vrijdag 27 april 2012

Niet tarieven, maar productiviteit Eandis moet omhoog

Prijsstijging in 2015
De Belgische regering heeft onlangs besloten om de energieprijzen van 2012 tot en met 2014 te bebriezen, zodat de energieprijzen pas in 2015 kunnen aangepast worden. In vorige blogs heb je kunnen lezen dat dit een maatregel is om de competitiviteit tussen de spelers in de Belgische energiemarkt te verhogen, maar helaas is het niet veel meer dan een druppel op een hete plaat. Eandis waarschuwt nu dat de prijsstijging in 2015 wel eens heel bruusk kan zijn vanwege de bevroren energieprijzen. Dit is al zeker niet naar de zin van Guido Camps, de voorzitter van het CREG. CREG is een afkorting voor Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas en zij staat in voor de regulering van de elektriciteits- en aardgasmarkt in België.

Volgens Camps zou Eandis eerder naar andere facetten moeten kijken dan een prijsstijging. Hij beweert dat Eandis beter werk maakt van productiviteitsverbeteringen. Zo alludeert Camps op de honderden aanwervingen van de laatste maanden en de intentie van het management om de operationele kosten niet harder te laten stijgen dan de inflatie. Maar klopt het wel wat hij allemaal zegt?

Stijgend aantal werknemers
Eandis ziet zijn inkomsten stijgen en daarom is ook het aantal werknemers spectaculair gestegen: van 3360 in 2007 tot 4158 tot 2010.


Het ziet er naar uit dat stijgend aantal werknemers ten koste is gegaan van de efficiëntie van de ingezette werknemers. De omzet per werknemer is een ratio dat de efficiëntie meet van de ingezette personeelsleden. Die geeft het omgekeerde beeld. In 2007 werden de personeelsleden het efficiëntste ingezet en daarna is er sprake van een dalende trend. In 2010 weet Eandis deze daling om te buigen tot een stijging, maar is het nog steeds ver verwijderd van de efficiëntie die in 2007 werd behaald.


Ten slotte geeft het percentage dat wordt uitgegeven aan bezoldigingen (gemeten ten opzichte van de omzet) een laatste indicatie of dat het stijgend aantal personeelsleden een probleem is voor Eandis. Ook hier zien we een dalende trend. In 2007 maakte de bezoldigingen ruim veertig procent van de kosten uit, terwijl dit in dalende lijn stopt tot 33 procent in 2010.


Hoewel de personeelsleden efficiënter kunnen worden ingezet, is er geen aantoonbaar bewijs dat het stijgend aantal werknemers een structureel probleem is voor Eandis. Integendeel, ondanks het stijgend aantal werknemers is het bedrag dat wordt uitgegeven in absolute termen gedaald. De dalende trend van de efficiëntie van de werknemers geeft aan dat Camps gelijk heeft op de relatieve inefficiënte productiviteit van de werknemers van Eandis. Een groot probleem is dat echter niet, want de omzet per werknemer geeft aan dat de efficiëntie terug aan het stijgen is en het verschil tussen de hoogste en laagste waardes voor omzet per werknemer bedraagt ongeveer tien procent wat gezien de recente economisch turbulente tijden alles behalve een zorgwekkend cijfer is.

De echte oorzaak
Naast de bezoldigingen bestaan de bedrijfskosten van Eandis voornamelijk uit handelsgoederen en diensten en diverse goederen. Bij beide kostenposten zien we een stijgende trend, maar met een totaal verschillende dimensie. De kosten voor handelsgoederen stijgt lichtjes. Het begint bij een lage 11 procent in 2007 en eindigt met een hoge 11 procent in 2010. De stijging bedraagt nauwelijks 0,8 procent over vier jaar. Her ziet er naar uit dat deze stijging structureel is en verdient daarom zeker meer aandacht, maar is zeker niet zorgwekkend.


Bij de diensten en diverse goederen zien we een veel zorgwekkender beeld. Die stijgt op vier jaar tijd met zes procent en aangezien het ook verreweg de grootste kostenpost is van Eandis, verdient het extra aandacht. Het probleem van zo'n grote kostenpost is dat je niet kan afleiden wat juist het probleem is.


Uit het financieel verslag van 2010 blijkt dat het gaat om werken voor vaste activa, onderhoud en herstellingen. Gezien de stijgende trend van deze kostenpost, lijkt het er op dat Eandis een probleem heeft om deze kosten onder bedwang te houden. Camps heeft gelijk wanneer hij zegt dat Eandis problemen heeft met het beheer van de operationele kosten, maar dan bij kosten zoals onderhoud en herstellingen en niet bij de personeelskosten zoals hij beweert.

Hoe kosten onderdrukken?
Elk bedrijf heeft een bepaald economisch model. Het cost leadership model gaat ervan uit dat een bedrijf zijn concurrentieel voordeel haalt uit een goede kostenbeheersing. Dit model zou dus met andere woorden Eandis kunnen helpen bij het drukken van hun kosten. Een mogelijke checklist om cost leadership te introduceren in een bedrijf bestaat uit volgende vijf stappen:
  1. Maak een onderscheid tussen schaalvoordelen en omvangsvoordelen en optimaliseer hen.
  2. Verhoog de gemiddelde productiviteit.
  3. Normaliseer de salarisstructuur. 
  4. Verbeter de controle over de productiekosten
  5. Maak een afbakening tussen capaciteitsoverschot en reservecapaciteit.

Elke stap wordt apart besproken. 

1. Onderscheid tussen schaalvoordelen en omvangsvoordelen
Schaalvoordelen zijn voordelen die een bedrijf haalt naarmate het meer eenheden van een product produceert. Dit heeft te maken met de spreiding van kosten. De totale kosten bestaan uit vaste kosten (FC) en variabele kosten (VC). Wanneer de vaste kosten worden verspreid over meer productieeenheden daalt de gemiddelde kost. Deze kosten blijven dalen tot wanneer het punt van de minimale efficiënte schaal (MES) wordt bereikt. Op dit punt zijn de marginale opbrengsten (de opbrengsten van één bijkomende eenheid) gelijk aan de marginale kosten (de opbrengsten van één bijkomende eenheid). Wanneer dit punt wordt bereikt, is er sprake van schaalnadelen. Het produceren van extra eenheden kost namelijk meer dan het opbrengt. Daarom hebben de kostencurves van de meeste bedrijven een U-vorm (bij arbeidsintensieve bedrijven) of een L-vorm (bij kapitaalintensieve bedrijven).

Dit geldt voor bedrijven die in een vrije markt opereren, omdat ze door de hoge concurrentiedruk verplicht zijn om zo efficiënt mogelijk te opereren. Eandis opereert echter in een oligopolie waar die concurrentiedruk een stuk minder hoog is en bijgevolg heeft het management van Eandis minder aanleiding om naar het MES-punt toe te werken. Er is dus met andere woorden een capaciteitsoverschot dat leidt tot inefficiënt gebruik van installaties die worden onderbenut en een opportuniteitskost van een hogere winst wanneer het MES-punt wordt bereikt. Capaciteitsoverschot is tevens een typisch probleem voor bedrijven wanneer ze hun producten niet snel genoeg differentiëren om te voldoen aan de vraag. Het gaat hier echter om bedrijven die opereren in een vrije markt en bovendien is energie een homogeen product waar differentiatie niet van toepassing is. 

Dit probleem kan opgelost worden door een markt te creëren waar productie de vraag bepaalt. De energiesector staat niet bepaald bekend om nieuwe investeringen te doen in installaties, maar als de energiebedrijven hun inkomsten willen zien stijgen, zijn ze vroeg of laat toch genoodzaakt om te investeren in bijkomende installaties. Wanneer dit het geval is, kan het management van Eandis vroeg in het productieproces reservecapaciteit inbouwen. Reservecapaciteit is capaciteit die normaal niet benut wordt, maar wel kan gebruikt worden als er een stijgende vraag is met als voordeel dat er geen marginale kosten bijkomen. Juist omdat de reservecapaciteit vroeg in het productieproces is gebouwd. 

Op deze afbeelding is de reservecapaciteit de capaciteit die gebruikt wordt na het MES-punt. De vorm van de kostencurve is nu een L omdat door de reservecapaciteit geen kosten meer gemaakt moeten worden voor extra installaties en daarom blijven de gemiddelde kosten op ongeveer hetzelfde punt. Voor Eandis kan dit een kostenbesparing zijn op langere termijn wanneer ze investeert in nieuwe installaties (of bestaande installaties uitbreiden), maar het bespaart geen kosten op korte termijn. 

Omvangsvoordelen zijn voordelen die behaald worden door in een installatie (of fabriek) twee of meerdere producten te bouwen in plaats van twee aparte installaties (of fabrieken). Eandis biedt twee producten aan: aardgas en energie. De manier waarop aardgas en energie wordt opgewekt is zo fundamenteel verschillend dat er nauwelijks of niet sprake is van omvangsvoordelen en hier kan Eandis geen voordeel uit putten. 

Verhoog de gemiddelde productiviteit
Hoewel Eandis energie produceert, is het voornamelijk een dienstverlenend bedrijf. Het is dus met andere woorden niet zo eenvoudig om de arbeidsproductiviteit te verbeteren. De omzet per werknemer laat zien dat er een dalende efficiëntie is bij de inzet van werknemers, maar die werd in 2010 omgebogen. Aangezien de productie voornamelijk wordt bepaald door installaties, worden de gemiddelde variabele kosten voornamelijk bepaald door de kosten gerelateerd aan deze installaties. 

De gemiddelde arbeidsproductiviteit wordt weergegeven door de berekening "gemiddelde arbeidsproductiviteit = salarisniveau / gemiddelde variabele kosten". Een vermindering in de gemiddelde variabele kosten zal de arbeidsproductiviteit verhogen, maar het effect zal relatief klein zijn. Het beleid van het salarisniveau heeft veel meer effect en dit wordt aanscherpt in de derde stap.

Normaliseer de salarisstructuur
Een veel gemaakte fout bij bedrijven in moeilijkheden is om kosten te besparen door mensen te ontslaan, dikwijls gaat dit gepaard met riante ontslagvergoedingen. Dit heeft een averechts effect want dikwijls zijn juist de meest productieve werknemers die het bedrijf in kwestie verlaten. De kunst bestaat er dus in om werknemers met een lage productiviteit te laten afvloeien en de meest productieve werknemers te behouden. 

In een dienstverlenend bedrijf is het moeilijk om de productiviteit van een werknemer te meten. Daarom kunnen er voor elk departement key performance indicators worden gezet voor doelstellingen die te maken hebben met kwaliteit, kosten, snelheid, betrouwbaarheid en flexibiliteit. Deze gegevens kunnen geanalyseerd worden en departementen en/of werknemers die moeilijkheden hebben om deze doelstellingen te bereiken kunnen aangespoord worden om het bedrijf te verlaten. Een populaire manier om dit te doen is door te werken met bonussen die goede werkkrachten beloont. Werknemers die deze bonussen niet binnenhalen, zullen geneigd zijn om hun geluk te beproeven bij een ander bedrijf. 

Het lijkt er op dat Eandis bezig is met de normalisatie van de salarisstructuur want het bedrag uitgekeerd aan bezoldigingen was in 2010 nog steeds lager dan in 2007, terwijl er bijna vijfhonderd nieuwe jobs zijn bijgekomen. Extra maatregelen die Eandis kan nemen is door iets zuiniger te zijn bij het aanbieden van salarissen wanneer het nieuwe werknemers aantrekt. De energiesector bestaat bekend als een goede betaler, dus zou het in principe mogelijk moeten zijn om competente nieuwe werkkrachten aan te trekken zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de nieuwe werknemers. Ook het management heeft een belangrijke voorbeeldfunctie. Als hun salarisverhoging evenredig is met dat van de gewone werknemers, zullen werknemers geneigd zijn om hun salarisverhoging te aanvaarden. Dit is belangrijk in deze moeilijke economische tijden wanneer een salarisverhoging eerder klein is. 

Betere controle over de productiekosten
Hier zit de grootste uitdaging voor Eandis. Vooral de kostenpost van diensten en diverse goederen is op vier jaar tijd zes procent gestegen wat toch redenen voor zorgen zijn. Voor arbeiders schrijft het cost leadership model voor dat ze een vast salaris krijgen met een contract van bepaalde duur. Eandis maakt nu al gretig gebruik van gedetacheerde consultants in de IT-dienst en huurt arbeiders in via uitzendkantoren. Om dit effect te vergroten kan meer gebruik gemaakt worden van deze diensten. Het grote voordeel is namelijk dat het gemakkelijker is om van deze werkkrachten te ontdoen wanneer arbeidskosten blijven stijgen. De vraag is echter of dit economisch reëel is om te doen aangezien continuïteit ook erg belangrijk is. Eandis is zoals eerder aangegeven bezig om dit probleem op te lossen.

De grootste kosten hebben te maken met de herstellingen en het onderhoud van de installaties. Een populaire manier om kosten te besparen is Six Sigma dat in de jaren tachtig werd bedacht door Motorola en populair werd bij General Electric dat volgens ex-CEO Jack Welsh een belangrijke bijdrage heeft bij de verhoging van de inkomsten en het vergroten van besparingen. Six Sigma is een methode in kwaliteitsmanagement dat erop gericht is om kosten te besparen en inkomsten te vergroten door gebruik te maken van statistische methoden om de variëbiliteit in productie- en businessprocessen te minimaliseren. Eandis maakt momenteel geen gebruik van Six Sigma, maar de stijgende operationele kosten rechtvaardigen zeker een vorm van kostenbesparingen.

Maak een afbakening tussen capaciteitsoverschot en reservecapaciteit
De vijfde en laatste stap is verbonden met de eerste stap. Het management van Eandis moet bepalen waar het bedrijf zich momenteel bevindt in de kostencurve. Momenteel heeft Eandis een capaciteitsoverschot omdat het door een gebrek aan concurrentie niet genoodzaakt is om zich te verplaatsen naar het MES-punt. De ambitie van het management van Eandis zou moeten zijn om naar dit punt toe te werken en wanneer het nieuwe installaties aankoopt reservecapaciteit inbouwen zodat het zonder bijkomende kosten extra energie kan creëren. 
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten