zaterdag 27 april 2019

West Highland Way en Edinburgh

Gedreven op mijn enthousiasme voor het wonderbaarlijke Patagonië was afgelopen januari de hikemicrobe goed aangestoken bij mij en ik smeedde het plan om zo snel mogelijk een vervolg te breien aan dit wandelavontuur. Een meegereisd koppel bracht inspiratie en zij hadden op acht dagen tijd de West Highland Way in Schotland gewandeld wat volgens hen een prachtige wandelroute is. Aangezien Schotland nog niet op mijn reiskaart prijkte, was de beslissing om deze route te bewandelen snel vastgelegd. 

Meerdaagse route
De West Highland Way (WHW) is de eerste langeafstandsroute van Schotland en werd in 1980 boven de doopvont gehouden. Het bestaat uit oude, verlaten militaire wegen, routes die schapenboeren vroeger namen, maar ook een heleboel paden die je door de ongerepte Schotse hooglanden brengen. De WHW begint officieus in Milngavie, een plekje iets ten noorden van Glasgow en stopt 153 km verder in Fort William. Tijdens deze route stijg je ongeveer vierduizend meter wat soms pittig is, maar voor mensen met een normale conditie best te doen. De grootste uitdaging is niet de afstand of de hoogtemeters, maar wel de stenen en rotsige ondergrond die je op bepaalde momenten vervloekt. 


Ik trok er zelf met twee reisgezellen op uit, gepakt en gezakt met tent en een veel te zwaar beladen backpack. Het is echter ook mogelijk om je bagage op punt A te laten ophalen en op punt B te laten afzetten voor het schappelijke bedrag van zeven pond per dag. Het voordeel is dat je geen zware backpack moet meesleuren, maar het nadeel is dan weer dat je gebonden bent aan vaste plekken en je dus een stukje vrijheid opgeeft. Geheel risicoloos is het ook niet. De route tussen Rowerdennan en Inverarnan was bij mijn wandelroute regenachtig en glad. Een aantal mensen (die gekozen hadden voor de bagagetransporten) gaf er de voorkeur aan om halfweg bij Inversnaid een taxi te nemen die volledig Loch Lomond moest omrijden naar hun eindbestemming van die dag. Kostenplaatje: ruim honderd pond per taxi. 

Dag 1 Milngavie - Drymen
Een zondag nemen als startdag van de WHW geeft niet meteen een blijk van visie. Het blijkt namelijk dat bij het startpunt veel winkels zijn gesloten en er is enkel één supermarkt waar je aankopen kan doen. Bovendien is er in het weekend minder openbaar vervoer vanuit Glasgow en waren we genoodzaakt om de trein te nemen. Hier leerden we ook dat de plaatsnamen totaal anders worden uitgesproken dan dat ze zijn opgeschreven. Milngavie transformeert zo op wonderlijke wijze naar Milgaainie. 


Een reisboek kondigde de eerste dagen van de WHW aan als de saaiste dagen en dat klopt ook wel. Je komt wel fraaie landschappen tegen, maar hier zitten we nog in de buurt van de laaglanden met bos, weides en heide als voornaamste blikvangers. Miljoenen jaren geleden liepen er lavastromen in dit gebied en de zwarte gronden zijn daar nog een laatste restant van. Af en toe krijg je wel een blik van een vallei wat voor de eerste mooie vergezichten zorgt. Wel kom je op deze route de whiskeydistilleerderij van Glengoyne tegen. Helaas was dat anderhalve km heen en terugstappen en met een te zwaar beladen backpack was er te weinig animo voor dit whiskeybezoek.  


Met tent is Drymen een rotlocatie want er zijn amper plekjes te vinden in dit dorpje om te kamperen en de enige camping bevindt zich zo'n vier kilometer voor dit dorpje. Daarom zijn we 's avonds een uurtje verder gewandeld en kwamen we verschillende kampeerplekken tegen die al eerder werden gebruikt. De stenen voor een kampvuur lagen al klaar en wat sprokkelwerk later stond er een knus kampvuur voor ons te branden. 

Dag 2 Drymen - Sallochy
Wanneer je niet gewend bent om een dag stevig door te stappen, betaal je dat cash in stramme spieren en dat is wat me overkomen is op de tweede dag. De eerste honderd meters blijken een halve martelgang te zijn en mijn onlangs aangeschafte wandelstokken worden al snel bovengehaald. Ongetwijfeld mijn beste aankoop voor deze reis. Met wandelstokken wordt het wandelen een stuk gemakkelijker. Ik heb ze ook nodig want na een uurtje of twee wandelen komen we bij Conic Hill aan. Deze top is slechts 361 meter hoog, maar biedt één van de meest pittoreske panorama's van de gehele WHW en is daarom één van de hoogtepunten van deze meerdaagse wandelroute. 


Het blijkt dat Schotland ook erg winderig is en hoewel ik in Patagonië erg veel wind heb gezien, is het in Schotland ook niet te onderschatten. Bij de afdaling van Conic Hill staat er zodanig veel wind dat ik zelfs vaste grond dreig te verliezen. De ministorm duurt gelukkig maar een aantal minuten en de afdaling gaat verder relatief gemakkelijk naar beneden richting Balmaha waar we iets eten. 


De goesting om deze dag nog veel kilometers te doen, is ergens bij Conic Hill weggewaaid en in de namiddag besluiten we om onze tenten op te zetten op een camping voor Sallochy. Daar stel ik de schade bij mijn voeten vast, want mijn twee voeten zijn inmiddels veranderd in een oorlogszone van blaren. Ik heb erg veel blarenpleisters van Compeed bij, maar dat blijkt geen overbodige luxe te zijn met een stuk of zes, zeven blaren opgelopen op twee dagen. 

Dag 3 Sallochy - Inverarnan
Op het einde van de dag geeft de stappenteller op mijn Samsung aan dat we ruim veertig kilometer hebben gestapt. In werkelijkheid zal het allicht een stuk minder zijn geweest, maar dit was verreweg de langste dag wanneer we rond half negen in het schemerdonker arriveren bij de camping in Inverarnan. Het is eveneens de enige dag dat we geconfronteerd worden met regen waardoor dit rotsachtig parcours soms gevaarlijke proporties kan aannemen. Bewijs daarvan zijn de bulten die ik heb opgelopen en één enkele val tussen twee rotsen die veel slechter heeft kunnen aflopen. 


De derde dag start eigenlijk in Rowerdennan, maar aangezien we eerder waren gestopt, moesten we nog twee uurtjes wandelen tot dit plekje. De gehele dag loopt de route lang Loch Lomond en bij mooi weer is dit een idyllisch zicht, maar bij regenweer verandert het in een dramatisch en onheilspellend uitziend mistfiguur. Na de inwendige mens verzorgd te hebben bij een pub in Rowerdennan start het echte werk met volgens mij het meest veeleisende parcours van de gehele WHW. De route begint gestaag meer rotsachtige proporties te vertonen en het wordt moeilijker om snelheid te maken door de meest kronkelende paden. 


Het is vier uur wanneer we in Inversnaid aankomen en houden een uurtje halt. Om vijf uur beginnen we aan het zwaarste werk van de WHW en het pad is zo rotsachtig, kronkelend en bezaaid met hindernissen dat het anderhalf uur duurt om twee mijl af te leggen. Met een dalende zon, miezerige regen en een languit gestrekt Loch Lomond aan de linkerzijde wordt tijd vijand nummer één. Maar gelukkig zijn de twee eerste uren de zwaarste en worden de rotsen ingeruild voor een jovialer heidelandschap. Wanneer we om half negen arriveren aan de camping is dat geen moment te vroeg. Deze dag was de langste en door het landschap en regen ook misschien de saaiste, maar was achteraf gezien voor mij wel een leuke dag aangezien het parcours wat technischer is dan de andere dagen. 

Dag 4 Inverarnan - Tyndrum
Laagland wordt vanaf dag vier definitief vaarwel gezegd en de hooglanden vieren vrolijk hun entree met een divers en mooi landschap. Op deze zonnige dag zijn er geen zware toppen te beklimmen, maar het landschap is daarom niet minder spectaculair. De officiële gids van de WHW split deze route op in twee verschillende dagen en dag vier is hier een relatief eenvoudige wandelroute van zo'n tien kilometer tot aan Crianlarich. Dat is best opmerkelijk te noemen want hoewel het op en neer gaat - zoals bij de gehele WHW - is dit een vrij gemakkelijk wandelparcours. 


De reden om het op dag vier wat rustiger aan te doen, is misschien wel de natuur waar het getoonde heidelandschap een welgekomen afwisseling is voor het niet-aflatende Loch Lomond de dag ervoor. We zien beekjes en watervalletjes, indrukwekkende valleien en af en toe de obligate smalle doorgang waar het wringen en wroeten is om mijn veel te grote backpack er door te krijgen. Misschien wel het grootste contrast met dag drie is de gemoedelijkheid waarmee er gewandeld wordt. Er is geen tijdsdruk om voor donker ergens aanwezig te zijn, maar het zonnetje en de hooglanden inspireren juist tot een totale abstinentie van gejaagdheid.


Onderweg kom je ook enkele historische monumenten tegen zoals een begraafplaats die dienen als oriënteringspunt. In principe kan je op de WHW niet verloren lopen, maar toch ben ik er in geslaagd om op een boerderij naar een top omhoog te klimmen een paar honderd meter verwijderd van de officiële weg. Het is een talent als een ander, zeker... De vergissing wordt rechtgezet en het laatste stukje richting Tyndrum is een verplicht nummertje aangezien de route hier op z'n saaist is. 

Dag 5 Tyndrum - Kingshouse
Met negentien mijl is de route tussen Tyndrum en Kingshouse officieel de langste dag van de WHW als je die op zeven dagen wandelt. De route zelf is niet veeleisend, maar wel verraderlijk aangezien er in het lange stuk tussen Bridge of Orchy en Kingshouse amper of geen mogelijkheden zijn om te schuilen of iets te eten of te drinken. Het eerste stuk is tussen Tyndrum en Bridge of Orchy wat hoofdzakelijk een goed bewandelbare zandweg is waar de schapen vrolijk rond je dartelen. We doen er drie uur over om tot Bridge of Orchy te geraken, maar het lijkt verder aangezien het monotone landschap de weg langer doet lijken. 


Na een drankstop bij Bridge of Orchy begint een stevige dosis klimwerk naar Black Mount waar je nabij de top een prachtig vergezicht krijgt over de vallei en Loch Tulla dat het panorama complementeert. Ik haal mijn fototoestel boven om er één van mijn mooiste foto's te nemen. Aan de overkant zien we Inveroran Hotel en is het ook een startplek voor veel dagtoeristen die deze pittoreske top willen beklimmen. En ze hebben volledig gelijk. 


Daarna volgt een lange wandeltocht langs Rannoch Moore. Een moore is een moerasachtig gebied en Rannoch Moore is haast ongerept omdat boeren en veehouders vroeger hun dieren niet wilden laten grazen op deze plek uit schrik dat het vee zou verdrinken. Rannoch Moore is op zijn best als er een onheilspellende mist boven deze venen waakt, maar op deze zonnige dag zijn deze plassen eerder een detail bij de indrukwekkende hooglanden en krijgen ze niet de merites die ze eigenlijk verdienen. Rannoch Moore dwingt misschien respect af bij de Schotten, maar op deze dag zijn het eerder leuke plasjes op de achtergrond. Hoewel deze dag zich als lang aankondigde, is de route relatief snel genomen door de geringe hoogteverschillen en komen we rond zeven uur aan bij Kingshouse. 

Dag 6 Kingshouse - Kinlochleven
Op dag zes wacht na een uurtje wandelen de Devil's Staircase die op papier een stuk verschrikkelijker klinkt dat dat ie in werkelijkheid is. Toch is de klim naar boven niet te onderschatten met een stijging van zo'n 250 meter met af en toe hellingsgraden van twintig procent. Als je het pad naar boven op het gemak doet en af en toe stopt, is na een uurtje hard labeur deze duivelse klim genomen. Je zit hier ook op het hoogste punt van de WHW dat zo'n 550 meter boven de zeespiegel strekt. We besloten echter om onze backpack achter te laten en naar één van de nabij gelegen toppen te klimmen. Het vergezicht over Kingshouse is adembenemend en het is voor deze momenten dat je al dat klimwerk voor lief neemt. 


De afdaling is ook een plaatje, want hier krijgen we rechts Glen Coe te zien. Glen Coe is wellicht de beroemdste vallei van Schotland. Niet alleen omwille van de pracht en praal die deze vallei te bieden heeft, maar ook omwille van historische context. Het is namelijk in deze vallei dat in het tumultueuze jaar van 1692 ongeveer 38 Schotten in koelen bloede werden vermoord door het Engelse leger aangezien ze geen loyaliteit zwoeren aan de Engelse koning, maar wel aan een andere dynastie. Ruim driehonderd jaar later zien we enkel een vallei die in bloei staat. 


De lange afdaling naar Kinlochleven laat zich gevoelen en net wanneer je denkt dat je er bent, is er weer een volgende haarspeldbocht. Uiteindelijk halen we het dorpje rond vier uur en dat wordt gevierd met wat gerstenat. Aangezien de laatste dag ook een behoorlijk pittige dag is en bij mij er toch wat moeheid optreedt, besluiten we om al een deel van dag zeven te doen. Na Kinlochleven staat er alweer een pittige helling op het programma en met doorzettingsvermogen, parelend zweet en wat rustpauzes behaal ik eindelijk de top. We wandelen nog twee uur verder op een breed grintpad om daarna de tent op te slaan aan een beekje in een vallei in wellicht de meest idyllische locatie van onze reis. 

Dag 7 Kinlochleven - Fort William
De laatste loodjes wegen het zwaarst en dat geldt zeker voor de laatste dag waar ik geen stenen meer kan zien. Omdat we onze tent halverwege de route hebben opgeslagen, is het slechts nog een viertal uur stappen tot het eindpunt van Fort William en bovendien kunnen we vroeg opstaan aangezien we helemaal alleen zijn in dit prachtige landschap. We vertrekken bij het krieken van de dag nog voor zeven uur 's ochtends en dat zorgt voor prachtige taferelen zoals de ochtendzon die de hooglanden van een eerste streepje warmte voorziet. 


De weg zelf wordt verder gezet op de brede grintpaden die af en toe bezaaid zijn met stevige rotsen waardoor het aantrekkelijker is om te lopen op de rand van de weg waardoor logischerwijze erosie optreedt op deze paden. Opvallend is dat er sinds kort een ontbossingsprogramma is ingezet op deze locatie waardoor je honderden en honderden gesneuvelde bomen ziet waar enkel de resterende stam er aan doet herinneren dat hier nog niet zo lang geleden bomen stonden. Ik weet niet of dit in het teken staat van een herstellingsprogramma voor de natuur, maar het geeft dit landschap een ietwat kale indruk. Na een tweetal uren wandelen, komen we eindelijk bij een tweespalt waar je langs de oude militaire wegen naar Fort William kan wandelen of verder langs de hoger gelegen heuvels. Aangezien de eerste optie twee uur korter is dan de andere, is voor mij de keuze snel gemaakt voor de militaire wegen. 


Deze militaire wegen mogen dan korter zijn, maar zijn ook wel verraderlijk omdat ze met veel zin voor cynisme op en af gaan in steile hellingen, dikwijls zelfs met hellingen gecombineerd. Fort William is niet meteen een pittoreske locatie en daarom is het de laatste kilometers vooral een beroep doen op mijn geduld en doorzettingsvermogen om het eindpunt te bereiken. Nadat ik een laatste helling om tien uur heb beklommen, is de weg beneden naar Fort William ingezet. Om half elf 's ochtends poseer ik met een bord waarop Failte staat. De WHW is eindelijk bedwongen!

Dag 8 Edinburgh
Als eindbestemming is Fort William een kleine anticlimax omdat het vrij toeristisch is en er niet gek veel te zien of te beleven valt. Daarom breiden veel wandelaars er een officieus vervolg aan door de Ben Nevis te beklimmen, de hoogste berg van de UK met zo'n 1350 meter. Ik had me echter vooraf voorgenomen om naar Edinburgh te gaan aangezien de Schotse hoofdstad al langer stond te prijken op mijn lijstje van citytrips die ik wil doen. Aangezien er geen rechtstreekse verbinding is tussen Fort William en Edinburgh heb ik op dag zeven om half zes 's avonds de trein naar Glasgow genomen in een vier uur durende treinrit. Deze rit kost zo'n veertig pond, maar is wel de moeite waard omdat je door veel landschappen komt die je op de route onderweg (gedeeltelijk) hebt gezien. Veel van deze locaties zijn bovendien ook opgenomen in de Harry Potter-films wanneer de trein naar Hogwarts rijdt. 


's Ochtends vertrek ik op dag acht naar Edinburgh en een uurtje later ben ik al in de Schotse hoofdstad. Net op tijd om in de lange rij wachtenden aan te sluiten bij Edinburgh Castle. Dit kasteel heeft een cruciale rol gespeeld in de Schotse geschiedenis en is één van Schotlands meest bezochte sites. Op Pasen is er dan ook een ongelofelijke mensenmassa aanwezig, maar onder het genot van een stralende zon neem ik rustig de tijd om alles te bezichtigen. Het kasteel vormt een mooi uitkijkpunt over de stad, maar bevat ook de Schotse kroonjuwelen en kent enkele tentoonstellingen zoals over de Schotse militaire geschiedenis. 


Naast Edinburgh Castle had ik eigenlijk niks op de planning staan en via de oude stad wandel ik naar Calton Hill waar het oude observatorium staat. Op deze heuvel is niet zo gek veel te zien, maar mensen hebben een mooi uitzichtpunt over de stad en de nabij gelegen baai en genieten van het zonnetje door op een bankje te rusten. En ik doe net hetzelfde. Na een uurtje rusten, mag het wat actiever voor mij en ik bezoek de Scotch Whiskey Experience. Dit is een interactieve tour waar de bezoeker in groep wordt rondgeleid in het brouwproces en op het einde mag je uiteraard een whiskey proeven. 


Het steekt leuk in elkaar, maar het kan niet op tegen een bezoek aan een echte whiskeydistilleerderij. Hetzelfde geldt daarna voor Camera Obscure and World of Illusions waar de bezoeker in een wereld van illusies komt. Het is leuk om te zien hoe er met je geest en ogen wordt gesold, maar na een half uurtje is de nieuwigheid wel verdwenen. Om zeven uur 's avonds vertrek ik terug naar het station om in Glasgow de dag erna te vertrekken.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten