woensdag 24 juli 2024

Reisverslag Noorwegen deel twee: trollen en watervallen

Maandag 8 juni
De (Noorse) weergoden waren ons nog niet goed gezind de eerste drie dagen en ook de vierde dag dreigt - letterlijk - in het water te vallen. Met bijzondere interesse lees ik elke dag de weersvoorspellingen voor de volgende dag en op de vierde dag wordt er weer een heleboel regen voorspeld. Dat zou bijzonder jammer zijn, want bij de zware wandeling naar Trolltunga zijn er amper of geen schuilmogelijkheden. De soep wordt echter nooit zo warm gegeten als ze wordt opgediend en verrassend genoeg blijft deze dag waterstofdioxidevrij. Dat is alvast één zorg minder, maar het blijft een zware dag. Dit mag je overigens letterlijk nemen, want met een tocht van 23 kilometer en ongeveer 1300 hoogtemeters over soms moeilijk begaanbare paadjes is dit toch een wandeling die respect afdwingt. 

Dat respect zit vooral in het beginstuk waar het behoorlijk steil omhoog gaat. De hellingsgraad is vergelijkbaar met de wandeling van gisteren naar de Kjaesenboerderij, maar dan een ietsie pietsie gemakkelijker. Het is geen via ferrata, maar losliggende rotsen en boomwortels maken het wandelleven er niet gemakkelijker op. Na één kilometer zijn er met de regelmaat van de klok touwen gespannen om de steile hellingsgraden te overwinnen en dat zijn toch wel dankbare hulpmiddelen. Bij deze zweettocht naar boven heb ik amper oog voor het mooie bosdecor, maar nochtans is dit misschien wel het mooiste gedeelte van de wandeling. Na twee uur klimwerk klok ik op vier kilometer af: dit is dus inderdaad de meest vermoeiende dag van deze reis!

Iemand maakt de onschuldige opmerking dat ie er z'n beste beentje voorzet en in een onnavolgbare sequentie van ronduit verknipte gedachtegangen zit ik vijf minuten later dit dansje uit te beelden samen met andere reisgenoten. Uiteraard op video vereeuwigd om dit aan het nageslacht te tonen. Hoe is het in hemelsnaam zo ver kunnen komen eigenlijk? Bij deze opmerking over het beste beentje, maakte iemand onmiddellijk de link naar dit liedje uit Jungle Book. Bijna iedereen kent het, behalve ik. Een geval van omgekeerd cultuurbarbarisme, vermoed ik. Dan is het idee om dit samen allemaal te doen zo gemaakt toch? Heb ik overigens gezegd dat het Chirogehalte op deze reis wel vrij hoog ligt? Bij deze dus.

Na vier kilometer heeft het boslandschap plaatsgemaakt voor een rotsachtige omgeving waarin vooral rotsterrassen de volgende kilometers domineren. Het tempo ligt me toch net iets te laag en daarom onderneem ik een ontsnappingspoging uit het wandelpeleton. Nathalie volgt mijn voorbeeld en samen navigeren we naar de beroemde uitstekende rots van Trolltunga, de tong van de trol. Hoewel de meeste hoogtemeters achter de rug liggen, begin ik steeds meer pijn aan mijn hielen te krijgen omdat mijn halfhoge Meindl-wandelschoenen te strak zijn aangespannen. Met een tirade van oes, auws en ahs hijs ik mezelf naar boven, maar ik vergeet gelukkig niet te genieten van de vergezichten onderweg. Die zijn namelijk adembenemend. 

Bij de rots van Trolltunga is het toeristisch druk, met veel mensen die foto's maken en soms lange wachtrijen. Nu valt dit gelukkig erg goed mee, al zijn er natuurlijk de obligate paradegangers die een halve musical opvoeren op deze rots, inclusief wapperende vlag. Dit moet vanzelfsprekend worden vastgelegd op gevoelige plaat om zo toch maar likes te scoren op Instagram en andere sociale platforms. Zelf doe ik het eerder sober met twee weinig geïnspireerde poses. Na de groepsfoto zet ik de terugweg in en op de tweede helft van deze wandeling neem ik uitgebreid de tijd om foto's te nemen. Het uitzicht op de fjord weet me te imponeren, maar met name het natuurschoon met haar rotsformaties, bergmeertjes, sneeuwvelden, watervalletjes en het bergplateau verhogen het zintuigelijke genot. 

Andere reisgenoten snellen me met een imposant marstempo razendsnel voorbij, maar soms vraag ik me dan luidop af of ze dan niet vergeten te genieten onderweg. Als je hier maar één keer komt, kan je er maar beter van genieten, vind ik. Dat genieten zit er bij het laatste gedeelte van de wandeling wel niet in, want de moeilijke stijging naar boven bij het begin van de wandeling transformeert tot een uitdagende, steile daling waar het paadje soms twijfelachtige kwaliteiten vertoont. Met een beduidend lager tempo en enkele bomen die ik onderweg knuffel - om mijn snelheid te breken - kom ik er na ruim acht uur wandelen zonder kleerscheuren van af. 

Dat kan niet van iedereen worden gezegd, want keukenprins Robin verstuikt onderweg zijn enkel, maar als geluk bij een ongeluk is hij wel omringd door een heel medisch team, inclusief kinesist. Dat gelukt ebt echter weg als - volgens Robin - blijkt dat er bij de geneeskundige en kinesitherapeutische studies niet wordt uitgelegd hoe je een windel om een enkel legt. Gelukkig is er nog een zes minuten durende tutorial op Youtube die uitlegt hoe je dat moet doen. Volgend jaar een verplicht onderdeel op elk medisch curriculum! De vaste kok van het reisgezelschap is dus gered en kan weer verder. 

Met een verbruik van ruim 3200 kilocalorieën sluit ik deze vermoeiende dag af en het is toch wel één de mooiere wandelingen die ik heb gedaan. Het parcours behoort niet tot de allermooiste wandelingen die ik ooit heb gedaan - daarvoor kent het toch wat te weinig variëteit - maar het iconische uitkijkpunt over de Trolltunga is toch wel een hele belevenis.         

Dinsdag 9 juni
Vandaag doen we het wat rustiger aan en bestaat het dagprogramma vooral uit sightseeing. Het toeristisch rondje begint bij de Skjervsfossen, een hoge waterval die na de prachtige Voringsfossen op de derde dag me toch wat minder weten te enthousiasmeren. Het ziet er zeker mooi uit, maar mist de dramatische kloof die de Voringsfossen zo indrukwekkend maakt. Een toch wel steil pad leidt ons naar de top van de waterval en van hieruit is deze waterval toch net dat stukje spectaculairder. De tweede waterval laat niet lang op zich wachten en bij de Stalheimsfossen lunchen we eveneens in de vroege namiddag. Andermaal een leuke waterval, maar het is toch wel duidelijk dat dit één van de mindere natuurmomenten is in Noorwegen. Na vijf dagen in Noorwegen ben ik al een beetje verwend door al dat natuurschoon. 

Als de dramatiek niet van de watervallen komt, dan moet het maar van het publiek komen, denkt Robin. Na de lunch stapt hij op het mos van een rots en dat blijkt verraderlijk glad te zijn. Bij een schuifpartij over het mos onderneemt hij een verdienstelijke poging om de stervende zwaan te spelen en als een volleerd steracteur torent hij van de rots. De valpartij loopt vrij goed af met slechts een paar schrammen en builen voor onze huiskok. Zijn been kwam echter vast te zitten tussen twee rotsen tijdens de val wat heel verkeerd had kunnen aflopen. Maar dat deed het dus niet, oef! Iedereen kan dus terug mee op pad en dat pad leidt ons naar één van de mooiste uitzichtpunten over de gehele reis. Een gehucht dat niet groter is dan een verzameling huizen zit geprangd tussen twee enorme bergflanken en is omzoomd in een zee van groen. Op de voorgrond bevindt er zich een kabbelend riviertje om het beeld honderd procent te doen kloppen. 

Over de Kongevegen, of Koningsweg in het Nederlands, gaat het richting Flam. Deze weg verbindt Oslo met Noorwegen en werd in 1793 boven de doopvont gehouden wanneer het veel oudere wegen vervangt die dateren uit de IJzertijd. Het weer zit voor een keertje mee en een stralende zon lacht ons tegemoet wanneer we in Flam aankomen. Deze plek is de toegangspoort tot enkele van de mooiste Noorse fjorden. Dat zullen we geweten hebben, want een gigantisch cruiseschip is hier eveneens aangemeerd. Met een rubberen bootje maken we hier een tocht van anderhalf uur door het prachtige Noorse fjordenlandschap. Een goedgemutste gids animeert deze tocht op voortreffelijke wijze en vooral de imposante fjorden kunnen niet anders dan als majestueus bestempeld worden. Steile kliffen worden zonder probleem afgewisseld met idyllische dorpjes. 

Ik ben danig onder de indruk van de Aurlandfjord, maar navraag bij de reisgenoten leert me dat ze niet zo overdonderd zijn als ik. Smaken verschillen zeker? Die verschillende smaken komen nog meer naar boven bij het allereerste restaurantbezoek van de reis. Een gezellig Noors restaurant serveert namelijk verschillende gerechten waarin vooral het vijfgangenmenu inclusief vijf biertjes indruk maakt. Kijk, dit overdondert wel iedereen. Na het verbranden van zoveel calorieën de afgelopen dagen mag er dus wel iets bijkomen en ik kies het vijfgangenmenu wat me goed bevalt, hoewel het qua hoeveelheid wel niet zo heel erg veel is. Zo eindigt de eerste helft van onze reis op een prachtige manier.

Woensdag 10 juli
In het water vallen. Het is een uitdrukking waar ik meermaals mee word geconfronteerd op deze reis, maar deze keer is het de dag zelf die in het water valt. Vandaag valt de regen met bakken uit de hemel en dit is ongetwijfeld de meest natte dag in Noorwegen. Gelukkig staat er geen lange wandeling op het programma, wel veel stops bij uitkijkplaatsen wanneer we een prachtige rondrit doen over één van de dertien Noorse scenic routes. Nou, het zal ongetwijfeld mooi zijn bij goed weer, maar nu hebben meeste vergezichten toch wel een troosteloos karakter. Nochtans begint de dag nog met redelijk weer wanneer we Undredal bezoeken. Dit plaatsje beschikt over meer geiten dan inwoners, want hier wordt namelijk geitenkaas gemaakt die uniek is in de wereld. Maar deze plek is echt beroemd vanwege Frozen. Het dorpje diende namelijk als de grootste, maar niet de enige, inspiratie voor Arendelle, de fictieve setting van Frozen. 

Een fotostop van 45 minuten is meer dan voldoende tijd om deze locatie te bezoeken. Bij de boottocht van gisteren zagen we Undredal ook en vooral de aanlegsteiger waar boten aanmeren, is een fotogeniek plaatsje. Zelfs met dreigende wolken en een grijze hemel levert dit mooie plaatjes op in het fotoboek. Ook de staafkerk van Undredal levert fraaie beelden op en is met een gezegende leeftijd van 877 jaar één van de oudste kerken in heel Noorwegen. De rest van het dorp is minder bijzonder, waardoor ik snel verder liep. Dit blijkt geen slechte beslissing, aangezien de regen steeds heviger wordt. 

Daarna is het tijd voor het uitkijkpunt van Stegastein waar zich ook één van de mooiste toiletten ter wereld bevindt. Of toch alleszins een toilet met één van de geweldigste uitzichten ter wereld. Jammer genoeg wilden beiden niet meewerken. Het (mannen)toilet was namelijk buiten dienst en een erg grijs wolkenpak met regen levert geen fraaie panorama's op. Dat is een constante voor de rest van de dag, want bij elke stop blijft het pijpenstelen regenen. Met wat geluk blijft het bij regen, bij tegenslag behoort een koude, felle wind ook nog tot het belevenissenpakket. We rijden richting Jotunheimen, zeg maar het Noorse hooggebergte, en dan kan de wind en bijhorende koude best wel fel zijn. Op 1500 meter hoogte rijden we eveneens over één van de hoogste bergpassen in Europa.  

Bij de zoveelste waterval is de animo om uit te stappen en me drijfnat te laten regenen niet erg hoog en blijf ik dus rustig zitten. Het is een voorbeeld dat door heel wat anderen wordt gevolgd. Dit zal ongetwijfeld een wonderschone rit zijn, maar met zoveel regen is er weinig plezier aan te beleven. Met een overzetboot steken we een fjord over en rijden we verder richting Jostedal waar een werkelijk fantastische villa onze accommodatie is voor de komende twee dagen. Dit is toch wel de minste dag van de gehele reis en dat heeft alles te maken met het weer. De prachtige uitkijkpunten worden nu omhuld door duistere wolken die een wat sombere sfeer oproepen.    

zondag 21 juli 2024

Reisverslag Noorwegen deel één: toch eerder nat dan wild

Traditiegetrouw doe ik elk jaar een trekking in Europa of daarbuiten, maar dit jaar viel mijn oog op een alternatief. De Wild Norway reis van de Herentalse reisorganisatie Beyond Borders biedt namelijk een smakelijke cocktail aan van rafting, mountainbiking, wandelen, kajakken en sightseeing. Dit veelzijdige programma spreekt me toch net wat meer aan dan enkel wandelen en bovendien gebeurt dit allemaal in de pracht van Noorse landschappen. Genoeg reden dus om me gedurende tien dagen te laten onderdompelen in de Noorse wildernis. 

Vrijdag 5 juli
De vlucht naar Oslo vertrekt deze ochtend vanaf Schiphol. Omdat ik gemakzuchtig ben, heb ik een kamer geboekt bij het nabijgelegen Citizen M-hotel. Zo kan ik me stressvrij door de luchthaven loodsen. Een klein uur voor vertrek zie ik de groep van Beyond Borders bij de gate wachten. Bij een vluchtige introductie probeer ik de namen van iedereen te onthouden, maar zoals gebruikelijk is dat een vruchteloze poging. Ach, ik heb tien dagen de tijd om de namen te leren, dus dat komt wel goed. Marius ontbreekt echter op dit appel en deze Twentesupporter die naar eigen zeggen de trotse bezitter is van een anaconda zien we na de vlucht op de luchthaven van Oslo. De vlucht verloopt vlot en in Oslo begroeten we Elisa en Arnoud, de twee reisbegeleiders van Beyond Borders. 

Twee minibusjes zijn onze mobiele thuis gedurende de reis en net na het middaguur wordt Oslo vaarwel gezegd om inkopen te doen in een supermarkt. Hier krijg ik meteen een indruk van de Noorse prijzen: ik betaal maar liefst 75 euro voor wat boodschappen. Welkom in Noorwegen! Daarna rijden we richting Dagali waar de eerste activiteit wacht, raften. Om vijf uur beginnen we eraan en maken we meteen ook kennis met het Noorse weer en lokale fauna. Bij de briefing worden de hemelsluizen geopend om grote hagelbollen op ons af te vuren en wat later worden we met huid en haar opgegeten door de aanwezige muggen wanneer we met de rafts naar de rivier stappen. Hoewel de rapids met klasse drie (plus) niet meteen tot de verbeelding spreken, zijn ze toch wel meer uitdagend dan normaal door de snelle stroming afkomstig van de vele regenval. 

Als de teams zijn gevormd, kan de pret beginnen en is het tijd voor anderhalf uur hard labeur. Ik zit links vooraan en vooraan is het extra hard peddelen! Arnoud zit aan de rechterkant en we slagen er verduiveld goed in om totaal asynchroon te peddelen. Aan de raftbegeleider van dienst ligt het niet. Dit is een ervaren instructeur die raftings begeleidt bij de Zambezi in Zimbabwe. Dat zegt misschien niet zoveel, maar raftingenthousiastelingen weten dat dit meest uitdagende rivier ter wereld is om op te raften. Dan is de Noorse variant toch net wat vriendelijker voor de armspieren. Toch zijn er wel een aantal stroomversnellingen waar het alle hens aan dek is om in de raft te blijven. 

Magnum opus is toch wel de laatste stroomversnelling en de instructeur vraagt of we willen bekijken hoe snel de laatste rapid is. In een creools dat een mengeling is van Antwerps en Kempisch zegt Arnoud dat dit niet nodig is. Een vijftal minuten later blijkt hoe fout die beslissing is: drie van de zes personen in de raft zijn eruit gekukeld. Op camerabeelden is echter te zien dat de stroomversnelling niet de schuldige is, maar wel een plotselinge golf die de raft 45 graden optilt. Ik ben zelf bij de slachtoffers en heel even denk ik dat mijn laatste uren zijn geteld wanneer ik tot drie maal toe op de raft bots wanneer ik boven het water wil komen. Uit de beelden blijkt het achteraf helemaal niet zo dramatisch te zijn, maar voor mij was het toch wel een intense belevenis. De Wild Norway reis blijkt op de eerste dag toch vooral Wet Norway te zijn voor mij.

Veel stof dus om na te bespreken en dit wordt gedaan bij een barbecue en hot tubs. Het is een goede manier om terug te ontspannen, want de zenuwen gieren nog door mijn lichaam. Dat is echter onmiddellijk vergeten wanneer de groep - die grotendeels bestaat uit jeugdige twintigers - een onvervalst staaltje van cultuurbarbarisme tentoonspreidt en onterecht beweert dat Vrolijke Vrienden wordt gezongen door Samson en Gert. Dat is toch echt wel Nonkel Bob, de alias van Bob Davidse. Tja, ik word dus oud...          

Zaterdag 6 juli
De mooiste dag van deze reis vind ik persoonlijk deze tweede dag waar we de Rallervegen onveilig maken op een downhill mountainbike. Deze kiezelweg werd rond 1900 aangelegd om de spoorweg van Oslo naar Bergen te bouwen. Deze weg fungeerde dan als aanvoerlijn om al het werkmateriaal aan- en weg te brengen. De spoorweg tussen Oslo en Bergen wordt één van de mooiste spoorwegen ter wereld genoemd en wanneer we met onze fietsen op de trein naar Finse pendelen, kan ik enkel met open mond naar de mooie Noorse wildernis staren. Een ongerept landschap van bergen, sneeuw, ijs en meertjes tovert beslist een glimlach op iedereens gezicht. Die sneeuw is overigens nog in groten getale aanwezig begin juli waardoor we maar liefst door een veertigtal sneeuwvelden moeten stappen. Ironisch genoeg maakt het deze mountainbiketocht nog meer interessant dan dat ie al is.

In het begin is het landschap nog wat gewoontjes, maar gestaag ontvouwt er zich een spectaculair landschap voor mijn ogen waarin vooral de meertjes met aanwezige ijsschotsen tot de verbeelding spreken. Het heeft iets surrealistisch: hoewel het begin juli is, zie ik nog overal ijs en sneeuw. In een onbewaakt moment rijd ik van de groep weg en neem ik een grote voorsprong. Het voordeel is dat ik alle tijd heb om op eigen ritme van de omgeving te genieten, het nadeel is dan weer dat ik bij mijn stop na bijna tien kilometer zichtbaar nerveus begin te worden. Een Noorse dame pikt die energie op en probeert me gerust te stellen. Ik sla een babbeltje met haar en ik leg uit dat sommige sneeuwvelden toch wel erg glad zijn. Ze bevestigt dit en zegt dat zelfs één van de aanwezige kinderen naar beneden is gesukkeld. "Luckily it wasn't my kid" zegt ze met bijtende spot. Wat hou ik toch van dat Noors sarcasme :-) 

Na 45 minuten wachten, sluit de rest van de groep aan en na een rustpauze wordt de rest van de Rallervegen afgehaspeld. Die wordt overigens alleen maar spectaculairder waarin het soms wel erg hard naar beneden gaat. Meertjes maken plaats voor een wildstromende rivier, Skoma. Die pakt uit met een stevig stromende waterval en enkele pittoreske plaatjes die schreeuwen om een fotostop. Hoewel de Rallervegen wordt omschreven als een downhill parcours zitten er wel behoorlijk steile stukken naar boven bij. De eerste keer trap ik eens duchtig op de pedalen, maar bij een tweede helling kies ik voor de minder vermoeiende oplossing door van mijn fiets te stappen. Bij een hotel op ongeveer twee kilometer van het einde houden we voor een laatste keer halt voor een welverdiende drankpauze. 

De twee reisbegeleiders Elisa en Arnoud houden een klein onderonsje wanneer Elisa de weg niet weet. Arnoud bezigt de profetische woorden "Je kan niet verkeerd rijden" om vervolgens een half uur later te constateren dat Elisa verkeerd is gereden. Inmiddels heb ik de eindhalte van Myrdal station bereikt wanneer het wat dreigende weer dat al de gehele dag op regenen staat, eindelijk losbarst en via een wolkbreuk stort de regen naar beneden. Gelegenheidsredders Julie en Nathalie rijden terug om de achtergebleven mountainbikers te helpen. Om vijf uur 's avonds vertrekt de enige trein en de minuten tikken langzaam weg... Gelukkig komt iedereen op tijd binnen en zo komt ook de tweede tumultueuze dag tot een goed einde.   
 
Zondag 7 juli
De boog kan niet altijd gespannen staan en na twee incidentrijke dagen, verloopt de derde dag wat gemoedelijker. Een plat stukje toerisme moet ook kunnen en daarom pendelen we via het schilderachtige Hardangervidda - één van de grootste hoogplateaus in Europa - naar de Voringsfossen. Deze watervallen behoren tot de hoogste van Noorwegen, maar meer nog dan de hoogte zijn het vooral de massa's water die voor het spektakel zorgen. Bovendien gaapt er boven de uitkijkplatforms een magnifieke kloof wat het toeristisch plaatje helemaal doet kloppen. De hoeveelheid toeristen valt overigens erg goed mee en het is leuk om al ontspannend naar de uitkijkplatformen te wandelen. De geplande pauze bij een charmant bruggetje helemaal onderaan gaat niet door omdat deze brug is afgesloten voor het grote publiek. 

De rest van de dag wordt voornamelijk doorgebracht in de minibusjes waar we één van de dertien scenic routes volgen die Noorwegen rijk is. Minder actief, maar wel droger want - hoe kan het ook anders - op de derde dag is de regen daar weer. Deze keer langer dan de buien van gisteren en eergisteren en dat betekent dus dat we in de gietende regen aan een wandeling van ruim twee kilometer beginnen. Dat klinkt gemakkelijk, maar is het niet. De wandeling naar de boerderij van Kjeasen brengt ons eerst naar de oever van een fjord waar rotsen, stenen, boomwortels en de occasionele beek toch wat tredzekerheid vragen. Dat zijn de eerste zevenhonderd meter en dat is nog het gemakkelijkste stuk. De volgende anderhalve kilometer volgt er een wandelpad dat een halve via ferrata genoemd kan worden waarin de hellingsgraad minimaal dertig procent is, met uitschieters tot vijftig procent. 

Het gevaarlijkste stuk is zonder enige twijfel een passage door een waterval die door de hevige regen bijzonder krachtig stroomt. Gespannen touwen zorgen voor wat meer stabiliteit, maar toch blijft het een hachelijke onderneming voor iedereen om langs dit watergeweld te begeven. Daarna is er maar één juiste weg: naar boven. Het kronkelend paadje kent twee variaties van steil: gewoon steil of erg steil. Langs rotsen, planten en bomen is het hijgen geblazen om naar boven te komen, maar als beloning wacht er in de buurt van de Kjeasenboerderij wel een mooi panorama over het fjord dat zich nu ruim vijfhonderd meter lager bevindt. Door de hevige regenval rent iedereen naar het minibusje dat op ons wacht. Onderweg hebben we echter twee Belgische verstekelingen opgepikt en dat betekent dat een deel van de groep nog even moet wachten. 

Er is namelijk één tunnel die van de parking bij het fjord naar de Kjeasenboerderij gaat, maar die kent slechts één richting. Dat betekent dat je om het uur naar beneden mag rijden en om het half uur naar boven. Extra wachttijd dus voor de ongelukkige zielen die achteraan zitten, maar uiteindelijk geraken ook zij naar beneden. Ondanks dat het pijpenstelen regent, blijft iedereen goed gehumeurd en dat onderstreept toch wel de goede groepsgeest op deze reis.