zondag 4 december 2022

Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel

Jubelpark
Het Jubelpark is een klein museumparadijs in het hartje van Brussel en ik was hier in het verleden nog al geweest om Autoworld en Sarcophagi - een tijdelijke expo - te bezoeken. Eéntje die ik compleet heb genegeerd is het Koninklijk Museum van het LEger en de Krijgsgeschiedenis. Een hele mond vol voor een museum dat alle aspecten van het leger belicht en aanverwante onderwerpen. Met een ruimte van ongeveer veertig duizend vierkante meter is het trouwens een erg groot museum. Ik deed er 4,5 uur over, maar enkele zalen heb ik compleet genegeerd of ik ben er doorgesneld. Reken dus voor een bezoekje op zo'n vijf tot zes uur om alles in detail te bekijken. Voor velen, inclusief mezelf, zal dat allicht te veel zijn en daarom is het wellicht beter om het museum twee keer te bezoeken. Er is namelijk meer dan voldoende te zien. Voor de prijs van elf euro krijg je dus alleszins veel waar voor je geld. 

Dit museum hinkt op twee gedachten: enerzijds zijn er stoffige zalen die relikwieën uit het verleden tonen waar volgens mij niet veel interesse voor bestaat, anderzijds zijn er nieuwe(re) delen die knap zijn opgesteld en een grote interactieve toets hebben. Dit is een museum wat volgens mij iedereen kan aanspreken, maar het is dus wel zo dat er veel onbenut potentieel in dit museum huist en dat is toch wat jammer. Sommige delen kunnen ook wel een likje verf gebruiken en met name de grote hal waar de vliegtuigen zijn opgesteld lijkt nog in de twintigste eeuw te leven. Bovendien is deze hal niet verwarmd - wat begrijpelijk is - maar zonder jas was het daar dus behoorlijk koud. 

Opstelling
België wordt wel eens smalend het slagveld van Europa genoemd en de recente militaire geschiedenis van deze regio vult gemakkelijk een heel museum. In totaal telt het Museum van het Leger elf delen: harnassen, de periode van 1815 tot en met 1914, de technische zaal met (meestal) wapens, de periode van het eerste en tweede Franse keizerrijk, Wereldoorlog I, Wereldoorlog II, de Russische zaal, een ruimte over pantservoertuigen, een hal over de luchtvaart, de marine en tot slot de Belgische deelname aan expedities in Antarctica. Als toemaatje is er nog een mooi panorama over Brussel vlak bij de triomfboog van het Jubelpark. Zoals ik al zei: als je alles in detail wil bekijken, moet je rekenen op zo'n zes uurtjes. 

Het eerste deel waarin ik word ontvangen is de ruimte over het ontstaan van België en de Belgische militaire geschiedenis tot 1914. Dit is het schoolvoorbeeld van een stoffige ruimte. Er zijn legio kabinetten met een heleboel uniformen, militaire prullaria en bustes van Belgische generaals waarvan niemand nog het bestaan afweet. Dit is interessant voor even, maar de ruimte blijft maar doorgaan waardoor ik al begon te vrezen voor een heel museum van dit soort ongein. De ruimte over Wereldoorlog I bewijst gelukkig dat het ook anders kan. De stoffige kabinetten blijven weliswaar aanwezig, maar deze keer is er ook veel oorlogsmateriaal te zien. Absolute blikvanger is toch wel de allereerste tank van de Britten, de Mark 1, dat een absoluut beest is qua grootte. Helaas voor de Britten was het wel niet zo stevig bepantserd en konden Duitsers de tanks al bij al nog redelijk eenvoudig weerstaan. 

Ook diverse kanonnen, howitzers en mortiers worden getoond. Hoewel dit gedeelte van het museum niet uitblinkt in het verlenen van informatie wordt er wel duidelijk gemaakt wat het onderscheid is tussen dit drietal. Ook het gewicht van de af te vuren granaten staat er bij en dat is soms ontzagwekkend, net zoals het resultaat. Bij één van de exemplaren stond de impact vermeld: een diameter van acht à tien meter en een diepte van vier meter. Het illustreert hoe dodelijk deze oorlog was en dan moest de bloedigste een kwarteeuw later nog komen. Een persoonlijk minpuntje bij de WO I-ruimte vind ik - naast het wat oubollige karakter - de beperkte leesbaarheid van tekst bij artefacten die achter glas worden bewaard aangezien dit amper verlicht wordt. 

Wel modern
De stoffige staat van het museum wordt verder gezet bij zalen zoals de technische ruimte waar er wordt uitgeweid over de diverse vuurwapens van het leger naast andere onderwerpen zoals hoefijzers. Hoefijzers? Yups, want veel oorlogen tot aan het midden van de 21ste eeuw werden nog uitgevochten met een grote hoeveelheid paarden. En deze beestjes moeten goede schoenen krijgen, dus vandaar ook een kleine collectie over hoefijzers. Dit gedeelte is echt bedoeld voor de militaire freaks en daar reken ik mezelf niet toe. Dus ik was deze ruimte alweer snel uit. Dat het echter ook anders kan bewijzen de vernieuwde ruimtes zoals de zaal waar de harnassen worden getoond. Het Museum van het Leger promoot zichzelf met tien eeuwen oorlogsgeschiedenis en de meerderheid van die tien eeuwen worden vooral hier getoond. 

De harnassen zitten veilig achter glas, maar zijn toch goed zichtbaar. Het leuke hier is om de verschillende vormen van de harnassen te ontwaren. Zo herinner ik me nog het Suske en Wiske album Het Spaanse spook waar Willy Vandersteen de Spaanse conquistadores waarheidsgetrouw tekende en het is dan een aha-erlebnis wanneer ik diezelfde lijnen herken bij Spaanse harnassen uit de zestiende eeuw. Deze ruimte biedt een potpourri van verschillende stijlen en gaat zowel over Karolingische zwaarden als Franse degens. De middeleeuwen dus in al zijn facetten. De collectie is niet erg uitgebreid, maar biedt wel een goed beeld over hoe er oorlog werd gevoerd in het Europa van duizend jaar geleden. Dit is trouwens het enige gedeelte van de collectie dat niet in het teken staat van België, want andere ruimtes zijn steeds min of meer toegewijd aan de Belgische (militaire) geschiedenis. 

Voorbeeld van hoe het wel moet
Wereldoorlog II kan uiteraard niet ontbreken op het appel en neemt zelf de meeste ruimte in beslag van alle zalen, behalve de luchtvaarthal. Deze opstelling is wel gemoderniseerd en kent een veel hogere interactieve toets dan de zaal over WO I. Zo zijn er aanraakschermen die elk iets vertellen over een onderwerp dat relevant is over WO II. Dat kan gaan van welke groepen er collaboreerden met de Nazi's tot de diverse concentratiekampen in Europa. Er wordt hier minder ingezet op stoffige kabinetten met militaire prullaria en veel meer op informatieborden en foto's om het geheel visueel veel aantrekkelijker te presenteren. 

Waar bij de Eerste Wereldoorlog er veel wordt verteld over de gevechten tegen de Duitsers is dat bij WO II een veel minder relevant onderwerp omwille van de eenvoudige reden dat België na achttien dagen capituleerde. Daarom schijnen de schijnwerpers op andere aspecten van het dagelijkse leven zoals hoe er verzet werd gepleegd, welke mensen er collaboreerden, jodenvervolging en veel andere zaken. Wat me persoonlijk wel opviel, is hoe hard er wordt geconcentreerd op Vlaamse collaborateurs. Dat de Belgische grondwet pas in 1967 officieel in het Nederlands werd opgesteld, bijna anderhalve eeuw na de Belgische onafhankelijkheid heb ik nergens gelezen... Om maar te zeggen dat het gemakkelijk is om het Vlaamse nationalisme te veroordelen als er weinig - of in dit geval totaal geen - context wordt gegeven. 

Er is ook een tweede verdieping met nog meer info over Wereldoorlog II en daar ben ik simpelweg doorgesneld omdat het echt wel gigantisch is. Op de eerste verdieping wordt er meer info gegeven over de rol van de Belgische samenleving tijdens de Duitse bezetting, terwijl bij de tweede verdieping de algemene aspecten van de oorlog worden getoond. Bijzonder is dat er hier enkele scènes zijn die situaties uit WO II naspelen zodat je een (vaag) idee hebt hoe deze oorlog eruitzag. Ik moet toegeven dat deze opstelling erg knap is gemaakt, maar ik was al ruim drie uur in het museum en begon toch wat moe te worden wat zich vertaalde in een fel verminderde interesseboog. Wanneer ik nog eens terugkom, loop ik onmiddellijk hier naartoe. 

Luchtvaarthal
Tenslotte is er ook nog een luchtvaarthal die heel groot is. Hier word ik opnieuw geconfronteerd met het verouderde karakter van de hal, want toestellen lijken hier al tientallen jaren te staan zonder enige vorm van een opknapbeurt. En het is toch wel jammer om zo'n verloedering te zien optreden bij vliegtuigen die geschiedenis hebben geschreven. Omdat de hal ook erg groot (en koud) is, heb ik hier slechts twintig minuten gespendeerd, maar je kan hier gemakkelijk één uur blijven. Jammer om te zien, is dat er op de eerste verdieping ook vliegtuigjes staan, maar die mag je niet bezoeken want de trappen zijn omwille van één of andere duistere reden afgesloten. Voor mij maakt het weinig verschil, maar voor bezoekers met een bijzondere interesse in de luchtvaart toch wel erg jammer. 

Er staat overigens meer dan voldoende op het gelijkvloers met diverse jachtvliegtuigen waaronder een F16 en ook een Sea King reddingshelikopter die een stuk groter is dan ik dacht. Het meest bijzondere moment van de dag is misschien wel wanneer ik in de laadruimte van een vrachtvliegtuig (C30?) ben en pas dan realiseer ik me hoe groot zo'n vliegtuig wel niet is. Ook oudere toestellen van voor WO II zijn hier te bewonderen, al zijn die wel in de minderheid. Er is ook een kleine, aparte ruimte over Sabena maar maar dan twee minuten ben ik daar niet binnen geweest aangezien het zo weinig voorstelt. 

In de hal is er ook een aparte afdeling voor de Belgische marine die in 1946 werd opgericht. Veel kan ik er echter niet over vertellen, want ik was inmiddels al meer dan vier uur in het museum en ik begon toch echt wel een stevige honger te krijgen. Dit gedeelte is wel uitgerust met veel interactieve schermen, dus ik vermoed dat je hier wel een hele hoop info te zien krijgt. Er is ook een aparte ruimte over Antarctica en ook hier ben ik vliegensvlug doorgelopen. Deze ruimte is wat kleiner en vertelt meer over het Belgisch wetenschappelijk onderzoek in recente tijden en de overwinterig van de Belgica, het allereerste schip dat overwinterde in Antarctica. In de luchtvaarthal is er ook het Sky Café waar je iets kan eten of drinken. Althans, dat eten gaat tot twee uur want dan is de keuken gesloten mocht ik vaststellen toen ik daar om half drie binnenkwam. De oubollige mentaliteit van het museum straalt toch ook af op de interne werking daar. 

Conclusie
Wat mij betreft, is het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis een absolute aanrader omdat het zoveel heeft te vertellen. De ruimtes voor WO I en II zouden moeiteloos door het leven kunnen gaan als een apart museum en ook de luchtvaarthal zal iedere pacifist weten te boeien met luchtvaartgeschiedenis die daarom niet altijd aan militaire doeleinden is verbonden. Enkel is het jammer om te moeten vaststellen dat nog heel wat zalen een stoffig karakter hebben dat een relikwie is van de vorige eeuw. Dat het ook anders kan bewijst de opstelling bij de tweede verdieping over WO II dat een mooie symbiose vormt tussen visuele aantrekkelijkheid en informatie geven. Hopelijk haalt de museumdirecteur de stofvod nog eens van stal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten