donderdag 4 november 2021

Reisverslag IJsland deel vijf: flirten met de noordpoolcirkel


Dinsdag 31 augustus
De Westfjorden worden uitgewuifd en we knopen opnieuw aan met het commerciële circuit van de ring road, maar voor het zover is, wordt er eerst nog een nachtje verbleven in het afgelegen Laugarbakki. Dit is misschien wel het meest doodse gedeelte van de reis aangezien er in deze streek niet gek veel te beleven valt. Het enige hoogtepunt van deze dag is het folkloristische museum van Tovenarij en Hekserij in het plaatsje Holmavik. Toch een beetje mager voor een gehele dag. 

Net zoals de vorige dagen is de blauwe bus de thuishaven van deze toeristenbende met af en toe fotostops van de fraaie kustlijn. We bevinden ons hier niet zo ver van de noordpoolcirkel, maar dat kan je niet afleiden uit het weer. Enkele dagen geleden werd in het iets verderop gelegen Akureyri de warmste temperatuur ooit gemeten in IJsland. Het weer op deze dag is - net zoals tijdens de gehele reis - wisselvallig. De koffers in de bus zijn deze keer voorzien met een extra kostuum in de vorm van vuilniszakken. Bij de modderachtige f-roads blijkt dat het busje niet helemaal bestand is tegen zoveel moddergeweld en achteraf stellen we vast dat via het ventiel van het reservewiel een alleraardigst portie modder en water wordt binnengesmokkeld.

Deze dag kent zoals gewoonlijk een aantal fotostops met als bijzondere vermelding een plekje waar een aantal zeehonden liggen. De beestjes worden gretig gefotografeerd, maar ik heb mijn deel van robben wel gezien sinds mijn reis op Antarctica en bovendien reikt mijn zoomlens niet ver genoeg om deze zoogdieren op gevoelige plaat vast te leggen. Wat later is het dus de beurt aan het museum van Tovenarij en Hekserij waar ik een half uurtje ronddool na eerst een grote pizza te hebben gegeten. Pizza en fast food zijn ondertussen een vast item geworden in IJsland, wellicht omdat het snel op te warmen is en lang bewaard kan worden. 

Chauffeur Anna trok zich het leed van de natte koffers aan en als zoenoffer had ze een prachtige tip. Niet ver van Laugarbakki ligt namelijk de prachtige kloof van Kolugljúfur en bij de eerste blik op deze kloof was de groep al het leed onmiddellijk vergeten. Had ik niet eerder de Markarfljótsgljúfur-kloof bezocht dan zou ik ook geïmponeerd zijn geweest door zoveel natuurgeweld. Toch blijft het een prachtig stukje natuur waar ik met veel plezier bleef. En zo kent een eerder saaie dag toch een mooi einde.


Woensdag 1 september
Akureyri is de eindhalte van deze dag en geldt als de noordelijke hoofdstad van IJsland. Met ruim achttienduizend inwoners is het naar IJslandse normen een mastodont van een stad. De hoofdattractie van vandaag is echter het museum van Glaumbær. Dit is een soort van IJslands Bokrijk in miniformaat waar nog enkele turfhuisjes staan. De turfhuisjes zijn - zoals de naam al zegt - gemaakt van turf en houden de koude verrassend goed buiten. Het nadeel is wel dat turf niet zo stabiel is en onder hevige weersomstandigheden kunnen eroderen. Dat is meteen ook de reden waarom IJslanders vanaf de 19de eeuw overstapten naar meer stabiele bouwvormen zoals hout en steen. 

Het museum van Glaumbær toont hoe een grote hoeve er honderden jaren geleden uitzag en meteen valt op hoe klein de vertrekken zijn. De huisjes en hoeve zelf zijn geenszins klein, maar zo'n boerderij kon tot twintig personen huisvesten wat zeker niet min is. Net zoals veel van de andere IJslandse musea is dit interessant voor een half uurtje, maar langer kan me het helaas niet boeien. Onderweg naar Akureyri organiseert reisleider Marcel telefonisch een boottochtje in de avond waar men op zoek gaat naar walvissen. Dat is een behoorlijk prijzige aangelegenheid en als enige van de toeristenbende bedank ik voor het aanbod. Net zoals de zeehonden heb ik het allemaal al gezien in Antarctica. 

Eenmaal aangekomen in Akureyri besluit ik om een uitgebreide avondwandeling te doen. Mijn reisboek over IJsland stelt een route voor en die brengt me naar een kitscherig standbeeld van de eerste kolonisators als startpunt. Het wordt geen mooie avondwandeling, maar wel een bijzondere. Zo leer ik dat in de jaren dertig op deze plek de eerste televisiesignalen van de BBC in IJsland werden opgepikt en kom ik ook terecht in een erg fraaie botanische tuin waar ik met plezier naar de flora kijk. De rest van de wandeling gaat door residentiële zones, maar sluit wel af in schoonheid door het oude stadsgedeelte van Akureyri. En onderweg zie ik de luchthaven van Akureyri. Het is te zeggen: een landingsstrook van amper een paar honderd meter lang vlak naast de plaatselijke fjord. Zoals ik zei: niet mooi, maar wel bijzonder!

Donderdag 2 oktober
Naar deze dag heb ik reikhalzend uitgekeken en ze heeft zeker niet teleurgesteld, hoewel ik voor mezelf het leven toch aardig moeilijk maakte... De omgeving van Myvatn is namelijk het toeristentoneel voor deze dag en dat begint met de pruttelende modderpoelen in het gelijknamige plaatsje. Deze poelen worden aangewakkerd door de ondergrondse hitte en dat zorgt ervoor dat ik modder bijna letterlijk zie koken! Ondertussen leer ik ook dat Myvatn in het Nederlands zoveel betekent als muggenmeer en dat heb ik geweten. Honderden muggen zien in mij een ideaal feestmaal en wanneer ik de insecten van me probeer af te slaan, beland ik uiteraard in een put tot aan kniehoogte. Resultaat: mijn schoen vol met bruine smurrie en een broek die deze reis nog enkel dienst doet als wasproduct.

Dat mag de pret echter niet drukken en na wanneer ik als een halve gek mijn schoen heb uitgeklopt, kan ik nog enigszins presentabel uit de bus stappen. De volgende uitstap laat niet lang op zich wachten en is een kleine vulkaan dat een mooi uitzicht biedt over deze geothermisch drukke omgeving. Blikvanger is het kratermeertje dat een diepblauwe kleur kent. De tijd staat echter niet stil en na een half uurtje gaan we al weer verder naar het labyrint van Dimmuborgir. En wat mij betreft is dit één van de hoogtepunten van de gehele reis. 

Dimmuborgir is een plek die bestaat uit grillige rotsformaties van lava die ongeveer drieduizend jaar geleden zijn ontstaan in de meest spectaculaire vormen. De rotsen zijn echter poreus en daarom zijn er verscheidene paden aangelegd die je door dit doolhof leiden. Dat mag je letterlijk nemen, want paden zijn niet echt bewegwijzerd met kleurcodes. Ik ben echter niet voor één gat te vangen en ik had op voorhand al een offline kaart van IJsland gedownload op Wikiloc waar al de paden mooi zijn aangeduid. Zodoende heb ik een mooie wandeling gemaakt, maar een labyrint kan ik het dus niet meer noemen voor mij. 

Even later brengt de bus ons naar een erg fraai uitkijkpunt over - wat ik vermoed - het meer van Myvatn is. Enkele eilandjes en schiereilandjes domineren het panorama over dit meer. Dit meer is overigens vrij groot met een omvang van zevenendertig vierkante kilometer en is dus een kleine wereld voor een heleboel vogels en andere dieren. De laatste uitstap van de dag bevindt zich vlakbij ons hotel waar ik een rondje maak rond de pseudokraters van Skútustaðir. Pseudokraters ontstaan door de ondergrondse warmte die de drukte op het aardoppervlak doet toenemen. Het is een typisch IJslands verschijnsel dat je overwegend in deze omgeving tegenkomt. Ook deze wandeling is een plezier om te doen in een dag die bol staat van de hoogtepunten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten