donderdag 29 december 2016

Grand Seiko vs Grand Seiko

Grote Japanse stal
In mijn collectie heb ik twee Grand Seiko’s en hoewel deze twee horloges tot dezelfde pluimage behoren, zijn ze anderzijds ook behoorlijk verschillend. Aan de ene zijde is er de SBGA011: een witte wijzerplaat met unieke texturen, gangreserve en een enig mooie blauwe secondewijzer die al glijdend over de wijzerplaat danst. Daar tegenover staat de SBGR083: een ode aan Seiko met een prachtige kast uit de jaren zestig, een pianolak-achtige wijzerplaat en even indrukwekkende gouden secondewijzer. Wat beide wel gemeen hebben, is dat het (naar mijn mening) erg mooie horloges zijn. In deze confrontatie nemen deze twee grootmachten uit de Seiko-stal het tegen elkaar op.



De basis van het ontwerp van het tweetal is op dezelfde leest geschoeid: beiden zijn dress watches en hebben een diameter van veertig millimeter. De verdere uitwerking is echter behoorlijk verschillend. De SBGR083 is een ode aan het honderdjarig bestaan van de Laurel, Seiko’s allereerste polshorloge. Om dit jubileum te vieren heeft de designstudio inspiratie opgedaan uit eind jaren zestig. Onder het goedkeurend oog van Taro Tanaka werd er toen in de ontwerpstudio van Seiko een regelboek opgesteld waar nieuwe ontwerpen aan moesten voldoen. Dit leidde tot de ontwikkeling van de 44GS-kast die werd toegepast op een aantal Grand Seiko’s en King Seiko’s. Deze regels hielden onder andere in dat oppervlaktes en hoeken zo plat mogelijk moesten zijn (om licht terug te kaatsen), visuele verstoringen werden niet geduld en de wijzerplaat moest spiegelglad afgewerkt zijn. Deze regels werden geperfectioneerd in het ontwerp van de 44GS-kast dat er fantastisch uitziet. Een samenvatting van woorden doet dit ontwerp te kort en je moet de beelden zien om de tijdloze elegantie van deze kast te appreciëren.



Het meubilair
De kast van de SBGA011 is moderner, maar daarom ook een stukje anoniemer en met minder gevoel voor dramatiek gecreëerd. De lugs hellen een stukje meer, maar zijn ook een stukje ronder wat helemaal indruist tegen de ontwerpfilosofie van Tanaka. Het ontwerp van de SBGA011 is zonder meer goed te noemen, maar het is moeilijk om de vormgeving van de kast naar waarde te schatten als je het meesterwerk dat 44GS heet onder ogen hebt gezien. Beide horloges zijn echter wel met een ziekelijke zin voor perfectie gemaakt en daar heeft men bij Seiko een term voor: Zaratsu. In het feodale Japan werd deze techniek honderden jaren lang gebruikt om katana’s te polijsten. Seiko past deze tijdrovende ambachtelijke techniek toe om niet alleen de kast te polijsten, maar ook de indices, wijzers en metalen armbanden. Deze manuele techniek vergt erg veel vakmanschap en wordt alleen toevertrouwd aan de allerbeste horlogemakers van Seiko. Het resultaat is dan ook navenant: elke Grand Seiko is letterlijk een schitterend horloge. In dit titanenduel is de SBGR083 dit nog een tikkeltje meer dan de SBGA011, al kan dit ook te maken hebben met het contrast van de wijzerplaten: zwart voor de SBGR083 tegenover wit voor de SBGA011.




Hoewel de indices van het duo dezelfde behandeling hebben genoten, is er toch een subtiel verschil in uiterlijk. Bij de SBGA011 hebben de indices meer uitgesproken contouren contouren waardoor er een onmiskenbaar 3D-effect wordt gecreëerd waar het verschil in diepte duidelijk waarneembaar is. Dit effect ontbreekt bij de SBGR083, maar wordt wel ruimschoots gecompenseerd door de schittering van de indices die toeschouwers doet geloven dat je met zuiver zilver om je pols loopt.



Dial S for Seiko
Waar de kast de blikvanger is van de SBGR083, is dat bij de SBGA011 zonder enige twijfel de wijzerplaat. De wijzerplaat bestaat namelijk uit een witte kleur die in zes texturen is opgebouwd. Ze keer wordt dit horloge in de oven gelegd waardoor de texturen van elke wijzerplaat anders zijn. Een onoplettend oog geniet niet van deze wijzerplaat, maar als je de tijd en moeite neemt, ontdek je de complexe structuur van de wijzerplaat met het minuscule reliëf. De charme van de wijzerplaat is echter dat het meer is dan de som der delen. De blauwe secondewijzer – die ook bij andere Grand Seiko’s te bewonderen valt – ziet er bij gebrek aan lichtinval erg gewoontjes uit. Als je echter het licht laat schijnen op de wijzerplaat, ontvouwt er zich een kleur die in het kleurenspectrum enkel valt te identificeren als ‘onbeschrijfelijk mooi blauw’. Dit kleurenspel valt ook te bewonderen op het zilveren GS-logo en de gehele wijzerplaat kan als niet anders dan kunst omschreven worden. Toen ik de Snowflake de eerste keer zag, was dit simpelweg liefde op het eerste gezicht! Wat voor sommigen echter storend kan werken is de aanwezigheid van de gangreserve die de wijzerplaat volledig asymmetrisch maakt. Persoonlijk stoort de aanwezigheid van dit metertje me niet, maar esthetisch zou een plaatsing tussen de indices van tien en twee uur wellicht beter zijn geweest.



De zwarte wijzerplaat van SBGR083 kent niet de rijke texturen die zijn confrater wel heeft, maar is wel getooid met een egaal oppervlak dat bestaat uit een pianolak-achtig zwarte kleur. Deze zwarte kleur contrasteert enorm met de zilveren indices en wijzers, gouden secondewijzer en gouden GS-logo waardoor het totaalpakket erg mooi is in al zijn eenvoud. Zelfs het ogenschijnlijk simplistische datumvenstertje wordt op de zwarte wijzerplaat verheven tot kunstwerkje. Toen ik in de supermarkt subtiel even naar het horloge keek, gingen de ogen van de persoon achter mij onmiddellijk naar de richting van mijn pols. Het zegt veel over de aantrekkingskracht van dit exemplaar. De SBGR083 oogt door de zwarte kleur net iets sportiever en is ook een tikkeltje rebelser. Het saffierglas piept één millimeter boven de bezel en onderstreept het dissidente karakter van deze Grand Seiko. De SBGA011 daarentegen kleurt braaf binnen de lijntjes en benadert de perfectie. Klinisch versus rebels, het is een erg persoonlijke keuze. Mijn voorkeur gaat uit naar de Snowflake, maar dat neemt niet weg dat ik de SBGA083 verreweg één van de mooiste horloges uit mijn collectie vind.  



Beide telgen uit de Grand Seiko-lijn zijn voorzien van een schroefkroon wat de waterdichtheid van deze horloges garandeert. Aangezien zowel de SBGR083 als SBGA011 dress watches grand cru zijn, voelen ze zich daar echter als een vis op het droge. De kroon laat zich gemakkelijk bedienen en het is een fluitje van een cent om de datum in te stellen, het horloge op te winden en het uur te wijzigen.




I like to move it
Qua movement vertegenwoordigen deze twee horloges ongeveer het beste wat Seiko te bieden heeft. De SBGR083 is uitgerust met het erg respectabele 9S55 movement. Dit movement is geen hi-beat dat tikt aan tien slagen per seconde, maar doet het met “slechts” acht slagen per seconde. De gelimiteerde editie van de SBGR083 – er zijn wereldwijd slechts zevenhonderd exemplaren gemaakt – heeft echter wel een certificaat dat het de strenge testen bij Seiko met verve heeft doorstaan. Deze testen gaan qua precisie verder dan COSC: de standaardafwijking dient te vallen onder min drie en plus vijf seconden en bovendien wordt elke Grand Seiko op een zesde positie getest. Wanneer de Grand Seiko echter de fabriek uitgaat, houdt Seiko echter vast aan een toegelaten afwijking van tien seconden. Het ziet er naar uit dat mijn exemplaar de tand des tijds niet zo geweldig goed heeft doorstaan want wanneer het niet gedragen wordt, verliest het ruim vijf seconden per dag. Wanneer het echter gedragen wordt, is het een draagbare versie van de atoomklok. Ter vergelijking: mijn recent aangeschafte Rolex Submariner uitgerust met 3130 movement verliest dan drie seconden. Een beter voorbeeld van een eerste wereldprobleem kan je hier nauwelijks verzinnen. De SBGR083 weet dit echter wel gedeeltelijk goed te maken met een reserve van ruim 72 uur.



De SBGR083 is uiteraard uitgerust met een doorkijkglas achteraan waar je het movement in al zijn glorie kan bewonderen. Op de rotor prijkt met trots het goudkleurige GS-logo wat voor de nodige égards zorgt. De rotor is eveneens uitgerust met twee holtes wat het gemakkelijker maakt om de verschillende onderdelen van het movement in actie te zien. Het movement is mooi versierd en kan gerust zijn voet zetten naast duurdere Zwitserse movements.     



De Spring Drive van de Snowflake geldt als de hybride onder de movements omdat de aandrijving en transmissie mechanisch gebeurt, maar de distributie is dan weer via elektriciteit. Dit is het enige movement ter wereld waar de secondewijzer glijdt over de wijzerplaat in plaats van tikken, hoewel anderen zoals de Bulova Precision deze techniek vrij accuraat benaderen. Dit movement zag het levenslicht in 2005 en is het werk van decennia lang ontwerpen, testen en opnieuw aan de tekentafel zitten. Een groter teken van Seiko’s toewijding voor haar vak is er haast niet te vinden. Het effect van het glijden over de wijzerplaat is zowel simplistisch als surrealistisch omdat geen enkel ander movement dit doet. De Spring Drive maakt integraal deel uit van de onevenaarbare ervaring die de SBGA011 aan haar drager biedt.



De achterzijde van de SBGA011 is iets meer ingetogen. Hier vind je geen goudkleurig logo en ook de rotor is meer verhullend omdat Spring Drive er zich niet onmiddellijk toe leent om veel te showen.  De basisonderdelen zoals het escapement zijn natuurlijk wel te bewonderen, maar over het algemeen is er minder te bezichtigen dan bij zuiver mechanische movements. Maar omdat de transmissie de werking van een quartzhorloge nabootst, krijg je ook de precisie van een quartz-horloge. Seiko zelf beweert dat het 9R65-movement een afwijking heeft van maximaal vijftien seconden per maand, maar de ervaring leert dat dit in realiteit een stuk beter is en de kaap van tien seconden per maand niet overschrijdt! Ook bij dit movement bedraagt de reserve een royale 72 uur.



Geen losbandigheid
De eerder beschreven Zaratsu-afwerking is ook te vinden op de armbanden van deze twee horloges en het behoeft geen uitleg dat het niveau van afwerking enkel met superlatieven toegedicht kan worden. Het ziet, voelt en ademt kwaliteit uit. Voor sommigen kan het misschien net iets te hard schitteren, maar zelf vind ik de bling-bling factor juist goed zitten. Enkel de gesp is het enige onderdeel met een matte afwerking. Tussen de SBGA011 en SBGR083 is er echter wel een subtiel verschil in het gebruik van de bandjes. Vedergewicht SBGA011 doet het met een titanium armbandje waarbij collega SBGR083 teruggrijpt naar het klassieke staal. Het verschil is gauw merkbaar in gewicht waarbij de eerste ruim negentig gram weegt, terwijl de laatste richting 130 gram en meer weegt. Daardoor lijkt de SBGA011 op een horloge met lederen polsbandje en dat weet ik wel te appreciëren. De SBGR083 is door zijn gewicht wel iets meer aanwezig, maar laat zich nog altijd erg gemakkelijk en comfortabel dragen. Persoonlijk gaat mijn voorkeur echter uit naar het lichtgewicht van dit tweetal.



Omdat de armband van de SBGA011 uit titanium bestaat, is er een minimaal verschil met het klassieke staal van de SBGR083. Het staal is net iets blinkerder en valt iets meer op dan het iets mattere titanium, al gebiedt de waarheid te zeggen dat je beide horloges vlak naast elkaar moet leggen om het verschil te merken.



Conclusie
Kiezen uit de SBGA011 en SBGR083 is ongeveer hetzelfde vragen als welk van je kinderen je het liefste zit: het is bijna onmogelijk om een keuze te maken. Beide horloges hebben hun eigen franjes, sterktes en eigenschappen. De Snowflake is de belichaming van Seiko’s ziekelijke zin voor perfectie in hun Grand Seiko-collectie waardoor het misschien als té klinisch kan beschouwd worden. De SBGR083 daarentegen is wat speelser en rebelser, maar nog altijd een erg schitterende dress watch. Dat laatste is eigenlijk een nadeel want vingerafdrukken maken zich in sneltempo meester van dit glittermonster. Als ik ultiem een keuze moet maken, ga ik voor de SBGA011 aangezien dit liefde was op het eerste gezicht en je eerste liefde is toch iets wat je nooit vergeet!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten