woensdag 5 december 2018

Reisverslag Trans-Siberië Express - Deel 5: Vulkanen, meren en Olympische sporten

Dag 14 - Erdenet en Uran Togoo
De tweede dag in Mongolië geeft een voorsmaakje van wat ons de komende dagen te wachten staat. Door de ontzagwekkende omvang van Mongolië zijn rijafstanden enkel uit te drukken in uren en de meeste zandwegen worden herschapen in bijna onbedwingbare modderpoelen waar het een klein avontuur is om letterlijk de weg van de minste weerstand op te zoeken. Deze dag begint gelukkig echter rustig met een kalm ritje op verharde wegen waar we omstreeks de middag halt houden bij Erdenet. Dit is de tweede grootste stad van Mongolië en bekend omwille van het kopererts dat hier in een open mijn gedolven wordt. We wonen een boeddhistische gebedenzang bij waar de monniken verschillende verzen zingen op een heuveltop waar een metershoog boeddhabeeld de omgeving domineert. Onderweg houden we nog een paar keer halt voor de koffiepauze of maken we kennis met het vee dat wordt gehouden door Mongoolse nomaden. Dat zijn vanzelfsprekend koeien en paarden, maar bij zeldzamere aangelegenheden ook kamelen. De fauna van de steppe is een paradijs voor vogelliefhebbers met verscheidene soorten kraanvogels, de vale gier, de zwarte kauw en de steppearend. 


De echte trekpleister van deze dag is echter de Uran Togoo. Dit is een uitgedoofde, bolvormige vulkaan die circa honderd meter boven de steppen uittorent. De beklimming is best doenbaar, hoewel er enkele stukken zijn die best wel stijl zijn. Deze korte inspanning is echter helemaal vergeten als we de top bereiken waar we een prachtig uitzicht krijgen over de gehele omgeving. Het beklimmen van een vulkaan kan ik van mijn bucketlijstje schrappen, maar belangrijker is dat de vulkaan wordt gekenmerkt door een prachtige krater waar zelfs een klein bergmeertje te vinden is. Bij mijn individuele verkenningstocht blijkt dat oriëntering niet mijn sterkste punt is en merk ik pas na tien minuten op dat ik te ver gegaan ben en bezig ben aan een tweede tochtje rond de vulkaan. Het ritje met de busjes terug naar de gers is gelukkig van korte duur waardoor de opgekomen honger snel wordt gestild met lokale gerechten. 


Dag 15 - Op sleeptouw naar het Ugii-meer
Op de nacht tussen dag veertien en vijftien heeft de regen lelijk huisgehouden en de zandwegen zijn getransformeerd tot crosscircuits waar Stefan Everts en co amper durven komen met hun moto's. Op de site van Koning Aap staat trots dat de gebruikte busjes vierwielaangedreven zijn, maar die aankondiging doet de waarheid helaas geweld aan. De busjes zijn in principe niet voorzien op deze omstandigheden en het is dus geen wonder dat we twee keer vast komen te zitten in wat enkel een moerasgebied kan genoemd worden. Maar wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij en dat blijkt een sleeptouw te zijn wat met vereende mankracht wordt gehanteerd om de busjes uit het modder te trekken. De spierballen mogen rollen want twee keer vastzitten op twee keer betekent dat vier keer de voormalige Olympische discipline van touwtrekken mag uitgeoefend worden. Uitgerekend deze verplaatsing is de langste van heel de trip en uiteindelijk arriveren we rond vijf uur 's avonds bij het Ugii-meer, ruim twee uur later dan voorzien. De twee buschauffeurs krijgen een spontaan en welverdiend applaus van de groep. 


Voor veel reisgenoten heeft deze verplaatsing (te) veel energie gekost en blijft hun actieradius die avond beperkt tot het lokale gerkamp. Ik probeer er die avond nog het beste van te maken en ik waag me aan een individuele wandeling rond het Ugii-meer. Mongolië is ingesloten door land en het Ugii-meer is voor veel Mongolen het lokale Blankenberge waar ze in de zomer tot rust kunnen komen en genieten van het water. De weergoden zijn echter slecht gezind en mijn wandeling wordt noodgedwongen afgebroken door een plotse plensbui waar ik in looppas terug naar mijn ger snel. Deze dag was een dag vol belevenissen, maar voor mij wel de minst leuke dag van de gehele reis. 


Dag 16 - Khar Korin en het klooster van Erdene Zuu
Wie Mongolië zegt, kan onmogelijk onderuit aan de erfenis die Genghis Khan heeft nagelaten aan dit land. Deze dag staat in het teken van een bezoek aan Khar Khorin waar de voormalige hoofdplaats was van het eens zo imposante Mongoolse rijk. Tegenwoordig blijft daar weinig van over en is het plaatsje zelfs kleiner dan een Vlaams plattelandsdorpje. We zien er een containermarkt waar de kraampjes worden gevormd door containers en vlakbij is er een lokale supermarkt waar je tegen spotprijzen (naar westerse normen) eten en drank kan kopen. 


Gelukkig valt er verder op wat meer te beleven want daar staat het klooster van Erdene Zuu. Dit is een groot boeddhistisch klooster dat een stuk imposanter is dan het Amarbayasgalant-klooster dat we een paar dagen eerder hebben bezocht. De boeddhistische beelden, beschilderingen, tekens en vlaggetjes zijn hier in overtreffende trap aanwezig aangevuld met de prachtige architectuur van verschillende tempels. Enerzijds kijk ik met opengesperde mond vol bewondering naar deze pracht en praal, maar anderzijds is de boeddhistische sereniteit ver te zoeken in dit toevluchtsoord voor Mongools toerisme. 


's Avonds arriveren we in het mooiste stukje Mongolië van deze reis: Khogno Khaan. Deze site bevindt zich in de overgang tussen de steppen en de Gobi-woestijn waardoor we worden omring door prachtige beige rotsformaties. De rotsen nodigen uit om er langs te wandelen, maar - tegen beter weten in - beklim ik de rotsen alleen waardoor ik op een paar minuten tijd al snel enkele tientallen meters boven de steppen sta. Persoonlijk vind ik het een leuke beklimming, maar achteraf gezien eigenlijk totaal onverantwoord om dit alleen te doen... 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten