dinsdag 30 december 2025

Reisverslag Marokko deel drie: woestenij in de woestijn

Woensdag 24 december
Op deze dag word ik opnieuw verlekkerd met een diverse maaltijd aan landschappen. Onderweg zie ik prachtige tafelbergen en curieuze rotsformaties in de woestijn. Normaal gezien is dat gereserveerd voor morgen op weg naar N'Kob maar volgens mij ben ik stiekem al in Jbel Saghro. Deze regio is gevormd uit oud vulkanisch gesteente en ziet er daarom een tikkeltje ruwer uit dan het woestijnlandschap dat ik dusver heb gezien. Een medereiziger noemt het een maanlandschap wat volgens mij wel klopt. Zwarte rotsen en een gapende leegte zijn namelijk onze belangrijkste metgezel op deze dag. 

Deze gapende leegte in de woestijn maakt het moeilijk om water bij te houden en daarom hebben lokale inwoners zoveel jaren geleden het systeem van de khettara bedacht. Dit is een ondergronds irrigatiesysteem waar een licht aflopende ondergrondse tunnel een gebied van water voorziet. Boven zijn er dan op regelmatige afstand schachten gebouwd waar men water uit de tunnel kan halen. Een korte rondleiding legt ons dit systeem uit. Het is niet meteen spectaculair te noemen, maar een streepje cultuur is zeker welkom op deze reis. 

Dat streepje wordt meteen een grote streep, want even later krijgen we een tweede demonstratie op onze route. Miljoenen jaren geleden was dit gebied namelijk een gigantische oceaan waarin octopussen, zeeslakken en andere zeedieren leefden. Deze dieren zijn inmiddels allemaal gefossiliseerd en in deze regio worden deze fossielen opgegraven. Met deze fossielen en mineralen wordt dan decoratie gemaakt, fossielmarmer. De demonstratie is tamelijk kort, maar met name de afgeleverde producten stelen de show. Prachtige tafelbladen en mooi afgewerkte beelden sieren de fabriekshal waar uiteraard ook een grote verkoopafdeling is gevestigd. Tienduizend euro voor een mooi tafelblad. Inclusief verzending naar België! Dat is toch wat te duur voor mij... 

We stoppen rond de middag bij een dorp waar we van de gelegenheid gebruik maken om het plaatselijke marktje te ontdekken. Het is niet erg groot en ik ben dan ook snel uitgekeken op de markt. Dit soort dingen zijn niet echt aan mij besteed. We rijden dan verder naar de grote zandzee van Chebbi of Erg Chebbi in het Arabisch. Deze plek bevindt zich vlakbij de Algerijnse grens en wordt gekenmerkt door grote, oranje zandduinen die tot honderdvijftig meter hoog worden. Dat nodigt uit tot een wandeling over deze duinen en dat doe ik prompt. De ene bizarre zandduin wordt opgevolgd door de andere. Dit is een heerlijke plaats om foto's te maken. 

Mijn zicht wordt geblokkeerd door een zandduin. Ik trek naar de top van deze zandduin om vervolgens vergast te worden op een ander spectaculair duinenzicht. Telkens is er de verlokking om verder te dwalen, op zoek naar de mooiste zandduinen. Maar hier is oriënteren erg moeilijk en de weg is snel verloren. Daarom ga ik niet te ver. Om kwart over vijf begeef ik me wel verder in deze woestijnduinen. Met de quad. In Namibië heb ik al eens door woestijnduinen gereden en dat smaakt naar meer. Dit is wel een stuk korter, slechts één uurtje. Bovendien spendeer ik een groot deel van de tijd bij een magische zonsondergang. 

Het rijden zelf is lichtjes teleurstellend. Mijn begeleider legt amper iets uit en de duinen in Namibië zijn net dat tikkeltje weidser en grootser. Toch probeer ik tussen mijn pogingen om niet te vallen onderweg te genieten van het ritje. Dat lukt me. Op volle snelheid een steile duinrug oprijden blijft toch een spannende ervaring. En dan het uitzicht over deze oranje zee van duinen. Dit is toch wel de reden waarom je op vakantie bent. De zon verdwijnt langzaam achter de horizon en dat is het signaal om terug naar het hotel te rijden. Hier wacht het (te vroege) kerstdiner in buffetvorm op mijn smaakpupillen. Na de tajines, brochettes en couscous nog eens gevarieerd eten. Dat smaakt.   

Donderdag 25 december 
De boog kan niet altijd gespannen staan. De voorbije dagen waren goed gevuld, maar het einde van deze overland tour doet het wat rustiger aan. Dat vertaalt zich ook in een latere vertrektijd. Om tien uur wordt het startschot gegeven en dat geeft me de tijd om wat langer te slapen nadat ik vorige nacht minder goed had geslapen. Mijn medereizigers zijn vroege vogels en hebben 's ochtends enkele mooie foto's genomen van de zonsopkomst over de zandzee van Erg Chebbi. Ongetwijfeld mooi, maar uitslapen wanneer je moe bent, is volgens mij nog veel mooier.

Eindhalte van deze dag is N'Kob, maar we maken een belangrijke tussenstop bij het stadje Rissani. Net voor de stad is er een kort intermezzo om dromedarismelk te drinken. Minder vet en gezonder dan koeienmelk, maar het smaakt naar euh... melk. In Rissani verblijven we enkele uren om een aantal dingen te bezoeken en ook om te lunchen. Het belangrijkste bezoekje is wellicht het mausoleum van Moulay Ali Cherif. Hij is de grondlegger van de huidige koninklijke dynastie in Marokko en is naar verluidt een afstammeling van de profeet Mohamed. Daarom is dit mausoleum een bedevaartsoord voor veel moslims. Als niet-moslim mag je enkel de kleine tuin bewonderen en dan voelt zo'n bezoek toch wat leeg aan. 

Op donderdag is het marktdag in Rissani en er heerst dan ook een enorme bedrijvigheid in de plaatselijke souks. Die zijn trouwens verrassend groot en je kan hier dan ook een heleboel producten vinden. De schoonmoeders die ze in Marrakech wel verkochten heb ik hier niet gevonden, maar voor het overige vind je hier bijna alles. Bij sommige etenswaren kan er wel gediscussieerd worden over de versheid. Zo denk ik dat de vis een lange weg heeft afgelegd naar deze woestijnstad waardoor je beter even vegetariër wordt hier. Net zoals gisteren haal ik niet veel plezier uit zo'n marktbezoek. Het is interessant om de marktkramers bezig te zien, maar op tien minuten ben ik wel uitgekeken. 

Op weg naar N'Kop is het landschap de grootste bezienswaardigheid van deze dag. Ik doop het zelf een spaghettiwesternlandschap: droge woestenij met nauwelijks vegetatie waar rotsen verscholen liggen in een stoffig decor. De rit door deze omgeving werkt hypnotiserend: traag, monotoon maar ook rustgevend. Die rust kan de chauffeur ook goed gebruiken, want hij is zenuwachtig voor morgen. De bergpas van Tizi n’Tichka is naar verluidt gesloten. Een omweg via Agadir is goed voor elf uur rijplezier. Gelukkig voor onze chauffeur heeft zijn schietgebedje gewerkt en moeten we morgen niet omrijden. 

Het laatste wapenfeit van de dag is een korte wandeling door de dadenpalmentuinen van N'Kob. Het is vergelijkbaar met de wandeling nabij de Todra-kloof, maar dan zonder de dramatiek van de kloof en bergrivier. Zonder plaatselijke gids is het even zoeken naar een begaanbare weg in deze mozaïek van tuinen, maar als die er niet is, verzinnen we die wel even. Na vier lange pendeldagen is het ontspannend om even de benen te strekken. Het plaatsje N'Kob heeft zelf weinig te bieden en de tocht door het stadscentrum gebeurt dan ook met een snelle mars. Dezelfde snelle mars die ook wordt gehanteerd voor deze korte reis door Marokko.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten