maandag 19 september 2016

De toerist uithangen in Normandië

Volzet
Ik was begin augustus van plan om naar Spanje te gaan, maar het appartement (via via geregeld) daar bleek overbevolkt te zijn. Back-up plan was New York, maar dat wilde ik eigenlijk beter voorbereiden. Het is dan Normandië geworden aangezien ik al vorig jaar van plan was om hier naartoe te gaan. Ik had wel een aantal bezienswaardigheden en musea in het hoofd om te doen, maar een route stond niet echt vast. Voor de eerste twee dagen had ik een hotel in Rouen geboekt en de rest boekte ik ter plaatse. 

Het weekverloop
Dinsdag 2/8: Om 9 uur vertrokken en na wat sukkelen in Rouen rond half drie aangekomen. Ik ben daarna naar de Notre Dame gegaan, maar daar stond een immense politiemacht. Op dat ogenblik was dus de begrafenis van Jacques Hamel (de vermoorde priester) bezig. ik heb op één of andere website een stadswandeling van Rouen gedownload en zo door het historische centrum geslenterd.



Woensdag 3/8: 's Ochtends ben ik begonnen bij de Notre Dame en rond de middag ben ik ruim twee uur gebleven in het museum van schone kunsten. In de tijdelijke tentoonstelling hangt er veel werk over impressionisten zoals Cézanne, Manet, Renoir en natuurlijk Monet. Ik ben niet zo'n fan van "schilderijenmusea" maar dit was wel de moeite waard. Ik heb daarna nog enkele bezienswaardigheden van Rouen gezien (gros horloge, verschillende kerken, justitiepaleis, verbrandplaats van Jeanne d'Arc, Panorma XXL met een 360 graden perspectief over het oude Rouen). 's Avonds ben ik teruggekomen voor de lichtshow op de Notre Dame om half elf en dat was fenomenaal om te zien. 

Donderdag 4/8: Ik ben eerst naar Giverny getrokken om daar naar het museum en verblijfplaats annex tuin van Monet te gaan. Het museum omhelst altijd een tijdelijke tentoonstelling in dit keer waren dat werken van de Spaanse impressionist Sorolla. Daar zaten een paar mooie schilderijen bij, maar over het algemeen was dit museum eerder een tegenvaller. De tuin en woning van Monet waren dan leuker om te bekijken. Vooral de vijver waar Monet zijn waterlelies heeft geschilderd, is prachtig om te zien. Daarna ben ik naar Honfleur gereden en dat vond ik weinig bijzonder. Het is een mooi havenstadje, maar in Kreta heb ik vorig jaar ettelijke havenplaatsjes bezocht die nog meer pittoresk waren. 



Vrijdag 5/8: Via Honfleur ben ik over de Pont de Normandie gereden om naar Etretat te gaan. Daar ben ik de rotsen gaan bekijken en dat levert een paar mooie foto's op. Ik heb dan een kilometer of twee langs de rotsen gewandeld en ben dan teruggegaan aangezien ik niet echt de ambitie had om een wandeling te maken. In de namiddag ben ik naar het oorlogsmuseum in Caen gegaan (het enige museum over D-Day dat ik bezocht heb) en ik ben hier vier uur gebleven. Allesbehalve een goedkoop museum, maar wel indrukwekkend. Laat in de avond bezocht ik de Britse begraafplaats in Bayeux. Heel erg sereen, maar absoluut niet te vergelijken met bijvoorbeeld Passendaele. 



Zaterdag 6/8: Op deze dag was er al wat beter weer en had ik daarom uitgetrokken voor een wandeling op de D-Day stranden. Ik was vertrokken aan Cinema 360 bij Arromanches, maar wat ik niet wist, is dat je via allerlei landbouwwegen moest wandelen aangezien je over kliffen niet echt kan wandelen... Na 7 km stappen aangekomen bij de batterijen van Longues-sur-Mer en heel erg bijzonder vond ik het eerlijk gezegd niet. Net zoals de kunstmatige haven bij Arromanches, waar enkel de overgebleven caisson de moeite waard is. Daarna ben ik naar Pointe du Hoc gereden waar er een toeristenzwerm was. Hier was veel meer te bekijken en vooral de inslagkraters zetten me tot denken aan. 



Zondag 7/8: In de ochtend ben ik naar het tapijt van Bayeux gaan kijken (eerste beeldverhaal ooit volgens het museum). Een echte toeristenval (zoals er wel meerdere zijn in Normandië) maar wel - een beetje tegen de verwachting in - interessant. Later ben ik naar de kathedraal van Bayeux gegaan. Je kan maar zoveel kerken en kathedralen bekijken zonder dat het een herhaling lijkt. In de namiddag ben ik naar Caen gereden waar ik voornamelijk op de burcht in het midden van de stad bleef. Caen vond ik minder interessant dan Rouen, maar ik had ook wel minder moeite gedaan om hier info over op te zoeken. Ook opvallend is dat tussen half drie en zeven bijna elke bar of restaurant daar (of andere grotere steden) dicht is. 

Maandag 8/8: Naar dé toeristenval bij uitstek in Normandië gegaan: Mont Saint-Michel. De voet van de rots kan de massa toeristen nauwelijks verwerken met al die kleine steegjes, maar in de abdij gaat dit verrassend vlot. De abdij vond ik persoonlijk één van de hoogtepunten van Normandië. Daarna heb ik nog een tweetal uur in het dorpje zelf gekuierd. In de avond ben ik teruggekeerd en dan zijn er veel minder toeristen waardoor het vanzelfsprekend een stuk rustiger is - en leuker toeven. Ik heb met veel plezier een tweede keer negen euro neergeteld om de abdij te bezoeken. 's Avonds is er namelijk een nocturne met een andere route en een lichtshow (wellicht ingericht door dezelfde firma als die de belichting doet bij de Notre Dame in Rouen) en dat zorgde voor een erg aparte atmosfeer. 



Dinsdag 9/8: Een kleine 700 km naar huis gereden op zo'n acht uur wat eigenlijk best vlot verliep. 

Qua hotels ben ik eerst twee dagen in Rouen geweest (zo'n 50 euro per nacht bij Ibis budgethotel aan de rand van de stad), dan één dag in Honfleur in een smurfenkamer (kostte dan nog 75 euro), drie dagen in Bayeux om het gebied van de landingsstranden en Caen te verkennen (180 euro voor drie nachten) en tenslotte één nacht in Le-Mont-Saint-Michel (het dorp) aan de Mont Saint-Michel (de berg). Dat kostte me 125 euro wat ik tamelijk veel vond, maar dat maakte het wel gemakkelijk om in de avond terug te keren en dat is toch een absolute aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten