zaterdag 10 september 2016

Grand Seiko SBGA011

De grote Seiko
Zoals ik in een vorige blogpost heb geschreven, staat Seiko in het westen vooral synoniem voor goedkope quartzhorloges, maar het Japanse merk werkt gestaag aan de weg om zich meer te profileren in het lucratievere luxegenre. Dat is te merken aan de duurdere modellen van de Prospex-lijn die tweeduizend euro en meer kunnen kosten. Seiko komt echter ook in territorium van Rolex en andere Zwitserse luxemerken met de Grand Seiko. 

De geschiedenis van de Grand Seiko begint in 1960 wanneer Seiko de ambitie heeft om het meest precieze horloge ooit te maken en daar ook warempel in slaagt. De Grand Seiko is echter een binnenlands feestje en de luxehorloges zijn nergens in Europa te bewonderen. In de jaren zeventig verdwijnt de Grand Seiko van het voorplan met de opkomst van quartzhorloges waar Seiko ironisch genoeg zelf voor heeft gezorgd. Vanaf eind jaren negentig maakt de Grand Seiko een come-back met innovaties zoals de Spring Drive. 



De Spring Drive kan je het best vergelijken met een hybride. Het bestaat grotendeels uit een automaat, maar de oscillator (het hart van het horloge, zeg maar) wekt wel elektriciteit op die de wijzers van de klok aanstuurt. Het zorgt ervoor dat de Spring Drive het enige aandrijfmechanisme ter wereld is waar de secondewijzer continu beweegt, hoewel er andere quartzhorloges zijn die een gelijkaardige technologie hebben (zoals de ultra high frequency-horloges van Bulova). 

In 2010 maakt de Grand Seiko eindelijk de stap over de grote plas en internationaliseert Seiko deze collectie. De Grand Seiko's zijn echter alles behalve in groten getale verkrijgbaar en ze zijn daarom nog altijd vrij exclusief. Voor zover ik weet zijn deze horloges in België zelfs niet te verkrijgen en mag je een trip naar Duitsland of Nederland boeken om zo'n exemplaar op de kop te tikken. En dat is dus wat ik deed: een dagje Aken om daar de trotse bezitter te worden van een Grand Seiko SBGA011. 

Sneeuwvlokje
De collectie van Grand Seiko bestaat uit talrijke varianten, maar de populairste is toch wel de SBGA011 die ook wel liefkozend de 'Snowflake' wordt genoemd. De reden hiervoor is erg simpel: de textuur van de wijzerplaat. De textuur van de SBGA011 wordt handmatig in zes lagen opgebouwd waardoor de textuur van elke SBGA011 uniek is. Het eindresultaat is een prachtig witte wijzerplaat dat gelijkt op een sneeuwvlokje. Hoewel dit niet de meest complexe textuur uit de Grand Seiko-collectie is, is het naar mijn bescheiden mening wel de mooiste. Het is een mening die velen met mij delen want de SBGA011 is verreweg de populairste keuze uit Seiko's duurste collectie. 



Grand Seiko klinkt behoorlijk patserig, maar als je de feiten bekijkt, mag Seiko het zelfs de Very Grand Seiko noemen. De horloges worden namelijk in elkaar gezet door een exclusief clubje van Seiko's tophorlogemakers die honderden uren spenderen aan één horloge. Zo wordt al het gebruikte materiaal door Seiko zelf gemaakt en in elkaar gestoken. Het movement wordt zo'n 300 uur getest, de kast daarna nog eens 400 uur en tenslote het gehele horloge nog eens 300 uur. Bovendien wordt elk horloge uitgebreid getest op z'n precisie en weet je dat je een stukje vakmanschap om je pols draagt. Zo zijn de testen qua precisie voor de Grand Seiko strenger dan die van het vermaarde COSC: -3/+5 seconden voor de Grand Seiko ten opzichte van -4/+6 seoncden voor COSC. Of met andere woorden: de Grand Seiko is preciezer dan de meeste dure Zwitserse horloges. 

Spiegel
Naast de texturen van de wijzerplaat zijn er genoeg andere dingen om dit horloge te bewonderen. De twee hoofdwijzers zijn met diamant geslepen en hebben net dat tikkeltje meer dan andere hoofdwijzers. De ster van het wijzertrio is echter de blauwe secondewijzer in dauphine-stijl. Het is echt een plezier om de secondewijzer zo gracieus over de wijzerplaat te zien glijden. De wijzer licht met de juiste lichtinval blauw op, terwijl de kleur meer naar zwart neigt wanneer de wijzer verstoken is van licht. Dit geldt eveneens voor de texturen van de dial. In fel licht lijkt de wijzerplaat effen wit te zijn, terwijl bij minder licht juist de prachtige, minutieuze oneffenheden van de texturen worden geaccentueerd. De grote kracht van deze SBGA011 en de Grand Seiko-collectie in het algemeen is dat het zo subtiel is. Connaisseurs weten dat je een stukje haute horlogerie draagt, maar voor oningewijden is dit weer een zoveelste Seiko.   



Ook bij de kast is - hoe kan het ook anders - bijzonder veel aandacht gespendeerd aan de afwerking. De kast is ettelijke keren gepolijst totdat het even hard glimt als zilver en eveneens dienst doet als spiegel. Dat geldt niet alleen voor de kast, maar ook voor de wijzers, indices en armband. Deze techniek werd door Seiko 'Zaratsu' gedoopt en werd in het feodale Japan gebruikt om katana's te slijpen en vervaardigen. Het horloge is met een van 12,5 milimeter dikte en een dial van 41 milimeter niet bepaald klein, maar je ervaart het zo wel omdat het zo licht is. 

Enige minpunt?
De lofzang voor de Seiko is nog niet aan zijn einde toe, want ook voor de armband hebben de Japanners kosten noch moeite gespaard. Het armbandje is van een speciaal allooi gemaakt dat door Seiko zelf wordt geproduceerd: een variant op titanium waardoor het superlicht is, maar nog altijd steviger dan gewoon roestvrij staal. Dit armbandje is ook onder handen genomen met de 'Zaratsu' techniek en ziet er - letterlijk - erg glad uit. Het horloge weegt inclusief armband belachelijk weinig: amper 92 gram waardoor het erg gemakkelijk draagt. Je kan gerust dit horloge een hele dag dragen zonder dat je het merkt, iets wat meestal enkel geldt voor uurwerken met een lederen polsbandje. 



Is er werkelijk niks waar je een beetje kritiek op kan geven bij de SBGA011? Toch wel, voor zo'n duur horloge is de sluiting van de armband toch redelijk pover. Het gaat hier namelijk om een klassieke sluiting met één uitstekende pin dat het armbandje vastklikt. Het is een traditioneel sluitingssysteem dat bijna alle Seiko's gebruiken en heeft zijn deugdelijkheid bewezen. In vergelijking met de meer gesofistikeerde sluiting van m'n Rado is dit duidelijk wel een klasse lager (of zelfs twee). De gesp schreeuwt niet de indruk van kwaliteit uit dat de rest van het horloge wel doet en dat is dus het enige jammere aan dit horloge. Puur subjectief kan je ook iets zeggen over de gangmeter die zich rondt zeven uur bevindt. Het is niet erg groot, maar subtiel kan je de aanwezigheid bezwaarlijk noemen. Sommigen zullen liever een geheel witte dial prefereren boven dit. Ik denk dat net iets esthetischer is om het gangmetertje bovenaan te plaatsen zoals Orient dat meestal doet, maar ik stoor me er zeker niet aan. 

Uniek
Het movement van dit horloge is zoals eerder gezegd een Spring Drive en de 9R65 om specifiek te zijn. Dit is dus een hybride technologie die ervoor zorgt dat de SBGA011 een afwijking heeft van maximaal één seconde per dag en vijftien seconden per maand. En dat voor een (bijna uitsluitend) mechanisch horloge! Aan deze techniek heeft Seiko 22 jaar gewerkt vooraleer het werd gecommercialiseerd in 1998. Sindsdien heeft geen enkele horlogemaker een gelijkaardig movement ontwikkeld en daardoor blijft de Spring Drive uniek in de wereld. Dit zorgt ervoor dat de secondewijzer continu over de wijzerplaat glijdt en dus niet met een aantal tikken per seconde. Er zijn varianten zoals de Precision-collectie van Bulova waar deze quartzhorloges zestien keer tikken per seconde (tegenover zes of acht voor de meeste mechanische automaten). Dat zorgt voor een quasi-hetzelfde effect, maar heeft dan weer als nadeel dat de kast gigantisch is omdat de quartzbatterij dat ook is. 



De Spring Drive heeft een reservecapaciteit van 72 uur. Zo heb ik de SBGA011 maandag gedragen en liep het horloge donderdagnacht nog vrolijk door. Dit is duidelijk een stap hoger dan de andere movements van Seiko die circuleren rond de veertig à vijftig uur qua capaciteit. De geschroefde kroon moet je eerst losschroeven om het uur aan te passen, dag te verzetten of op te winden. Dit zien we ook bij duikershorloges om zo de waterdichtheid te garanderen. Als je dit niet gewend bent - zoal ik - is het een beetje zoeken, maar het systeem is vrij eenvoudig. Het opwinden duurt wel wat langer om de SBGA op volle snelheid te brengen, namelijk zo'n zeventig rondjes aan de kroon draaien. 

Vanzelfsprekend is er ook een doorkijkglas aanwezig om de Spring Drive in volle glorie te bekijken. Dit movement is met dertig juwelen uitgerust, maar die zijn opvallend genoeg wel goed verstopt. De rotor zorgt ervoor dat de oscillator bijna altijd te zien is, maar de rest van het binnenwerk is verscholen achter titanium wat gezien de aard van de technologie begrijpelijk is. 

Conclusie
Een artikel over Seiko en de Grand Seiko in Watchtime opent met een citaat van de CEO van een Zwitsers horlogemerk die stelt dat Seiko met de Grand Seiko de beste mechanische horloges ter wereld maakt en wie ben ik om dat te betwisten? Plak hier Rolex op en je betaalt wellicht twee of zelfs drie keer voor hetzelfde horloge. De afwerking is bovendien nog beter dan een Rolex waardoor je wel bijzonder veel waar voor je geld krijgt. Zelfs in die mate dat op fora luidop wordt gevraagd of Seiko geen verlies maakt op deze horloges en ze kruis subsidieert met de inkomsten van hun andere horloges. 

Toch is de SBGA011 erg subtiel en kan je er 's nachts door Brussel meestappen waar je met een Rolex of Philippe Patek toch meer zorgen maakt. Vergis je echter niet want de SBGA011 kost zo'n 6200 euro en is dus allesbehalve goedkoop. Is dat het waard? Puur naar het horloge gezien wel, maar ik kan me voorstellen dat mensen liever heel wat anders doen met dat geld.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten