zondag 13 mei 2012

Vertrouwenscrisis

Erin of eruit
Een week na de Griekse verkiezingen, leeft het land in de grootste onzekerheid van haar recente geschiedenis. De politieke verdeeldheid is enorm: geen enkele partij haalt meer dan twintig procent van de stemmen en bovendien houden de twee grootste partijen er een hele andere mening op na. De ene wil de besparingen die Europa voorstelt doorvoeren, terwijl de andere meer heil ziet in een terugkeer naar de Drachme om die te laten devalueren. Deze politieke tegenstrijd stort niet alleen Griekenland in onzekerheid, maar ook Europa. Het scenario van een Griekse uitstap uit de Eurozone klonk nooit luider dan nu en meer Griekse stemmen gaan op om de voorgestelde Europese besparingen niet te slikken. Eén ding is zeker: ongeacht welk scenario zal overwinnen, de Griekse bevolking wacht een zware beproeving de komende (tientallen) jaren.

Erin
Wanneer Griekenland in de Eurozone wil blijven, zijn de voorwaarden heel erg simpel: de voorgestelde besparingen, opgelegd door Merkel en de rest van Europa, aanvaarden. Dit betekent een langzame, maar zekere verpaupering van de Griekse bevolking omdat de rentekosten uit de pan swingen. Bijgevolg zullen de Griekse belastingen zo hoog liggen, dat de koopkracht van de gemiddelde Griek drastisch zal slinken. Dit heeft tot gevolg dat de Griekse economie zal inkrimpen wat dan weer leidt tot de verarming van de Griekse bevolking. Maar is het eerlijk om een land zo hard te laten bloeden wanneer Europa niet eens zeker is dat het zal helpen?



De uitdaging van Europa bestaat erin om haar eigen economie terug aan te zwengelen en de koers die Europa vaart onder impuls van Merkel is heel erg duidelijk: door besparingen wil Merkel de deficits van de overheidsschulden terugdringen. Het verleden heeft bewezen dat deze manier kan helpen, maar helaas is economie geen exacte wetenschap. Elke crisis is uniek en er bestaan geen wondermiddelen om een crisis op te lossen. Critici van deze werkwijze duiden op het feit dat door besparingen er geen investeringen meer in de economie worden gedaan waardoor de economie ook geen ademruimte meer krijgt om te groeien.

Het probleem van de Europese staatsschuldencrisis is echter veel meer dan dit. Zo heeft de crisis ongenadig hard toegeslagen in Spanje met werkloosheidscijfers van vijfentwintig procent en meer. Nochtans is de staatsschuld van Spanje lager dan lichtend voorbeeld Duitsland. Het probleem van Spanje is dan weer dat meer dan vijftig procent van de hypothecaire leningen bezit zijn van Spaanse cajas. Het systeem van cajas was tot voor kort ongereguleerd waardoor praktisch iedereen een lening kon krijgen. Het is dus met andere woorden een nieuw voorbeeld van de Amerikaanse sub-prime crisis in 2007. Op termijn kan dit systeem dus het hele financiële bestel van Spanje onderuit halen en alleen de grootste pessimisten durven voorspellen wat de gevolgen hiervan zullen zijn.

Het toont dus aan dat gelijk welke acties Griekenland (en Spanje) ondergaan, er geen beterschap beloofd kan worden, zolang de problemen aan de bron niet worden aangepakt. Voor Griekenland zijn dit de ongebreidelde staatsuitgaven en een paar dagen geleden dook er weer een verhaal op van een heel eiland dat extra geld kreeg van de staat omdat bijna iedereen daar blind was. Europa mag honderden miljarden euro's aan Griekenland beloven, zolang hier niets aan gedaan wordt, is het een maat voor niets.

Eruit
Griekenland kan natuurlijk ook een dikke, vette middelvinger naar Europa uitsteken en terug overstappen naar de Drachme. In dit scenario wordt de Drachme gedevalueerd en daarna gekoppeld aan de Euro. Dit moet Griekenland competitiever maken. Dit scenario begint steeds meer bijval te krijgen en er valt iets voor te zeggen. Het stimuleert export en werkgelegenheid, maar komt met een levensgrote maar. Wanneer de Drachme wordt heringevoerd, zal de Griekse regering opnieuw nood hebben aan extra leningen die heel erg duur zullen zijn. Dit leidt tot een grote prijsinflatie die de koopkracht van de Grieken zal aantasten. Wanneer de Grieken in de Eurozone blijven, gaat hun koopkracht langzaam, maar zeker er op achteruit. Het omgekeerde is het geval wanneer Griekenland besluit om de Drachme terug in te voeren: het zal een spectaculaire daling in de koopkracht kennen met verpaupering van Griekenland tot gevolg. De Zwitserse bank UBS berekende dat de Griekenland maar liefst zestig procent aan welvaart zal verliezen.



Dit klinkt als een waar rampscenario, maar dit hoeft dat niet per definitie zo te zijn. Rond 2000 stond Argentinië ook aan de rand van de economische afgrond tot op een punt waar het zelfs moest overschakelen op ruilhandel. Door de lage prijzen kan Griekenland uitgroeien tot een aantrekkelijk land om te investeren, waardoor de economie terug aanzwengelt. De hamvraag is echter hoe lang het zal duren vooraleer het land weer economische groei zal kennen na zo'n spectaculaire inkrimping. Bovendien is het onzeker of Griekenland het beloofde land voor investeerders zal zijn, als de rest van de Europese economie niet op punt staat.

Geopolitieke gevolgen
Ongeacht welk scenario Griekenland ook kiest, de gevolgen voor de Europese Unie zullen groot zijn. De Euro is het ultieme symbool van een verenigd Europa. Als de EU deze zware economische beproeving kan doorstaan en zich solidair toont ten opzichte van Griekenland is het vertrouwen tussen de Europese landen groot. Zodoende is de weg naar een verenigd Europa realistischer. Aan de andere kant kan de uitstap van Griekenland leiden tot een breuk in de Europese Unie. Want wat belet andere landen om (onder de druk van de EU) uit de Eurozone te stappen? Rechtse partijen in Finland en Nederland gingen al flink tekeer tegen de besparingen die Europa oplegde en ook nieuwbakken Frans president Hollande heeft al aangegeven om de besparingen die zijn goedgekeurd onder zijn voorganger proberen aan te passen. Meer nog dan een economische of financiële crisis, kunnen we deze crisis bestempelen als een vertrouwenscrisis tussen landen en banken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten