donderdag 26 december 2019

Wandelen in Wallonië: naar de oude melkerij van Boubou in Dolembreux

In mijn wandelingen in de Ardennen ben ik altijd gespaard gebleven van kleine valpartijen, maar de wandeling naar Le Boubou maakte daar een einde aan met een grote climax. Maar liefst vijf keer ging ik tegen de vlakte. Meestal een uitschuiver door een combinatie van de gladde ondergrond en steile hellingen of dalingen landend op mijn achterwerk, één enkele keer een hardere smak aan de oever van een beek waar ik op mijn linkerarm viel. Het moge dus wel duidelijk zijn dat deze wandeling in de winter niet zonder risico is!

Van mijn erf
Mijn wandelingen in de Ardennen brengt me naar de kleinste dorpjes in Wallonië en ook deze keer was een klein dorpje de startplek van mijn wandelplezier: Dolembreux. Hier begint de wandeling in de buurt van een kerkhof en een klein schooltje en is het even zoeken naar de juiste weg. De route loopt namelijk langs een erf waar je ogenschijnlijk niet door mag. Het leven is echter aan de durvers en op het erf ontdek ik een klein paadje dat me naar een servitude brengt. Dolembreux is een verrassend groene omgeving en dat vertaalt zich naar veel weilanden en akkers. Ondanks het zachte winterweer stonden de koeien allemaal op stal en dus waren de afgevallen bladeren mijn voornaamste reisgezel op dit dagje wandelen. De omgeving van Dolembreux is voorzien van talloze glooiingen en elke meter gaat wel naar boven of naar beneden, hetzij in kleine hoeveelheden. Dit zorgt ervoor dat weilanden nooit vlak zijn, maar wel schilderachtige heuveltjes vormen. Het zijn deze weilanden die de voornaamste blikvanger zijn in de eerste helft van de wandeling. 


Deze eerste helft kent een eerder klassiek landschapspatroon met weilanden, afgewisseld met trage wegen, akkers en kleine stukjes door het bos. Net zoals vorige week zijn de paden weer heel erg modderig, maar gelukkig blijf ik deze keer wel bespaard van verrassingen. Deze keer dus geen pad dat een transformatie heeft ondergaan tot tijdelijke beek. Dat neemt echter niet weg dat het soms lastig wandelen is door al die modder en plassen onderweg. Een plaatselijke boer heeft besloten om een handje te helpen en heeft zijn mesthoop gedeeltelijk op een wandelpad geplaatst waardoor het pad is bezaaid met een drekachtige smurrie. Leuk is anders... 

Avontuurlijke wandelen
Als de wandeling niet avontuurlijk genoeg is, besluit ik om zelf ongewild de wandeling avontuurlijker te maken wanneer ik na acht kilometer een verkeerde route neem in het gehucht Hayen. Ik stap een wei binnen in de overtuiging dat dit de juiste weg is, maar prikkeldraad verspert mijn weg en dan besef ik dat ik niet op het goede pad ben. Er komt een stukje padvinderij aan te pas om over de prikkeldraad te kruipen en via het aanpalende bos naar beneden te gaan waar ik uiteindelijk terug op het juiste pad beland. Daarna volgt er een afdaling naar Méry via het bos en dit dorpje deelt deze wandeling mooi in tweeën. De Ourthe stroomt majestueus langs Méry en het is de ideale stopplaats om even te rusten. Op deze kerstdag was echter alles toe en zat er voor mij niks anders op om verder te gaan. 


Vanaf Méry begint de steile beklimming naar de oude melkerij van Le Boubou. Eerst via trappen in het dorpje zelf, maar daarna via een klein bospad dat betere tijden heeft gekend. Door de modder en steile hellingsgraad is het voor mij soms een echte uitdaging om naar boven te geraken. Zelfs met hulp van handen en voeten kost het me ettelijke pogingen om op bepaalde stukken letterlijk naar boven te kruipen. Daarna gaat het pad al zigzaggend naar boven en is het wat gemakkelijker - al is dat heel relatief - om het uitkijkpunt over Méry te bereiken. 


In al mijn wandelingen naar de Ardennen dit jaar was deze beklimming toch wel de zwaarste, vooral dankzij de omnipresente modder dat het bospad de allures gaf van een glijbaan. Daarna gaat het richting Le Boubou, de oude melkerij die in verval is geraakt. Nu ben ik beland in het woud van Bois des Manants waar een bladerdeken de grond bedekt. Na het tweede uitkijkpunt over Méry begint een scherpe daling over een kriskras van onzichtbaar en eigenlijk onbestaande paadjes en op korte tijd ben ik hier een paar keer gevallen met als enige schade mijn gekrenkte eer. De afdaling is vrij steil en is volgens mij zelfs bij goed weer niet gemakkelijk. 


Ravijnwandeling
Na een bruggetje over de beek Ruisseau de Chawresse gaat het terug naar omhoog en verandert de wandeling in een ravijnklim. Het bospad klimt namelijk zienderogen terwijl de beek beneden lustig blijft verder stromen totdat het hoogteverschil tussen de twee tientallen meters bedraagt. Het is ook hier dat je twee grotten kan vinden en een verdwijngat waar een andere beek ondergronds verdwijnt. Met de gevallen bladeren levert dit wel pittoreske beelden op. Na deze beklimmingen gaat het weer naar beneden en wandel ik naast de Ruisseau de Chawresse en moet ik zelfs twee keer door de beek waden om verder te gaan. Ondanks de aanwezigheid van kleine stenen besluit ik om door de beek te stappen omdat ik niet het risico wil lopen om te vallen in de beek gezien mijn twijfelachtige parcours tot dusver op dit vlak. Daarna kent het pad nog een venijnige helling en beland ik terug op een verharde weg. Via het bos neem ik een geïmproviseerde weg en kom ik zowaar nog wat heidelandschap tegen waar kleurrijke struiken een schril contract vormen met de talloze Ardense naaldbomen. 


Het einde van de wandeling gaat terug richting Dolembreux en daar zit nog een spectaculaire afdaling bij. Dit gaat wel erg scherp naar beneden, maar deze keer kom ik wel zonder kleerscheuren naar beneden. Daarna wandel ik terug naar boven via een stukje bos waar het Bois des Manats later terug wordt ingeruild voor de weidelandschappen bij het begin van de wandeling. Via servitudes navigeer ik de laatste twee kilometer terug naar het startpunt waar een niet zo wandelgezinde boer een wandelpoortje heeft gebarricadeerd voor zijn wei en er rest me geen andere optie om via een grote poort in de wei te klimmen. Eenmaal de wei doorkruist blijkt ook het andere wandelpoortje van miniformaat te zijn, maar met wat wringwerk lukt het ook. Tot slot keer ik via een servitude op het erf van bij het begin van de wandeling terug naar mijn wagen. 


Conclusie
De eerste helft van deze wandeling kan je categoriseren onder de noemer 'verplicht nummertje' en wordt vooral gekenmerkt door het feit dat bijna elke meter wel naar omhoog of omlaag gaat. Het is de tweede helft van deze wandeling die de echte ster is met een stevige beklimming naar de oude melkerij van Boubou en een prachtig traject langs de Ruisseau de Chawresse waar de wandeling eruitziet als een ravijnwandeling. Door de steile beklimmingen en afdalingen is de kans op valpartijen helaas wel reëel (in de winter). 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten