maandag 15 april 2024

Een weekendje in het Land van de Rode Aarde

"Het is net alsof ik in de Australische outback ben," ik parafraseer even een artikel uit 2022 van National Geographic. Een reporter bezocht er de Terres Rouges, het Land van de Rode Aarde in de omgeving van Esch-sur-Alzette in Zuid-Luxemburg. De regio die geprangd zit tussen België en Frankrijk krijgt deze naam toegedicht omdat het over een rode kleigrond beschikt dat wordt gevormd door het talrijke ijzererts in de grond. Dit ijzererts werd talrijk ontgonnen in open mijnen en deze regio beschikt dan ook over een rijke mijnbouwgeschiedenis tot de jaren zestig van de 20ste eeuw toen de staalbouwindustrie werd stopgezet. Sindsdien heeft deze regio zich opnieuw uitgevonden met een focus op natuur en cultureel erfgoed. Voorlopig hoogtepunt is de verkiezing van Esch-sur-Alzette tot culturele hoofdstad van het jaar in 2022.

Even voorstellen
De Zuid-Westelijke regio van het Groot-Hertogdom Luxemburg wordt dus Minett genoemd en dit is toe te schrijven aan het gebruik van het Frase woord Minette. Dit is een verwijzing naar de ijzererts dat in deze regio wordt gedolven. De regio strekt zich onder andere uit over de gemeente Esch-sur-Alzette, Differdange, Dudelange en Rumelange. Het gebied was en is niet alleen rijk aan ijzererts, maar ook aan andere grondstoffen zoals kolen en andere mineralen. De staalfabrieken maakten van de Minett-regio het industriële hart van Luxemburg met alle voor- en nadelen. Het zorgde voor welvaart en werkgelegenheid, maar de keerzijde van de medaille is dat het ook verantwoordelijk was voor milieuvervuiling en sociale ongelijkheid. 

Vanaf het begin van de 21ste eeuw heeft de Minett-regio regio zich herontwikkeld en getransformeerd met een focus op diversificatie van de economie en herbestemming van industriële gebieden. Het industriële erfgoed wordt bovendien behouden en is nu mee opgenomen in programma's zoals het UNESCO-label ‘Man and Biosphere’ waar cultureel erfgoed mee wordt geïntegreerd in de natuur zoals bij beschermde natuurgebieden. Er wordt ook zorg gedragen voor de architectuur waar de wijk Belval in Esch-sur-Alzette een bijzonder plaatsje krijgt. Twee hoogovens zijn volledig gerestaureerd en bepalen het uitzicht van deze voormalige industriewijk waar het in symbiose leeft met moderne architectuur zoals Rock Hall, Luxemburgs grootste concertzaal. 

Het centrum van de Minett-regio is Esch-sur-Alzette waar ongeveer dertig duizend personen wonen. Deze plek kan een beetje vergeleken worden met Charleroi in die zin dat het een stad is in een post-industrieel tijdperk en kampt met sociale ongelijkheid, kansarmoede, werkloosheid en een nieuwe economische bestemming voor de stad. Het grote verschil is echter dat deze factoren in Charleroi in veel grotere mate aanwezig zijn, terwijl dit in Esch-sur-Alzette minder van toepassing is, hoewel het zeker aanwezig is. Met een focus op cultureel erfgoed en natuur trekt de stad de kaart van het toerisme en het blijft eveneens een belangrijk economisch centrum in deze regio. Deze regio is overigens de dichtstbevolkte regio van Groot-Hertogdom Luxemburg op de hoofdstad na.  

Minett Trail
De Minett Trail is één van Luxemburgs nieuwste langeafstandswandelingen en werd boven het doopvont gehouden naar aanleiding van de aanstelling van Esch-sur-Alzette als culturele hoofdstad in 2022. Dit resulteert in een trail van ruim negentig kilometer die langs de gehele regio gaat. Op de officiële website vind je een overzicht van de tien etappes:  
Wakkere geesten zullen opmerken dat het station van Esch-sur-Alzette twee keer het startpunt is van een etappe en dat heeft te maken met een splitsing in de trail. Er is namelijk één tak die gaat van Esch-sur-Alzette naar Bettembourg in het noorden van de Minett-regio terwijl de tweede tak flirt met de Franse grens en van Esch-sur-Alzette naar Dudelange gaat. De startplaats van een wandeling is (bijna) altijd een station waarbij er een parking in de buurt is. 

Het Groot-Hertogdom-Luxemburg beschikt over gratis openbaar vervoer, dus is er geen enkel excuus om bus of trein niet te gebruiken. Wel is het raadzaam om online de vertrektijden te raadplegen. Zelf gebruik ik Google Maps, maar het is aangeraden om ook de website van de Luxemburgse spoorwegen - waar ook de bussen zijn mee in opgenomen - te raadplegen. De fysieke borden bij bushaltes laten namelijk te wensen over en bevatten onvolledige of soms zelfs geen informatie.  

Mountainbiken in het Land van de Rode Aarde
Meer nog dan wandelland is deze regio de uitgelegen plaats om te mountainbiken. Het terrein en reliëf leent zich hier uitstekend toe en bovendien heeft men hier knappe routes ontwikkeld zodat bijna elke mountainbiker hier zijn gading kan vinden: van downhill mountainbiken tot technische parcours. De Minett Cycle is in het leven geroepen als een honderdvijftig kilometer lange mountainbike-tour, maar op moment van schrijven is die helaas nog niet (volledig) afgerond. 

Wel zijn er vijf parcours beschikbaar in het Land van de Rode Aarde:

Als gelegenheidsfietser is het misschien handig om even na te denken of je je aan zo'n MTB-ritje wil wagen, want de vijf opgelijste parcours variëren van middelmatig tot moeilijk en vergen toch wel enige ervaring. Dat heb ik zelf aan den lijve mogen ondervinden wanneer ik de wandeling deed van Dudelange naar Rumelange en op mijn weg mountainbikers tegenkwam. Afdalingen zijn soms behoorlijk scherp, paadjes gaan langs afgronden van kliffen, de rotsachtige bodem maakt fietsen bij sommige hellingen behoorlijk uitdagend en techniek komt erg goed van pas bij nauwe doorgangen en slingerende paadjes. En dit is dus een parcours dat als middelmatig wordt beoordeeld qua moeilijkheidsgraad. Als je weinig of niet fietst met een mountainbike kan je een parcours doen, maar voorzichtigheid is dus zeker zeker geboden!

Je dient overigens zelf een mountainbike mee te nemen, want hoewel er volgens de website van Visit Luxembourg een mogelijkheid bestaat om een mountainbike te huren bij Cycles Rasqui werd er negatief op mijn mailtje geantwoord toen ik vroeg of het mogelijk is om een mountainbike te huren. Een zoektocht op het internet leert dat er wel andere punten zijn waar mountainbikes worden verhuurd, maar die bevinden zich al wat verder weg van het Land van de Rode Aarde. 

Nuttig om te weten, is dat er ook zogenaamde service stations zijn waar je je mountainbike een wasbeurt kan geven of kleine herstellingen kan uitvoeren zoals een lekke band. Deze acht service stations zijn te vinden onderaan op deze pagina. Ook begeleide MTB-tours zijn mogelijk en die vind je terug op deze pagina. Er is eveneens een downhill track aanwezig die je in samenspraak met de lokale MTB downhill club - die de track uitbaat - kan uittesten. 

Cultuur
Het culturele erfgoed van de Minett-regio zit meestal verweven in de plaatselijke wandelingen en MTB-tochten waar je relikwieën ziet van het oude mijnverleden. Toch zijn er ook andere activiteiten die zorgen voor een streepje cultuur. Dan denk ik aan de eerste plaats aan de optredens in Rock Hall dat tot 6500 toeschouwers kan ontvangen. De concertzaal ontvangt ook (relatief) grote namen zoals de Smashing Pumpkins, Tenacious D, Bob Sinclair, Bryan Adams, Status Quo of Slash. Bij mijn passage staan er verschillende Luxemburgse groepen op het programma waarvan het muzikale talent varieert, maar met een schappelijke inkomprijs van 15,75 euro heb ik weinig reden tot klagen.

De concertzaal van Rock Hall is gevestigd in de voormalige industriewijk Belval waar de moderne architectuur van de universiteit en Rock Hall een mooi complement vormt met de gerenoveerde hoogovens van het voormalige industriecomplex. Op het gebied van architectuur loont een stadswandeling door deze wijk zeker de moeite. Je vindt hier eveneens tentoonstellingen en andere evenementen waardoor dit misschien wel de meest levendige buurt van de stad is ('s avonds). Voor liefhebbers van fotografie en urbex in het bijzonder is een tochtje door Belval een klein plezier. 

In Rumelange is er tenslotte nog het Nationaal Mijnmuseum waar er wordt ingezoomd op de mijngeschiedenis van deze regio. Het museum stelt zaken tentoon zoals machines en werktuigen en je gaat zelfs mee met een klein treintje in de voormalige mijn. Daarnaast zijn er nog andere, kleinere musea die je op de website van Visit Minett terugvindt. Als je vanuit België naar deze regio rijdt met de auto is de kans reëel dat je langs Bastogne rijdt en kan je op de heen- of terugweg een aantal uren voorzien om het Bastogne War Museum te bezoeken.

Verslag
Bij mijn weekendje in de Minett-regio maakte ik twee wandelingen waarvan je het verslag hier onder kan lezen. Zaterdag werd dit aangevuld met een optreden in Rock Hall en zondag was het de bedoeling om een bezoekje te brengen aan het Bastogne War Museum, maar dat ging uiteindelijk niet door omdat het zondag wat te laat werd. Deze regio laat actieve sporten zoals wandelen en fietsen perfect combineren met cultuur en optredens wat wel een grote meerwaarde is voor de Minett-regio. 

Zaterdag 13 april 2024
De Minett Trail verkent de voormalige mijnstreek van het Groot-Hertogdom Luxemburg in tien etappes waarvan de route tussen de stations van Pétange en Differdange de langste is met ruim vijftien kilometer. Bovendien is het ook een vrij gevarieerde etappe met uiteraard het mijnverleden als rode draad, maar ook kleine kloven, graslanden, opvallend veel water en helaas toch ook wel wat verharde wegen op het einde. 
 
Het station van Pétange kent een uitgebreide parking, maar tot mijn verrassing is die bijna volledig bezet wanneer ik er mijn stalen ros wil neervleien. Dat is helaas dus niet mogelijk, maar er is een (betalend) alternatief aangezien er in het centrum van Pétange eveneens een parking is op het markplein. Gemakkelijker is echter om het openbaar vervoer van het Groot-Hertogdom te gebruiken aangezien dit toch gratis is. Bij het begin is het even zoeken naar de juiste weg, want de GPX die ik heb geplukt van de officiële site leidt me door het station waar ik via een tunnel aan de overkant geraak. Via een begraafplaats gaat het omhoog en de eerste significante helling van de dag is meteen de meest steile. Hier zie ik een oude spoorweg die vroeger werd gebruikt voor het vervoer van stenen, maar nu enkel fungeert al eens mijmering naar lang vervlogen tijden. 
 
Via het geologisch circuit krijg ik meteen een presentatie van wat de Minett Trail zo typeert: de koperen kleur van de grond verraadt dus dat hier ijzererts aanwezig is en dit contrasteert fel met de groene graslanden die op deze zonnige lentedag ijverig bloeien. In het bos kan ik hier en daar het paars ontdekken van boshyacinten die de dominantie van de groene natuurkleur doorbreekt. Op deze wandeling is er ook een vleugje cultuur te ontdekken, want ik stap langs de voormalige ingang van de ijzermijn en de vele informatieborden op deze route vertellen meer over het verleden van de mijn alsook over de geologische lagen die je hier aantreft. Het natuurgebied Prënzebierg kijkt uit over een mooie plas water en de rode kliffen die je hier ziet, verwacht je niet onmiddellijk in de Benelux. 
 
Het uitzichtpunt Giele Botter is niet erg hoog, maar het panorama blijft niettemin een foto waard. De volgende kilometers is het bos mijn voornaamste wandelpartner en ik wandel zowel over brede, dubbelsporige paden als kleine paadjes waar vooral kleine planten opvallen omdat ze het bos een groen tapijt aanmeten. Na ongeveer vijf kilometer bestaat er voor wie geïnteresseerd is een mogelijkheid om even te stoppen om iets te eten of te drinken in een voormalig stationnetje. Hier bevindt zich eveneens een trein uit 1900 die af en toe uitrijdt als attractie. In de volgende kilometers worden de bospaden wat breder en het intieme karakter van het bos gaat daardoor helaas toch een beetje verloren. Na acht kilometer moet ik ietwat verrassend afdalen via een voetbalveld, maar al snel besef ik waarom ze deze route zo hebben uitgetekend. 
 
Enkele fraaie waterpartijen heten me welkom en deze mooi aangelegde vijvertjes zijn toch wel een plezier voor de natuurliefhebber. Het doet me wat denken aan een Japanse tuin. Deze vijvertjes worden daarna opgevolgd door een erg grote vijver dat zich in een park bevindt. Een plankenpad brengt me naar de mooiste plekjes bij het water. De mooiste scène is toch wel een vreedzaam eilandje dat zich in deze grote plas bevindt en waarop enkele kleine bomen groeien. Zoiets noem je dus idyllisch. De pittoreske Sint-Barbarakerk van Lasauvage bevindt zich vervolgens aan mijn linkerkant en is vernoemd naar Barbara, de patroonheilige van de mijnwerkers. 
 
Na tien kilometer volg ik een beek langzaam stroomopwaarts, maar ik mis een paadje om naar links af te slaan. Het brede pad dat ik volg, loopt parallel met het andere, dus dat maakt in principe weinig uit. Of dat dacht ik althans totdat ik een grote plas water aantref op de weg waar geen ontkomen aan is. Met mijn tippen ga ik door het water, maar helaas zijn natte voeten toch mijn deel. Een klein beetje water is in mijn schoenen binnengedrongen, maar ik heb er gelukkig weinig last van. De laatste vijf kilometer van deze route is wat minder goed omdat verharde wegen hier meer hun opwachting maken. Er is weliswaar nog wel bos hier en daar, maar asfaltwegen zijn hier toch in de meerderheid. 
 
Soms zie ik echter nog wel fraaie plaatjes zoals koolzaad dat in bloei staat en een mooi kleurenpatroon vormt met het groene gras en de blauwe hemel. Na veertien kilometer duikt er nog een onverwachte bosweg op en dat maakt het einde toch wel meer gevarieerd. De laatste kilometer gaat door het centrum van Differdange en daar kan ik dus weinig over zeggen, behalve dat ik door een levendig dorp ga. Dit is overigens iets wat me wel opvalt in dit gedeelte van het Groot-Hertogdom Luxemburg: de dorpen en steden zijn best wel relatief groot en druk, zeker als je het vergelijkt met dorpen in andere delen van het land. 
 
Deze etappe heeft me aangenaam verrast door haar variëteit waar het Land van de Rode Aarde het kloppend hart is van deze wandeling, maar persoonlijk vind ik de waterpartijen en grote vijver tussen kilometers acht en tien het mooiste aspect van deze wandeling. Helaas eindigt de route een beetje in mineur omdat er toch wel wat asfaltkilometers aanwezig zijn op het einde. Ik ervaar het een beetje als storend, maar de eindconclusie is toch dat dit zeker een leuke wandeling is.

Zondag 14 april 2024
Op de website van www.bergwijzer.nl wordt de etappe tussen Rumelange en Dudelange omschreven als de koninginnenetappe en dan gaat mijn wandelhartje sneller kloppen. Met veel enthousiasme beschrijft het verslag op deze site alle bezienswaardigheden en de dichtheid met attracties lijkt haast eindeloos te zijn. En zoiets toets ik maar al te graag aan mijn eigen wandelervaring. 
 
Opnieuw begint deze dag met een queeste naar het zoeken van een parkeerplaats. Op mijn weg naar Dudelange zie ik plots op deze zondag een grote parkeerplaats tevoorschijn komen die bovendien meer dan halfleeg is. Opnieuw is deze parking betalend, maar ik ben al blij dat ik geen tijd verlies aan het zoeken van een parkeerplaats. Dat zorgt er wel voor dat mijn startpunt enigszins verschilt met dat van de officiële GPX van de website van de Minett Trail. Daar is het startpunt namelijk het station van Dudelange Usines, terwijl ik een beetje verder op het traject vertrek bij een mooi uitkijkpunt. Na dit uitkijkpunt gaat het meteen omhoog via een klein singletrackpaadje en even later tref ik trappen aan die me naar boven piloteren. 
 
Van mijn weekendje in de streek van Minett is dit wel het mooiste stukje natuur dat ik te zien krijg gedurende twee kilometer. Inzinkingen, grillige rotsformaties, opvallende rotsblokken en overblijfselen van steenpuin dat wordt overgroeid door mos zijn maar enkele kenmerken die de beginkilometers opfleuren. Het Land van de Rode Aarde is mountainbikeland en nergens wordt dat meer duidelijk dan op dit terrein. Om de enkele honderden meters zie ik wel één of meerdere mountainbikers passeren en die hebben het soms niet onder de markt. In tegenstelling tot het parcours van gisteren zitten hier enkele venijnige paadjes bij waar het wat oplettendheid vergt om te dalen of stijgen. Ook zijn sommige doorgangen vrij smal en dat maakt het bergfietsen toch wel uitdagend. Voor wandelaars is het allemaal wat makkelijker, hoewel sommige paden verraderlijk hard dalen. 
 
Net zoals andere wandelingen op de Minett Trail heeft dit traject ook een stukje cultureel erfgoed en zo gebeurt het dus dat ik onderweg zaken zie zoals mijnkarretjes gevuld met steenpuin of een wagon waarvan ik me luidop afvraag hoe ze die in hemelsnaam helemaal bovenaan de top van een heuvel hebben gekregen. Hoe leuk dit vleugje cultuur ook is, uiteindelijk is het de natuur die een wandeling kleur geeft en dat is bij deze wandeling zeker in orde. Deze ruim tien kilometer durende wandeling bestaat hoofdzakelijk uit bos, hoewel er soms ook graslanden en struiken te vinden zijn hier. 
 
Het mijnverleden wordt na een vijftal kilometer opnieuw erg zichtbaar met het steenpuin dat is achtergelaten en waar ik me nu langs mag begeven. Hier zijn ook enkele inzinkingen te zien waar tientallen jaren geleden ijzererts werd uit ontgonnen, maar nu bedekt zijn met een laagje natuur. Op deze vlakte ontvouwt er zich een wirwar aan paadjes en soms moet ik opletten om het juiste pad te vinden. Toch laat ik me één keer verleiden om een ander paadje te nemen – vermoedelijk een pad voor mountainbikers – en dat blijkt een goede keuze te zijn. Tussen een inzinking en klif wandel ik op een koperkleurig pad en dit is een reliëf dat je niet snel ergens anders zal aantreffen. 
 
Na zeven kilometer is het tijd voor de laatste grote beklimming van de dag en het bos wordt hier tijdelijk verruild voor graslanden. Een slingerend graspad leidt me naar een heuvel waar opnieuw het bos terug is. Hier is het wel even worstelen met een graspad dat bedolven is onder de plassen en een herhalingsoefening van gisteren met opnieuw natte voeten lijkt in de maak. Gelukkig treft mijn waakzaam oog een bospaadje aan mijn linkerkant en dat pad neem ik om het natte gras te vermijden. Het laatste wapenfeit van de dag is een klein arboretum, maar de waarheid gebiedt me om te zeggen dat ik hier amper naar gekeken heb. De laatste kilometer gaat door de stratenjungle van Rumelange waar ik naar het station stap. Om de bus terug te nemen naar Dudelange stop ik bij de halte die aan de rechterzijde van de autoweg ligt. Op zondag rijdt de bus elk uur en dat betekent helaas nog vijftig minuten wachten. Daar zijn ze op Rumelange echter op voorzien, want er zijn voldoende cafés open. Cultuur, natuur en café-uur! Wat wil je nog meer? 
 
Deze etappe komt met hoge verwachtingen bij mij en ik ben zeker niet teleurgesteld daarin. De natuur is hier op zijn mooist met het meest spectaculaire landschap van mijn tweedaags weekend op de Minet Traill. Deze route is wat minder gevarieerd dan die van gisteren en kent ook minder aanwezigheid van water, maar maakt dat dubbel en dik goed met een traject dat bijna exclusief bestaat uit bos en andere natuur. De verwijzingen naar het culture erfgoed van het mijnverleden is de spreekwoordelijke kers op de taart. Misschien is tien kilometer wat kort voor doorgewinterde wandelaars, maar die kunnen een verlenging breien met een volgende etappe van de Minett Trail.

Conclusie
De Minett-regio kent een succesvolle conversie naar toerisme en heeft een heleboel te bieden om hier een trage vakantie te houden. Wandelen is de klassieke activiteit bij uitstek en de Minett Trail is door de combinatie van natuurschoon en cultureel erfgoed een aanrader. Hoewel ik de Müllerthal Trail en Lee Trail knapper vind, is wandelen in de Australische outback - met wat zin voor overdrijving - een unieke ervaring. Toch is dit vooral een regio voor mountainbikers die enkele van de mooiste parcours in de Benelux krijgen voorgeschoteld hier. Dit is echter geen spek voor de beginnersbek en vergt toch wel wat ervaring met het rijden op een mountainbike.

De stad Esch-sur-Alzette en de wijk Belval in het bijzonder schroeft het architecturale en culturele gehalte op met een mooie symbiose van post-industriële architectuur die mooi is verweven met modernisme. Hier bevinden zich ook enkele kleine expo's, maar voor het grootste museum van de regio moet je toch bij Rumelange zijn waar het Nationale Mijnmuseum toch wel verplichte kost is als je deze regio bezoekt. Mijn tweedaags verblijf in Zuid-Luxemburg is in ieder geval een schot in de roos en ik kom (in de nabije toekosmt) zeker eens terug.   

woensdag 3 april 2024

Krakau: Oost-Europa op zijn mooist

Trek een rechte lijn tussen Moskou en Parijs en ongeveer in het midden vind je een Poolse stad met een roemrijke, maar evenzeer tragische geschiedenis: Krakau. De legende wil dat de stad is opgericht door Kraak wanneer hij een draak versloeg en sindsdien grossiert de stad voor meer dan duizend jaar in opbouw en vernietiging. Kerken, kastelen en musea zijn de klassieke bezienswaardigheden, maar Krakau heeft zoveel meer te bieden dan dat. Er is de zoutmijn van Wielicka die Krakau eeuwenlang de nodige financiën heeft bezorgd, maar evenzeer het tragische verhaal van de concentratiekampen en jodenvervolging. De geschiedenis van Krakau en bij verlenging Polen is niet bedoeld voor gevoelige oortjes en oogjes. Gelukkig zijn er ook meer dan voldoende leuke dingen zoals een bruisend nachtleven en een gastronomisch aanbod waar ik letterlijk vingers en duimen van aflik. 

Even voorstellen
Dat Krakau een echte middeleeuwse stad is, heeft het te danken aan Maagdenburg. Deze Duitse stad heeft zijn naam gegeven aan een middeleeuws bouwkundig principe waar een centraal plein het kloppend hart van de stad is met daarrond een dambordpatroon waar de gewone huizen staan. Dat centraal plein is overigens het grootste van Europa met een lengte en breedte van ongeveer tweehonderd meter. Hier vind je de iconische Mariakerk en een gigantische lakenhal (Sukiennice). Onder het plein vind je het Rynek Underground Museum dat het levenslicht zag rond 2005 bij opgravingswerken aan het centrale plein. Het verhaal van Krakau begint echter bij Wawel, dit is een heuvel waar zich de eerste vesting van de stad bevindt en het vertolkt eveneens een centrale rol bij de Poolse koningen. Die werden hier namelijk gekroond en vinden ook hun laatste rustplaats in de plaatselijke kathedraal. Het indrukwekkende kasteel is een eclectische stijl van barok, renaissance en gotiek dat wordt getekend door vernietiging en heropbouw zoals dat eigenlijk het geval is bij de gehele (oude) stad van Krakau. De - niet zo hoge - heuvel biedt overigens een mooi overzicht over de stad. Aan de voet van de heuvel vind je ook één van de meest anti-climactisch beelden ooit, een afzichtelijke draak die verwijst naar de legende en zelfs vuur spuwt. 

De architecturale pracht van Krakau is dus zeker onbetwist en dat leidde tot de allereerste toekenning van een Unesco Werelderfgoed-predicaat in 1978. De zogenaamde Koninklijke Route is de voormalige route die koningen volgden bij een kroning of wanneer ze zich waagden aan een praaltocht bij een gewonnen oorlog. Deze route gaat langs de mooiste gebouwen en straten van Krakau en zelfs als je nergens binnenstapt, is dit een imposante wandeling. Maar Krakau is veel meer dan enkel de binnenstad zoals de jodenbuurten Kazimiers - waar Schindler's List is opgenomen -  en Podgórze waar nu de meeste overgebleven joden resideren. Kazimiers is immers sinds de jaren negentig getransformeerd tot de alternatieve uitgaansbuurt waar joden enkel nog komen om naar één van de vele synagogen te gaan. De eerder vermelde zoutmijn van Wielicka mag uiteraard niet ontbreken en je kan Krakau niet bezoeken, zonder de zwarte vlek van de wereldgeschiedenis aan te doen: het concentratiekamp van Auschwitz en Birkenau

Daarnaast zijn er nog talloze andere dingen te zien en te doen, maar deze opsomming biedt in vogelvlucht wat Krakau zo bijzonder maakt. 

Geld
Polen maakt geen deel uit van de monetaire unie in de EU en heeft dus nog steeds zijn eigen munt: de zloty. Op moment van schrijven (april 2024) komt 1 euro overeen met 4,29 zloty. Wanneer je in Krakau bent, kan je bij een ATM cash geld uit de muur halen, maar bijna alles is met debitkaart of kredietkaart te betalen. Als je met een (krediet)kaart betaalt, zal je altijd de keuze hebben om te betalen in zloty of in euro. Kies altijd voor zloty's aangezien dit het goedkoopste is en hier (amper) een conversieverschil op zit. 

Toch kan het handig zijn om kleine zaken zoals een drankje met cash geld te betalen. Ik had 200 zloty cash geld bij en het kostte me nog moeite om dit op te doen. Dus als je besluit om zloty's uit de muur te halen, dan kan je dit best doen voor een klein bedrag.    

Transport
De gemakkelijkste manier om naar Krakau te reizen, is wellicht het vliegtuig. Met Zaventem, Charleroi, Eindhoven en Schiphol (Amsterdam) zijn er in de Benelux voldoende luchthavens om in ongeveer anderhalf uur naar Polen te vliegen. Reken voor een vlucht op een prijs van ongeveer tweehonderd euro, al kan dat bedrag lager of hoger uitvallen naargelang een aantal factoren zoals bagage, periode en hoe ver op voorhand je de vlucht boekt. De luchthaven is vernoemd naar de voormalige paus Johannes-Paulus II. Of in het Engels de John Paul II International Airport wat gelegen is in het dorpje Balice, ongeveer elf kilometer van het stadscentrum van Krakau. 

De meest gebruiksvriendelijke manier om van de luchthaven naar het stadscentrum te pendelen, is de trein die vertrekt bij de luchthaven. Het station heet Krakow Lotnisko en brengt je op ruim een kwartier naar het hoofdstation, Krakow Glowny. In het Engels wordt dit ook omgeroepen en dan heet dit gewoon Krakow Main Station. Een ritje kost 17 zloty wat ongeveer overeenkomt met 4 euro. Interessant om te weten, is dat de lijn van deze trein Wielicka Rynek-kopalnia heet. Lekker boeiend denk je dan, maar het is ook de treinlijn die je gebruikt om naar de zoutmijn van Wielicka te pendelen. Deze trein vertrekt elk half uur: om 17 en 47 minuten na elk uur. Zoals altijd is Google Maps een goede bron om te weten wanneer er een trein vertrekt.

Het treinstation van Krakau is trouwens een waar pareltje van wanorde, want het kostte me een kwartier om de uitgang te vinden en de weg naar de binnenstad vinden, blijkt niet zo evident te zijn aangezien het station omsloten is door een busstation, parking en winkelcentrum. Wanneer ik enkele dagen later terug kwam naar het station om de trein te nemen naar de zoutmijn van Wielicka werd ik door Google Maps naar het dak van het station gestuurd waar er een parking is. En warempel, er zijn hier drie ingangen die je naar de zes perrons van het station brengen. Dus als je hier de weg niet vindt op het eerste gezicht is dat helaas volkomen normaal. 

De gemakkelijkste manier om naar de binnenstad van Krakau te rijden, is echter de taxi, maar elf kilometer overbruggen kan naar Poolse maatstaven best prijzig zijn. De taxi's hanteren er namelijk een flat rate en voor een ritje naar de binnenstad is dat met ruim 100 zloty wat toch wel een stuk duurder is dan de 17 zloty voor de trein. Er valt hier een mouw aan te passen door met de app van Über een taxi te bestellen, maar dan mag je wellicht nog rekenen op een prijs van ruim 60 zloty. 

De allergoedkoopste manier is met de bus zoals lijn 208 die je bij onmiddellijk bij de aankomsthal vindt. Maar persoonlijk vind ik de trein toch net wat gemakkelijker en de meeste toeristen nemen dus ook deze trein. Je moet wel een ticketje kopen - wat me initieel niet lukte - maar je kan ook een ticket kopen op de trein zelf.   

Overnachten en openbaar vervoer
Mijn getrouwe partner-in-crime bij het boeken van een overnachting is booking.com en daar vond ik een eenpersoonskamer bij het hotel Jordan Pokoje Gościnne waar ik 192 euro betaalde voor een verblijf van vier nachten en vijf dagen, inclusief ontbijt. Krakau is op dit vlak vrij goedkoop en bovendien is het hotel centraal gelegen aangezien de oude stad zich op vijf à tien minuten wandelen van het hotel bevindt.  

Dit hotel is dus een goede uitvalsbasis om de Oude Stad (Stare Miasto) te ontdekken en is ook niet al te ver verwijderd van andere buurten zoals Kazimiers. Hoewel Krakau grotendeels al wandelend verkend kan worden, zijn er sommige bezienswaardigheden die wat verder weg liggen en die kan je bezoeken met de blauwe trams die daar in veelvoud rijden. Ik betaal 8 zloty om twintig minuten met de tram te rijden. Dagtickets zijn goedkoper en deze tickets koop je in de tram zelf of aan de opstapplaats als er een ticketmachine aanwezig is (wat niet altijd het geval is). Ook bij de trams geldt dat je Google Maps als inspiratiebron kan gebruiken om te weten welke lijn je moet gebruiken. 

Beste periode
Ik ben in de periode rondom Pasen geweest dit jaar (2024) en dat was een fantastische beslissing omdat ik schitterend weer had, maar het was een rampzalige beslissing als het aankwam op het vlak van bezienswaardigheden. Veel kerken, kastelen en musea zijn namelijk rond deze periode gesloten. Op zaterdag waren de musea open tot amper 14h, terwijl op zondag (Pasen) alles gesloten is en enkel op Paasmaandag is er een kleine selectie aan bezienswaardigheden open. Ik opteerde voor de Paasperiode omdat ik zo geen extra verlofdagen moest nemen, maar dat was dus geen verstandige beslissing. In een streng katholiek land zoals Polen zijn de katholieke feestdagen erg belangrijk en daar houd je dus best rekening mee wanneer je een weekendje Krakau boekt. 

De mooiste periode om naar Krakau te gaan is wellicht het voorjaar of najaar in de periode van maart tot mei en van september tot begin november. Het weer is dan vrij zacht en de grote horde toeristen is dan - overwegend - achterwege. In mei zijn er een aantal feestdagen waar veel Polen vrijaf hebben en dan kan het wel al drukker worden. De zomerperiode is traditioneel gezien de drukste periode, maar in Krakau kan het dan dertig graden en meer worden. In de winter geldt het omgekeerde en temperaturen van onder de twintig graden onder nul zijn geen uitzondering. 

Reisgids en apps
Eind vorig jaar snuisterde ik in de boekenhandel van de Standaard waar ik voor tien euro een pocketgids zag liggen van Michelin over Krakau voor de zachte prijs van tien euro. Deze gids was tijdens mijn bezoek aan Krakau mijn meest trouwe metgezel en er staan een boel tips in waarvan ik handig gebruik heb gemaakt. De gids is wel lichtjes gedateerd, want de gehanteerde prijzen liggen in realiteit toch wel een pak (ruim twintig procent) hoger dan wat er in de gids is aangeduid. 

Verder heb ik op Youtube wat filmpjes bekeken, maar er is niet meteen één kanaal of filmpje dat ik kan aanraden. Ik heb een drietal video's bekeken en dan wordt langzaam duidelijk dat er een herhaling komt in de aanbevolen bezienswaardigheden. Tripadvisor is uiteraard ook een goede bron van inspiratie, hoewel ik de top dertig van attracties daar altijd wel met een korreltje zout neem.  

Er is ook een Krakow City Card waarmee je toegang hebt tot een heleboel musea en kan je gratis gebruik maken van het openbaar vervoer. Of het de moeite loont, moet je zelf beslissen, want de inkomprijs voor musea, kerken en andere bezienswaardigheden valt meestal goed mee en ook het openbaar vervoer is vrij goedkoop. Afhankelijk wat je van plan bent om te bezoeken, is een Krakow City Card wel of niet handig. De website van Visit Krakow is overigens ook een goede bron van informatie en inspiratie. 

Wandelen en fietsen
Omdat in de periode rond Pasen er ontzettend veel gesloten is, ben ik creatief aan de slag gegaan om mijn dagen op te vullen en daarom heb ik meegedaan aan een extra wandeltocht en fietstour. Traditioneel begin ik echter met een free walking tour die ik meestal zoek op de website Guruwalk. Op mijn eerste volledige dag in Krakau heb ik deelgenomen aan de Old Town and Wawel Castle Tour van Krakow Explorers. Dit is een goede manier om de binnenstad te leren kennen en het loodst me langs de voornaamste bezienswaardigheden van de Oude Stad. 

Daarnaast heb ik ook een tour geboekt bij Walkative, deze keer voor de Kazimiers & Ghetto Tour. Net zoals bij de eerste tour duurt deze ongeveer 2,5 uur, maar de nadruk ligt hier meer op het tragische verhaal van de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tenslotte heb ik ook een fietstour geboekt die zelfs in het Nederlands gevolgd kan worden bij Mijn Krakau Tours waar ik heb deelgenomen aan de Verborgen Krakau Fietstour. Aangezien het bereik met de fiets net wat groter is dan te voet zie je op deze tour ook de plekjes die net wat verder weg liggen van het stadscentrum en zo krijg ik toch net wat andere dingen te zien dan bij een klassieke citytrip. 

Restaurants en uitgaan
In Krakau kan je heerlijk eten voor een zacht prijsje. Hoofdgerechten kosten iets meer dan tien euro en dan kan je al genieten van een copieuze maaltijd. Drank is iets duurder, zowel alcoholisch als niet-alcoholisch, maar gerstenat wordt meestal in royale halve liters geschonken wat de meerprijs enigszins doet verzachten. Reken op ongeveer vijf euro voor een halve liter voor een lokale pils. Zelf ging ik eten bij volgende restaurants:

  • Morskie Oko: aangeraden door een collega waar ik als voorgerecht de Highland Potato Pancake en als hoofdgerecht de varkensribbetjes heb genomen. Die aanbeveling is geheel terecht, want ik heb hier heerlijk gegeten. 
  • Balaton Restaurant: vernoemd naar het gelijknamige meer in Hongarije is het geen verrassing dat dit een Hongaars restaurant is met dito specialiteiten. Dit is misschien wel mijn grootste meevaller geworden, want de Potato Cake die ik hier heb gegeten was niet minder dan superfantastisch. 
  • Plac Nowy 1: een wat chiquer restaurant in Kazimiers dat me werd aangeraden door Nikki van Mijn Krakau Tours aangezien op Paaszondag ontzettend veel restaurants zijn gesloten. Hier heb ik zalm gegeten en die is me goed bevallen, maar van alle restaurants is dit wellicht de minste (wat nog altijd erg degelijk is). 
  • Corleone: eigenlijk wilde ik een eenvoudige spaghetti eten, maar het werd uiteindelijk het iets luxueuzere busiate. 
  • Jama Michalika: in de reisgids van Michelin wordt dit omschreven als het beroemdste café van Polen, maar eigenlijk is dit een vrij chique restaurant. De bedoeling om hier een frisse pint te drinken werd meteen getransformeerd tot het eten van lody, Poolse ijsjes die je overal in alle vormen en maten aantreft. 
Eén restaurant verdient overigens een extra vermelding en dat is Restaurant Copernicus. Dit is namelijk een restaurant met een Michelin-ster, maar op gewone weekdagen kan je hier tussen 12 en 15 uur voor de crimineel lage prijs van 90 zloty een drie gangenmenu eten. Je eet dus met andere woorden voor iets meer dan twintig euro een volwaardig menu in een sterrenrestaurant. Ik zie het me in België niet snel doen... Helaas was dit tijdens het Paasweekend niet mogelijk en heb ik hier niet van kunnen genieten. Maar als je de kans krijgt om dit te doen, moet je dat zeker niet laten liggen!

Krakau beschikt over een uitgebreide keuken met lokale specialiteiten zoals pierogi en zapiekanka. Pierogi zijn dumplings die gevuld zijn met een met een verscheidenheid aan ingrediënten, waaronder aardappelen, kaas, vlees, kool, champignons, fruit, jam of een combinatie van deze ingrediënten. Zapiekanka is een baguette dat gevuld wordt met extra toppings zoals ham, salami, paprika, uien of kruiden en vooral populair is als streetfood. Of het lekker is kan ik  helaas niet zeggen, want door mijn andere culinaire avonturen heb ik geen pierogi of zapiekanka gegeten. 

Krakau beschikt ook over een rijk nachtleven en in de reisgids van Michelin werd de bar CK Browar aanbevolen die vooral bij lokale jonge Polen populair is. Er wordt naar verluidt vier eigen bieren getapt, maar in de praktijk heb ik daar weinig van gemerkt. Op zaterdagavond was het er druk, luid en het aanbod van bieren vond ik wat tegenvallen. Dan zijn er volgens mij toch gezelligere bars in de buurt van de Oude Stad. Wel een voltreffer is de jazzclub u Muniaka waar en optreden 40 zloty kost. De optredens beginnen om half tien en vinden plaats in een kleine, maar gezellige kelderruimte. Dat optredens is overigens best lang en bestaat uit drie delen dat duurt tot één uur 's nachts. Nou, dat is nog eens waar voor je geld krijgen.   

Excursies
Hoewel er in Krakau al een hoop te zien en te doen is, is de stad ook een goede uitvalsbasis om een aantal excursies te doen. De bekendste is zonder enige twijfel een uitstap naar het voormalige concentratiekamp van Auschwitz en Birkenau wat ongeveer zeventig kilometer van Krakau ligt. Dit kan gecombineerd worden met een bezoek aan de zoutmijn van Wielicka waar je zo'n twee uur mag voor tellen om dit te bezoeken. Beide uitstappen kunnen gecombineerd worden tot één uitstap, maar dit wordt dan wel een lange dag. 

De zoutmijn van Wielicka kan je overigens helemaal zelf regelen. Wel is het aangeraden om op voorhand een tijdsslot te reserveren op de officiële website aangezien het aantal plaatsen beperkt is per uur. Voor een individueel bezoek betaal je 122 zloty terwijl de rit naar ginder (Via de lijn Krakow Glowny - Wielicka Rynek-kopalnia) een erg schappelijke 6,5 zloty kost (enkel). Let wel op dat dit werkt met een tijdsslot van drie uur en dat je dus in dit slot van drie uur (bv. tussen 12u en 15u) moet vertrekken. 

Toerismeagentschappen kunnen verwijzen naar andere excursies zoals naar Zakopane wat op twee à drie uur rijden ligt van Krakau. Zakopane ligt aan de voeten van het Tatrasgebergte en hier kan je genieten van de mooie omgeving. Als je het minder ver wil zoeken, kan je er zelf op uittrekken om naar Nowa Huta of naar de abdij van Tyniec te gaan. Nowa Huta is een modelwijk die in de jaren vijftig van de vorige eeuw is opgericht en dient als voorbeeld hoe de ideale communistische wijk er moet uitzien met brede lanen, veel geprefabriceerde bouwwerken en strakke lijnen om het functionele karakter van de communistische bouwstijl te beklemtonen. 

Nowa Huta is dus een mooie reis in de tijd, maar als er al wat verder in de tijd gereisd mag worden, is de abdij van Tyniec een mooi alternatief. Dit is een Benedictijnerklooster uit de elfde eeuw dat gelegen is in een mooi landschap vlakbij de Wisla-rivier. De architectuur van het klooster bestaat uit een amalgaam van romaanse, gotische en barokke architectuurstijlen wat voor liefhebbers van architectuur zeker een meerwaarde is. Nochtans gaan de meeste toeristen naar dit klooster omwille van zijn idyllische ligging aan de Wisla waar ook mooie wandelingen gemaakt kunnen worden.    

Verslag
Aankomst - vrijdag 29 maart 2024
De citytrip naar Krakau brengt me deze keer naar de luchthaven van Eindhoven waar de automatische nummerplaatherkenning bij parking P5 niet zo automatisch blijkt te zijn. Na een rondje inspecteren op mijn telefoon zie ik een hulpcode staan en die brengt redding. Ik toets de code in op het schermpje en via de wonderen der technologie gaat de slagboom naar boven. Oef! Ook bij de security scan mag ik me opnieuw opmaken voor technische problemen en mag mijn minimale baggage - al mijn spullen zijn volgepropt in een tien euro rugzak van Decathlon - voor een tweede rondje langs de scanners passeren. Het voordeel is wel dat dit niet al te lang duurt aangezien Eindhoven Airport een kleine(re) luchthaven is. Met een vlucht van Ryanair vlieg ik vervolgens naar Krakau waar ik met de trein naar het plaatselijke station pendel. Zoals eerder gezegd, is dit station een oefening in de chaostheorie en kost het me wat geduld om hier mijn weg te vinden. Na een twintigtal minuten geraak ik eindelijk buiten en met behulp van Google Maps begeef ik me naar mijn hotel dat op een boogschut ligt van de Old Town. 

Een veel te dure luchthavenmaaltijd is niet aan mij besteed en dat geld gaat nu integraal naar een heerlijke maaltijd bij restaurant Morskie Oko. Met een volle maag verken ik de binnenstad en zonder een strak plan dwaal ik door de straten. In de Paasperiode zijn er diverse kraampjes waar je snuisterijen en streetfood kan kopen, maar 's avonds zijn die dicht. De tientallen restaurants en cafés zorgen echter wel voor een gezellige boel. Ik verken het ene steegje na het andere, wandel door de wat grotere straten en mijn ogen leiden me naar bezienswaardigheden zoals kerken en andere middeleeuwse gebouwen. En voor ik het me realiseer heb ik eigenlijk al de gehele Old Town gezien terwijl ik nog een stadswandeling heb gepland voor morgen. 

Rond kwart over negen duik ik een kelder in om een jazzoptreden bij te wonen in de jazzclub u Muniaka. De piepkleine kelder heeft nog net nog ruimte voor één persoon en ik bevind me vlakbij het podium waar het optreden plaatsvindt. De plaatselijke jazzband is verre van de meest getalenteerde muziekband die ik ooit heb gezien, maar niettemin zit de sfeer er goed in. Er is ook een gastoptreden van een lokale zangeres, maar meer dan enkele liedjes komen er niet uit haar stembanden. Na een eerste pauze sluit een tweede gitarist zich aan bij de groep en het niveau schiet duidelijk de hoogte in. Een leuke, ongedwongen sfeer duurt tot ongeveer middernacht wanneer de tweede pauze wordt ingezet. Dat is voor mij het signaal om mijn hotelbed op te zoeken, want het optreden zou tot ruim één uur 's nachts duren en dat is me toch net wat te veel van het goede. Ik ben niet naar Krakau gekomen om optredens bij te wonen, maar als ze zo leuk zijn als deze is dat wel mooi meegenomen! 

Dag 1 - zaterdag 30 maart 2024
Mijn eerste volledige dag begint met een wandeling georganiseerd door Krakow Explorers waarbij ik de buurt van de binnenstad en Wawel onveilig mag maken. De groep is best groot en wordt in tweeën gesplit. Ik krijg gids Matt mee als begeleider en die legt op een duidelijke en gestructureerde manier de geschiedenis van Krakau uit. Tijdens deze ronde heb ik één gebouw niet gezien en dat is één van de plaatselijke theaters wat door Matt omschreven wordt als mooiste gebouw van Krakau. Nou, ik weet dat je over smaken en kleuren niet kan redetwisten, maar dit vind ik toch wel een erg bizarre keuze. Opvallend is dat bij deze wandeltocht er geen enkel gebouw wordt bezocht. Dat vind ik overigens niet erg, want in de straten van Krakau is er meer dan genoeg te zien en te beleven. 

Zo kom ik enkele interessante verhalen tegen zoals het gigantische hoofd Eros Bendato van de Poolse kunstenaar Igor Mitoraj dat gratis door hem aan de stad werd geschonken, tenminste zolang het beeld op het centrale plein mocht tentoongesteld worden. In dit ijzeren hoofd komen 's avonds lokale dronkaards regelmatig hun urineblaas ledigen, terwijl 's middags hier kleine kinderen lustig aan het spelen zijn... Ook de legende van Kraak en hoe hij de lokale draak heeft verslagen waar nu de Wawel-heuvel staat is een leuke legende. Het meest interessante verhaal is wellicht waarom er ieder uur een trompetist een half melodietje speelt en abrupt stopt. De overleving wil dat de lokale blazer werd getroffen door een pijl van Tartaarse aanvallers zoveel eeuwen geleden, maar de realiteit is dat er vroeger twee trompetisten waren: ééntje die een melodietje inzette vanop de hoge Mariakerk en de andere die het melodietje afmaakte bij de stadspoort om te bevestigen dat de ophaalbrug mag gesloten worden. 

Aangezien ik de binnenstad al heb gezien is de heuvel van Wawel misschien wel de mooiste plek van deze dag. Gisteren stond ik hier ook al, maar toen zag ik enkel een gesloten poort. Op de heuvel bevinden zich een indrukwekkende kathedraal en een dito kasteel dat tegenwoordig fungeert als museum. Hoewel de heuvel het oudste gedeelte is van de stad, bevinden zich hier ook de meest recente exploten qua stadsarchitectuur. Tijdens de bezetting door Nazi-Duitsland hebben de Duitsers hier een bombastisch landhuis neergepoot en twee eeuwen ervoor hebben de Habsburgers het kasteel in een typische baroksfeer gestoken. Hier sluit de free walking tour ook af en na een uitgebreid middagmaal wil ik nog een museumbezoek brengen aan het Czartoryski Museum dat deel uitmaakt van het nationale museum MNK. Maar in de Paasperiode sluit dit museum al om 14h. Dus geen Dame met Hermelijn van Leonardo da Vinci of Rembrandt voor mij. 

In plaats van Kultuur met grote K wordt het cultuur met kleine c want ik ga naar een ander museum. Misschien is museum wat een flatterende term voor het Arcade Museum. Eigenlijk is dit gewoon een speelhal waarin tientallen arcademachines staan uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Dat gaat van stokoude machines zoals Pacman en Space Invaders tot materiaal dat wat meer recent is zoals The Simpsons Game, Tekken 3, Sega Rally en een heleboel andere videogames. Dit "museum" is eigenlijk een middelgrote hangar dat zich in de buitenwijken van Krakau bevindt, maar deze trip terug in de tijd weet me gedurende twee uren te bekoren. Met name de videogame van The Simpsons is goed voor een half uurtje speelplezier. 

Met de tram ga ik terug naar mijn hotel, maar niet voor het lokale bier te proeven bij CK Browar wat me toch net wat te druk en ongezellig is. Dan zijn er toch betere uitgaansgelegenheden. Ik heb ook mijn licht opgestoken bij een andere jazzclub, Harris Piano Jazz Bar. Ook hier begint het optreden om half tien 's avonds, maar wanneer ik een kwartiertje voor het optreden aankom is de kelder al propvol met andere mensen. Zaterdag blijkt dus toch een populairdere uitgaansavond te zijn dan vrijdag. Een beetje jammer wel, want het optreden van gisteren smaakte toch wel naar meer. 

Dag 2 - zondag 31 maart 2024
Op deze zondag is het Pasen en dat betekent dat zo goed als alles gesloten is. Eergisteren heb ik echter in de U Muniaka jazzclub een Schot ontmoet die me aanraadde om een fietstour te boeken en zo gezegd, zo gedaan. Via het internet stuit ik op een Nederlandstalige fietstour waar langs de minder bekende plekjes van Krakau wordt gefietst. Deze fietstocht duurt bijna drie uur, maar qua intensiteit valt het goed mee, want er wordt slechts een twaalftal kilometer gefietst. Deze fietstour heeft overigens een minimaal aantal raakvlakken met de stadswandeling door Kazimiers en de joodse buurt die ik later op de dag doe. Dat betekent toch wel wat tragiek en dramatiek, want de geschiedenis van Krakau en de joden in Krakau in het bijzonder is soms behoorlijk duister. 

Nergens wordt dat meer duidelijk in het Heldenpark waar er onder andere het verhaal verteld wordt van Maximiliaan Kolbe, een priester die zich vrijwillig aanbood om de plaats in te nemen van een andere gevangene die ter dood veroordeeld was. Een ander tragikomisch verhaal is dat van de bruine beer Wojtek die door een Pools garnizoen werd ingelijfd en het zelfs schopte tot korporaal omdat hij hielp bij de bevoorrading en logistiek bij een gewonnen slag in Italië. Uiteindelijk wilden de overlevende soldaten niet meer terugkeren naar Polen omdat ze quasi zeker (terug) naar een Siberisch goelag zouden worden gestuurd en daar kwamen ze net van... Deze soldaten bleven in het Verenigd Koninkrijk, net zoals Wojtek, waar de beer overleed aan eenzaamheid en depressie. 

Van andere plaatsen zoals de oude joodse begraafplaats en de fabriek van Oskar Schindler word je ook niet meteen vrolijk, maar het is wel een interessante geschiedenisles die we nu meer dan ooit als achteruitkijkspiegel moeten gebruiken. Leuk is deze fietstocht dus niet, maar interessant des te meer. Gids Nikki Van Winkel verdient trouwens een dikke pluim, want ze heeft deze verhalen altijd op een heel serene manier gebracht, hoe duister sommige verhalen ook waren. Na een stevig middagmaal in het hart van Kazimiers ga ik terug naar mijn hotel om een klein middagdutje te doen. Ik wilde eerst misschien nog naar Krakow Mound gaan, maar het bezoekersaantal bij Google Maps ontraadt me dit.  

Om half zes begin ik aan de tweede tour van de dag en die brengt me deze keer naar Kazimiers en Podgórze dat wordt overschaduwd door de gruwel van de jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Deze keer is Big Tom gids van dienst en hij werkt voor Walkative, al moet ik bekennen dat ik weinig verschil opmerk in kwaliteit tussen de verscheidene aanbieders van deze toers. Tomasz - zoals hij echt heet - heeft geschiedenis gestudeerd en weet dus ontzettend veel over de horror en gruwel die heeft plaatsgevonden in Krakau. Op bijzonder levendige wijze vertelt hij over hoe Duitsland en Rusland samen hebben besloten om Polen binnen te vallen en daar betalen vooral de joden het gelag voor. Ze worden niet behandeld als tweederangsburgers, maar nog minder als dat. Het zijn geen burgers, maar zijn een lagere levensvorm dan ratten en kakkerlakken. En dat in een periode die nog niet zo ver van ons ligt. 

De film Schindler's List zet een kentering in voor Kazimiers. Deze jodenbuurt is in 1993 duidelijk in verval en is daarom het ideale decor voor deze emotionele film. Na het gigantische succes van Schindler's List wordt Kazimiers steeds meer populair en transformeert het van vervallen buurt tot de uitgaansbuurt van Krakau. Hoewel er hier nog tientallen synagogen zijn, wonen er amper of geen joden meer in Kazimiers. De meeste joden wonen namelijk in Podgórze waar het tweede deel van deze wandeling naartoe gaat. Ondertussen vertelt Tomasz ook over het pakkende verhaal van een jongentje dat niet één, niet twee, maar tot drie keer toe heeft kunnen ontsnappen aan een gewisse dood in Auschwitz. Het blijkt uiteindelijk om Raymond Liebling te gaan. Als je hem niet kent, zegt de naam Roman Polanski je misschien wel iets. Hoewel de twee toeren wel gemeenschappelijke plekjes hebben bezocht, vullen ze elkaar goed aan en ben ik blij dat ik op deze Paaszondag deze alternatieve activiteiten heb gedaan. Het is een beetje uit noodzaak - wellicht zou ik anders een museum of kasteel bezoeken - maar dat zorgt er ook voor dat ik een andere kant van Krakau ontdek.    

Dag 3 - maandag 1 april 2024
Ik had ruim een maand op voorhand een dagtrip geboekt naar Auschwitz en de zoutmijn van Wielicka, maar een tweetal weken later krijg ik bericht dat er niet genoeg gidsen zijn voor Auschwitz en dat de trip niet kan doorgaan op maandag 1 april. Op dinsdag 2 april kan dat wel. Nou, dat is leuk, maar dan is mijn terugvlucht geboekt en dat is dus geen optie voor mij. Dus besluit ik om deze dagexcursie te annuleren en ik trek er op eigen houtje uit. Het concentratiekamp van Auschwitz en Birkenau kan ik niet meer bezoeken, maar voor de zoutmijn van Wielicka heb ik wel een ticket bemachtigd. Ik heb een paar dagen op voorhand een tijdsslot gereserveerd en zo heel veel plaatsen waren er niet meer over. Ik heb gekozen voor een vroeg uur en dan valt de hoeveelheid van zwerm toeristen nog goed mee. Met de trein pendel ik naar de zoutmijn om daar te genieten van een rondleiding die ongeveer twee uur duurt. 

De zoutmijn is sinds 1992 niet langer operationeel en moet het voornamelijk van het toerisme hebben. Jaarlijks komen hier ruim anderhalf miljoen toeristen en die mogen zich vergapen aan de vele kamers in deze mijn. Met een eindeloos lijkende trappenreeks wandel ik naar de diepte der aarde, of toch zo'n 67 meter onder de grond. De plaatselijke gids is vergeten zijn stembanden te smeren, want op een wel heel stille toon doet hij zijn uitleg. Vragen stellen zit er niet bij in en bij het wandelen tussen de verscheidene kamers zet hij net geen spurt in. Er zijn dus betere gidsen dan dit exemplaar. Zelf heb ik er weinig last van, want ik bevind me steeds bij de kopgroep van dit kleine peleton en ik kan dus alles goed zien en horen. De echte aandachtstrekkers zijn toch wel de kamers en daar heb je geen gids voor nodig. 

Die kamers zijn in het begin wat gewoontjes, maar worden gaandeweg steeds indrukwekkender. Het begin is vrij bescheiden met kleine kamers waar taferelen worden afgebeeld hoe mijnwerkers jaren geleden het zout delfden en naar boven haalden. Dan wordt het imposanter met kamers die uitleggen hoe middeleeuwse stutwerken dienden als versteviging en daarna zie ik zelfs een kleine kapel. Maar het kan nog altijd beter, magnum opus is toch wel de Sint-Kinga Kapel wat eigenlijk de allure heeft van een middelgrote kerk, maar dan honderd meter onder de grond. De ruimtes worden bovendien steeds groter met hoogtes tot veertig meter en er zijn zelfs ondergrondse zoutmeren. En uiteraard mag een ondergrondse souvenirshop en restaurant niet ontbreken, het blijft per slot van rekening een toeristische plek!

In de namiddag wil ik mijn cultuurgehalte opschroeven, maar veel musea zijn nog gesloten tot twee april. Het Rynek Underground Museum onder de enorme lakenhal niet en hier besluit ik een uurtje te blijven. Niet van harte, want het museum vind ik eerlijk gezegd maar eerder aan de saaie kant. Het doel van het museum is om uit te beelden hoe het middeleeuwse Krakau eruitzag en hoe het leven hier aan toeging, maar daar slaagt het museum slechts gedeeltelijk in. De vele stenen die zijn ontdekt tijdens de archeologische opgravingen rond 2006 zijn hier terug te vinden, maar zeggen eigenlijk weinig. Interactieve informatieborden geven wat meer info, maar zijn karig verspreid en slechts één bezoeker kan ze bedienen terwijl er veel meer bezoekers zijn. De meest interessante secties zijn algemene infoborden die meer vertellen over het leven in een smidse of wat de klederdracht is in de middeleeuwen bij mannen en vrouwen. Leuk om te weten, maar hiervoor ben ik niet naar Krakau gereisd. 

De afsluiter van de reis wordt andermaal een museum, maar opnieuw is dit een losse term voor een speelhal in de vorm van het Pinball Museum. Een uurtje op flipperkasten spelen moet toch kunnen. Ik ben eigenlijk geen grote liefhebber van deze dingen, maar een groot museumbezoek zie ik niet meer zitten en dit is stiekem toch wel leuk als ontspanning. Net zoals in het Arcade Museum zie je hier voornamelijk flipperkasten uit de jaren tachtig en negentig, aangevuld met een aantal arcademachines. Het Pinball Museum is toch wel een stuk kleiner dan het Arcade Museum, maar is anderzijds beter bereikbaar aangezien het zich niet ver van de Oude Stad bevindt. Zoals verwacht, zijn de flipperkasten leuk om even op te spelen, maar een uurtje is zeker voldoende. Een ongewone afsluiter voor een al even ongewone stad!

Conclusie
Had ik wat beter mijn huiswerk gemaakt dan had ik deze Paasperiode vermeden en zou ik wellicht opteren voor een andere periode. Rond Pasen zijn er namelijk ontzettend veel musea, kerken en kastelen gesloten waardoor een bezoek aan Krakau niet optimaal benut kan worden. Toch heb ik ontzettend veel geluk gehad met het weer waar het tijdens mijn verblijf steeds rond de vijfentwintig graden was en heb ik waardige alternatieven gevonden in een fiets- en wandeltour die me bijblijven door de aangrijpende verhalen. 

Krakau is een fascinerende stad: de binnenstad lijkt een beetje op Brugge, maar deze Poolse stad heeft veel meer te bieden dan enkel middeleeuwse architectuur. Het nachtleven is bruisend en qua gastronomie heb ik nog nooit zo lekker gegeten op een citytrip als hier. En dan heb ik me nog niet gewaagd aan de Poolse specialiteiten! Bovendien is Krakau ook een goede plek om excursies te ondernemen zoals naar de zoutmijn van Wielicka en het onvermijdelijke Auschwitz. Dat heb ik deze keer niet kunnen doen en daarom wil ik in de toekomst zeker eens terugkomen. Krakau krijg je niet op drie dagen gezien en smaakt daarom naar meer.

maandag 11 maart 2024

Oppenheimer met prijzen gebombardeerd bij Oscars 2024

In het post-Covidtijdperk ga ik een stuk minder naar films kijken in de bioscoop en dat brengt met zich mee dat ik het wereldje van Hollywood en erbuiten veel minder volg. Toch is er altijd de ene spreekwoordelijke uitzondering en dat zijn uiteraard de Oscars. De 96ste Academy Awards heeft zoals gewoonlijk een heel scala aan genomineerden, maar uiteindelijk werd de biopic Oppenheimer de grote slokop met maar liefst zeven overwinningen. Geen absoluut record, maar het is alweer een tijdje geleden dat een film zoveel awards wegkaapte. Het moderne sprookje Poor Things werd een goede tweede, maar moest dat vooral vieren met de zogenaamde mindere categorieën. 

Biopics doen het traditioneel erg goed in Hollywood, misschien niet aan de kassa, maar zeker bij de Oscars en andere award shows. Als die biopic dan nog eens gaat over één van de meest invloedrijke momenten in de recente Amerikaanse geschiedenis zit je als film extra goed bij de bookmakers. Dat Oppenheimer het beeldje van beste film opeist, is dus zeker geen verrassing. Dat de dominantie echter zo groot zou zijn, hadden weinigen verwacht. Ook andere belangrijke categorieën zoals beste regisseur, beste acteur, beste acteur in een bijrol, beste cinematografie en beste filmmontage gingen naar deze film. Als toemaatje won Oppenheimer ook de prijs van beste originele soundtrack en het feest bij de cast is dus compleet. 

Dat Oppenheimer zoveel beeldjes mee naar huis neemt, is de verdienste van een indrukwekkende cast met enkele ronkende namen. Regisseur Christopher Nolan klopt al jarenlang hard aan de deur van Hollywood, maar mocht nog geen titel van beste regisseur in ontvangst nemen, hoewel zijn films het steeds aardig doen bij de Oscars. Nu komt daar dus verandering in en daarmee spoelt hij de ietwat teleurstellende resultaten van zijn vorige film Tenet weg. De Ierse acteur Cilian Murphy werd door filmcritici weggehoond nadat hij een twijfelachtige acteerprestatie neerzette in de blockbuster Batman Begins, maar herpakte zich daarna helemaal met een hoofdrol in de cultreeks Peaky Blinders en nu dus met de hoofdrol in Oppenheimer. 
De grootste naam van het ensemble vertolkte echter een bijrol en dat is Robert Downey Jr. die eigenhandig het filmuniversum van Marvel groot heeft gemaakt. Ook hij maakt een kleine comeback, want na Dolittle verdween hij even uit de schijnwerpers, maar nu is hij helemaal terug in beeld met zijn allereerste Oscar na twee eerdere nominaties. Andere categorieën waar ik ook veel belang aan hecht zijn cinematografie en montage en ook hier valt Oppenheimer in de prijzen. Deze zomer was er een grote rivaliteit tussen zomerfilms Barbie en Oppenheimer, maar waar Barbie het gevecht aan de kassa won, is het duidelijk dat Hollywood kiest voor Oppenheimer als beste film. Het feministisch geïnspireerde filmwerk van Greta Herwig moet het doen met slechts één beeldje in de vorm van beste originele liedje. Dit terwijl Barbie acht nominaties in de wacht sleepte. Killers of the Flower Moon is de enige film met een nog zuurdere nasmaak: van de tien Oscarnominaties werd er geen enkele verzilverd. 

De twee belangrijke categorieën die Oppenheimer niet heeft veroverd, zijn beste actrice en beste actrice in een bijrol die respectievelijk naar Emma Stone (Poor Things) en Da'Vine Joy Randolph (The Holdovers) gaan. Waar enkele jaren geleden Jennifer Lawrence zich leek op te werpen als de leading lady van Hollywood, lijkt het erop dat deze eer naar Emma Stone gaat. Na haar triomf in La La Land als beste actrice wint ze dus een tweede keer de categorie van beste actrice naast twee andere nominaties voor beste actrice in een bijrol. Voor Poor Things is het overigens de enige grote categorie die het wint aangezien prijzen zoals beste kostuumontwerp, beste make-up en beste productieontwerp minder tot de verbeelding spreken, hoewel over de laatste categorie gediscussieerd kan worden dat het ook een 'grote' categorie is. 

En dit is in een notendop de 96ste editie van de Oscars. Eén feit is misschien nog belangrijk om mee te geven. Om de kritiek van #oscarssowhite tegen te gaan, bestaat er sinds deze editie een diversiteitsregel die de diversiteit van een film op verscheidene vlakken moet garanderen. Als de film hier niet aan voldoet, kan hij ook niet genomineerd worden. De politisering van films blijft een gevoelig onderwerp, maar anderzijds laat Hollywood - en dus ook niet bij deze Oscars - het niet na om na te trappen naar vooral (Republikeinse) politici. Maar daar bestaat nog (geen) prijs voor.