de Tafelberg en de oceaan met een binnenstad en kustlijn die rijkdom uitschreeuwt. Anderzijds zijn er de vele daklozen en hoge criminaliteit waardoor Kaapstad toch een stad is waar je als toerist zijnde toch beter oplet. Gelukkig heb ik geen overlast gehad, maar gedurende mijn driedaags bezoek aan Kaapstad was ik toch wel altijd op mijn hoede. De eerste avond verloopt dus echter zonder problemen en wordt afgesloten met een Afrikaanse avond waar zang en dans wordt afgewisseld met Afrikaanse schotels. De eerste kudu die ik zie, is er eentje op mijn bord... 

Zaterdag 17 september
Bij de eerste volledige dag in Kaapstad trek ik er alleen op uit. Ik heb namelijk op voorhand een ticket geboekt naar Robbeneiland waar de Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder - en later president - Nelson Mandela bijna twintig jaar lang werd vastgehouden. Het vertrek is voorzien bij het V&A Waterfront, een voormalige havenbuurt die heropgewaardeerd is en nu zelfs één van de meest bezochte plekken in Zuid-Afrika is. Op mijn ochtendlijke zwerftocht om acht uur is het echter nog opvallend kalm en dat geeft me de kans om door deze pittoreske buurt te stappen met mijn fototoestel in de aanslag. Een uurtje later mag ik met de overzetboot naar Robbeneiland waar de drie uur durende uitstap in twee delen wordt uitgevoerd: één busrit rond het eiland en een bezoek aan de gevangenis die maximaal werd beveiligd totdat ze werd opgeheven begin jaren negentig. 

Het busritje geeft een kleine introductie over het eiland zoals de steengroeve waar de gevangenen werkten en het verkent ook de huizen waar de bewakers met hun gezinnen woonden. Leuk voor even, maar het echte hart is toch wel het bezoek aan de gevangenis. De rondleiding wordt verzorgd door een ex-gevangene die er jarenlang heeft vastgezeten. Bij sommigen van de verhalen krijg ik kippenvel en zeker bij het horen over een hongerstaking. De gevangenen op Robbeneiland zijn allemaal politieke gevangenen die in opstand kwamen tegen de apartheid en hier hun straf moesten uitzitten. De toestand was dus erbarmelijk en om daar verandering in te brengen, besloten de gevangenen om in hongerstaking te gaan: 29 dagen lang! Het horen vertellen van iemand of van iemand die het zelf heeft meegemaakt: het is toch een wereld van verschil...    Met opengesperde mond luister ik naar de verhalen van het leven als gevangene en dat allemaal omdat onderdrukte mensen in opstand kwamen voor mensenrechten. Gelukkig is dit in Zuid-Afrika een relikwie van het verleden, nu nog de rest van de wereld.  

Rond het middaguur beland ik terug bij V&A Waterfront wat nu een stuk drukker is. Ik dwaal er even rond op zoek naar de hop on en hop off bus die door Kaapstad rijdt. Het is even zoeken, maar uiteindelijk beland ik bij de plaats waar ze kaartjes verkopen. Via de busrit krijg ik een beter beeld van deze miljoenenstad. De bus rijdt namelijk door de binnenstad, maar gaat ook naar de Tafelberg en laat de kustlijn van Kaapstad zien om vervolgens terug te rijden. De legendarische Tafelberg is eigenlijk een must see wanneer je in Kaapstad bent, maar de fikse prijs, het nauwe tijdsschema en grauwgrijze weer doen me toch anders besluiten. Maar aan de voet van de Tafelberg beschik ik ook over een knap panorama van de Moederstad. De buitenwijken aan de kust vallen op door de vele patserige villa's die worden overschaduwd door hondslelijke hekken die metershoog reiken en de zwervers uit de buurt moeten houden. Een bizar schouwspel. De klok is al vijf uur gepasseerd wanneer ik terug ben om terug naar het hotel te keren voor een lang avondmaal. 

Zondag 18 september
Deze dag staat in het teken van een excursie langs het Kaaps schiereiland en ik heb heel lang getwijfeld om dit te doen. Het is namelijk dé klassieker wanneer je in Kaapstad bent, maar ook enorm toeristisch waar je in een rotvaart van de ene bezienswaardigheid naar een andere wordt geleid. Dat kan ik vandaag aan den lijve ondervinden, maar toch ben ik blij dat ik deze excursie gedaan heb, want dit wil je echt niet missen wanneer je in Kaapstad bent. De uitstap begint met een kleine stop bij Camp's Bay waar ik een mooi uitzicht heb over de kustlijn met vlak erachter De Twaalf Apostelen, zeventien pieken (en dus geen twaalf) die tot de Tafelberg behoren. Wat later bij Houtbay kan er een bootritje gedaan worden, maar niemand is geïnteresseerd. Deze plek is namelijk de aanlegplaats voor boten om de vele pelsrobben in de buurt te bezoeken. Die beestjes zijn trouwens ook gewoon hier te vinden aangezien ze half tam zijn gemaakt met het voedsel dat ze hier krijgen.   

Het is slechts tien uur 's ochtends wanneer we al aan de derde bezienswaardigheid van de dag beginnen: Chapman's Peak. Dit is een kustroute die langs de kliffen van het Kaaps schiereiland loopt en gerekend wordt tot de spectaculairste autoroutes ter wereld. En het mag inderdaad gezegd worden dat de vista's hier zonder meer spectaculair zijn. De azuurblauwe oceaan in combinatie met een mooi voorjaarszon zorgt voor mooie taferelen. Voorjaarszon? Ja, want Zuid-Afrika ligt aan de andere kant van de evenaar waar de seizoenen tegengesteld zijn aan de onze. De ene fotostop wordt opgevolgd door de andere omdat het hier zo mooi is. Wanneer de weg verder wordt gezet naar Kaap de Goede Hoop - dat overigens in een natuurpark is gelegen - slaat het weer om naar regenachtig en is het de enige dag van mijn reis waar ik een jas draag. Het meest noordwestelijke punt van Afrika is trouwens weinig bijzonder, de kaap die je wél wil bezoeken bevindt zich hier helemaal boven: Cape Point. Deze kaap kijkt over mooie kliffen uit en is één van de vele bezienswaardigheden op deze excursie. 

Het gezellige Simon's Town is de stopplaats om de inwendige mens te verzorgen. Naar verluidt is dit ook een fraai plaatsje om te bezoeken, maar buiten het restaurant heb ik er helaas weinig van gezien. Wat ik wel gezien heb, is Boulder's Beach en de zwartvoetpinguïns die zich hier bevinden. Ik zit eerst twintig minuten rond de ontzagwekkende rotsen van het plaatselijke strand te laveren vooraleer ik besef dat de pinguïns zich wat verderop bevinden in een aparte plek waar je inkom moet betalen. Dat geeft me nog slechts een kwartiertje om de beestjes te bekijken, maar het is genoeg om enkele van deze rakkers op gevoelige plaat vast te leggen. Dan is het nog even in het kleine busje zitten om naar de laatste plek van de dag te rijden: Kirstenbosch

Dit wordt één van de mooiste botanische tuinen ter wereld genoemd en zelfs in de lokale wintertijd zie ik meteen waarom. Ik heb slechts anderhalf uur om de ruim vijfhonderd hectare tellende tuin te verkennen en daarom ga ik meteen op zoek naar de blikvanger van deze tuin, de boomtoppenwandeling. In Kirstenbosch is er namelijk een voetgangersbrug aangelegd die langs de toppen van enkele bomen scheert. Ik schat dit zo'n zes meter hoog is, dus niet heel erg hoog, maar daarom niet minder leuk om te doen. In september groeien er nog niet veel bloemen en die zijn dus een opvallende afwezige in de tuin. Wat er wel volop te zien is, is het zogenaamde fynbos, Dit is vegetatie die enkel in de buurt van de Kaapstreek groeit. De tuin bevindt zich aan de voet van de Tafelberg en het is zelfs mogelijk om zo naar de top van de Tafelberg te gaan. Zo ver geraak ik niet, maar toch doe ik verrassend veel hoogtemeters in de tijd dat ik hier ben. Wat mij betreft is Kirstenbosch het hoogtepunt van deze supertoeristische dag. Het is gejaagd, maar o zo mooi!

woensdag 2 november 2022

Istanbul: een stad van twee werelden

Hoewel Istanbul zeker niet de oudste stad ter wereld is, is het misschien wel de stad met de meeste geschiedenis achter de rug. In de geschiedenisboeken gaat de staat door het leven als Constantinopel, Byzantium en Istanbul terwijl het de opkomst en ondergang van twee wereldrijken meemaakte: het Oost-Romeinse en Ottomaanse rijk. Nu is deze metropool de grootste stad van Europa en bezit het met de Bosporus een cruciale zee-engte. Door de uitzonderlijke locatie en deze rijke geschiedenis verbindt het de westerse en oosterse wereld en bevat het alle ingrediënten voor een perfecte citytrip!

Vrijdag 28 oktober
De luchthaven van Düsseldorf fungeert deze keer als vertrekpost, maar dat vertrek krijgt een zwart randje wanneer ik plots bericht krijg dat mijn hotel mijn reservering zonder pardoes heeft geannuleerd. De gegevens van de kredietkaart zouden klaarblijkelijk niet kloppen, terwijl andere hotels er wel mee kunnen werken... Een snelle zoekactie op Booking.com leidt me naar een iets duurder alternatief, maar belangrijker is dat het nieuwe hotel zich eveneens in de oude stad bevindt en dus centraal is gelegen. Het eerste hotel mag echter een heel erg negatieve review van mij verwachten, want dit heb nog nooit meegemaakt. 

Na ruim drie uur vliegen beland ik bij de luchthaven Ataturk in het Europese gedeelte van Istanbul. Verbindingen met het openbaar vervoer zijn naar verluidt behoorlijk kut met peren en de beste optie is om een taxi te nemen. Voordeel is wel dat taxi's hier enkel met afstand werken en tijd is dus geen factor in het tarief van een taxi. Gelukkig maar, want wanneer ik vertrek is het file en de laatste drie kilometer duren behoorlijk lang. Om zes uur 's avonds beland ik eindelijk in mijn nieuwe hotel en - geluk bij een ongeluk - de locatie is echt wel top met de voornaamste attracties in een straal van amper vijf minuten wandelen.

Een eerste wandeling die ik heb geplukt van Wikiloc doet me verdwalen in de gezellige drukte van het toeristische Istanbul. Trekpleisters bij uitstek zijn de Hagia Sophia en de Blauwe Moskee die het kloppend hart vormen van de oude stad. De Blauwe Moskee is onder renovatie en moet dus niet op mijn bezoek rekenen, maar naar de Hagia Sophia ben ik wel razend benieuwd. Klaarblijkelijk ben ik niet de enige want de wachtrij voor deze tot moskee omgevormde kerk is waanzinnig lang. Dan maar wat verder kijken in het centrum en zo maak ik kennis met de cisternes, de obelisken op de voormalige paardenrenbaan, diverse kerken, restanten van de legendarische stadsomwalling, een bazaar en uiteraard de Bosporus als sluitstuk. Het broeierige karakter van de stad in een mooi nazomerweertje overtuigt me dat ik een goede keuze heb gemaakt voor deze citytrip!   

Zaterdag 29 oktober
Het is een traditie om een citytrip te beginnen met een stadswandeling en op de eerste volledige dag wordt mijn gebruik in ere gehouden. Op Guruwalk heb ik een stadswandeling gevonden, maar die begint pas om half tien. Er was eentje om negen uur 's ochtends, maar die was al volzet. Dat betekent dus een half uurtje extra vullen en dat doe ik met een blitsbezoek aan het mozaïekmuseum dat zich vlakbij de Hagia Sophia bevindt. Het museum is niet groot, maar kan wel uitpakken met enkele mooie mozaïeken die voornamelijk bestaan uit mensen, dieren en mythische figuren. Vooral de grote mozaïeken weten te imponeren, hoewel ze niet allemaal ongehavend uit de strijd komen. De begeleidende uitleg is wat karig, maar wel voldoende om een beetje meer te weten over deze kunst. Een kwartier is echter voldoende om alles te bekijken, maar desondanks is dit museum wel een aanrader. Om de tijd verder te doden, drink ik nog Turkse koffie in de Arasta Bazaar vooraleer af te zakken naar de Hagia Sophia voor de stadswandeling. 

Waarom er nog een plaatsje vrij was op deze stadswandeling wordt snel duidelijk, want jeetje mina wat een massa is er aanwezig voor deze tocht. Gids Pinar raadt nog even aan om het mausoleum van sultan Ahmet I te bezoeken zodat we om vijf over half tien zeker kunnen starten. Het mausoleum grossiert in pracht en praal en is een voorbode van wat gaat komen de volgende dagen. De stadswandeling duurt ruim drie uur en verkent de belangrijkste plekjes van Sultanahmet, zeg maar de oude stad. De Hagia Sophia en Blauwe Moskee zijn uiteraard de belangrijkste spelers in dit wandelverhaal, maar gaandeweg trekken we ook langs de Basilica cisterne, het Topkapi-paleis en de buurt van Klein Hagia Sophia. Mijn verwachting wordt niet helemaal ingelost, want ik dacht dat we langs alle bezienswaardigheden zouden gaan en dat was dus niet het geval. Dat de wandeling toch zo lang duurt, heeft alles te maken met Pinar die erg geanimeerd vertelt over de geschiedenis van Istanbul. 

Ondertussen heeft Pinar ook reclame gemaakt voor een riviercruise op de Bosporus en dat stond ook op het verlanglijstje, dus maak ik er dankbaar gebruik van. De cruise zelf duurt twee uur en gaat via de Gouden Hoorn - een belangrijke inham van de Bosporus - naar het Aziatische gedeelte van Istanbul. Het boottochtje zelf is niet verschrikkelijk spectaculair, maar is nog altijd de beste manier om Istanbul in één enkele oogopslag te bekijken. Bezienswaardigheden die wat verder zijn gelegen zoals het Dolmabahcepaleis komen aan bod op deze trip en samen met de stadswandeling geeft de riviercruise een vrij compleet beeld van Istanbul. De druk gesticulerende Pinar is nu echter gebonden aan de microfoon van de boot waardoor de uitleg wat karig is en te wensen overlaat.

De avondsessie gaat door in Üsküdar wat tot het Aziatische gedeelte van Istanbul behoort. Deze zaterdag is het echter een nationale feestdag en het anders drukke Istanbul is getransformeerd tot een nog gigantischere mierenhoop waar toeristen en locals vechten om elke meter doorgang. De beloofde food tour heeft daarom meer weg van een wedstrijdje door de massa lopen en voelt wat te druk aan om genietbaar te zijn. Toch geeft het wel een goed beeld van het meer stadsgerichte Aziatische zijde waarin pleintjes, restaurantjes, kantoorgebouwen en voedselkraampjes in harmonie naast elkaar leven. Bij een food tour moet er uiteraard gegeten worden en ik eet dus küfene - een soort gebak - in een restaurant dat toepasselijk Küfene heet. Duur, maar wel erg lekker! Bij dit vijfdaagse bezoek in Istanbul ben ik een kilootje bijgekomen, maar dat is een last waarmee ik zeker kan leven :-)  

Het slotstuk vindt plaats bij de Hagia Sophia wat tot maar liefst elf uur 's avonds open is. Onder het bewind van Erdogan is de Hagia Sophia opnieuw omgevormd tot een moskee waardoor deze voormalige kerk de gehele dag open is. 's Avonds is de wachtrij een stuk korter en na amper tien minuten wachten, ben ik al binnen. Wanneer ik de Hagia Sophia binnenstap, kan ik maar één woord uiten: "Wauw!". Het interieur van de Hagia Sophia is zonder enige twijfel het meest indrukwekkende wat ik van heel Istanbul heb gezien. Misschien heeft de atmosferische belichting er iets mee te maken, maar dit is van een buitengewone schoonheid die je zeker moet gezien hebben! De lage luchters, prachtige geometrie en ongeëvenaarde architectuur maken van de Hagia Sopha zonder meer het pièce de résistance van mijn citytrip. 

Zondag 30 oktober
Dat het in Istanbul druk kan zijn, heb ik gisteren aan den lijve ondervonden en ik wil graag op tijd zijn om het archeologisch museum te bezoeken. Wanneer ik echter om acht uur 's ochtends aan het ontbijt sta, gaapt er een grote, lege duisternis voor mij in de ontbijtzaal. "Over tien minuten is het ontbijt klaar", hoor ik. Tof, maar dat is toch wel wat te laat voor mij. Dan vertrek ik maar met een lege maag naar de site van het Topkapipaleis waar het archeologisch museum om negen uur opengaat. Een overijverige bewaker denkt er anders over en zegt dat we best terugkomen om negen uur aangezien toeristen nog niet zijn toegelaten... Dan dwaal ik maar een half uurtje rond in het nabij gelegen park, maar van de legendarische Turkse gastvrijheid kan ik enkel zeggen dat ze inderdaad een legende is en op weinig waarheid berust. 

Om negen uur kan ik toch aan de queeste beginnen om een kaartje te bemachtigen, maar op Google Maps is het moeilijk om de ingang van het museum te vinden. Na wat zoeken, vind ik uiteindelijk toch een loket, maar het blijkt om het loket voor het Topkapipaleis te gaan. Dan heb ik maar een dosis opportunisme toegepast en heb ik de plannen omgedraaid: vandaag het Topkapipaleis en morgen het archeologisch museum. Op Google staat echter dat het paleis slechts om tien uur opent, maar wanneer ik er veertig minuten vroeger arriveer zijn de deuren toch verdacht hard open. En jawel, het paleis is open en de ochtend is het ideale tijdstip om de Harem te verkennen, het gedeelte waar de concubines van de sultan verblijven. Dit complex is ontegensprekelijk het hoogtepunt van het paleis met als hoogtepunt de kamer van de sultan. Er zijn ook verscheidene bad- en slaapzalen, maar die spreken minder tot de verbeelding. 

Het Topkapipaleis is uitgerust met vier hoven die elk één of meerdere gebouwen kennen. De bibliotheek is bijvoorbeeld daar één van en ziet er indrukwekkend uit. Nadeel is wel dat de prachtige architectuur na een tijdje monotoon begint te worden en dan valt vooral het overdadige karakter van al die pracht en praal op. Toch kan het paleis uitpakken met andere troeven zoals knappe tuinen en een mooi vergezicht over de Bosporus. Naar het einde toe bezoek ik de keukens en de zilvercollectie van het paleis, maar dat wordt een blitsbezoek aangezien het me weinig kan bekoren. In de vroege namiddag stap ik een half uurtje om uiteindelijk bij de Süleymaniye-moskee te belanden. Deze moskee is gebouwd door de legendarische architect Sinan die tientallen moskees en andere indrukwekkende gebouwen heeft ontworpen. Zelf beschouwde Sinan de Süleymaniye-moskee als zijn beste werk. 

Toch vind ik deze moskee eerder teleurstellend omdat het vrij eenvoudig is ontworpen. De moskee is zonder meer groot, maar het ontwerp mist een beetje het spectaculaire karakter van pakweg de Hagia Sophia en van buiten ziet de moskee er meer imponerend uit dan binnen. Hier bevinden zich ook tombes van onder andere Sinan en twee sultans. Het weet me echter niet aan te spreken. Rondom de Grand Bazaar bevinden zich honderden andere winkeltjes en die buurt verken ik voordat ik naar de Galatabrug wandel. Op zondag zijn er echter veel winkeltjes gesloten en gaat het al snel naar de Galatabrug. Deze brug over de Gouden Hoorn verbindt de wijken Eminönü en Galata waar zich het meer residentiële Istanbul afspeelt. De buurt rond de Galatatoren blijft echter erg toeristisch en het uitzicht bij een dakterras is toch minder indrukwekkend dan gehoopt. De prijs van eten en drank daarentegen is wel indrukwekkend! 

Via de metro ga ik vervolgens naar Taksim, een plein dat in het commercieel centrum van Istanbul ligt en met de benenwagen ga ik vervolgens terug naar het hotel. In één van de gidsen die ik heb meegenomen, wordt een wandeling in dit stadsgedeelte aangeraden en ik volg gedeeltelijk dit parcours. Het wordt aangeraden omdat dit een andere zijde van Istanbul belicht en dat is inderdaad waar, ik wandel namelijk door hoofdzakelijk residentieel gebied en er is een reden waarom andere gidsen dit niet opnemen in hun programma: er is namelijk weinig te zien. Het tofste gedeelte is Karakoy waar er zich een overaanbod van winkeltjes en restaurantjes bevindt. Uiteindelijk spendeer ik nog het meeste tijd bij de Egyptische Bazaar waar het gezellig druk is en een mooie afsluiter voor een goed gevulde dag.      

Maandag 31 oktober
Het archeologisch museum heb ik gisteren gemist, maar dat maak ik vandaag goed met een vroeg bezoek aan deze schatkamer uit de oudheid. Ik betaal slechts het equivalent van vijf euro en pas later leer ik waarom. Het museum bestaat namelijk uit drie gebouwen, maar het gebouw dat alle artefacten uit de oudheid bevat, is gesloten. Dus geen Poort van Ishtar of Verdrag van Kadesj voor mij en dat is toch wel wat jammer. Gelukkig zijn er voldoende andere zaken te bezichtigen, te beginnen met honderden beelden uit de Romeinse tijd. Het huidige Anatolië is bijna 1500 jaar in Romeinse (en Byzantijnse handen) geweest en dus kan ik me verheugen op een hele hoop beelden. Het mooie is dat je de evolutie in de verfijning van het beeldhouwwerk ziet. Eerst zijn de vlakken eerder rechthoekig, maar in beelden na Christus zijn de beelden haast levensecht. Maar het zijn echt wel heel erg veel beelden en na een uurtje is het wel meer dan genoeg. 

Dat is slechts het topje van de ijsberg, want de collectie van het archeologisch museum is veel groter dan enkel dit. Er is ook een grote ruimte gewijd aan de ontdekking van Troje en het belicht ook hoe archeologie juist tewerk gaat. Dit kon me eerlijk gezegd minder bekoren omdat de artefacten hier nogal droog worden gepresenteerd. Sowieso is dit een museum dat een nagenoeg onbestaande interactieve toets kent, een filmpje hier en daar uitgezonderd. De uitgebreide muntcollectie was dan wel weer de moeite waard, maar was helaas zo slecht belicht dat je de petieterige rondjes edelmetaal amper kon bekijken op een fatsoenlijke manier. 

De sarcofagen op het gelijkvloers zijn allerminst klein en hier zitten enkele knap versierde stukken bij. Kopstuk is een sarcofaag van Alexander de Grote die eigenlijk toebehoort aan iemand anders, maar voor het gemak aan 's werelds bekendste Macedoniër wordt toegeschreven. Andere tombes zijn net zo groot en net zo indrukwekkend. Maar ook hier geldt weer dat de collectie groot is met tientallen en tientallen sarcofagen zodat je het na een tijdje zowel letterlijk als figuurlijk hebt gezien. Een tweede gebouw is een klein paviljoen waarin enkele tegels uit Iznik worden getoond, maar dat zei me vrij weinig. Jammer dus dat het andere gebouw - wegens renovatie - gesloten is, maar c'est la vie!

Iedereen die in Istanbul komt, moet wel eens de Grand Bazaar bezocht hebben, al was het enkel om een sfeerimpressie te hebben van 's werelds grootste overdekte winkelcentrum. Nog voordat ik binnenstap, vraagt er iemand of ik geïnteresseerd ben in horloges. Nou en of! En voor ik het weet, heb ik een echte Rolex gekocht voor 130 euro, als dat geen koopje is! Gelukkig heeft de douane het certificaat van echtheid niet gevraagd... De bazaar is wel een belevenis, maar de waarheid is echter dat in deze buurt er andere bazaars zijn - zowel binnen als buiten - die veel goedkoper zijn. Toch moet je hier zeker eens geweest zijn, al was het om maar van de sfeer te proeven. 

Het laatste hoofdstuk in het boek dat Istanbul heet, wordt geschreven door twee cisternes. Gids Pinar had twee dagen eerder de Şerefiye cisterne aangeprezen omdat de wachtrijen hier veel korter zijn en omdat er een spectaculaire lichtshow te bewonderen valt. Het bezoekje van tien euro laat echter wel een zure nasmaak, want dat vind ik toch wel wat veel geld voor een inderdaad mooie lichtshow, maar de cisterne zelf is echt wel klein. Dan is de Basilica cisterne toch wel een stuk mooier om te bezoeken. Ondanks de lange wachtrij gaat het verbazingwekkend snel vooruit en de cisterne hier is veel groter en weet veel meer te imponeren dan de Şerefiye cisterne. Ook hier is de belichting simpelweg toverachtig en hier neem ik enkele van mijn mooiste foto's van dit jaar. De rode en dan groene lichten zorgen voor erg mooie plaatjes. Ik heb hier met veel plezier veertig minuten rondgedoold en de Basilica cisterne is wat mij betreft één van de verplichte nummers in Istanbul. 

Conclusie
Drie volledige dagen is eigenlijk veel te weinig om een stad van zestien miljoen inwoners te verkennen en daarom heb ik me hoofdzakelijk beperkt tot de toeristische ususal suspects die zich in het historische stadsgedeelte bevinden. Het is typisch in die zin dat ik kerken, museums, moskeeën en winkeltjes heb gezien, maar niemand zal na een bezoek van de Hagia Sophia of de Basilica cisterne onberoerd blijven. Dit zijn dingen die je absoluut moet gezien hebben als je in Istanbul bent. Dat maakt dat er weinig tijd overbleef om het echte Istanbul te ontdekken en dat is jammer, maar ook weer niet. 

Ik verklaar me nader: ik had absoluut graag meer tijd gespendeerd in het Aziatische gedeelte of de buurt rond het Taksim-plein, maar deze wijken zijn meer residentieel en de parkjes en pleintjes verliezen ook gauw hun charme. Toch zijn hier zeker verborgen parels te ontdekken, maar er is een reden waarom het historisch centrum zoveel toeristen aantrekt. Dat is misschien wel het grootste nadeel van Istanbul: een drukke stad wordt in dit stadsgedeelte nog eens onder de voet gelopen van een niets ontziende toeristenmassa en daar moet je wel rekening mee houden. Als je daarmee kan leven, is dit een stad die zijn evenknie niet kent op het gebied van cultuur en geschiedenis en dat wil je niet missen. En zo denken miljoenen anderen er ook over ieder jaar.