dinsdag 20 augustus 2024

Drie dagen in Trier en Heidelberg

Vijftien augustus viel dit jaar op een donderdag en dan is het gemakkelijk om één dag vrijaf te nemen op vrijdag om zo te kunnen genieten van een verlengd weekend. Boedapest staat dan bij mij op het programma, maar dat is buiten de waard gerekend van Ryanair die mijn terugvlucht zonder slag of stoot annuleert. Een geluk bij een ongeluk zo blijkt, want in Budapest is het maar liefst 36 graden. Het alternatief kleurt dan Duits: de steden Trier en Heidelberg bieden een goede mix van natuur en cultuur en bevinden zich op enkele uurtjes rijden van Brussel. Ook hier schijnt de zon fel, maar gelukkig wel met een lagere temperatuur.  

Even voorstellen
Augusta Treverorum luidt de oude naam van Trier en dat wijst erop dat deze stad erg oud is. In de tweede eeuw na Christus is Trier één van de grootste Romeinse steden ten noorden van de Alpen en een heleboel sites herinneren nog aan deze tijd. Zo zijn er verscheidene badhuizen, een amfitheater, een indrukwekkende Romeinse poort die bijna allemaal tweeduizend jaar oud zijn. Toch kan Trier bogen op andere blikvangers zoals de imposante Dom die majestueus boven de rest van het centrum uittorent of het grote Rheinisches Landesmuseum dat beschikt over een uitgebreide collectie in kunst, archeologie en oudheden. Bovendien bevindt Trier zich in een fraai dal van de Moezel en in het Eifelgebergte waar het eveneens heel erg fijn wandelen is. 

Heidelberg wordt door Duitsers wel eens de meest typische Duitse stad genoemd en als je zoveel schoonheid op één plek ziet, kan je dit als toerist enkel maar beamen. Heidelberg beschikt over dezelfde troeven als Trier, maar dan anders geproportioneerd. Deze universiteitsstad is gelegen aan de rivier Neckar en is ook omzoomd door heuvels. Het historisch centrum is zelfs nog indrukwekkender dan dat van Trier, maar wel een stuk recenter. Heidelberg beschikt over een bewogen geschiedenis uit de tijd van de Renaissance wanneer in deze stad de keurvorsten verblijven. De keurvorsten zijn de hoogwaardigheidsbekleders die de keizer van het Heilige Roomse Rijk voordragen. Een belangrijke functie dus, maar dat brengt ook heel wat ellende met zich mee. Zo werd Heidelberg in 1689 door de Fransen van de kaart geveegd en de meeste gebouwen dateren dus na deze datum. 

Het magnum opus van de stad is het plaatselijke kasteel, Schloss Heidelberg dat een symbiose is van een vernietigde burcht terwijl het middelste leefgedeelte wel gerenoveerd is. Vanaf het kasteel heb je een mooi overzicht van het historisch centrum en het is zelfs het meest bezochte kasteel van heel Duitsland. Bijna één miljoen mensen komen jaarlijks naar Heidelberg om het kasteel te bezoeken. En daar ben ik dus één van. 

Dag 1
Ik beschouw mezelf als een (beginnende) wandelencyclopedie omdat ik toch al best vaak heb gewandeld en ik ken wel veel wandelroutes in België en vlak erbuiten. Bij het bekijken van een toeristisch filmpje over Trier word ik er echter op geattendeerd dat mijn kennis niet exhaustief is. In het  top tien lijstje prijkt op nummer twee het Römerpfad. Dit is een wandeling die een aantal (voormalige) Romeinse sites bezoekt en dat in een heel mooi natuurjasje giet. Mijn planning voor de voormiddag is dus meteen gemaakt en het resultaat lees je op deze link. Ik ben dus erg enthousiast over deze wandeling en dus kan er nog wel een tweede bij. 

Die tweede wandeling brengt me naar het stadscentrum van Trier waar ik een stadswandeling doe door Duitslands oudste stad. Het relaas ervan lees je hier en ook dit is een schot in de roos. Op een viertal uur heb ik de meeste bezienswaardigheden van Trier bezocht, maar je kan dit gemakkelijk nog met een halve of zelfs hele dag verlengen door meer tijd te spenderen aan bijvoorbeeld het Rheinisches Landesmuseum of andere trekpleisters zoals kerken of kastelen. Voor mijn overnachting koos ik Nells Park Hotel dat - niet geheel verrassend - aan een groot park ligt. Dus een stukje rustiger dan het centrum van Trier en ook wel wat toegankelijker met de auto. Hier heb ik 's avonds nog rustig een boek gelezen op een bankje en dit was de ideale afsluiter voor een dagje slow travel

Dag 2
Bij mijn tweede dag moet ik eerst nog twee uur met de auto rijden om tot in Heidelberg te geraken. Op deze dag volg ik ongeveer eenzelfde recept als gisteren: eerst een natuurwandeling om 's middags de stad te verkennen. Nu zijn de ingrediënten wel iets anders gekruid, want de natuurwandeling wordt in twee delen gesplitst door de stadswandeling. Bij de stadswandeling volg ik deze keer geen vastgelegde route, maar heb ik een free walking tour geboekt via - what's in a name - Free Tour Frankfurt. Voor het zover is, waag ik me dus eerst aan het eerste deel van mijn natuurwandeling naar de Heiligenberg. De exploten hiervan lees je hier.   

Rond half drie begin ik aan de stadswandeling onder de auspiciën van de Iraanse Dina die op een geanimeerde manier vertelt over de stad en de belangrijkste bouwwerken laat zien. Meer info daarover vind je in dit verslag. Het laatste wapenfeit van de dag is de terugkeer naar de Zoo van Heidelberg waar ik mijn auto heb geparkeerd. Dit gebeurt via de pittoreske Philosophenweg waarover ik uitweid in mijn laatste wandelverslag van dit weekendje Duitsland.

Mijn hotel bevindt zich net zoals gisteren aan de rand van de stad, maar deze keer is dat midden in een residentiële zone. Ook op deze avond wil ik rustig een boek lezen op een bankje, maar dat blijkt niet zo eenvoudig te zijn. De parkjes doen het verkleinwoord alle eer aan en zijn nauwelijks een zakdoek groot. Toch vind ik nog een geschikt exemplaar om mijn queeste naar literatuur te verzilveren. Althans tot een uur of negen à half tien 's avonds wanneer het te donker wordt om nog iets te lezen. Dat is namelijk het signaal voor mij om terug te keren naar mijn hotel. 

Dag 3
Op de tweede dag heb ik eigenlijk al een groot deel van Heidelberg gezien en dus wordt het een beetje improviseren om de dag gevuld te krijgen. Gisteren heb ik Schloss Heidelberg niet bezocht en dus is het een logische keuze om deze burcht te bezoeken. Maar om dat te doen, moet ik dus eerst tot het historisch centrum van Heidelberg geraken. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, want hoewel Heidelberg over een uitgebreid netwerk van openbaar vervoer beschikt, heb ik weinig geluk met mijn keuzes in het vervoer. Eerst slaag ik er namelijk in om tram 36 te verwarren met bus 36 die me terugbrengt waarvan ik kom. De aansluitende bus die ik wil nemen, vertrekt echter sneller dan voorzien waardoor ik nog eens twintig minuten moet wachten. En zo doe ik er een uur over om vijf kilometer te overbruggen. 

Voor ik het kasteel bezoek, breng ik eerst tijd door in het centrum. Eerst in de grote Heilige Geestkerk die me weinig zegt. Deze kerk is nu protestants, maar was vroeger zowel katholiek als protestants. Dat deze kerk wat soberder is dan andere (katholieke) kerken mag dus geen verrassing heten. Minder overdaad aan kerkkunst, maar daarom ook minder interessant. Ook een visite aan de Studentenkarzer mag niet ontbreken. Dit is een tijdelijke gevangenis voor universiteitsstudenten in den 19de en 20ste eeuw voor uit de hand gelopen kwajongensstreken. In het begin was dit effectief bedoeld als straf, maar later werd het voor veel studenten een uitdaging om enkele dagen in het cachot te zitten. Deze studentengevangenis miste dus zijn werking en werd in 1914 stopgezet. Wanneer ik mijn ticket koop, blijkt het te druk te zijn en moet ik nog twintig minuten wachten. Die wachttijd gebruik ik om snel een kijkje te nemen bij een katholieke kerk in de buurt die wel laat zien hoe je opulent moet zijn: wit marmer overal en beeldwerk à volonté. Zo moet je dat doen!

Exact twintig minuten later ben ik op de bovenverdieping van de Studentenkarzer en dat is leuk om te zien, maar ook wel snel bekeken. Voor de inkomprijs van zes euro zit er ook de toegang tot het plaatselijke museum erbij, maar daar is het zo warm dat ik na vijf minuten terug buiten ben. Vervolgens begeef ik me naar Schloss Heidelberg dat je met een treintje op de Korenmarkt kan bereiken, maar ik slaag er opnieuw in om dit te missen. Met de benenwagen ga ik dus omhoog waar ik het kasteel bezoek. Bij dit bezoek zijn het gebruik van treintje inbegrepen, alsook toegang tot 's werelds grootste wijnvat en het Apotheker Museum. Beide zijn goed voor een bezoekje van vijf minuten, maar ook niet meer dan dat. In het Apotheker Museum had ik gerust langer kunnen blijven, maar het is een beetje te. Te druk en te warm. 

Het alternatief is om met het treintje naar de top van Königstuhl te gaan, maar het treintje kan de massa toeristen niet meer aan. Een wachttijd van veertig minuten is voor mij genoeg reden om de terugweg naar het centrum in te zetten. Daar vervul ik de tweede van de zeven barmhartigheden door de dorstigen te laven en dat is dus van toepassing op mezelf. De rest heb ik al gezien, om binnen te lopen in een museum is het simpelweg te warm en dan kan ik niet veel anders doen. Na mijn twee wat meer inspannende dagen is een half dagje relaxen niet eens zo'n slecht idee!

Conclusie
Het leed van een gemiste citytrip naar Budapest is onmiddellijk vergeten bij mijn driedaags bezoekje aan Trier en Heidelberg. Beide regio's en steden doen me denken aan de Elzas en dat is een groot compliment. Het is er even gezellig en leuk als in deze sprookjesachtige Franse regio. Bovendien zijn beide steden ontsloten in een zee van groen waardoor ook natuurliefhebbers hun gading vinden bij deze steden. In Trier moet je wat verder weg om van de natuur genieten, terwijl je in Heidelberg de bossen vlak naast de stad aantreft. Heidelberg en met name het kasteel zijn erg populair en in deze drukke zomerperiode is het dan wel soms over de koppen lopen. Dat is eigenlijk het enige noemenswaardige nadeel dat ik kan toedichten aan deze twee verrassend mooie steden.