maandag 15 april 2024

Een weekendje in het Land van de Rode Aarde

"Het is net alsof ik in de Australische outback ben," ik parafraseer even een artikel uit 2022 van National Geographic. Een reporter bezocht er de Terres Rouges, het Land van de Rode Aarde in de omgeving van Esch-sur-Alzette in Zuid-Luxemburg. De regio die geprangd zit tussen België en Frankrijk krijgt deze naam toegedicht omdat het over een rode kleigrond beschikt dat wordt gevormd door het talrijke ijzererts in de grond. Dit ijzererts werd talrijk ontgonnen in open mijnen en deze regio beschikt dan ook over een rijke mijnbouwgeschiedenis tot de jaren zestig van de 20ste eeuw toen de staalbouwindustrie werd stopgezet. Sindsdien heeft deze regio zich opnieuw uitgevonden met een focus op natuur en cultureel erfgoed. Voorlopig hoogtepunt is de verkiezing van Esch-sur-Alzette tot culturele hoofdstad van het jaar in 2022.

Even voorstellen
De Zuid-Westelijke regio van het Groot-Hertogdom Luxemburg wordt dus Minett genoemd en dit is toe te schrijven aan het gebruik van het Frase woord Minette. Dit is een verwijzing naar de ijzererts dat in deze regio wordt gedolven. De regio strekt zich onder andere uit over de gemeente Esch-sur-Alzette, Differdange, Dudelange en Rumelange. Het gebied was en is niet alleen rijk aan ijzererts, maar ook aan andere grondstoffen zoals kolen en andere mineralen. De staalfabrieken maakten van de Minett-regio het industriële hart van Luxemburg met alle voor- en nadelen. Het zorgde voor welvaart en werkgelegenheid, maar de keerzijde van de medaille is dat het ook verantwoordelijk was voor milieuvervuiling en sociale ongelijkheid. 

Vanaf het begin van de 21ste eeuw heeft de Minett-regio regio zich herontwikkeld en getransformeerd met een focus op diversificatie van de economie en herbestemming van industriële gebieden. Het industriële erfgoed wordt bovendien behouden en is nu mee opgenomen in programma's zoals het UNESCO-label ‘Man and Biosphere’ waar cultureel erfgoed mee wordt geïntegreerd in de natuur zoals bij beschermde natuurgebieden. Er wordt ook zorg gedragen voor de architectuur waar de wijk Belval in Esch-sur-Alzette een bijzonder plaatsje krijgt. Twee hoogovens zijn volledig gerestaureerd en bepalen het uitzicht van deze voormalige industriewijk waar het in symbiose leeft met moderne architectuur zoals Rock Hall, Luxemburgs grootste concertzaal. 

Het centrum van de Minett-regio is Esch-sur-Alzette waar ongeveer dertig duizend personen wonen. Deze plek kan een beetje vergeleken worden met Charleroi in die zin dat het een stad is in een post-industrieel tijdperk en kampt met sociale ongelijkheid, kansarmoede, werkloosheid en een nieuwe economische bestemming voor de stad. Het grote verschil is echter dat deze factoren in Charleroi in veel grotere mate aanwezig zijn, terwijl dit in Esch-sur-Alzette minder van toepassing is, hoewel het zeker aanwezig is. Met een focus op cultureel erfgoed en natuur trekt de stad de kaart van het toerisme en het blijft eveneens een belangrijk economisch centrum in deze regio. Deze regio is overigens de dichtstbevolkte regio van Groot-Hertogdom Luxemburg op de hoofdstad na.  

Minett Trail
De Minett Trail is één van Luxemburgs nieuwste langeafstandswandelingen en werd boven het doopvont gehouden naar aanleiding van de aanstelling van Esch-sur-Alzette als culturele hoofdstad in 2022. Dit resulteert in een trail van ruim negentig kilometer die langs de gehele regio gaat. Op de officiële website vind je een overzicht van de tien etappes:  
Wakkere geesten zullen opmerken dat het station van Esch-sur-Alzette twee keer het startpunt is van een etappe en dat heeft te maken met een splitsing in de trail. Er is namelijk één tak die gaat van Esch-sur-Alzette naar Bettembourg in het noorden van de Minett-regio terwijl de tweede tak flirt met de Franse grens en van Esch-sur-Alzette naar Dudelange gaat. De startplaats van een wandeling is (bijna) altijd een station waarbij er een parking in de buurt is. 

Het Groot-Hertogdom-Luxemburg beschikt over gratis openbaar vervoer, dus is er geen enkel excuus om bus of trein niet te gebruiken. Wel is het raadzaam om online de vertrektijden te raadplegen. Zelf gebruik ik Google Maps, maar het is aangeraden om ook de website van de Luxemburgse spoorwegen - waar ook de bussen zijn mee in opgenomen - te raadplegen. De fysieke borden bij bushaltes laten namelijk te wensen over en bevatten onvolledige of soms zelfs geen informatie.  

Mountainbiken in het Land van de Rode Aarde
Meer nog dan wandelland is deze regio de uitgelegen plaats om te mountainbiken. Het terrein en reliëf leent zich hier uitstekend toe en bovendien heeft men hier knappe routes ontwikkeld zodat bijna elke mountainbiker hier zijn gading kan vinden: van downhill mountainbiken tot technische parcours. De Minett Cycle is in het leven geroepen als een honderdvijftig kilometer lange mountainbike-tour, maar op moment van schrijven is die helaas nog niet (volledig) afgerond. 

Wel zijn er vijf parcours beschikbaar in het Land van de Rode Aarde:

Als gelegenheidsfietser is het misschien handig om even na te denken of je je aan zo'n MTB-ritje wil wagen, want de vijf opgelijste parcours variëren van middelmatig tot moeilijk en vergen toch wel enige ervaring. Dat heb ik zelf aan den lijve mogen ondervinden wanneer ik de wandeling deed van Dudelange naar Rumelange en op mijn weg mountainbikers tegenkwam. Afdalingen zijn soms behoorlijk scherp, paadjes gaan langs afgronden van kliffen, de rotsachtige bodem maakt fietsen bij sommige hellingen behoorlijk uitdagend en techniek komt erg goed van pas bij nauwe doorgangen en slingerende paadjes. En dit is dus een parcours dat als middelmatig wordt beoordeeld qua moeilijkheidsgraad. Als je weinig of niet fietst met een mountainbike kan je een parcours doen, maar voorzichtigheid is dus zeker zeker geboden!

Je dient overigens zelf een mountainbike mee te nemen, want hoewel er volgens de website van Visit Luxembourg een mogelijkheid bestaat om een mountainbike te huren bij Cycles Rasqui werd er negatief op mijn mailtje geantwoord toen ik vroeg of het mogelijk is om een mountainbike te huren. Een zoektocht op het internet leert dat er wel andere punten zijn waar mountainbikes worden verhuurd, maar die bevinden zich al wat verder weg van het Land van de Rode Aarde. 

Nuttig om te weten, is dat er ook zogenaamde service stations zijn waar je je mountainbike een wasbeurt kan geven of kleine herstellingen kan uitvoeren zoals een lekke band. Deze acht service stations zijn te vinden onderaan op deze pagina. Ook begeleide MTB-tours zijn mogelijk en die vind je terug op deze pagina. Er is eveneens een downhill track aanwezig die je in samenspraak met de lokale MTB downhill club - die de track uitbaat - kan uittesten. 

Cultuur
Het culturele erfgoed van de Minett-regio zit meestal verweven in de plaatselijke wandelingen en MTB-tochten waar je relikwieën ziet van het oude mijnverleden. Toch zijn er ook andere activiteiten die zorgen voor een streepje cultuur. Dan denk ik aan de eerste plaats aan de optredens in Rock Hall dat tot 6500 toeschouwers kan ontvangen. De concertzaal ontvangt ook (relatief) grote namen zoals de Smashing Pumpkins, Tenacious D, Bob Sinclair, Bryan Adams, Status Quo of Slash. Bij mijn passage staan er verschillende Luxemburgse groepen op het programma waarvan het muzikale talent varieert, maar met een schappelijke inkomprijs van 15,75 euro heb ik weinig reden tot klagen.

De concertzaal van Rock Hall is gevestigd in de voormalige industriewijk Belval waar de moderne architectuur van de universiteit en Rock Hall een mooi complement vormt met de gerenoveerde hoogovens van het voormalige industriecomplex. Op het gebied van architectuur loont een stadswandeling door deze wijk zeker de moeite. Je vindt hier eveneens tentoonstellingen en andere evenementen waardoor dit misschien wel de meest levendige buurt van de stad is ('s avonds). Voor liefhebbers van fotografie en urbex in het bijzonder is een tochtje door Belval een klein plezier. 

In Rumelange is er tenslotte nog het Nationaal Mijnmuseum waar er wordt ingezoomd op de mijngeschiedenis van deze regio. Het museum stelt zaken tentoon zoals machines en werktuigen en je gaat zelfs mee met een klein treintje in de voormalige mijn. Daarnaast zijn er nog andere, kleinere musea die je op de website van Visit Minett terugvindt. Als je vanuit België naar deze regio rijdt met de auto is de kans reëel dat je langs Bastogne rijdt en kan je op de heen- of terugweg een aantal uren voorzien om het Bastogne War Museum te bezoeken.

Verslag
Bij mijn weekendje in de Minett-regio maakte ik twee wandelingen waarvan je het verslag hier onder kan lezen. Zaterdag werd dit aangevuld met een optreden in Rock Hall en zondag was het de bedoeling om een bezoekje te brengen aan het Bastogne War Museum, maar dat ging uiteindelijk niet door omdat het zondag wat te laat werd. Deze regio laat actieve sporten zoals wandelen en fietsen perfect combineren met cultuur en optredens wat wel een grote meerwaarde is voor de Minett-regio. 

Zaterdag 13 april 2024
De Minett Trail verkent de voormalige mijnstreek van het Groot-Hertogdom Luxemburg in tien etappes waarvan de route tussen de stations van Pétange en Differdange de langste is met ruim vijftien kilometer. Bovendien is het ook een vrij gevarieerde etappe met uiteraard het mijnverleden als rode draad, maar ook kleine kloven, graslanden, opvallend veel water en helaas toch ook wel wat verharde wegen op het einde. 
 
Het station van Pétange kent een uitgebreide parking, maar tot mijn verrassing is die bijna volledig bezet wanneer ik er mijn stalen ros wil neervleien. Dat is helaas dus niet mogelijk, maar er is een (betalend) alternatief aangezien er in het centrum van Pétange eveneens een parking is op het markplein. Gemakkelijker is echter om het openbaar vervoer van het Groot-Hertogdom te gebruiken aangezien dit toch gratis is. Bij het begin is het even zoeken naar de juiste weg, want de GPX die ik heb geplukt van de officiële site leidt me door het station waar ik via een tunnel aan de overkant geraak. Via een begraafplaats gaat het omhoog en de eerste significante helling van de dag is meteen de meest steile. Hier zie ik een oude spoorweg die vroeger werd gebruikt voor het vervoer van stenen, maar nu enkel fungeert al eens mijmering naar lang vervlogen tijden. 
 
Via het geologisch circuit krijg ik meteen een presentatie van wat de Minett Trail zo typeert: de koperen kleur van de grond verraadt dus dat hier ijzererts aanwezig is en dit contrasteert fel met de groene graslanden die op deze zonnige lentedag ijverig bloeien. In het bos kan ik hier en daar het paars ontdekken van boshyacinten die de dominantie van de groene natuurkleur doorbreekt. Op deze wandeling is er ook een vleugje cultuur te ontdekken, want ik stap langs de voormalige ingang van de ijzermijn en de vele informatieborden op deze route vertellen meer over het verleden van de mijn alsook over de geologische lagen die je hier aantreft. Het natuurgebied Prënzebierg kijkt uit over een mooie plas water en de rode kliffen die je hier ziet, verwacht je niet onmiddellijk in de Benelux. 
 
Het uitzichtpunt Giele Botter is niet erg hoog, maar het panorama blijft niettemin een foto waard. De volgende kilometers is het bos mijn voornaamste wandelpartner en ik wandel zowel over brede, dubbelsporige paden als kleine paadjes waar vooral kleine planten opvallen omdat ze het bos een groen tapijt aanmeten. Na ongeveer vijf kilometer bestaat er voor wie geïnteresseerd is een mogelijkheid om even te stoppen om iets te eten of te drinken in een voormalig stationnetje. Hier bevindt zich eveneens een trein uit 1900 die af en toe uitrijdt als attractie. In de volgende kilometers worden de bospaden wat breder en het intieme karakter van het bos gaat daardoor helaas toch een beetje verloren. Na acht kilometer moet ik ietwat verrassend afdalen via een voetbalveld, maar al snel besef ik waarom ze deze route zo hebben uitgetekend. 
 
Enkele fraaie waterpartijen heten me welkom en deze mooi aangelegde vijvertjes zijn toch wel een plezier voor de natuurliefhebber. Het doet me wat denken aan een Japanse tuin. Deze vijvertjes worden daarna opgevolgd door een erg grote vijver dat zich in een park bevindt. Een plankenpad brengt me naar de mooiste plekjes bij het water. De mooiste scène is toch wel een vreedzaam eilandje dat zich in deze grote plas bevindt en waarop enkele kleine bomen groeien. Zoiets noem je dus idyllisch. De pittoreske Sint-Barbarakerk van Lasauvage bevindt zich vervolgens aan mijn linkerkant en is vernoemd naar Barbara, de patroonheilige van de mijnwerkers. 
 
Na tien kilometer volg ik een beek langzaam stroomopwaarts, maar ik mis een paadje om naar links af te slaan. Het brede pad dat ik volg, loopt parallel met het andere, dus dat maakt in principe weinig uit. Of dat dacht ik althans totdat ik een grote plas water aantref op de weg waar geen ontkomen aan is. Met mijn tippen ga ik door het water, maar helaas zijn natte voeten toch mijn deel. Een klein beetje water is in mijn schoenen binnengedrongen, maar ik heb er gelukkig weinig last van. De laatste vijf kilometer van deze route is wat minder goed omdat verharde wegen hier meer hun opwachting maken. Er is weliswaar nog wel bos hier en daar, maar asfaltwegen zijn hier toch in de meerderheid. 
 
Soms zie ik echter nog wel fraaie plaatjes zoals koolzaad dat in bloei staat en een mooi kleurenpatroon vormt met het groene gras en de blauwe hemel. Na veertien kilometer duikt er nog een onverwachte bosweg op en dat maakt het einde toch wel meer gevarieerd. De laatste kilometer gaat door het centrum van Differdange en daar kan ik dus weinig over zeggen, behalve dat ik door een levendig dorp ga. Dit is overigens iets wat me wel opvalt in dit gedeelte van het Groot-Hertogdom Luxemburg: de dorpen en steden zijn best wel relatief groot en druk, zeker als je het vergelijkt met dorpen in andere delen van het land. 
 
Deze etappe heeft me aangenaam verrast door haar variëteit waar het Land van de Rode Aarde het kloppend hart is van deze wandeling, maar persoonlijk vind ik de waterpartijen en grote vijver tussen kilometers acht en tien het mooiste aspect van deze wandeling. Helaas eindigt de route een beetje in mineur omdat er toch wel wat asfaltkilometers aanwezig zijn op het einde. Ik ervaar het een beetje als storend, maar de eindconclusie is toch dat dit zeker een leuke wandeling is.

Zondag 14 april 2024
Op de website van www.bergwijzer.nl wordt de etappe tussen Rumelange en Dudelange omschreven als de koninginnenetappe en dan gaat mijn wandelhartje sneller kloppen. Met veel enthousiasme beschrijft het verslag op deze site alle bezienswaardigheden en de dichtheid met attracties lijkt haast eindeloos te zijn. En zoiets toets ik maar al te graag aan mijn eigen wandelervaring. 
 
Opnieuw begint deze dag met een queeste naar het zoeken van een parkeerplaats. Op mijn weg naar Dudelange zie ik plots op deze zondag een grote parkeerplaats tevoorschijn komen die bovendien meer dan halfleeg is. Opnieuw is deze parking betalend, maar ik ben al blij dat ik geen tijd verlies aan het zoeken van een parkeerplaats. Dat zorgt er wel voor dat mijn startpunt enigszins verschilt met dat van de officiële GPX van de website van de Minett Trail. Daar is het startpunt namelijk het station van Dudelange Usines, terwijl ik een beetje verder op het traject vertrek bij een mooi uitkijkpunt. Na dit uitkijkpunt gaat het meteen omhoog via een klein singletrackpaadje en even later tref ik trappen aan die me naar boven piloteren. 
 
Van mijn weekendje in de streek van Minett is dit wel het mooiste stukje natuur dat ik te zien krijg gedurende twee kilometer. Inzinkingen, grillige rotsformaties, opvallende rotsblokken en overblijfselen van steenpuin dat wordt overgroeid door mos zijn maar enkele kenmerken die de beginkilometers opfleuren. Het Land van de Rode Aarde is mountainbikeland en nergens wordt dat meer duidelijk dan op dit terrein. Om de enkele honderden meters zie ik wel één of meerdere mountainbikers passeren en die hebben het soms niet onder de markt. In tegenstelling tot het parcours van gisteren zitten hier enkele venijnige paadjes bij waar het wat oplettendheid vergt om te dalen of stijgen. Ook zijn sommige doorgangen vrij smal en dat maakt het bergfietsen toch wel uitdagend. Voor wandelaars is het allemaal wat makkelijker, hoewel sommige paden verraderlijk hard dalen. 
 
Net zoals andere wandelingen op de Minett Trail heeft dit traject ook een stukje cultureel erfgoed en zo gebeurt het dus dat ik onderweg zaken zie zoals mijnkarretjes gevuld met steenpuin of een wagon waarvan ik me luidop afvraag hoe ze die in hemelsnaam helemaal bovenaan de top van een heuvel hebben gekregen. Hoe leuk dit vleugje cultuur ook is, uiteindelijk is het de natuur die een wandeling kleur geeft en dat is bij deze wandeling zeker in orde. Deze ruim tien kilometer durende wandeling bestaat hoofdzakelijk uit bos, hoewel er soms ook graslanden en struiken te vinden zijn hier. 
 
Het mijnverleden wordt na een vijftal kilometer opnieuw erg zichtbaar met het steenpuin dat is achtergelaten en waar ik me nu langs mag begeven. Hier zijn ook enkele inzinkingen te zien waar tientallen jaren geleden ijzererts werd uit ontgonnen, maar nu bedekt zijn met een laagje natuur. Op deze vlakte ontvouwt er zich een wirwar aan paadjes en soms moet ik opletten om het juiste pad te vinden. Toch laat ik me één keer verleiden om een ander paadje te nemen – vermoedelijk een pad voor mountainbikers – en dat blijkt een goede keuze te zijn. Tussen een inzinking en klif wandel ik op een koperkleurig pad en dit is een reliëf dat je niet snel ergens anders zal aantreffen. 
 
Na zeven kilometer is het tijd voor de laatste grote beklimming van de dag en het bos wordt hier tijdelijk verruild voor graslanden. Een slingerend graspad leidt me naar een heuvel waar opnieuw het bos terug is. Hier is het wel even worstelen met een graspad dat bedolven is onder de plassen en een herhalingsoefening van gisteren met opnieuw natte voeten lijkt in de maak. Gelukkig treft mijn waakzaam oog een bospaadje aan mijn linkerkant en dat pad neem ik om het natte gras te vermijden. Het laatste wapenfeit van de dag is een klein arboretum, maar de waarheid gebiedt me om te zeggen dat ik hier amper naar gekeken heb. De laatste kilometer gaat door de stratenjungle van Rumelange waar ik naar het station stap. Om de bus terug te nemen naar Dudelange stop ik bij de halte die aan de rechterzijde van de autoweg ligt. Op zondag rijdt de bus elk uur en dat betekent helaas nog vijftig minuten wachten. Daar zijn ze op Rumelange echter op voorzien, want er zijn voldoende cafés open. Cultuur, natuur en café-uur! Wat wil je nog meer? 
 
Deze etappe komt met hoge verwachtingen bij mij en ik ben zeker niet teleurgesteld daarin. De natuur is hier op zijn mooist met het meest spectaculaire landschap van mijn tweedaags weekend op de Minet Traill. Deze route is wat minder gevarieerd dan die van gisteren en kent ook minder aanwezigheid van water, maar maakt dat dubbel en dik goed met een traject dat bijna exclusief bestaat uit bos en andere natuur. De verwijzingen naar het culture erfgoed van het mijnverleden is de spreekwoordelijke kers op de taart. Misschien is tien kilometer wat kort voor doorgewinterde wandelaars, maar die kunnen een verlenging breien met een volgende etappe van de Minett Trail.

Conclusie
De Minett-regio kent een succesvolle conversie naar toerisme en heeft een heleboel te bieden om hier een trage vakantie te houden. Wandelen is de klassieke activiteit bij uitstek en de Minett Trail is door de combinatie van natuurschoon en cultureel erfgoed een aanrader. Hoewel ik de Müllerthal Trail en Lee Trail knapper vind, is wandelen in de Australische outback - met wat zin voor overdrijving - een unieke ervaring. Toch is dit vooral een regio voor mountainbikers die enkele van de mooiste parcours in de Benelux krijgen voorgeschoteld hier. Dit is echter geen spek voor de beginnersbek en vergt toch wel wat ervaring met het rijden op een mountainbike.

De stad Esch-sur-Alzette en de wijk Belval in het bijzonder schroeft het architecturale en culturele gehalte op met een mooie symbiose van post-industriële architectuur die mooi is verweven met modernisme. Hier bevinden zich ook enkele kleine expo's, maar voor het grootste museum van de regio moet je toch bij Rumelange zijn waar het Nationale Mijnmuseum toch wel verplichte kost is als je deze regio bezoekt. Mijn tweedaags verblijf in Zuid-Luxemburg is in ieder geval een schot in de roos en ik kom (in de nabije toekosmt) zeker eens terug.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten