zaterdag 16 juli 2022

Wandeloverzicht eerste semester 2022

Eindejaarslijstjes zijn leuk, maar dergelijke lijstjes kunnen ook vroeger worden opgesteld. Zeker als er een rijk aanbod voor handen is zoals bij mijn wandeldieet in 2022. Dit jaar ligt de focus meer op langeafstandswandelingen en ben ik inmiddels al in Jordanië, Ierland en de Dolomieten geweest. Dat zorgt er voor dat ik minder in Vlaanderen wandel en dus meer in het buitenland vertoef. Een klein overzicht per regio/land.

Vlaanderen
Ik heb tot dusver drie trails gedaan: de Jordan Trail in - je raadt het nooit - Jordanië, de Dingle Way in Ierland en de Alta Via I in de Dolomieten (Italië). Hopelijk kan ik later deze maand de Eisleck Trail daar aan toevoegen als de weergoden tenminste zo vriendelijk zijn om de thermometer enkele graden te laten zakken. Deze trails heb ik vanaf maart gedaan en dat resulteert in minder wandelingen in Vlaanderen. De meeste wandelingen die ik vanaf maart in Vlaanderen heb gedaan, zijn wandelingen bij mij in de buurt die vrij kort zijn. Niet dat ze pover zijn, maar dergelijke wandelingen vind ik te kort om te bespreken. 

De wandelingen die wel wat aandacht verdienen, bevinden zich hoofdzakelijk in Limburg. De Watersnipwandeling heb ik geplukt van de wandelgids Zuid-Limburg en bracht me naar het fraaie natuurgebied van de Vallei van de Zwarte Beek. De vallei zelf is wat mij betreft een voltreffer en ook het bezoek aan de mijnterril van Heusden-Zolder zorgde voor wat diversiteit. Minder lyrisch was ik over de twee premiumpaden in Pietersheim. Dit maakt deel uit van het Nationale Park Hoge Kempen en de vele bossen zorgden voor een grote dosis natuur, maar hadden helaas ook een monotoon karakter. De 12de-eeuwse waterburcht voegde wel een snuifje cultuur toe. 

Bij de website Originele Wandelingen heb ik de Brabantse Kouters gevonden maar die vond ik eerlijk gezegd eerder saai. Het ging veelal over land- en veldwegen met weinig diversiteit. Hetzelfde idee had ik bij de Vallei van de Visbeek dat ook weinig variëteit kende, hoewel het één van de meer populaire wandelgebieden is in de Antwerpse Kempen. Een combinatie van twee kleinere routes resulteerde in Holle wegen en wijngaarden in Loksbergen waar ik eerst geconfronteerd w erdmet de vele mountainbikers, maar later op de route kon ik de holle wegen en rust wel waarderen. 

Wallonië
De drang om naar Wallonië te rijden voor (lange) wandelingen is sinds vorig jaar toch een beetje verdwenen en dat resulteerde in een ferm aantal minder wandelingen aan de overzijde van de taalgrens. Toch ben ik enigszins verbaasd dat ik aan negen wandelingen kom wat niet zoveel minder is dan mijn aantal wandelingen in Vlaanderen (dertien). Hierbij zit de enige stationsstapper van het gezelschap alsook een weekendje packrafting wat niet helemaal onder de noemer wandelen valt, maar een kniesoor die daar op let. 

Beginnen dit jaar deed ik met Kleine paadjes en grote bossen aan de Maas (van Originele Wandelingen) wat geen voltreffer was, maar zeker genietbaar. Verrassend veel hoogtemeters, maar niet het echte Ardennengevoel dat ik bij andere wandelingen wel had. Dat was bij Plankenkoorts aan de Baraque Michel wel het geval wat één fantastische winterwandeling werd met een dun laagje sneeuw. Enkel een lang stuk rechtdoor van zeven kilometer zorgde voor een knik in de beleving. De stationsstapper Amay-Hoei vond ik een klein beetje tegenvallen omdat er geen echte uitschieters waren op deze wandeling of het moet de ruïne van een kerk zijn die zich vlakbij een drukke autoweg bevindt. 

De mooiste wandeling in Wallonië (tot dusver) was misschien wel de Bergen langs de Roannay wat kan uitpakken met een heel erg divers wandelrecept en geen echte minpunten kende. Eveneens van Originele Wandelingen afkomstig is Het Macquis van Saint-Marcoult maar hier kon ik me moeilijk over enthousiasmeren. De stukjes in het woud waren leuk, maar de rest is eerder gewoontjes en helaas zitten er ook (saaie) passages bij die twee keer werden gedaan. Een weekendje packraften - een combinatie van wandelen en raften met een opblaasbare boot - in de omgeving van La Roche-en-Ardenne kende twee gezichten. De eerste dag vervloekte ik de Ourthe omdat het waterpeil zo laag stond. Bovendien was de wandeling zelf vrij saai. Dan was de tweede dag een stuk leuker dankzij het waterpeil dat wat hoger stond, maar voelde de wandeling zelf eerder aan als een verplicht nummer. 

De abdij van Villers-la-Ville werd ook op een bezoekje vereerd en dat werd een onverwachte meevaller. De ruïnes van deze abdij zijn schitterend om te zien, maar ook de wandeling zelf vond ik redelijk leuk om te doen. De omgeving van het Brabants plateau staat niet erg hoog in mijn achting, maar misschien moet ik die mening toch eens herzien. Mijn laatste wandeling tot dusver was In het hinterland van de waterkrachtcentrale van Trois-Ponts, vlakbij Coo. Toch wel een tegenvaller omdat door werken de bassins van Trois-Ponts leeg staan waardoor de wandeling veel van haar kracht verloor. Door de steile hoogtemeters was het wel een sportieve wandeling, maar daar is dan ook alles mee gezegd. 

Nederland
Eén van mijn eerste wandelingen in 2022 was een bezoekje aan Hooge Heide in Nederland wat een middenmotor was. Geen grote plus- of minpunten, maar een wel een degelijke Nederlandse opener. Het mooiste stukje hier was een pittoreske ven in het heidegebied. Het naaldbos daarentegen kon minder bekoren. Op dezelfde dag als de Amstel Gold Race ging ik in deze regio naar Het onderste en bovenste bos in Heijenrath en dat was logistiek gezien misschien niet mijn slimste idee. De regio zelf is eigenlijk een verlengde van het Land van Herve en de Voerstreek en stelt daarom nooit teleur. Deze dus ook niet, maar ik had toch verwacht - en gehoopt - dat de wandeling een tikkeltje groener was. 

De fraaiste wandeling in Nederland was echter weggelegd voor Het duinenland in Kop Van Schouwen. Dit is een wandeling aan zee - als je de Oosterschelde zo mag noemen - en had ik bewust gekozen omdat ik even genoeg had van Vlaamse velden en Waalse bergen. Het duinenlandschap was een genot om door te wandelen, maar helaas zorgden de vele verharde wegen op het einde toch voor een kleine anti-climax.

Groot-Hertogdom Luxemburg en Duitsland
In de Eifel bezocht ik Kliffen en blikken in de omgeving van Nideggen wat de eerste tien kilometer een schitterende wandeling was en alle elementen bevatte die een wandeling in de Ardennen (en dus ook Eifel) zo geweldig maken: mooie uitzichten, landschappelijke variëteit, sportieve stukjes omhoog en dat op een mooie, zonnige dag. De volgende vijftien kilometers waren helaas vrij monotoon met lange stukken over grind- en veldwegen waardoor de wandeling uiteindelijk eindigde als een goede middenmotor.  

Bij de Luxemburgse buren maakte ik een tussenstop voor een wandeling wanneer ik terugkwam van de Elzas. Mijn oog viel op het terrein van de Rode Aarde in Esch-sur-Alzette dat in 2022 de titel draagt van Europese culture hoofdstad. De wandeling begon vrij gewoon, maar ik besloot dan om mijn eigen weg te kiezen en via mountainbikepaden kwam ik de rode aarde tegen dat zijn kleur krijgt van het aanwezige ijzererts. Dat zorgde wel voor fraaie plaatjes en deed me met een beetje gevoel voor overdrijving denken aan de Australische outback.

Frankrijk
Een verlengd weekend in de Elzas bracht me naar het sprookjesachtige Colmar waar ik een stadswandeling deed. Ik kan iedereen van harte aanbevelen om naar Colmar te gaan, want dit stadje straalt een ongeëvenaarde Middeleeuwse atmosfeer uit. Vooral de buurt van Petite Venise is een aanrader. De stadswandeling zelf vond ik een beetje tegenvallen, maar dat had ik volledig aan mezelf te danken omdat ik de de dag ervoor al naar Colmar was afgezakt en zodoende had ik quasi de helft van de route al ontdekt. In de buurt zijn er ook tientallen kleine dorpjes met eenzelfde sfeer, maar wel minder indrukwekkend. Eén daarvan is Kaysersberg dat beschikt over fraaie vakwerkhuisjes en een kleine rivier stroomt door dit lieftallige plaatsje. Bovendien is Kaysersberg omringd door vele wijngaarden waar een burcht op uitkijkt. En dit nodigt uiteraard uit tot wandelen. 

De echte wandeling was echter gereserveerd voor de top van de Taennchel, één van de toppen in de Vogezen. Deze wandeling begon met een erg stevige beklimming en dat katapulteerde het aantal hoogtemeters spectaculair. Dat had te maken dat het beginpunt verkeerd werd aangegeven door Google Maps en dan besloot ik maar om van deze plek te beginnen. De voorziene wandeling kende ook een flink aantal hoogtemeters, maar dan wel een stuk minder steil. De wat saaie afdaling zorgde voor een monotoon uurtje, maar de steile afdaling over kleine bospaadjes en met stenen bezaaide graspaden maakte deze route een stuk meer avontuurlijk dan aanvankelijk gedacht. 

Ierland
Maar liefst acht etappes heb ik gedaan van de Dingle Way en ik moet bekennen dat Ierland me enorm bevallen is als wandelland. De eerste etappe was meteen een erg fraaie opener met een uitdagend rotspad langs bergflanken en een graspad dat loopt langs de ruïnes van een kerk en afsluit met een passage over een rivier waar stapstenen overwonnen moeten worden om aan de overzijde te geraken. Dag twee en drie waren wat saaier, maar kennen niettemin hele mooie momenten. Inch Beach is één van de grootste stranden in Ierland en deed met een mooie zon in mei bijna mediterraans aan. De vele graspaden op het einde deden de verharde wegen in het begin vergeten. Dag drie vond ik de minste met vele verharde wegen en veldwegen die weinig inspirerend waren. Enkel de ruïne van Minard Castle zorgde voor wat opwinding. Het einde van dag drie bracht met wel naar Dingle, ongetwijfeld één van de meest toeristische plaatsen in Ierland. Met meer dan vijftig pubs zal je in ieder geval geen dorst lijden. 

De omgeving van Dingle is eveneens de thuishaven van heel wat prachtige locaties die ook fungeren als sets voor filmopnames. De meest recente Star Wars-trilogie is onder andere hier opgenomen. Dat de omgeving hier schilderachtig is, merkte ik meteen bij dag vier wat één van mijn mooiste etappes is in mijn gehele wandelcarrière. De combinatie van prachtige kliffen, een azuurblauwe Atlantische Oceaan en een groene heuvelrug met daarop ruïnes uit de oudheid is bijna onbeschrijflijk mooi. Maar ziehier mijn beste poging. Voeg daar een prachtig zonnetje aan toe en dit was zonder meer het hoogtepunt van de gehele Dingle Way. Dag vijf gold eerder als een overgangsetappe, maar wist toch aangenaam te verrassen met mooie stroken langs het strand en de mooiste klifpassage van de gehele week op het einde van de dag. 

Mount Brandon moest bedwongen worden op dag zes en dat was toch even bang afwachten. Voor het zover was, wandelde ik eerst zeven kilometer langs het platteland op mooie doorsteekpaadjes langs een rustig kabbelend riviertje. De ruim zeshonderd hoogtemeters naar de top waren deze dag niet het lastigste element van de wandeling, maar wel het drassige weiland dat deze bergflank haar groene kleur geeft. De vele, kleine stroompjes zorgden voor een instabiele ondergrond en soms was het toch even zoeken naar de juiste weg. Boven was het dan vechten met de wind en dat overreedde me om snel te dalen op het toch enigszins steile pad. De rest van het parcours was nu dalend of plat, maar dat ging helaas niet gepaard met mooie panorama's. 

Op een regenachtige dag zeven ging het elf kilometer langs strand en deze dag was om snel te vergeten. De conclusie die ik mag trekken is dat een strandbezoek in de gietende regen absoluut niet interessant met een kuststrook van elf kilometers. De laatste dag was daarentegen een leuke meevaller met een verrassend gevarieerd landschap van strand, duinen en leuke veldwegen. Het hielp ook wel dat de regen plaats had gemaakt voor een vriendelijk lachend zonnetje. Wat mij het meest is bijgebleven bij deze wandeling was dat ik aan de linkerkant werd begroet met een mooie zee, terwijl ik rechts uitkeek op groene bergen. En zo leg je het landschap van de Dingle Way in één zin uit!

Jordanië
Eind maart ging ik met een begeleide trekking naar Jordanië om daar op een kleine week tijd van Dana naar Petra te gaan als onderdeel van de Jordan Trail. Een woestijntrekking had ik nog nooit gedaan en in deze relatief koele periode moest dat dus wel lukken. Ondanks de relatief milde temperaturen leverde ik elke dag een persoonlijke strijd met het droge landklimaat van deze woestijn. Dag één was op dat vlak het gemakkelijkste aangezien het bijna één kilometer dalen was. Meteen werd ik bij het begin getrakteerd op de meest fantastische vergezichten en kon ik enkel met opengesperde mond vol bewondering kijken naar deze adembenemende beelden. Het rotsachtige pad naar beneden zorgde toch voor meer moeilijkheden dan ik aanvankelijk dacht en achteraf bleek dat dit de gemakkelijkste route van de gehele week was... Een ander magisch moment was de rustpauze bij een groene strook. Ik weet niet of je dit een oase kon noemen, maar het had er in ieder geval de allure van. 

Wat voor mij de zwaarste wandeldag is, moet ik niet lang nadenken. Dat was ongetwijfeld de tweede dag van deze Jordan Trail. De lokale gids liet de grindwegen links liggen en trok over de geitenpaadjes de bergen in. De bijna duizend meter omhoog over rotsen kunnen ongetwijfeld de vergelijking met de moeilijkere etappes op de GR20 aan. Maar voor mij was het vooral de moordende zon die me parten speelden. De prachtige rotsformaties verzachtten het leed enigszins. Dag drie was ook een relatief zware, maar dan vooral omwille van zijn lengte van ruim 18 kilometer en de strijd tegen de klok op het einde aangezien de avondzon niet lang op zich liet wachten. Toch was dit misschien wel de mooiste dag van de Jordan Trail met alweer enorm prachtige vergezichten over bergen en kloven. Het einde bevatte misschien wel de allermooiste momenten van de dag met het unieke landschap van rotsterrassen die me langzaam naar boven leidden. 

Na twee intense dagen was het nu tijd voor een makkie met als hoogtepunt een knappe kloof na 2,5 kilometer. De doorgang van deze kloof is slechts een tiental meter en wordt gescheiden door twee hoge rotswanden waardoor er bomen en planten kunnen groeien in dit gedeelte van de Jordaanse woestijn. Deze dag was ook opvallend groen en lokale bewoners proberen er groenten te telen met behulp van irrigatiekanalen en waterslangen. Het klinkt misschien als heiligschennis, maar na de twee vorige dagen ervoer ik deze dag misschien zelfs als een beetje gewoontjes omdat er geen aandachtstrekkers zijn op deze dag buiten de kloof. 

De vijfde en laatste dag stond in het teken aan het bezoek van Petra, maar dan wel langs de zogenaamde achterdeur. Via een voormalige karavaanroute ging het op de laatste dag langzaam omhoog om zo het pittoreske monestary te bereiken. Het was het enige gebouw uit Petra dat ik te zien kreeg op deze dag aangezien we via een weinig gekende route terug uit Petra trokken. Op dit stuk van de route woonden tot enkele tientallen jaren geleden nog Bedoeïenen die door de Jordaanse regering verdreven zijn uit deze grotwoningen. De volgende dag was het de beurt aan Petra zelf en hier kan ik erg kort over zijn: dat is simpelweg ongelofelijk! Tot dusver heb ik vier van de zeven nieuwe wereldwonderen gezien (Chichen Itza, Chinese Muur, Colosseum en dus Petra), maar Petra steekt echt wel met kop en schouders boven de rest uit!

Italië
Eén van mijn laatste exploten was de trekking van de Alta Via I in de Dolomieten, maar dat heb ik al uitgebreid besproken in een vorige blogpost. Wat kan ik nog vertellen wat ik niet eerder heb beschreven? Het is volgens mij één van de mooiste trekkings in Europa met een grote variëteit aan landschappen waar rotsformaties regelmatig worden afgewisseld met bossen, groene Alpenweides, blauwe bergmeertjes en steenvelden. Door de aanwezigheid van de vele refugio's - zeker in Zuid-Tirol - is het ook een gemoedelijke wandeling waar je ter tijd en stond kan genieten van wat eten of drank, terwijl het toch technisch uitdagend genoeg blijft voor de meer sportieve bergwandelaar. En voor de echte durfals zijn er ook de via ferrata's, maar dan moet je uiteraard wel de vereiste uitrusting bij hebben.

Conclusie
De wandelingen op Belgisch grondgebied hebben de ondertoon genomen in de eerste helft van 2022 en dat is niet erg verrassend als ik drie trekkings heb gedaan in drie totaal verschillende landen: Jordanië, Ierland en Italië. Bij zo'n overzicht dringt een vergelijking op en is het erg aanlokkelijk om te stellen dat A beter is dan B of omgekeerd. De drie landen hebben echter een compleet andere smoel zodat het per definitie moeilijk is om vergelijkingen te maken. Want hoe ga je in godsnaam het regenachtige, maar groene Ierland vergelijken met de droge, maar indrukwekkende woestijn van Jordanië? Als ik enkel kijk naar belevingswaarde zijn de drie trekkings aan elkaar gewaagd, mede omdat dit ook met andere factoren te maken heeft. 

In Jordanië sliep ik iedere dag onder een blote sterrenhemel zonder tent en genoot ik optimaal van het leven tussen de Bedoeïenen. Ierland bezocht ik met een vriendin en hier was het contact met de erg vriendelijke locals een erg groot pluspunt. De Alta Via I had misschien wel het hoogste wandelplezier, maar als solotrekker waren de avonden in de refugio's toch eerder een minpunt. Als ik dus alles bij elkaar neem, beschouw ik deze drie trekkings als evenwaardig aan elkaar. En dat is misschien wel het mooiste aan wandelen: door de enorme diversiteit leer je elke regio op zijn eigen manier waarderen.       

Geen opmerkingen:

Een reactie posten