dinsdag 28 juli 2020

De Westweg in het Zwarte Woud

In deze tijden van Corona is het niet eenvoudig om een leuke vakantieplek te vinden en het werd voor mij een beetje improviseren om een geschikte locatie te vinden. Mijn oorspronkelijk plan was om de Alta Via I in de Dolomieten te hiken, maar gezien de Italiaanse cijfers met het virus heb ik dat maar wijselijk geannuleerd. Als alternatief bleef ik een weekje dichter bij huis, namelijk in het Zwarte Woud. 

Het Zwarte Woud
Het Zwarte Woud is een bosrijk middelgebergte dat zich in het zuiden van Duitsland bevindt vlakbij de grens van Frankrijk en Zwitserland. Het bestaat voornamelijk uit naaldbomen en heeft op dit vlak wel wat weg van de Belgische Ardennen. Het  Zwarte Woud heeft echter toppen die een stuk hoger zijn. De hoogste daarvan is de Feldberg die 1493 meter hoog meet. Deze toppen herbergen uiteraard mooie panorama's, maar ook de glooiingen in het landschap onderweg zijn soms goed voor leuke blikken op de weidse omgeving. 


De Westweg is één van de langeafstandswandelingen die het Zwarte Woud doorkruist, samen met de Ostweg en Mittelweg. De Westweg is hiervan de meest beroemde en pittoreske en is ongeveer 285 kilometer lang. Dat is toch wel lang voor een weekje vakantie en daarom heb ik het traject opgepikt vanaf Hausach naar Basel. Dit is ongeveer in het midden van de Westweg en goed voor ruim 150 kilometer. Bovendien bevat de laatste helft ook de meeste - zoniet alle - hoogtepunten van de Westweg zoals een passage langs de bron van de Donau en verschillende tochten langs bergtoppen. 


De Westweg bevat eveneens een oostelijke en westelijke variant die in de buurt van de Titisee opsplitst. De westelijke versie is de meest bekende variant aangezien dit de klassieke route is die de meeste wandelaars nemen en dat heb ik ook gedaan. Deze versie is ook een stukje korter dan de oostelijke die één dagje langer duurt.

Dag 1 Hausach - Brend
Deze etappe begint in het kalme stadje Hausach waar het mogelijk is om met de trein te arriveren aangezien het beschikt over een klein stationnetje. De gezellige hoofdstraat wordt in de eerste meters aangedaan, maar daarna gaat het steil omhoog. De etappe van Hausach naar Wilhelmshöhe gaat een kleine 1300 meter naar omhoog waarvan zo'n zeshonderd meter op de eerste vijf kilometer. De bospaden bevatten soms stevige kuitenbijters, maar het zijn vooral de te volgen bordjes die de moeilijkste uitdaging van het beginstuk zijn. Het gebeurt meermaals dat ik verkeerd loop en mijn GSM gebruik om me te heroriënteren. 


De wandeling vind ik niet bijzonder fraai, maar wordt wel opgeleukt door een aantal bezienswaardigheden zoals een vernietigde vesting, een burcht bij het begin van de wandeling en twee rotsen: de Huberfelsen rots en Karlstein. De stukken bij deze rotsen zijn een beetje uitdagender aangezien de ondergrond meer rotsachtig is en je dient uit te kijken voor uitstekende boomwortels en stenen. Op deze hoogte heb je ook een mooi uitzicht over de omgeving, maar dit wordt dikwijls gehinderd door de aanwezige struiken en bomen. 


De eerste vijftien kilometers gaan voornamelijk door bos en bij de volgende vijf kilometer bevind ik me meer in open landschap. Op twintig kilometer nabij Wilhemlshöhe wordt de eerste etappe normaal gezien afgesloten, maar aangezien ik gepakt ben met tent en rugzak stap ik nog een stukje door. Eerst verloopt dit via een knuppelpad in het rustieke natuurgebied Blindensee en daarna door verscheidene landbouwgehuchten. De finale stopplaats is bovenaan de berg Brend waar de ondergaande zon een mooi decor vormt voor deze eerste dag. 

Dag 2 Brend - Titisee
De tweede dag kan ik het best omschrijven als een rotdag, want op deze dag was er weinig te genieten op wandelvlak. Illustratief voor deze dag zijn de paden die langs rijwegen lopen en daar soms ook beginnen en eindigen. Met andere woorden: ik stap rustig op een rijweg, sla rechts af in een bos, stap hooguit tien minuten door dit bos om uiteindelijk terug op die rijweg te belanden. Het gebeurt niet één of twee keer, maar zelfs ettelijke keren Even later wordt het toppunt helemaal bereikt met de aanwezigheid van de erg drukke B500 in de buurt van Kalte Herberge waar de tweede etappe wordt afgesloten. 


Het stuk richting Titisee is gelukkig leuker om te wandelen, maar nog steeds geen topmateriaal. Na Kalte Herberge gaat het opnieuw voornamelijk door bos, maar wordt er ook veel aan houtkap gedaan waardoor het bos een meer open karakter krijgt. De drukke B500 wordt ook een keer overgestoken in een gevaarlijke bocht en vanaf hier gaat het via open vlaktes en bosrand richting Titisee. Dit stuk van de wandeling levert soms prachtige vergezichten op door de glooiingen in het landschap. 


De dag eindigt zoals die begon: in mineur. De afdaling naar Titisee is helaas een verplicht nummer en duurt tergend langzaam. Het gaat voornamelijk via verharde wegen en het helpt ook niet dat deze plek een toeristisch epicentrum is. Als je op zoek bent naar een beetje rust, kan je deze plek beter mijden en dat heb ik vervolgens gedaan...

Dag 3 Titisee - Weidener Eck
Waar de vorige etappe een stevige tegenvaller was, is deze etappe uitgegroeid tot het koninginnenstuk van mijn trekking van de Westweg. Dat is in grote mate te danken aan de Feldberg, het dak van de Westweg met een hoogte van 1493 meter. De klim naar de top wordt omschreven als een beklimming met een alpien karakter wat misschien overdreven is, maar het is wel het leukste stuk van de hele Westweg. De natuur wordt namelijk wat ruiger en de wandelpaden ook. 


Voor het zover is, gaat het eerst naar de voet van de Feldberg. Dat levert naar goede gewoonte weer wat zoekwerk op bij de dorpjes, maar het is nu de eerste keer dat een bordje helemaal verkeerd staat. Wat zoekwerk op mijn GSM later heb ik de schuldige kunnen vinden: het bordje staat echt wel helemaal verkeerd aangeduid. Gelukkig heb ik de route als GPX-formaat bij als alternatief, want als je je enkel baseert op bordjes loop je hier hopeloos verloren wat een aantal wandelaars ook deden. 


De klim naar de Feldberg is wat mij betreft het leukste moment van de hele Westweg door de uitdaging. Veel wandelaars denken er ook zo over, want dit is ook verreweg de drukste locatie van de hele Westweg. Op de top van de Feldberg staan er honderden wandelaars die naar boven of naar beneden gaan. De daling van de Feldberg verloopt via een onhandig aangelegd pad met een aantal treden die met zin voor ongeluk zijn gebouwd. 


Het slot van deze dag brengt me aan de voet van Belchen, een andere top in de buurt. Hier wordt het bos een tijdje vaarwel gezegd en gaat het via een pad dat langs weides loopt naar Weidener Eck. Maar in het Zwarte Woud is het bos nooit helemaal weg en 's avonds beland ik opnieuw tussen de vele naaldbomen van het Zwarte Woud. 

Dag 4 Weidener Eck - Egisholz
Ook de vierde dag is - letterlijk en figuurlijk - een topper, want twee ik bezoek twee toppen. 's Ochtends is het de eer aan de Belchen en in de namiddag aan de Blauen. Beide toppen zijn goed voor spectaculaire vergezichten over de omgeving, wellicht nog beter dan de Feldberg. Bovendien is de klim naar Belchen één van de meer uitdagende passages. 


's Ochtends begin ik aan de klim naar de Belchen en dat is goed getimed. Op deze warme zomerdag draag ik een backpack van ruim achttien kilo en dan driehonderd hoogtemeters overwinnen in de blakende zon is niet evident. Ook zonder de aanwezigheid van een blakende zon is het zweten en zwoegen om de top van de Belchen te bereiken. Deze klim is wat technischer dan de meeste andere beklimmingen door de rotsachtige ondergrond en daarom eveneens één van de leukere momenten op de Westweg. Ik word wel beloond met een prachtig panorama op de top van de Belchen. 


Daarna gaat het richting Blauen, een andere top die een mooi panorama biedt over het zuidelijke gedeelte van het Zwarte Woud. Deze klim gaat over brede paden zoals veel stukken op de Westweg en daarom wat minder interessant. Daarop volgt een daling van meer dan duizend meter en dat maakt deze wandeling wat gemakkelijker. Net wanneer ik het als een sleur dreig te ervaren, is er de Sausenburg. Dit is een ruïne van een burcht die in 1678 is vernietigd door de Fransen. De toren is nog toegankelijk en de moeite waard om te bezoeken. 


De officiële etappe eindigt in Kandern, maar ik stap nog een stukje door en passeer de prachtige Wolfsschlucht. Miljoenen jaren geleden was dit een koraalrif, maar tegenwoordig is het een kleine kloof en wat mij betreft het mooiste stukje bos van de hele Westweg. Eindigen doe ik bij een schuilhut in de buurt van Egisholz. 

Dag 5 Egisholz - Basel
Ik zag een beetje op tegen de vijfde dag aangezien de slotetappe van de West Highland Way vorig jaar ook geen hoogvlieger was en bovendien verwachtte ik weinig natuurpracht bij een etappe naar een grootstad. Dat viel echter verrassend goed mee aangezien enkel de stationsbuurt zelf stadsgebied is. Al de rest is opvallend groen op het slotstuk van de Westweg. 


Deze dag begint met dezelfde kwaal als wat de gehele Westweg typeert: eindeloos lijkende passages langs brede wegen door naaldbos die vrij monotoon verlopen. De eerste kilometers gaat het erg vlot, maar het wordt steeds moeilijker om me te enthousiasmeren voor deze stroken door bos. De eerste grote stop vindt plaats bij Burg Rötteln, eveneens een burcht die door de Fransen is vernietigd in 1678. De ruïnes zijn echter wel een stuk groter dan Sausenburg, maar op dit vroege uur was het complex nog niet geopend. 


Daarna gaat het naar Zwitserland via het dorpje Tumringen en hier zie ik enkele wijngaarden. De blakende zon pleegt een aanslag op mijn fysieke en vooral psychologische vermoeidheid en ik stop noodgedwongen een aantal keren om water te drinken. Gelukkig is er niet veel verder een bos en kan ik verder stappen in de koelte van het bos. De laatste kilometers lopen langs het riviertje Wiese wat ook voor de gewenste verkoeling zorgt en tevens geldt als een groene long in Basel. De slotkilometer gaat langs de stationsbuurt en wordt zelfs voorafgegaan door een kleine passage door een dierenpark. Een verrassende afsluiter voor een wandeling die een stuk beter is geworden dan ik aanvankelijk dacht. 

Conclusie
Bij het terugkijken op de trekking van de Westweg heb ik vrij veel gemengde gevoelens. Het decor van het Zwarte Woud is vrij monotoon door de quasi alomtegenwoordige aanwezigheid van naaldbomen, de brede wegen zijn niet uitdagend om te bewandelen, veel afwisseling in landschap is er niet en twee etappes van de zeven zijn zelfs (zware) tegenvallers. 

Anderzijds zit er - met een beetje zin voor overdrijving - alpiene beklimmingen in de Westweg met het stijgen naar de Feldberg en Belchen, bieden de bergtoppen knappe panorama's over de omgeving, zitten er leuke, onverwachte passages bij zoals de Wolfsschlucht en zal je niet op je honger blijven zitten op het gebied van hoogtemeters. Alles bij elkaar genomen, mag ik zeker spreken van een geslaagde trekking, maar dan wel met de kanttekening dat er twee saaie etappes bijzitten. 

De volledige Westweg hiken duurt dubbel zo lang en de eerste helft is volgens mij (een stuk) minder mooi dan de tweede helft. Ik ben dus blij dat ik niet de gehele Westweg heb gedaan, want dan zou het monotone karakter van deze trekking de gehele ervaring hebben overheerst.