maandag 26 december 2016

Rolex Submariner (Referentie 114060)

Toch maar niet
Als je aan een willekeurig iemand vraagt om het eerste horlogemerk op te noemen dat bij haar of hem opkomt, is de kans vrij reëel dat het antwoordt Rolex luidt. Rolex is het archetype van een luxehorloge terwijl er vreemd genoeg tal van andere merken zijn die een stuk duurder en exclusiever zijn. Dit vertaalt zich ongewild naar een stuk snobisme in het horlogewereldje waar Rolex door velen op een voetstuk wordt geplaatst. Hierdoor organiseert er zich een soort van tegenbeweging waar personen een lichte afkeer van Rolex beginnen te ontwikkelen en de cultus die daar rond hangt. Het is immers gemakkelijk om Rolex te veroordelen voor het overdreven snobisme, hoge prijzen en kwaliteit die niet beter is dan horloges die een stuk goedkoper zijn. Ik heb me hier ook schuldig aan gemaakt en ik verkies persoonlijk het subtiele karakter van een Grand Seiko dan een patserige Rolex. De meeste modellen van Rolex spreken me persoonlijk niet aan en ik vind de prijzen overdreven duur. 



De wijziging in gedachtengang kwam er onlangs toen ik een artikel las over de Submariner en wat het betekende voor de horlogeindustrie. Rolex is namelijk één van de hoekstenen van deze industrie en heeft voor heel wat primeurs gezorgd. Rolex was namelijk het allereerste merk dat een waterdicht uurwerk in elkaar timmerde. Daar is Rolex nog altijd zo trots op dat deze Oyster vermelding nog steeds op bijna alle hun horloges prijkt. In 1953 kwam het Zwitserse merk met de Submariner op de markt wat sindsdien als de de facto blauwdruk geldt van elk duikhorloge. Het aantal zogenaamde hommages van de Submariner is bijna niet meer te tellen, net zoals het aantal vervalsingen. Ik las eveneens meer over de kwaliteitscontrole van Rolex, het feit dat horloges nog steeds grotendeels met de hand worden gemaakt en de metingen van +2/-2 seconden per dag waar elk horloge aan moet voldoen. En zo begon ik toch door de facade van snobisme en patserigheid te kijken, iets waar het merk trouwens zelf weinig aan kan doen. Getuige het feit dat ze stilzwijgend aan erkende verkopers hebben bevestigd dat de garantie vanaf 2015 vijf jaar bedraagt terwijl de marketingboys compleet genegeerd werden. 

Geen kennis ter zake
De Submariner is samen met de Omega Speedmaster ongetwijfeld het meest iconische horloge ter wereld en dan draag je natuurlijk een hele geschiedenis met je mee. Rolex-bezitters zijn over het algemeen vrij conservatief en elke wijziging wordt bijna per definitie als heiligschennis onthaald. In 2012 kwam Rolex met een nieuwe versie op de markt, de 114060, die voorzien was met een aantal vernieuwingen: een nieuw armband dat werkt met het glidelocksysteem, een kast en bezel van keramiek en een dikkere kast. Aangezien ik geen kennis ter zake heb van de vorige modellen van de Submariner kan ik deze versie - in de mate van het mogelijke - objectief beoordelen.



Het oerkenmerk van deze duiker is ongetwijfeld het ontwerp dat sinds al die jaren bijna niet is veranderd. De wijzerplaat bedraagt na al die jaren nog altijd veertig milimeter, maar toont een klein beetje groter door de wat grotere bezel en iets dikkere kast. De kast wordt door eigenaars van het vorige model bekritiseerd omdat het te dik is, maar mij past het als gegoten. Ik heb geen exacte cijfers kunnen terugvinden, maar ik schat dat de dikte rond de dertien mm bedraagt wat voor een duikhorloge absoluut niet veel is. De omvang van de bezel wordt door diezelfde personen om dezelfde reden bekritiseerd, maar weer deel ik die mening niet. Volgens mij leven deze Rolex-conservatievelingen in het verleden want de grootte vind ik perfect. Door het klassieke ontwerp van de wijzerplaat is de Submariner ook perfect te dragen als dress watch. Hoewel de Submariner eigenlijk een tool watch is, kan het door zijn veelzijdigheid op bijna alle gelegenheden gedragen worden.



Bij versie 114060 is keramiek het toverwoord en bestaan zowel de kast als bezel uit dit materiaal. Het gebruik van keramiek is de laatste jaren in opkomst want ook concurrent Omega maakt er gretig gebruik van bij de Dark Side of the Moon en andere varianten van de  Speedmaster. Keramiek heeft als voordeel dat het bijna geen slijtagesporen vertoont. De matte kast ziet er erg goed uit en je hoeft geen kenner te zijn om te zien dat je hier met kwaliteit te maken hebt. Omega ging echter wel verder en maakte alles (dus ook kroon, pushers en gesp) van keramiek. Zo ver gaat Rolex niet. De zwarte bezel is ook gemaakt van keramiek, maar is wel glanzend gemaakt waardoor het ietsje meer schittert dan ik wil. De bezel is in één richting roteerbaar en kent 120 klikjes als je een cirkel maakt. Het draaien aan de bezel maakt een heerlijk geluid en lijkt als het ware de kwaliteit van dit bouwwerk uit te roepen. Zeker als het zo soepel verloopt als bij de Submariner. 

Never change a winning team
Het klassieke ontwerp van de wijzerplaat heeft al decennia lang zijn deugdelijkheid bewezen, maar dat wil niet zeggen dat er geen verbetering mogelijk is. De zwarte wijzerplaat is erg reflecterend, een probleem dat inherent is aan de keuze van deze kleur. Mijn andere horloges met zwarte wijzerplaat zoals de Omega Speedmaster Dark Side of the Moon en Grand Seiko SBGR083 kampen eveneens met dit euvel. Het helpt ook niet dat Rolex enkel de onderkant van het saffierglas bewerkt heeft met antireflecterende coating aangezien dit het effect lijkt te versterken. De leesbaarheid van het horloge is weliswaar goed, maar dus zeker niet ideaal. Het ontwerp is door het ontbreken van een datumvenster wel perfect symmetrisch wat voor mij een primeur is in m'n collectie. Anderzijds wordt de leesbaarheid benadeeld door de waterval aan tekst in het midden wat bij iedere Rolex zo is. 



Net zoals m'n Omega bestaan de wijzers en indices uit wit goud en zijn ze behandeld met Superluminova waardoor de wijzers en indices oplichten in het donker. Het effect lijkt een tikkeltje beter te zijn dan bij de Speedmaster, maar de waarheid gebiedt me te zeggen dat ik beide horloges nog niet heb onderworpen aan een serieuze test op dit vlak. Waar de Rolex in het verleden groen oplichtte, is dat bij versie 114060 eerder een blauwe gloed. Het conservatievenleger van Rolexaanhanger stuit dit tegen de borst, maar voor mij maakt het eigenlijk weinig verschil. Uiteraard kent de Submariner een saffierglas en is het eveneens uitgerust met een schroefkroon. Deze schroefkroon wordt geassisteerd door twee opvallende crown guards waardoor het net iets stroever is om de kroon los te schroeven. Het vraagt in het begin wat gewenning om de kroon te bedienen, maar als je het twee keer hebt bediend, kan je er voor de rest van je leven mee overweg.



De lugs zijn perfect evenwijdig en buigen niet naar beneden zoals bij sommige andere horloges. Omdat onderaan het horloge een kleine bobbel is waar het movement in zit, lijkt het horloge als het ware een paar milimeter boven de pols te zweven, maar dit effect is heel erg beperkt. De Submariner is ondanks zijn toegenomen gewicht tot ongeveer 150 gram erg prettig om te dragen .

Geen gluurders achteraan
Voor de huidige versie van de Submariner kwam Rolex in 2001 op de proppen met het 3130 movement dat eerst bij andere modellen werd gebruikt voor dat het in 2012 de weg vond naar de Submariner. De kwaliteit van het movement beantwoordt aan de COSC-certificatie en Rolex doet er nog een schepje bovenop door de nauwkeurigheid te testen tusen +2 en -2 seconden. Die nauwkeurigheid kan ik bevestigen want na een dag loopt hij amper één seconde voor. Ook in stilstand verliest dit movement amper zijn nauwkeurigheid waar dat bij het 9S65 movement van de Grand Seiko SBGR083 toch een vijftal seconden per dag kost. Dit movement kan qua nauwkeurigheid concurreren met het co-axial 9300 movement van Omega wat toch de oogappel en summum in movement is van deze Rolex-concurrent. Anderzijds bedraagt de reserve zo'n 48 uur wat de industriestandaard is, maar helaas niet beter. Wat wel ontzettend goed is, is de geluidsdichtheid van de kast. Wanneer je zwaait met de Submariner maakt het movement amper of geen geluid en hoor je zelfs de rotor niet bewegen. Ik zou zelfs bijna denken dat ik met een quartz-horloge te maken heb!



Het grote nadeel van Rolex in het algemeen is dat het geen achtergluurders toelaat en de rug van de kast zit dan ook potdicht. Er is dus met andere woorden geen doorkijkglas aanwezig en dat is toch jammer voor de horlogepuristen. Het 3130 movement is wellicht niet het spectaculairste movement dat je te zien zal krijgen, maar Seiko en Orient maken er geen punt van om hun werkpaarden tentoon te stellen. Ach, het zal wellicht te maken hebben met de ontwerpfilosofie en veiligheidsreglementen van Rolex, maar dat maakt het niet minder jammer. 

Sterk staaltje
Rolex maakt bijna alles in eigen huis en terwijl bijna alle andere merken de industriestandaard van 316L gebruiken voor roestvrij staal, opteren de  Zwitsers voor 904L roestvrij staal. Anders gezegd: deze variant van roestvrij staal is nog meer roestvrij en nog harder. Zo zal de Submariner beter bestand zijn tegen het zoute water dat je in de zee vindt dan andere horloges. Toch moet je geen wonderen verwachten. Op de Vickers-schaal - dat de hardheid van metalen meet - heeft 904L een score van 490 terwijl 316L het moet doen met een score van 400. We spreken dus over een verschil in hardheid van zo'n 25% wat respectabel is, maar zeker niet wereldschokkend. Zelfs zonder rekening te houden met deze - om eerlijk te zijn weinig zeggende - cijfers merk je dat het staal wat Rolex gebruikt kwalitatief is. Op dat vlak kan het concurreren met m'n Rado-armband dat bestaat uit keramiek en dat is de eerste keer dat ik zoiets schrijf...



De armband bestaat uit een glidelocksysteem wat het erg gemakkelijk maakt om de omvang van de armband te wijzigen. De glidelock is - zoals de naam zegt - een metalen klepje waar je de grootte van de armband kan wijzigen door te glijden met de laatste link en dit vast te klikken in het klepje. Dit werkt erg eenvoudig en het is een koud kunstje om snel de armband in te korten of te verlengen wanneer dit nodig blijkt te zijn. Het is in ieder geval een veel beter alternatief dan een diver extension waar veel andere merken mee uitpakken. 



Het enige nadeel wat ik kan bedenken bij het gebruik van het armbandje is het dubbele sluitingssysteem. Je moet eerst een klein, apart klepje openen met het oestersymbool van Rolex wat toch een beetje prulwerk is met de vingernagel. Daarna open je de hoofdklep van de armband. Het kost een klein beetje meer moeite, maar verdubbelt wel de zekerheid van sluiting. Buiten het prulwerk met het oestersymbool is dit dus zelfs eigenlijk een voordeel! 

Conclusie
Puristen uit de Rolex-stal hebben op versie 114060 van de Submariner al redelijk wat kritiek gespuid, maar de waarheid is dat Rolex een erg degelijk horloge en icoon nog beter heeft gemaakt. Er zijn een paar kleine puntjes waar kritiek op geuit kan worden: het gebrek aan doorkijkglas, de reflectie van de zwarte wijzerplaat, de reserve van maar 48 uur. Dit zijn echter stuk voor stuk pietluttigheden die vertellen dat al de rest erg goed in elkaar zit. Hét nadeel is echter het financiële aspect. De adviesprijs van een Submariner bedraagt rond de 7000 euro wat simpelweg erg veel geld is. Kleine broertje Tudor heeft met de Pelagos en Black Bay twee horloges in huis die kwalitatief net iets onder doen, maar wel 3000 euro of meer goedkoper zijn en dat is een hele smak geld. 

Als je aan mij vraagt of de Submariner te duur is voor wat hij is, zal ik dit onmiddellijk bevestigen, maar anderzijds is er bijna geen enkel ander horloge ter wereld zo waardevast als de Submariner terwijl dit van de Tudors niet gezegd kan worden. Je betaalt dus meer, maar als je besluit om de Submariner te verkopen is de kans groot dat je amper of zelfs geen geld verliest en dat is misschien wel belangrijker dan een paar duizend euro verschil in aankoopprijs.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten