woensdag 22 februari 2017

Japan vs Australië

Japan vs Australië
In de categorie betaalbare dress watches heeft Seiko een aantal erg mooie exemplaren liggen, maar de discrete Japanners beperken deze horloges tot hun eigen grondgebied. Deze JDM-modellen zijn terug te vinden in verschillende collecties zoals SARB, SARY en SARX die in Europa niet te koop zijn. De gemiddelde internetgebruiker die gewapend is met een credit card krijgt echter een sterk staaltje van globalisme in werking te zien wanneer hij een bestelling doet op bijvoorbeeld Amazon. Zo kan je dus op een Amerikaanse website een horloge bestellen uit Japan dat naar Europa wordt verscheept. In mijn geval was de uitverkorene de Seiko SARB065. Dit horloge is het resultaat uit een samenwerking met de Japanse barman Ishigaki Shinobu, wie kent hem niet. Daarom kreeg dit horloge de toepasselijke bijnaam “Cocktail time” toebedeeld. Wat de Cocktail time zo cool maakt, is ontegensprekelijk de witte wijzerplaat die bij elke kijkbeurt een waltz inzet met het aanwezige licht. Elk sprankeltje licht wordt omgetoverd tot een spetterende sunburst van blauw, wit of grijs licht. 

Tegenover de Japanse suprematie van Seiko zijn er steeds meer microbrands te vinden die op het internet hun eigen ding doen door gebruik te maken van Kickstarter campagnes. Via crowdfunding kunnen kleine ondernemingen geld ophalen bij de grote massa om hun eigen projecten te financieren. Sujain Krishnan is de oprichter van Melbourne Watch Company en beschouwt zichzelf eerder als een zakenman dan een horlogemaker. Wat Krishnan bedoelt, is dat hij het horloge niet zelf vervaardigt, maar zo efficiënt mogelijk laat assembleren. Maar ook het liefdeskindje van een zakelijke relatie kan een mooi snoetje opleveren. Het Portsea-model is namelijk één van de beter verkopende modellen van Melbourne Watch Company en dat is voor een groot gedeelte te verklaren door de triple calendar en marinethema wat een mooie symbiose van aantrekkelijkheid en functionaliteit oplevert. 

Van pool tot pool
De grootste attractiepolen van deze twee horloges zijn dus de wijzerplaten. Bij de Portsea is het witte basismodel de meest voor de hand liggende keuze, maar aangezien m’n Orient FFD0F001W die functie al vervulde, ging mijn voorkeur uit naar het blauwe model. Het verschil naast de kleur van de wijzerplaat is dat de wijzers zilverkleurig zijn in plaats van blauw en het polsbandje krijgt een dito blauwe kleur. Het opvallendste kenmerk van de Portsea is ongetwijfeld de 3D-achtige aanblik van de wijzerplaat wanneer je het uur afleest. Helemaal bovenaan vind je tegen de rand de minutenring die vrij goedkoop oogt. Net daaronder vind je de urenring die voorzien is met twee extra registers die boven de bodemplaat lijken te zweven. De registers en urenring zijn gemaakt van keramiek waar ze met hun glanzend effect heel erg begenadigd zijn in het negeren van alle subtiliteit. De uren worden aangegeven met Arabische cijfers die zijn geprint met het saaiste lettertype dat je kan bedenken. Tenslotte is er de bodemplaat die volgens de reclamebabbel doet denken aan een scheepsvloer. Het totaalplaatje is een klassieke en mooie wijzerplaat. 

Vrij van gebreken is de wijzerplaat zeker niet. De blauwe kleur ziet er leuk uit, maar is nooit de beste keuze als leesbaarheid van primordiaal belang is. Het keramiek van de urenring vertolkt soms een glansrol en dat heb je liever niet als je simpelweg de tijd wil weten. De twee registers houden de dag en maand bij, maar zijn niet in één oogwenk af te lezen aangezien deze twee kleine ringen volgestouwd zijn met tekst. Bij het ontwerp van dit horloge was leesbaarheid niet de belangrijkste factor, maar het oog wil natuurlijk ook wat!

Zonnetje in huis
Er zijn weinig horloges die een even spectaculaire wijzerplaat hebben als de SARB065. De cocktail time is het zonnetje in huis door de sunburst dat het creëert. Door de toepassing van radialen en het gebolde glas krijg je een ongeëvenaarde sunburst waardoor het aflezen van het uur een pleziertocht wordt. De zilverkleurige dauphin wijzers zorgen voor een verfrissend karakter, terwijl de blauwe secondewijzer het uiterlijk net dat tikkeltje frivoler maakt. Dit is één van de fraaiste horloges onder vijfhonderd euro en die attractiviteit is bijna unaniem toe te schrijven aan de wijzerplaat. 

Ten opzichte van de Portsea is de SARB065 een stuk leesbaarder omdat de structuur op eenvoud stoelt en de witte kleur is sowieso beter af te lezen dan het blauw van de Portsea. Beide horloges zijn veertig millimeter breed waardoor ze beantwoorden aan de kleinere dimensies van een dress watch. De Portsea is 12 mm dik terwijl de SARB065 daar een milimetertje bijdoet, maar op de pols dragen beide horloges ongeveer even groot. De Portsea misschien zelf een beetje groter door de bizarre kastverhoudingen. Waar de Portsea het wel haalt van de Cocktail time is het glas. Seiko blijft namelijk zweren bij Hardlex, zelfs bij sommige duurdere modellen. Het heeft niet de krasbestendigheid van saffier waar de Portsea wel is mee uitgerust en dit is één van de weinige nadelen van deze Japanner. 

Japan vs Japan
Het duel wordt een nationaal treffen wanneer de vergelijking wordt gemaakt met de movements. Hoewel Krishnan de intentie had om het movement oorspronkelijk bij de Zwiters te gaan halen, bracht dit uiteindelijk te veel kosten met zich mee en daarom is de keuze gevallen op een Miyota 9022-movement. Dit binnenwerk is standaard voorzien van twee registers en een datumvenstertje op zes uuur. Dit is een high beat automaat die tikt aan 28800 tikken per uur ten opzichte van 21600 tikken per uur voor het 6R-movement van de SARB065. In nauwkeurigheid heeft dit geen impact want het is integendeel het low beat 6R-movement dat accurater is dan zijn binnenlandse concurrent. 

Ongedragen bedraagt de afwijking van de Miyota minder dan dertig seconden terwijl wanneer het gedragen wordt de afwijking tussen tien en vijftien seconden bedraagt. Seiko’s 6R15-movement verbetert dit significant met respectievelijk een afwijking van tien à vijftien seconden ongedragen en een afwijking van circa vijf seconden wanneer het wordt gedragen. Seiko’s inhouse uurwerk doet het dus beter dan dat van Miyota, maar de algemene consensus is dat beide movements behoorlijk goed de tijd bijhouden. Hoewel het 6R-binnenwerk zich soms ook graag laat horen, is het wel discreter dan het 9022-binnenwerk van Miyota dat het predikaat rumoerig verdient. 

Kroon en doorkijkglas
Beide movements zijn amper of niet versierd en daar reageert elke onderneming anders op. Seiko is trots op zijn werkpaard en iedereen mag het binnenwerk bekijken met behulp van het doorkijkglas. Het 6R-movement is misschien geen juweeltje maar ter tijd en stond is het leuk om een movement te bekijken. Krishnan hecht hier minder waarde aan en heeft een spectaculair nautisch embleem op de achterkant van het horloge laten graveren. Deze gravering wordt verder aangevuld met een uniek nummer voor elk exemplaar en dat is natuurlijk ook leuk. Zeggen wat de betere optie van de twee is, neigt naar persoonlijke voorkeur. En hoewel ik het opendeurbeleid van Seiko apprecieer, lijkt Melbourne over de betere kwaliteitsstempel te beschikken. De nautische gravering met het scheepsthema is net iets klassevoller. 

Op het gebied van gebruiksgemak van de kroon zijn de rollen dan weer omgekeerd en komt de Portsea er niet goed uit. De kroon is net zoals de secondewijzer subtiel versierd met een M van Melbourne Watch Company, maar negeert de wetten van functionaliteit volledig. De kroon is helemaal onderaan gelegen en vrij klein van formaat wat het een kleine hel maakt om het uur te wijzigen. Dan is de kroon van de Cocktail time een zegen met een kroon die hoger is gelegen en gemakkelijk te hanteren is door de aanwezigheid van een geribbeld oppervlak. Op twee uur is er bij de Portsea eveneens een verzonken knop voorzien die dient om de maand te verzetten. Dit gebeurt echter automatisch wanneer je het datumvenster verplaatst van dag 31 naar dag 1 en bijgevolg heb ik het dus nog nooit gebruikt. 

Buitenproportioneel
Beide horloges hebben een matte afwerking van de kast, maar de Portsea beschikt over een iets complexere afwerking. De structuur is namelijk tweeledig want bovenop de matte kast ligt namelijk een behoorlijk grote ronde bezel die beter gepolijst is. De kast van de SARB065 is puur mat en het afwerkingsniveau leunt dicht bij elkaar aan, al wint de Portsea op punten door de iets complexere structuur waar ongetwijfeld meer tijd en geld inkruipt om dit af te werken. 

Toen ik de Portsea uit de verpakking haalde, viel ik bijna letterlijk van mijn stoel want de kastvorm heeft in mijn ogen absurde verhoudingen. De tweeledige structuur van kast en bezel wint geen schoonheidsprijzen, maar het zijn vooral de lugs die buiten alle proporties zijn. De lugs zijn namelijk groter dan de kast, maar ook erg kort en gebogen waardoor er enorme, onaantrekkelijke klauwen lijken te hangen aan de kast. Dan ziet de Seiko er veel eleganter uit met het gebolde glas, een normale kast en langere, kleinere lugs. Het ontwerp is misschien dertien in een dozijn, maar werkt wel. Ik durf zelfs te zeggen dat dit ontwerp – en met name het gebolde glas – meespeelt bij de wauw-factor van de SARB065. Het kastontwerp van de Portsea daarentegen is het onderwerp van nachtmerries bij veel horlogeliefhebbers. 

Geen fan
Ik ben een groot fan van Seiko want er zijn niet veel merken die zoveel waar voor je geld bieden op het gebied van horloges. Maar als er één ding is wat ze consistent slecht doen dan is dat ongetwijfeld hun bandwerk. Of het nu lederen polsbanden zijn of metalen armbanden, de kwaliteit is dikwijls pover. Exponent hiervan is ongetwijfeld het ledere polsbandje van de SARB065 wat een zegen is voor de verkoop van after-market polsbandjes. Op het eerste gezicht ziet het er zelfs chique uit met een matte donkerblauwe kleur en blauwe stiksels. Wanneer je het echter voor de eerste keer aandoet, valt meteen op hoe stijf het is. Bovendien zit de sluiting aan de andere kant waardoor de tip van de polsband naar de drager wijst wat op z’n minst vreemd te noemen is. De aanwezige vouwsluiting makt het gemakkelijk om dit horloge aan- en uit te doen, maar kan de armzalige kwaliteit van het bandje niet verbergen. De SARB065 moet dan ook één van de weinige horloges zijn dat meer gedragen wordt met after-market banden dan met het bandje dat standaard wordt bijgeleverd. 

De Portsea komt met een blauw lederen polsbandje van Hirsch en het kwaliteitsverschil met Seiko’s mislukt experiment is enorm. Het faux krokodil patroon ziet er niet alleen kwalitatief uit, als je er over wrijft, merk je de stevigheid meteen op. Het ziet er goed uit en draagt erg comfortabel. Is er dus niks op aan te merken? Nou nee, na enkele draagbeurten is er een klein beetje blauw verdwenen aan de tip van het bandje. Zelfs bij goedkope lederen bandje van mijn Orient Bambino heb ik dit niet voor. Het is misschien een pietluttigheid, maar dit is niet iets wat ik verwacht wanneer het polsbandje wordt geadverteerd als “Duits kwaliteitsleder”. Krishnan maakte de twijfelachtige keuze om de breedte van de bandaanzet te beperken tot 19 mm waardoor een bandenwissel wat lastiger is aangezien meeste lederen bandjes 18 mm of 20 mm zijn, maar bijna nooit er tussenin. Er is niet echt een reden om van band te wisselen ware het niet dat het standaardbandje belachelijk kort is. Bij het aandoen van het horloge houd ik twee gaatjes over wat het aandoen lastiger maakt dan nodig is. 

Competitief
De SARB065 is een JDM-horloge wat wil zeggen dat het enkel verkrijgbaar is in Japan (Japanese Domestic Market). Het is echter een koud kunstje om een exemplaar te bestellen en het enige waarvoor je moet uitkijken, zijn bijkomende importtaksen wanneer het horloge passeert bij een overijverige douanier. Mijn exemplaar kostte 400 euro en daar kwam zo’n 45 euro bij aan extra kosten. Daarmee blijft de SARB065 nog steeds een competitief geprijsd horloge met concurrenten zoals Tissot Visodate en Hamilton Intra-Matic die evenveel of meer kosten. 

De Portsea kocht ik voor iets minder dan 600 euro wat eigenlijk nog best competitief geprijs is als je naar alles kijkt. Je krijgt namelijk een behoorlijk afgewerkt horloge. Die competitiviteit wordt echter helemaal gekelderd wanneer de bijkomende taksen er worden bijgeteld. Bij mij kwam dit neer op ruim 150 euro waardoor de totaalprijs een vrij forse 750 euro bedraagt. In deze prijscategorie kom je namelijk gevaarlijk dicht in de buurt van Zwitserse en Duitse boetieken zoals Sinn, Oris en Stowa die toch andere kwaliteitsnormen hanteren dan een willekeurig microbrand.  

Conclusie
Van dit tweetal is de SARB065 ongetwijfeld de betere deal. Het polsbandje verdient een eeuwige verbanning naar het vagevuur, maar voor dertig euro heb je een mooi Hirsch-bandje dat een stuk solider aanvoelt. Ook het Hardlex-glas is een minpunt, maar aangezien de SARB065 geen tool watch is, kan dit met de mantel der liefde bedekt worden. De Cocktail time is dus zeker niet vrij van gebreken, maar het totaalpakket oogt aantrekkelijk en is competitief geprijsd. Het is dus geen wonder dat dit één van de meest geëxporteerde horloges is uit Japan en het is eigenlijk vreemd dat geen enkele bobo in het management van Seiko op het lumineuze idee is gekomen om dit horloge – of reeks – wereldwijd beschikbaar te maken. Als dat met de Grand Seiko lukt, moet dat met een SARB ook wel lukken. 

Zelden heeft een horloge zoveel dualisme uitgestraald als de Portsea. De Portsea heeft ontegensprekelijk grote pluspunten. De wijzerplaat is bijvoorbeeld de grootste reden waarom ik het horloge in de eerste plaats heb aangeschaft. Maar er zijn dan weer andere minpunten waarvan je denkt dat dit nu echt nodig is. De lugs zijn ware gedrochten en het gebruiksgemak van de kroon is ronduit slecht. Het heeft veel weg van een gewelddadige relatie waar je je uiteindelijk toch iedere keer mee verzoent  omdat de Portsea er zo geweldig uitziet. Het is niet het beste horloge uit m’n collectie, is geassembleerd met onderdelen uit verschillende landen, maar beschikt onmiskenbaar over karakter. En dat kan niet elk horloge gezegd worden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten