zaterdag 8 juli 2023

Reisverslag Peru en Bolivia deel vijf: zout op de vlakte

Donderdag 15 juni 
Eén van de hoofdredenen om deze spectaculaire reis te doen, is de onmetelijke zoutvlakte van Salar de Uyuni waarin we met enkele jeeps door deze zoutvlakte rijden. In Bolivia is het nu winter en op deze reis was dat tot dusver amper op te merken. Hier zijn de temperaturen door de hoge ligging van de zoutvlakte echter een stuk kouder en was het 's nachts klappertanden bij min twaalf graden. Ook de ochtend doet nog koud aan, maar wanneer we om acht uur 's ochtends vertrekken klimt de zon in de horizon en wordt het langzaam warmer. Het begin van deze dag heeft weinig met zout te maken, want op minder dan een half uurtje rijden bevindt er zich een soort van kerkhof voor treinen waar oude locomotieven en treinstellen staan. Eén daarvan is zelfs overvallen geweest door de beruchte boeven Butch Cassidy en Sundance Kid voordat ze richting pierenland werden gestuurd door de Boliviaanse politie. Het laatste jaar ben ik minder bezig met fotografie, maar deze plek is echt wel ideaal voor urbex met als leuk toemaatje een mysterieuze mist die de stad Uyuni in de verte omhult. 

Na het rondje urbex stoppen we even bij een plaats waar ze zout vervaardigen. Dit is een kleine, familiale ambachtelijke zaak waar alles manueel gebeurt. Zoals zo vaak bij dit soort dingen is het leuk om dit even te bekijken maar de toeristische walm om zoveel mogelijk souvenirs te verkopen, is nooit erg ver weg. En dat is voor mij het ogenblik om me uit de voeten te maken. Het echte werk volgt nu en we staan bij de rand van de zoutvlakte waar de zoutvlakte een geweldige indruk maakt. Gelukkig heb ik mijn zonnebril op, want de stralende zon wordt zonder problemen weerkaatst door het witte zout. Zo ver mijn ogen kunnen speuren, zie ik niets anders dan zout. Er zijn ook enkele plaatselijke warmwaterpoelen waar soms Bolivianen op afkomen en die poelen fungeren dan als geïmproviseerde heilzame bronnen. Het water dat de lucht en omgeving weerspiegelt kan niet anders dan als imposant worden omschreven.  

Daarna wordt er even halt gehouden bij het allereerste zouthotel van deze zoutvlakte. Letterlijk alles is hier van zout gemaakt: kamers, bedden, stoelen, de bar en uiteraard het hotel zelf. Een aantal jaar geleden is hier ook de Dakar Rally vertrokken, maar het beeld ter ere van deze start heeft inmiddels betere tijden gekend. Het hotel zelf wordt tegenwoordig niet meer gebruikt omdat het hier 's nachts veel te koud is, toch zeker in deze wintertijd. Toch is het leuk om deze zoutarchitectuur te bewonderen én te fotograferen. Rond de middag worden we naar Incahuasi gereden waar ons nog een verrassing te wachten staat. We mogen eerst namelijk een tweetal kilometer wandelen en daar wacht er op ons een prachtig gedekte tafel en dineren we in deze gigantische leegte van zout. Ik denk niet dat ik ooit op een mooiere plaats heb gegeten dan dit. Af en toe merk ik een toeristenbusje op, maar het is hier verrassend kalm. 

Na het diner vervolgen we onze wandeling naar Incahuasi en dat is al een speciale ervaring. Incahuasi zelf is echter nog veel magischer. Deze plaats is een soort van eiland op de zoutvlakte dat tot zeventig meter hoog reikt en waar reuzencactussen groeien tot tien meter hoog. Op deze grote hoogte is het even puffen en blazen om naar boven te komen, maar het uitzicht is werkelijk adembenemend. Ook de vele cactussen geven deze plek een apart smoeltje. Het is niet verrassend dat hier zich een boel meer toeristen bevinden, maar dat vind ik helemaal niet zo erg, zo mooi is deze plaats. We blijven hier bijna een uur, maar zelf dat vind ik nog te kort om deze oase van rust te verkennen. Vervolgens rijden we wat verder om de obligate foto's te nemen waar er gespeeld wordt met perspectief. Het speelgoeddinosaurusje wordt meegenomen, vlakbij de camera gezet en wij staan twintig meter verder waar we verrast moeten opkijken als we de dinosaurus naderen. Even het kind in mij loslaten, maar na een half uurtje heb ik er wel genoeg van.

Het laatste luik van de dag brengt ons bij enkele plassen waar de ondergaande zon in wordt geprojecteerd en dat levert uiteraard prachtige plaatjes op. Veel koude ook, want miljaar, de temperatuur daalt zienderogen wanneer de zon langzaam verdwijnt onder de horizon. Vriestemperaturen doen mijn handen verkleumen, maar het kan nog altijd erger. Enkele vrijwilligers hebben zich opgeofferd om de meest bizarre posities aan te nemen bij een timelapse video waar de jeep rond de groep circuleert met de ondergaande zon als achtergrond. Van alle foto's en video's die we hebben genomen, is dit toch wel de meest indrukwekkende prestatie van allemaal. Rond half zes komen we terug in Uyuni aan na toch wel een onvergetelijke dag. Graag had ik een driedaagse jeepsafari gedaan bij deze zoutvlakte, maar de dertigdaagse variant van deze reis ging echter niet door waardoor ik tevreden moet zijn met één dagje Uyuni. Jammer, maar ook fantastich!  

Vrijdag 16 juni
De zoutvlakte wordt vandaag vaarwel gezet en een busreis van een halve dag brengt ons naar Potosi, de hoogste stad ter wereld. Deze stad was honderden jaren geleden één van de grootste ter wereld en dat heeft alles te maken met de aanwezige zilvermijn bij de Cerro Rico. Uit deze berg werd naar schatting 75% tot 80% van al het zilver in de wereld gehaald en dat gaf deze stad een ongeëvenaard aanzien en spijsde de Spaanse schatkist. Dit komt echter met een erg donker randje, want gedurende al die jaren kwamen hier miljoenen slaven en inheemse bewoners om het leven. Een wilde schatting spreekt van acht miljoen personen en dat is bijna niet te bevatten... Wanneer ik in Potosi aankom, is het stadje echter een stuk vredelievender, maar valt een ander ding op: luchtvervuiling. Misschien komt het door de ijle lucht op meer dan vierduizend meter hoogte, maar de luchtvervuiling neemt hier echt groteske vormen aan. 

Daar heb ik 's middags weinig last van, want ik rust even uit op mijn hotelkamer en ik ga daarna iets eten in het hotel. Het wordt een simpele maaltijd om de maag te vullen aangezien ik wat later naar de plaatselijke zilvermijn ga. Samen met twee andere dames uit de groep trek ik erop uit en ik trek toch even grote ogen wanneer ik het busje zie arriveren. Een klein busje met 's werelds kleinste stoelen begroet ons en brengt ons naar een plek waar we ons omkleden om de mijn in te stappen. Eerst moeten we echter van de gids wel een bus fruitsap kopen van eerst vijf Bolivianos en een paar ogenblikken later tien Bolivianos. Ik heb dus zo'n donkerbruin vermoeden dat hij zelf met een deel van dat geld is gaan lopen... Dit wordt gebruikt om aan de mijnwerkers te geven die daar een loodzwaar leven lijden. Wanneer ik enkele Duitse toeristen zie die echter niks bijhebben, gaat er bij mij wel een rode vlag af. Ik wil discussiëren met de gids, maar de twee dames zijn me voor en er ontvouwt zich een geanimeerde discussie. De toon voor de rest van de rondleiding is meteen gezet!

De rondleiding in de mijn zelf duurt ongeveer anderhalf uur, maar was bij ons wat korter. Bij de hoofdingang legt de gids een heleboel uit en zijn het vooral de mijnkarretjes die opvallen met hun vracht en een spoor dat zowel voor vertrekkende als aankomende karretjes wordt gebruikt. We duiken dieper de mijn in en zo leren we meer over de mijnwerkers, de geschiedenis van de berg en een gesloten poort waar momenteel niemand aanwezig is aangezien die gesloten is. Vijf dynamietexplosies later weten we dat dit gelogen is, want een kompel komt uit de poort gestapt en doet een vriendelijke babbel met de groep en gids. De schrik zit er bij de dames goed in en ze maken aanstalten om toch terug te keren. Met frisse tegenzin ga ik terug mee, maar niet voor we bij El Tio stoppen. Dit beeldje is de personificatie van de duivel en wordt aanbeden om geen ongevallen te hebben in de mijn. Sigaretten, drank en cocabladeren liggen weelderig om het beeldje verspreid. 

Na ruim één uur stappen we Cerro Rico - de rijke berg - terug uit en daar is het wachten op onze Duitse vrienden die ook een rondleiding krijgen. Dat wachten duurt langer dan voorzien en bij terugkeer wordt duidelijk waarom. Het systeem van de vertrekkende en aankomende karretjes werkt klaarblijkelijk toch niet zo goed als eerst gedacht want twee karretjes zijn tegen elkaar gebotst en dat levert natuurlijk een heleboel heibel op. Het busje met 's werelds kleinste stoelen pikt ons terug op en wonderwel wordt iedereen er in gepropt om eerst terug om te kleden en later terug naar het hotel te worden gebracht. Een memorabele excursie dus, maar ik had toch wel een stuk dieper in de mijn willen gaan!   

Zaterdag 17 juni
La Paz is opnieuw onze bestemming deze dag en dat houdt in dat we ons weer op een lange busdag mogen verheugen. Deze bus begeleidt ons zeven dagen door Bolivia en is gelukkig uitgerust met wifi. Daar heb ik dus dankbaar gebruik van gemaakt, maar vandaag geeft de verbinding niet thuis en dus moet ik me op andere manieren amuseren. Op de Boliviaanse Altiplano is dat geen probleem, want de omgeving is hier schitterend. Na amper een uurtje rijden, houden we een fotostop en met goede reden. De vergezichten zijn hier erg pittoresk met een rode kloof die omgeven is door een groen plateau en bijhorende bergen. We stoppen een aantal keren om flamingo's in de meren te fotograferen. Ik mag dan misschien de driedaagse jeepsafari op de zoutvlakte van Uyuni en omgeving missen, maar dit maakt toch wel veel goed.

Het enige noemenswaardige restaurant wordt op mijn vraag overgeslagen, want bij de eerste passage protesteerden de darmen toch wel en een tweede protestactie zie ik toch niet zitten. Daarom heb ik een proviand van koekjes en chips ingeslagen en naar goede gewoonte is dat uiteraard veel te veel. Toch lijd ik geen honger op weg naar La Paz, want rond vijf uur arriveren we terug in de grootste stad van Bolivia. De intocht verloopt deze keer wat vlotter dan bij de eerste dag in Bolivia, maar toch is het exercisie in geduld om hier door de straten te rijden. De stad heb ik zelf eigenlijk amper gezien omdat ik toen op die dag de Death Road aan het afdalen was met een mountainbike. Dat maak ik met een avondje La Paz niet goed, maar de Heksenmarkt moet ik toch zeker eens gezien hebben! 

Samen met reisgenoot Willem - die toen mee over de Death Road reed - bezoek ik de markt, maar er is niet zo heel veel te zien. Normaal verkoopt men hier de meest gekke prullaria en ik zie inderdaad enkele lamafoetussen, maar voor de rest ziet dit eruit als een normale markt. Misschien komt dit op het wat latere uur rond de klok van acht, want veel zaken zijn ook gesloten. De dag wordt dan maar afgesloten bij een English Pub - ik verwachtte eerder een Irish Pub -  waar ik enkele bieren probeer. Klaarblijkelijk bestaat er zoiets als Winterbier. Volgens de kaart is het Belgisch, maar ik heb er nog nooit van gehoord. De brouwerij is klaarblijkelijk ook Boliviaans. Bolviaans of Belgisch, het smaakt in ieder geval goed!      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten