zondag 18 juni 2017

Tabellen en specs update 2

Staat van de collectie
De laatste update van mijn collectie is een half jaar geleden en in dit semester zijn er een aantal verschuivingen gebeurd. Het is te zeggen: met verschuivingen bedoel ik drie nieuwe aanwinsten, want zover groeit mijn collectie alleen maar. Dit jaar ga ik meer de vintage-tour op en zijn er twee nieuwe vintage exemplaren bijgekomen, namelijk de King Seiko met referentie 4502-7010 uit 1971 en de Omega Seamaster Day Date uit 1979. Het voordeel van vintage-horloges is dat ze betaalbaar zijn, nog steeds over een zekere charme beschikken na al die jaren, nog steeds er erg elegant uitzien en de afwerking van deze specifieke afwerkingen is uitmuntend. De derde aanwinst is een Deep Blue Protac 1000. Ik was al een tijdje op zoek naar een bijkomende tool watch en de Deep Blue vervult die functie perfect. 

De volledige collectie ziet er dus nu als volgt uit:

- Rado D-Star
- Orient ER24001B
- Orient FFD0F001W
- Seiko SARB065
- Wwoor
- Melbourne Watch Company Portsea
- Seiko SBGA011
- Omega Speedmaster Dark Side of the Moon
- Seiko SBGR083
- Rolex Submariner met referentie 114060
- King Seiko met referentie 4502-7010
- Deep Blue Protac 1000
- Omega Seamaster (Day Date) met referentie 366.0848

Als ik dit in tabelletjes giet, levert dat volgend resultaat op:

Movement
Quartz
Rado D-Star, Wwoor
Automaat 21 600 tikken per seconde
Orient FFD0F001W, Orient ER24001B, Seiko SARB065, Deep Blue Protac 1000
Automaat 28 800 tikken per seconde
Melbourne Watch Company Seaport, Omega Speedmaster DSotM, Seiko SBGR083, Rolex Submariner, Omega Seamaster
Automaat 36 000 tikken per seconde
King Seiko
Spring Drive
Seiko SBGA011

Glas
Mineraal
Orient ER24001B, Wwoor, King Seiko
Hexalite
Omega Seamaster
Hardlex
Seiko SARB065
Saffier
Orient FFD0F001W, Melbourne Watch Company Seaport, Seiko SBGA011, Rado D-Star, Omega Speedmaster DSotM, Seiko SBGR083, Rolex Submariner, Deep Blue Protac 1000

Band
Lederen polsband
Seiko SARB065, Orient ER24001B, Melbourne Watch Company Seaport, King Seiko
Stalen armband
Orient FFD0F001W, Rado D-Star, Seiko SBGR083, Rolex Submariner, Omega Seamaster
Titanium armband
Seiko SBGA011
Mesh
Wwoor
Silicoon
Deep Blue Protac 1000
Nylon
Omega Speedmaster DSotM

Prijscategorie
<100 euro
Wwoor
100 – 200 euro
Orient ER24001B, Deep Blue Protac 1000
200 – 500 euro
Seiko SARB065, Orient FFD0F001W, King Seiko
500 – 1000 euro
Melbourne Watch Company Seaport, Omega Seamaster
+ 1000 euro
Rado D-Star, Seiko SBGA011, Omega Speedmaster DSotM, Seiko SBGR083, Rolex Submariner

Stijl
Sport
Wwoor, Omega Speedmaster DSotM
Duiker
Rado D-Star, Rolex Submariner, Deep Blue Protac 1000
Dress
Seiko SBGA011, Seiko SARB065, Orient ER24001B, Seiko SBGR083, King Seiko
Marine
Melbourne Watch Company Seaport
Casual / dress
Orient FFD0F001W, Omega Seamaster

Kleur wijzerplaat
Wit
Seiko SBGA011, Seiko SARB065, Orient FFD0F001W
Blauw
WWoor, Melbourne Watch Company Seaport
Zwart
Orient ER24001B, Omega Speedmaster DSotM, Seiko SBGR083, Rolex Submariner, Deep Blue Protac 1000
Grijs
Rado D-Star, Omega Seamaster, King Seiko

Variatie
De enige conclusie die ik kan trekken na het bekijken van deze tabelletjes is dat m'n collectie gevarieerder is dan ooit tevoren. Ik heb altijd gezegd dat ik wel van variatie in m'n collectie houd en dat komt hier zeker tot uiting. Een mooi voorbeeld hiervan is de movements waar bij de automaten ik minstens één exemplaar heb van elke moderne variant. Bij de kleur van de wijzerplaat is er dan weer eentonigheid troef met voornamelijk grijze, witte en zwarte wijzerplaten. 

Het ziet er eveneens naar uit dat ik aan dit tempo aan twee soorten collecties begin: één van vintage horloges en een ander voor moderne horloges. Na de King Seiko en Omega Seamaster ben ik namelijk van plan om nog andere vintage horloges aan te schaffen. Ik denk dan in de eerste plaats aan de Bulova Accutron 214 met stemvorm dat al een tijdje op m'n verlanglijstje prijkt. 

Liquideren
Deze collectie begint al aardige proporties aan te nemen en ik overweeg om een aantal horloges te verkopen. De Orient ER24001B staat in de uitverkoop en kan deze week nog de deur uitgaan. Ook de Rolex Submariner ga ik in de etalage plaatsen. Het is een fantastisch horloge, maar toch niet helemaal mijn smaak. Ook de Portsea gaat wellicht in de uitverkoop komen te staan, al is het niet onmiddellijk. Ik draag dit horloge te weinig om  het in m'n collectie te houden. Tenslotte is er nog de Wwoor die ik eveneens zelden draag, maar dit Chinese horloge is zo goedkoop dat ik niet aan de straatstenen zou kwijt geraken. De vraag die dan nog rest, is of ik zoiets moet laten meetellen voor m'n collectie... 

zondag 11 juni 2017

When in Rome do as the Romans do

2017 geldt als mijn inhaaljaar voor vakanties die ik lang in het verleden had gepland, maar nooit heb uitgevoerd. Eéntje die al heel lang op het verlanglijstje stond was de eeuwige stad, Rome. Als kind had ik een enorme fascinatie voor de Romeinen en hun beschaving is de bakermat voor de moderne westerse samenleving. Hoewel deze interesse is afgenomen na al die jaren, blijft deze stad me boeien en kon een citytrip natuurlijk niet ontbreken.  

Een reis is eigenlijk een soort van miniproject en zoals bij elk project is een goede planning dan onontbeerlijk. Ik had deze trip gepland begin dit jaar en dat leverde een significante besparing op voor m'n portemonnee. De vlucht heb ik zo kunnen boeken voor 91 euro en het verblijf in Rome zelf bedroeg een erg schappelijke 282 euro voor zes overnachtingen (inclusief drie euro toeristenbelasting per dag). Tel daarbij de Roma Pass die je voor dertig à veertig euro kan aanschaffen (afhankelijk of het twee of drie dagen is) en je hebt een goedkope manier om deze magische stad te ontdekken. 

Zondag 4 juni
Op zondag vertrek ik via Zaventem en na de recente terreuraanslagen in Londen en stakingsaanzegging van de douaniers heb ik me al op het ergste voorbereid. Gelukkig valt dat erg goed mee en aangezien ik enkel handbagage mee heb en m'n boarding pass op m'n smartphone staat, mag ik onmiddellijk naar de security check. Dit duurt slechts een kwartiertje, al zal de dag van de week (zondag) er ook wel mee te maken hebben. 

Na een vlucht van amper één uur en veertig minuten land ik op Italiaanse bodem. Voor 14 euro neem ik vervolgens de Leonardo Express naar Roma Termini waar mijn hotel letterlijk één blok is van verwijderd. De hotelkamer blijkt vrij elementair te zijn, maar voor dit bedrag in hartje Rome verwacht ik vanzelfsprekend geen grootse luxe. Alle basisvoorzieningen zijn echter aanwezig en - belangrijker - het bed biedt voldoende slaapcomfort. 



's Avonds ga ik naar twee van Romes grootste toeristische attracties: de Trevifontein en de Spaanse trapen. Zoals te verwachten, kan je hier over de hoofden lopen, maar bij de Trevifontein is dit totaal niet erg. Deze fontein ziet er erg mooi uit en bijna iedereen wil een selfie met de fontein op de achtergrond. De magie van de Spaanse Trappen ontgaat me echter volledig. Deze trappen zijn gelegen aan Piazza di Spagna waar een mooie fontein staat met daarachter de beroemde trappen. Het pleintje ziet er fraai uit en bovenaan de Spaanse Trappen heb je een mooi panorama over Rome. Maar waarom hier zoveel toeristen komen, is me eerlijk gezegd een raadsel... 

Maandag 5 juni
De eerste volledige dag in Rome staat in het teken van de Romeinse beschaving tweeduizend jaren geleden. Het Forum Romanum biedt een uitgebreide collectie van Romeinse gebouwen, sites en tempels die vroeger het hart vormden van het oude Rome. De meeste gebouwen en tempels zijn ruiïnes en je moet al over veel verbeeldingskracht beschikken om een idee te vormen hoe het er hier vroeger uitzag. Toch is het forum zeker en vast de moeite waard. Gewapend met een toeristische gids heb ik net iets meer informatie en zie ik dus meer dan enkel de overblijvende stenen die hier liggen. De informatieborden zijn een nuttige toevoeging en ik heb drie uur nodig om het forum op m'n gemak te bekijken. Je kan op de heuvel ook het Palentijn bekijken dat ook deel uitmaakt van deze site en even groot is als het forum. Dat heb ik echter gereserveerd voor een andere dag en dus beperk ik me tot dit gedeelte van het forum. Als je het forum verlaat, zie je verscheidene archeologische sites waaronder de markten van Trajanus, maar dit spreekt me minder aan. 



Naast het forum staat het Colosseum en met de Roma Pass mag ik de rij wachtenden vriendelijk begroeten en passeren. Ik heb geen hoge verwachtingen van het Colosseum aangezien ik een typische toeristenval verwacht. Dat blijkt echter ongegrond te zijn, want Romes grootste amfitheater ooit is een imposant bouwwerk. De beroemde zuidelijke zijde is knap gerestaureerd en ook de meer vervallen stukken van het theater zien er nog steeds heel behoorlijk uit. Er wordt ook een heleboel informatie gepresenteerd over het Colosseum. Niet alleen over het ontstaan en het doel, maar ook hoe het werd gebruikt in de Middeleeuwen (er stond vroeger zelfs een kerk in!) en hoe het de basis vormde van Mussolini's propaganda. 

In de avond maak ik tenslotte een rondwandeling in de buurt van Via Veneto wat ik één van de minder mooie buurten van Rome vind gezien het gebrek aan trekpleisters zoals kerken of pleintjes. 

Dinsdag 6 mei
Op deze dag is het de beurt aan die andere bekende toeristische trekpleister: Vaticaanstad. Dit is de enige keer in de hele week Rome dat ik de metro neem en dan moet ik nog zo'n anderhalf kilometer stappen totdat ik bij 's werelds kleinste natie arriveer. Aan het Sint-Pietersplein staat één van de vele toeristische gidsen die me overtuigt om een rondleiding te nemen met gids. Het kostenplaatje is vrij hoog met 55 euro, maar het heeft wel één gigantisch voordeel: je mag de rij wachtenden passeren aangezien alle gidsen werken met een vast urenschema. De rondleiding zelf duurt 2,5 uur en omhelst enkel het Vaticaans museum. De rij wachtenden aan dit museum is werkelijk belachelijk lang en ik ben blij dat ik niet moet aanschuiven in deze lange rij. 

Het Vaticaans museum is het op één na grootste museum ter wereld en is in totaal ongeveer 16 kilometer lang. Het museum heeft wel één groot nadeel: de vorm. Het is langwerpig waardoor alle toeristen letterlijk continu door een flessenhals worden gedrukt. De drukte is er zo enerverend dat het (gedeeltelijk) ten koste gaat van dit mooie museum. De rondleiding zelf is interessant, maar toch ook wel een beetje overhaast. Ik schat dat de rondleiding zelf in het museum slechts anderhalf uur duurt wat toch wel weinig is in vergelijking met de omvang van het Vaticaans museum. De rondleiding eindigt bij de wereldberoemde Sixtijnse Kapel dat een massaoverrompeling is. Ik besluit om het museum opnieuw te bekijken op mijn eentje om zo de beroemde Stanze-fresco's van Rafaël - die in de rondleiding werden overgeslagen - te bezichtigen. 



Na mijn tweede tour door het Vaticaans museum kan ik rechtstreeks naar de Sint-Pietersbasiliek gaan zonder te moeten wachten. Dit is 's werelds grootste basiliek en bevat enkele prachtige kunstwerken zoals het beroemde Pieta-beeld van Michelangelo. De kathedraal weet zich echter niet te onderscheiden van de zoveel andere kathedralen die ik de laatste jaren heb bezocht en mijn interesseboog is niet langer gespannen dan een half uur. De doortocht door Vaticaanstand wordt afgerond met een bezoek aan de Engelenburcht dat door de tijd heen verschillende bestemmingen heeft gehad. De bewogen geschiedenis van deze burcht maakt een bezoek zeker de moeite waard. 

Op basis van mijn reisgids uitgegeven door Capitool - een erg toepasselijke naam voor deze trip - maak ik nog een avondwandeling in de buurt van het Lateraans Paleis wat tot de dertiende eeuw de residentie van de pausen was. Dit is een erg leuke buurt die 's avonds erg rustig is, maar nog steeds fraaie foto's oplevert voor het (digitale) fotoboek. 

Woensdag 7 juni
Het Pantheon is het beginpunt van mijn vierde dag in Rome en vind ik persoonlijk het meest interessante bouwwerk van m'n reis. Dit is eigenlijk een tempel die geweid was aan alle Romeinse goden, maar later gebruikt werd als kerk en daardoor nooit is vernietigd. De diameter van het Pantheon is even groot als de hoogte waardoor het harmonieus oogt. In het midden bevindt zich de Oculus, een groot open gat in het plafond waar het licht naar binnen treedt. Het Pantheon is vaak verbouwd en ziet er daardoor nog erg goed en modern uit. Enkel als ik terug naar buitenkom, zie ik de eeuwenoude, originele muur waarop het is gebouwd. In de onmiddellijke omgeving van het Pantheon staat ook de Sint-Ignatius kerk. Onwetend stap ik de kerk binnen en ik ontdek prachtige schilderingen aan het plafond die de vergelijking met de Sixtijnse Kapel zeker kunnen doorstaan. Dit omvat voor mij de essentie van Rome: ongepland ergens binnenstappen en je laten onderdompelen wat Rome te bieden heeft. 



In de middag maak ik een rondwandeling door de buurt van Piazza Navona. Dit plein telt drie mooie fonteinen met Bernini's Vierstromenfontein als orgelpunt. Het is erg gezellig en ik verlies alle oog voor tijd wanneer ik hier op m'n gemak door de nauwe straten kuier of gewoon lui op een bankje de toeristen gadesla. Daarna besluit ik om terug naar de site van het Forum Romanum te gaan om daar de heuvel van Palentijn te bezoeken. Deze heuvel maakt ook deel uit van het forum waardoor ik deze keer wel inkom moet betalen aangezien de Roma Pass niet meer geldig is bij een tweede bezoek. Hier bevinden zich enkele interessante locaties zoals het Circus Maximus en de eerste vestigingen van Rome in het bronzen tijdperk (en dus ook de plek van de legende van Romulus en Remus). Helaas is dit voor mij de grootste ontgoocheling van Rome omdat het veel minder compact is dan het Forum Romanum en de meeste locaties hebben de tand des tijds niet zo goed doorstaan. 

Mijn avondwandeling is inmiddels uitgegroeid tot een traditie deze week en ik wijk af van het geijkte pad. Deze keer verken ik de stationsbuurt van Roma Termini die niet mee is opgenomen in de toeristengids van Capitool. Na twee uur weet ik waarom want eigenlijk zijn er hier weinig interessante dingen te zien. Ik ontdek echter zo wel het residentiële Rome en dat maakt het op zijn beurt dan wel weer interessant, maar dan wel op een andere manier. 

Donderdag 7 april
Tot dusver ben ik altijd binnen de grenzen van de Tiber gebleven, de rivier die Rome in tweeën snijdt. In het buitengedeelte van Rome bevindt zich een totaal andere atmosfeer, ver weg van de drukke toeristenmassa in het historisch centrum. De buurt die deze rustige sfeer helemaal uitademt is ongetwijfeld Trastevere. Deze buurt wordt gekenmerkt door nauwe steegjes, steile hellingen en de winkeltjes en restaurantjes die je overal vindt. Deze buurt is ook de thuishaven van vele kerken aangezien de eerste christenen in Rome in deze vreemdelingenbuurt verbleven. Eén van deze mooie kerken is Santa Maria wat één van de eerste kerken is in Rome. De kerk is niet heel erg bijzonder maar in combinatie met het gezellige pleintje in deze bruisende buurt is het wel een leuke plek om te bezoeken. 



Na mijn wandeling door Trastevere steek ik de Tiber terug over en stuit ik onverwacht op de basiliek van San Clemente. Alweer een kerk, maar deze keer wel een bijzondere: deze kerk vormt namelijk drie kerken in één. In de eerste eeuw na Christus werd hier de figuur Mithras vereerd, in de vierde eeuw werd bovenop deze eerplaats een eerste kerk gebouwd en tenslotte werd in de elfde eeuw op de eerste verwoeste kerk alweer een nieuwe kerk gebouwd. San Clemente is interessant omdat je in de kelder overblijfselen vindt van verwoeste huizen van het oude Rome die ongeveer tweeduizend jaar oud zijn. 

Deze donderdag groeit uit tot een kerkdag want als afsluiter bezoek ik Sint Jan van Lateranen. Deze gigantische kerk was het vroegere Vaticaan omdat hier tot de dertiende eeuw de pauzen verbleven. Qua grandeur moet deze kerk dan nauwelijks onderdoen voor de Sint-Pietersbasiliek al komen hier veel minder toeristen. 

Vrijdag 8 april
Na een slechte nachtrust begin ik slaapdronken aan mijn laatste dag in Rome. Normaal heb ik de gewoonte om enkele musea te bezoeken bij een citytrip maar bij mijn bezoek in Rome is dit op de achtergrond verdrongen tot vandaag. De schade wordt ingehaald met een bezoek aan de Capotilijnse musea wat eigenlijk een samensmelting is van twee musea: Palazzo dei Conservatori waar je binnenkomt en het Palazzo Nuovo waar je naar buiten gaat. Deze twee musea herbergen een knappe collectie van beelden en schilderijen uit zowel de Romeinse oudheid als de Renaissance. Mijn bezoek duurt twee uur, maar ik kan me inbeelden dat je er dubbel zo lang overdoet om alles grondig te bekijken. Deze twee musea zijn verbonden via een ondergrondse gang die een zijsprongetje maakt naar het Forum Romanum. Je kan de grondvesten van een oude tempel zien en je krijgt eveneens een mooi platform om het gehele forum te overschouwen. 



Na dit bezoek kuier ik een beetje doelloos rond aangezien ik alles heb gezien wat ik wou zien. Ik beland zo in de buurt van Campo de Fiori wat ik één van de meest authentieke buurten van Rome vind. Het is nog wel toeristisch, maar het bevat een goede mengeling van bewoners die hun dagelijkse ding doen, mooie bezienswaardigheden, een authentieke sfeer en een levendige groenten- en fruitmarkt. Vermoeid keer ik om drie uur terug naar mijn hotel waar ik hazenslaapje doe. 's Avonds doe ik dezelfde ronde waarmee het allemaal begon: de Trevifontein en Spaanse Trappen. Op deze vrijdag doe ik dat wat later waardoor zowel de fontein als de trappen verlicht zijn wat wel mooie fotogenieke beelden oplevert. Het vormt een mooie afsluiter voor deze citytrip in Rome. 

Zaterdag 9 april
Op het ongoddelijke uur van vijf uur 's ochtends sta ik op om een uurtje later de Leonardo Express te nemen van Roma Termini naar de luchthaven in Fiumicino. De reputatie van Italiës grootste luchthaven is niet goed en daarom neem ik het zekere voor het onzekere. Ik ben dus ruim drie uur voor de vlucht aanwezig, maar dat is nergens voor nodig. Deze zaterdagochtend is het erg rustig op de luchthaven en op amper vijf minuten ben ik door de security check. Na drie uur de tijd de doden vertrekt het vliegtuig zonder problemen en land ik omstreeks half één in Zaventem. Bij de caroussels waar de bagage wordt opgehaald zie ik Frank Raes zitten die er een klein stukje opneemt na de match van Estland tegen België. Via de trein beland ik in Leuven en daar heb ik een vlotte aansluiting met de bus zodat ik vrij gemakkelijk thuis geraak. 

Conclusie
Van de drie recente trips die ik heb ondernomen (New York, Andalusië en dus Rome) is dit wellicht de minste, maar dat wil niet zeggen dat Rome een tegenvaller is. Integendeel, de eeuwige stad herbergt een bijna onuitputtelijke hoeveelheid van kunst, kerken, architectuur en geschiedenis uit zowel de Romeinse oudheid als de Italiaanse renaissance. Dit is tegelijk de sterkte en de zwakte van Rome. Op dit vlak is het misschien wel de mooiste stad ter wereld, maar het ontbeert Rome aan diversiteit. Je vindt hier niet snel stadspleintjes of tuintjes waar je kan genieten van een beetje groen, optredens zijn dun bezaaid (of volledig in het Italiaans) en andere cultuur buiten de eerder vermelde kan je niet opsnuiven.

Misschien is dit ook aan mezelf te wijten, want dit is reeds de derde city trip op twee maanden tijd en dan kan reismoeheid onverwacht toeslaan. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de vijfde dag er een beetje te veel aan was en met vier dagen heb je alle hoogtepunten van Rome gezien. Dat neemt echter niet weg dat ik erg blij ben dat ik Rome heb gezien en iedereen moet deze mooie stad zeker eens gezien hebben. Daar ben ik na mijn bezoek zeker van overtuigd. 

vrijdag 2 juni 2017

Omega Seamaster Day Date (kaliber 388.0848)

Dit jaar houd ik de knip wat meer op de portefeuille, maar dat wil niet zeggen dat er regelmatig een nieuw horloge de weg naar mijn pols vindt. Ik doe mijn aankopen nu enkel wat zorgvuldiger en minder impulsief. Omwille van deze reden richt ik me momenteel meer op de vintage markt. Je vindt er namelijk enkele topstukken voor relatief weinig geld terwijl de horloges in kwestie er nog vrij goed uitzien. En vintage horloges zijn bovendien gewoon nog steeds erg mooi. Ik heb een voorliefde voor dress watches en horloges uit de jaren zeventig of vroeger zijn nu eenmaal een stuk kleiner dan het gemiddelde exemplaar van nu. 

Na de positieve ervaring met de King Seiko viel mijn oog de laatste weken vooral op vintage stukken van Omega. Waar vintage horloges van Rolex nog altijd een vermogen kosten, wisselen de exemplaren van Omega voor een veel bescheidenere prijs van eigenaar. De Speedmasters zijn nog redelijk duur omwille van status die het toegedicht krijgt door de horlogegemeenschap, maar Seamasters kan je al vanaf circa vijfhonderd euro op de kop tikken. Bij mij viel de keuze op een Seamaster Day Date uit 1979. Ik vond dit exemplaar op Chrono24. Er waren goedkopere stukken beschikbaar, maar dit stuk komt van een handelaar die de moeite nam om alles uitgebreid te beschrijven en tonen. Dit geeft me toch net wat meer vertrouwen dan goedkopere Seamasters uit pakweg India, landen die een reputatie hebben om frankenhorloges te verkopen (horloges die zijn samengesteld uit verscheidene andere horloges). 

Sense and simplicity
Het horloge dat ik heb aangeschaft is een Seamaster Day Date met kaliber 388.0848 en dat is toch beetje een vreemde eend in de bijt van deze collectie. Seamasters zijn in principe de tool watches van Omega, maar dat kan je van dit exemplaar helemaal niet zeggen. Het heeft integendeel alle kenmerken van een klassieke dress watch: het heeft een geringe diameter van 35 mm, beschikt over een klassieke tonneauvorm voor de kost en is uitgerust met een mooi gebold glas van Hexalite. Als klap op de vuurpijl is dit specifiek horloge de naam Seamaster amper waardig aangezien het slechts tot 30 meter waterdicht is. Douchen of zwemmen zal ik met dit horloge dus absoluut nooit doen.



Wanneer ik het pakketje uitpakte, viel meteen op dat dit horloge nog in vrij goede staat verkeert. Aangezien het 38 jaar oud is, is het evident dat er gebruikssporen zijn zoals een krasje op het glas of het patroon op de wijzerplaat dat gestaag vervaagt. Ondanks alles toont dit horloge zich  jonger. Het heeft namelijk een botoxkuur ondergaan in de vorm van een gepolijste kast die er redelijk nieuw uitziet. Sporen van patina beginnen zich langzaam te vormen, maar dan moet je al een vrij uitgebreide studieronde doen van de wijzerplaat. Had men me verteld dat dit exemplaar twintig jaar jonger is, ik had het meteen geloofd. 

Charmeur
De wijzerplaat was 38 jaar geleden voorzien van een zilveren kleur met een verticaal gelijnd patroon maar vadertje tijd heeft de kleur doen vervagen naar een koperen kleur en je moet over een geoefend oog beschikken om de verticale lijnen van de wijzerplaat terug te vinden. Een Engels spreekwoord luidt dat schoonheid in het oog zit van de kijker en dat geldt eveneens voor dit horloge. Lichtinval kan het uiterlijk van de wijzerplaat namelijk drastisch veranderen. Wanneer het horloge baadt in zonlicht beschikt de wijzerplaat over een zilverachtige, grijze kleur, maar eens uit het licht verandert de kleur plots naar een koperen kleur. Het Hexalite glas van de Seamaster is nog boller dan mijn Orient ER24001B en dit zal allicht ook een grote impact hebben op de kleurvorming van de wijzerplaat. In het licht zijn de verticale lijnen vanzelfsprekend gemakkelijker om waar te nemen.



De charme van een vintage Omega is dat het Omega logo niet gegraveerd is zoals bij moderne Omega's, maar fysiek is aangebracht met een minuscuul versierinkje bovenaan op de wijzerplaat. Onderaan staat 'Seamaster' vermeld als collectie met daaronder nog de aanduiding van 'Automatic'. Eenvoud siert. De wijzers waren voorzien van het radioactieve radium dat dienst deed als Superluminova avant la lettre. Ik moet echter niet vrezen voor een gemuteerde linkerpols want de werking van het 88ste element uit de tabel van Mendeljev is gestopt. De stokvormige wijzers (zogenaamde baton hands) zijn iets groter dan de rest van de indices en dat maakt het horloge extra gemakkelijk om af te lezen. De indices zelf beschikken over een zwarte kleur en zijn aan de zijkanten omringd met een koperachtig 3D-reliëf. Dit effect vertoont zich helaas enkel voor de lens van een fototoestel want de indices zijn te klein om dit effect met het blote oog fatsoenlijk waar te nemen. 

Kostenbesparing
Dit horloge stamt uit een tijd dat de Zwitserse horlogeindustrie was ondergedompeld in de quartz-crisis toen Seiko de regels van het spel helemaal overhoop gooide door de introductie van goedkopere en preciezere quartz-horloges. Omega's antwoord hierop was het introduceren van goedkopere movements. Deze Seamaster is voorzien van een 1020-movement met 17 juwelen. Hoewel dit movement absoluut geen laagvlieger is, is het niet van dezelfde bouwstandaarden voorzien als movements voor of na het tijdperk van de quartz-crisis. Goedkopere materialen werden gebruikt voor dit movement zoals bijvoorbeeld nylon. Dit tast de precisie van het binnenwerk echter niet aan. Ik heb het horloge getimed en het verliest gemiddeld zo'n vijftien à twintig seconden per dag wat vrij goed is voor een horloge van 38 jaar oud. Mijn Orients verliezen meer tijd dan dit.



Toch ben ik niet honderd procent tevreden van dit movement. Het binnenwerk drijft namelijk op een nogal eigenaardige manier de dag aan. Je doet dit door de kroon uit te trekken naar de allerlaatste positie waar men het uur wijzigt. Wanneer je het uur terugdraait, verandert automatisch ook de dag. Het binnenwerk blijft vrolijk doortikken als je dit doet, maar wanneer je het uur naar voren draait, stopt het ineens wel. Toch wel een beetje gecompliceerd allemaal... Ondanks de kostenbesparing tikt het horloge aan de gangbare 28800 tikken per uur. De snelheid werd dus met andere woorden niet gereduceerd om de onderdelen van het binnenwerk te sparen, iets wat Seiko bijvoorbeeld wel deed in die tijd. De gangreserve bedraagt ongeveer 42 uur wat min of meer overeenkomt met de industriestandaard van vandaag. Dus zelfs als de Zwitsers aan kostenbesparingen doen, doen ze dat nog altijd in stijl. 

Polijstwerk
De diameter van het horloge is slechts 35 mm en dat is bijvoorbeeld één mm minder dan de King Seiko uit mijn collectie. Toch draagt dit horloge een stuk groter en dat is toe te schrijven aan de bijzondere vorm van de kast. De kast zelf heeft een tonneauvorm wat weer een primeur is voor mijn collectie. Tonneau is het Frans voor ton en de kast benadert deze tonvorm vrij goed. De wijzerplaat is volledig rond waardoor je een groot contrast krijgt van een perfect ronde vorm van de wijzerplaat op een tonneaukast. Dit effect wordt dan nog eens extra versterkt door het gebolde glas. Dit resulteert in driehoekige, afglijdende randen boven- en onderaan op de kast. Het uiterlijk van dit horloge is tegelijk simpel en opvallend. Het lijkt een tegengesteldheid, maar niet bij deze Omega.



In de verkoopsadvertentie van dit horloge wordt bevestigd dat de kast een poetsbeurt heeft ondergaan in de vorm van polijstwerk. De kast ziet er nieuwer uit dan de wijzerplaat en dat is dankzij deze polijstbeurt. Anderzijds is het resultaat van dit opknapwerk ook wel gemakkelijk op te merken. Met name in de randen boven- en onderaan merk je de lijnen op die de overblijfsels zijn van dit polijstwerk. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het niet echt opvalt en de kast ziet er wel degelijk nieuwer uit. Wat mij betreft is de opknapbeurt geslaagd, al kan ik me voorstellen dat puristen een appelflauwte krijgen als ze dit resultaat zien. 

Zoals een Rolex
Eén van de redenen waarom ik dit specifiek exemplaar op de kop heb getikt is dat alle onderdelen origineel zijn. In de vintage markt kan je gemakkelijk koopjes vinden, maar je moet evenzeer oppassen voor horloges die voorzien zijn van andere onderdelen maar wel als origineel worden aangeprezen en verkocht. Dit exemplaar is zelfs voorzien van de originele armband wat voor een vintage horloge echt wel uitzonderlijk is. Ik vermoed dat de armband ook gepolijst is geweest, want de armband en gesp blinken behoorlijk hard. Het doet alleszins niet vermoeden dat het 38 jaar oud is. De bracelet is geïntegreerd met de kast waardoor er geen lugs aanwezig zijn. Wat wel opvalt, is dat er vanaf de tweede schakel een klein gaatje schuilt tussen de twee eerste schakels en al de rest. De eerste twee schakels fungeren met andere woorden als een soort van gigantische end link. Esthetisch kan je dit moeilijk verantwoorden, maar het stoort me eerlijk gezegd niet.



De armband is net zoals bij de Rolex Submariner aflopend waardoor het beschikt over een harmonieuze vorm. Dit effect is echter wel meer uitgesproken bij de Rolex, maar ook goed zichtbaar bij deze Seamaster. Wat me enorm verbaast, is de lichtheid van de bracelet. Deze Seamaster is natuurlijk kleiner dan mijn moderne horloges, maar het blijft verrassend hoe licht dit horloge draagt. Het gewicht bedraagt amper meer dan dat van een modern horloge met lederen polsband. Dat maakt van deze Seamaster een horloge dat comfortabel draagt. De spelbreker van dienst is echter de gesp die behoorlijk wat kracht vergt om geopend te worden. Dit is de enige prehistorische eigenschap van dit vintage horloge dat ik kan ontdekken. 

De tweede Omega
Na de Speedmaster Dark Side of the Moon beschik ik met deze vintage Seamaster over een tweede Omega-icoon in mijn collectie. Het embleem met het zeepaardje op de achterzijde van de kast is een traditie in horlogeland en die mag ik nu verwelkomen in mijn horlogekist. De King Seiko biedt meer waar voor m'n geld, maar dat is omdat Seamasters meer gegeerd zijn door horlogefans. Voor zeshonderd euro heb ik luxehorloge in huis gehaald dat de tand des tijds verrassend goed heeft doorstaan, al is het met een beetje hulp van polijstwerk. De finesses en charme van zoveel jaar geleden is echter nog in overvloed aanwezig. Waar een modern horloge alleen maar in waarde zal dalen, vermoed ik dat de vintage Seamasters alleen maar in prijs zullen stijgen, ook al zijn ze maar uitgerust met het kostenbesparende 1020-movement.