zaterdag 23 oktober 2021

Reisverslag IJsland deel vier: de Westfjorden

Zaterdag 28 augustus
Mijn reis door IJsland is eigenlijk een tweeluik dat op deze dag het tweede en laatste deel aanvangt. De eerste week ben ik samen met een hele hoop andere wandelaars door de IJslandse hooglanden getrokken om te genieten van de Laugavegur. De volgende dertien dagen mag ik meer het luxebeestje uithangen en begeef ik samen met anderen reizigers van Koning Aap in een busje door IJsland. Het wordt nu ook een stuk kleinschaliger met slechts een twaalftal personen. Bijzonder is dat de meerderheid Belgen zijn terwijl bij mijn twee vorige georganiseerde reizen de Nederlanders verreweg in de meerderheid waren. Voor de groepsdynamiek maakt het echter weinig uit. 

De dag begint al goed wanneer het knalblauwe toeristenbusje ruim een kwartier later dan gepland arriveert. Bestuurster Anna blijkt een goedgemutste, kranige zestiger te zijn die al even vrolijk door het leven stapt als ze met de bus rijdt. De eerste kleine stop houdt halte bij het plaatsje Borgarnes waar een eerste turfhuisje staat. Tot tweehonderd jaar geleden werden de meeste huizen in IJsland gemaakt van turf omdat dit vrij gemakkelijk te verkrijgen was en het hield de warmte binnen in het koude IJsland. Tegenwoordig zijn ze echter een rariteit. De eerste langere stop is bij Búdir waar het zwarte kerkje erg fotogeniek is. Maar nog mooier is de omgeving dat een prachtig samenspel is van zwarte rotsen en groen gras met op de achtergrond bergen die omhelst worden door een onheilspellende mist. Een half uurtje is voorzien en dan moet ik weer terug de bus op. Ik wilde hier eigenlijk een stuk langer blijven, maar dat gaat dus niet. Het toeristische karakter van deze reis komt op dergelijke momenten wel erg hard naar boven en het is een euvel waar ik de eerste dagen toch danig mee kamp. 

Deze dag bestaat uit een goed gevuld programma en het is niet lang wachten op de volgende stop. Die eer gaat naar de prachtige rotsformaties van Anarstapi. Lichte regen kondigt zich aan, maar het past wel bij het sfeer van dit plaatsje. De rotsformaties mogen dan wel niet uitblinken door hun grote afmetingen, toch vind ik het één van de mooiere plaatsen tijdens mijn reis door IJsland. Ook hier kan ik gerust wat langer blijven, maar de wijzers van de klok tikken olijk verder en dat betekent weer de bus op voor alweer een nieuwe bestemming. Het strand van Djupalonssandur blijkt echter een kleine tegenvaller te zijn. Het strand zelf is fraai, maar er is simpelweg niet gek veel te zien. Er liggen nog enkele wrakstukken van een schip en er zijn ook enkele stenen te vinden. Deze stenen werden gebruikt om te zien of vroeger iemand kon meevaren op een vissersboot of niet. Mannen moesten namelijk meer dan vijftig kilo kunnen optillen. Aangezien ik geen ambitie heb om op zo'n boot te werken, ga ik niet proberen om dergelijke stenen op te tillen... 

De berg Kirkjufell is de laatste halte voor het hotel en qua omgeving ontegensprekelijk het mooiste plaatje van de dag. Hier bevindt zich namelijk een mooie waterval die nog mooier wordt wanneer je de Kirkjufell als achtergrond erop kan zetten. Dat hebben andere toeristen ook door, want het is hier behoorlijk druk. Het hoogseizoen mag dan op zijn einde lopen, maar met deze mensenzee zou ik dat niet durven zeggen. Het hotel bevindt zich bij Stykkishólmur wat een mooi plaatsje is voor straatfotografie. Het diner begint pas om acht uur 's avonds en dat geeft me dus nog de gelegenheid om foto's te nemen van deze plek. Vooral de moderne kerk is goed voor een paar kiekjes.
 
Zondag 29 augustus
Op deze dag staat er normaal gezien een ritje geprogrammeerd met de ferry naar de Westfjorden, maar die blijkt in deze tijden slechts één keer uit te varen en dat is om half vijf 's avonds. Dat gooit het hele reisprogramma overhoop en dan rest er slechts één alternatief: met de bus gaan. De weergoden hebben er niet veel zin in vandaag en het is wellicht de slechtste dag qua weer van de gehele reis. De gehele dag regent het en een laaghangende mist maakt het helemaal onmogelijk om iets mee te pikken van de omgeving. Af en toe wordt er wel gestopt voor fotostops, maar met de mist is er niet zo veel te zien. 

Eén van de reisgenoten beleeft wel een topdag want hij mag voor de eerste keer plaatsnemen in een warmwaterbron. 't Is te zeggen, kleine baden die amper een paar vierkante meter groot zijn waar dan een hele horde toeristen op zit te apegapen. Nee, dan ben ik blij dat ik in Landmannalaugar heb kunnen ronddobberen in het warme water en niet in zo'n klein badje. Een andere stop is gepland bij een gestrand schip. Om het toerisme wat te stimuleren hebben de IJslanders er niks beters op gevonden om ergens onderweg een scheepswrak te dumpen om toeristen te lokken. Dat lukt wonderweg want het nodigt wel uit tot het nemen van enkele mooie foto's.  

Hoogtepunt van de dag is Látrabjarg dat zich op het meest noordwestelijke punt van IJsland bevindt. Deze klif is veertien kilometer lang en het hoogste punt meet maar liefst 440 meter. Er broeden hier ook talloze vogels, maar de typische papegaaiduikers zijn in geen velden of wegen te bekennen. Die zijn inmiddels met de noorderzon verdwenen en verhuisd naar warmere oorden. De kliffen van Látrabjarg zien er indrukwekkend uit, maar erg lang duurt het uitstapje niet. Het geeft me wel genoeg tijd om een indruk te krijgen van hoe de kliffen eruitzien en hoe de vogels er broeden. Het is wel een dankbare plaats om foto's te nemen door het dramatische karakter van de rotsen en de vogels die er rakelings naast vliegen. Qua natuur zijn de Westfjorden misschien wel het mooiste gedeelte van IJsland op deze dertiendaagse reis en Látrabjarg maakt daar zeker deel van uit.   

Op de website van Koning Aap wordt er gepocht met parelwitte zandstranden, maar in dit miserabele weer is er weinig van te zien. Tussen de regendruppels door kan ik soms wel iets opvangen van deze stranden, maar erg appetijtelijk ziet het er op deze dag niet uit. Het dramatische weer heeft wel een positieve impact wanneer plots uit het niets een leuk kerkje opduikt. Het bouwwerk staat bijna letterlijk in the middle of nowhere, maar dat levert wel mooie foto's op in combinatie met het weer. Een erg klein voordeel bij erg veel nadeel. 

Maandag 30 augustus
De regen van de dag ervoor is nu ingeruild voor grauwe wolken die gelukkig hun waterstofdioxiden bijhouden. Dat zorgt er ook voor dat de mist wat verdwijnt en dan blijkt plots hoe majestueus de regio van de Westfjorden is. Magnifieke vergestrekte baaien worden vergezeld met bergen die hoog boven het water uittorenen. Men zegt dat je IJsland moet bezoeken omwille van de natuur en de Westfjorden zijn hier een goed voorbeeld van. Aangezien deze regio wat verder gelegen is van de traditionele ringroad die de meeste toeristen afleggen, is het hier ook wat rustiger. 

Bij de waterval van Dynjandi zou je dit echter niet zeggen. Het is hier relatief druk, maar in vergelijking met andere watervallen valt het nog altijd mee. Op mijn reis door IJsland heb ik een heleboel watervallen gezien, maar wat mij betreft, is dit de mooiste van het hele lot. De waterval gaat in verschillende trappen zo'n honderd meter naar beneden, maar vooral het bovenste stuk is indrukwekkend met een breed watergordijn dat geen enkele natuurliefhebber onberoerd laat. De klim naar boven zorgt ook voor een leuk uitzicht over de omgeving. De waterval stroomt namelijk in een baai en dat is al minstens even mooi om te zien als de waterval zelf. 

Onderweg wordt er ook even gestopt bij de dorpjes Thingeyri en Flateyri. De halte bij Thingeyri is eigenlijk niet meer dan een eetpauze, maar het dorpje Flateyri is wel de moeite waard. Dit dorpje werd in 1995 getroffen door een steenlawine wat het leven kostte aan een aantal mensen. Sindsdien hangen er netten bij de aanpalende rotsen van het dorpje die een nieuw drama moeten voorkomen. Het dorpje zelf is leuk om door te lopen. Het is gezegend met het oudste boekenwinkeltje van het land en dankzij de app van Wikiloc kan ik zelf een mooie wandeling uitstippelen die me brengt bij een iets hoger gelegen uitkijkpunt dat een goed zicht biedt over het plaatsje. 

Het hotel bevindt zich in Ísafjörður wat één van de grotere plaatsen is in IJsland en bij verlenging ook de Westfjorden. Reisbegeleider Marcel organiseert een zelfgeleide tour door het stadje en wijst op de Noors geïnspireerde architectuur van de huizen. Sommige straten kenmerken zich door hun felle kleuren, maar de meeste straten zijn qua architectuur toch vrij monotoon. Kerken vind je in IJsland in alle soorten en maten en ook deze ziet er weer totaal anders uit dan de kerken die ik eerder heb gezien in IJsland. Met ruim 2700 inwoners is Ísafjörður relatief groot en beschikt het over een zekere charme, maar ik zie me er zelf niet wonen. En al zeker niet in de winter wanneer het dorp helemaal is afgesneden van de buitenwereld.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten