Donderdag 11 juli
De mensheid is gebrand om levensbeschouwelijke vragen te stellen én te beantwoorden. Is er een vrije wil? Wat gebeurt er na de dood? Wat is het doel van ons bestaan? Het zijn allemaal vragen die onze geest prikkelen en uitdagen. Sinds kort kan ik er daar eentje aan toevoegen: Waarom lig ik in hemelsnaam voor de tweede keer in het water deze vakantie? Hoe dit is gebeurd, brengt me naar een relaas bij het pittoreske gletsjermeer van Styggevatnet. Dit is een fraai gletsjermeer dat omringd is door de indrukwekkende Jostedalsbreengletsjer. Deze gletsjer is populair voor gletsjertochten, dikwijls in combinatie met een kajak om het gletsjermeer over te steken. En het is vanaf dit punt waar het fout begint te lopen...
De kajaks die worden gebruikt zijn tweepersoonskajaks en zijn bovendien niet zo gemakkelijk om te bedienen. De persoon vooraan mag de domme kracht uithangen en moet niets meer doen dan peddelen, peddelen en nog eens peddelen. De belangrijkste taak is echter weggelegd voor de persoon achteraan die de kajak bestuurt en ervoor zorgt dat je op de juiste plek terechtkomt. Aangezien ik gemakkelijker een boterham smeer op een springkasteel dan een kajak bestuur laat ik die belangrijke taak over aan partner-in-crime Marius die dat overigens op een voortreffelijke wijze doet. Omhuld door een dikke mist vertrekken we aarzelend over het mystieke meer om de edele kunst van het kajakken onder de knie te krijgen. Twee oefenrondjes volstaan om vervolgens aan de oversteek van het meer te beginnen. Van de pittoreske omgeving krijg ik voorlopig weinig mee, want de mist blijft een spelbreker in dit schouwspel. Enkel de rand van het meer krijg ik te zien aangezien we de raad krijgen om niet in het midden te varen in het onwaarschijnlijke geval dat we zullen omkantelen. Spoiler: zo onwaarschijnlijk is het niet.
Alles verloopt vlot totdat Marius en ik bij de Jostedalsbreengletsjer aankomen en we worden vriendelijk verzocht om het roer - ja, deze kajaks hebben een roer - naar boven te halen zodat het niet breekt op de rotsachtige bodem. Nou, het blijkt dat bij onze kajak het roer hapert en niet naar boven gaat. Marius leunt naarstig naar links om het roer boven te halen. Ik zie niet wat er gebeurt en ik leun ook naarstig links om wat rond te kijken. Leuk weetje: als twee kajakkende mannen naarstig naar links leunen, kan een kajak die bijna niet kan kantelen toch kantelen. Julie riep nog de contemplatieve vraag "Marius, wat doe je nu" en welgeteld één tel later lig ik voor de tweede keer op deze reis in het water. Een pak kouder dan de eerste keer, want het gaat hier tenslotte om een gletsjermeer. In al dat tumult verlies ik mijn bril, na mijn reis in Australië later dit jaar is dit overigens een sport waar ik ondertussen al vrij bedreven in ben. Ik weet ondertussen niet wat ik moet doen en ik klamp me vast aan de dichtstbijzijnde kajak die ik tegenkom. Lies zit in deze kajak en zij ziet een gelijkaardig kapseisscenario zich voltrekken en gebruikt net niet haar roeispaan om me terug in het water te kloppen.
Uiteindelijk zwem ik naar de kajak van de Argentijnse gids die met verstomming is verslagen dat een kajak is omgekanteld. Dat is op twintig jaar tijd namelijk nog nooit eerder gebeurd. Nou, altijd leuk dat ik voor een primeur kan zorgen! Lichtjes onderkoeld begeef ik me op vaste bodem en dan duurt het nog veel te lang vooraleer ik nieuwe kledij krijg toegemeten. Het wachten is overigens meer dan de moeite waard, want als een mengeling van een rasechte clochard en nieuwe hiphopster Capsize King mag ik me wagen aan de gletsjertocht. Met al het tumult realiseer ik me niet dat de zon is doorgebroken en pas dan kan ik de magie van deze plek volledig appreciëren. Op de gletsjer kijk ik uit over een prachtig meer. De wandeltocht over de gletsjer gebeurt in touwgroep, want veiligheid is nu van primordiaal belang. De gidsen vertellen uitgebreid over de gletsjer, maar de wandeling stelt toch lichtjes teleur. Ik had het toch een tikkeltje spectaculairder, spannender en langer verwacht. Dat neemt echter niet weg dat zo'n gletsjertocht toch wel een kleine belevenis is!
Inmiddels behoor ik terug tot het rijk der droge personen en kan ik probleemloos de terugtocht naar het beginpunt aanvatten. Styggevatnet is zo'n zes kilometer lang en dat is toch een behoorlijk anderhalf uur met de armpjes zwieberen om te roeien. Als een Olympisch kajakduo hebben Marius en ik dit echter in sneltempo afgelegd en dan breekt het spannendste moment van de dag aan: terug naar de kant van het meer te zien geraken. Deze keer tillen we het roer niet op en - wonder boven wonder - we maken geen tweede duik. De zware kajak moet nog naar de opbergplaats worden gebracht en dat kost toch wel kracht van de armen waar het meeste pit toch wel al is verdwenen. Dan is het tijd om de schade op te nemen. Mijn rugzak maakte ook een vrolijke plons en alles is dus nat: de rugzak zelf, maar ook kledij en portefeuille. Tja, het is nu eenmaal zo.
Vrijdag 12 juli
Op de achtste dag van de Noorwegenreis zijn we weer druk in de weer en rijden we naar het Jotunheimen National Park. We zitten dus voornamelijk in de twee busjes met onderweg hier en daar een pauze en/of een fotostop. Die eerste stop laat niet lang op zich wachten en bij een mooi uitkijkpunt zien we een meanderende rivier zich een weg banen door het bergachtige landschap dat baadt in het groen. Na acht dagen Noorwegen is het bijna een ordinair zicht, al helpt de diepgrijze lucht ook niet bij de appreciatie van dit beeld. Wat later op de ochtend mogen de benen ingesmeerd worden voor een relatief korte wandeling in Helgedalsreset. Deze plek is beroemd omdat je er mooie wandelingen kan maken en de wandeling van vandaag is ook zo'n mooi exemplaar. Wel vrij atypisch voor Noorwegen, want de uitgekozen wandeling is vrij vlak met slechts hier en daar een kleine helling. In plaats daarvan kruisen we een mooie vallei met een prachtige, wilde vegetatie.
Bij deze luswandeling bengel ik helemaal achteraan wanneer we de terugtocht inzetten die ons leidt langs een rivier. Het is een andere route dan dat we genomen hebben en het wat twijfelachtige paadje loopt soms verloren in het overdadige groen. Dat is echter niet erg, want volgens reisbegeleider Arnaud is het onwaarschijnlijk dat we verloren lopen. Spoiler: zo onwaarschijnlijk is het niet. Want jawel, hoewel we ons nauwelijks tientallen meters van de rest van de groep bevinden, zijn we er toch in geslaagd om een paadje te missen en verloren te lopen. Het moet wel gezegd worden dat de paadjes hier eigenlijk geen paadjes zijn en dat we eigenlijk door het wilde groen lopen. Maar toch, we maken geen reclame voor onze oriënteringsvaardigheden. Na de wandeling lunchen we ook op deze plaats en daarna zetten we onze weg verder richting Jotunheimen.
Die weg heet overigens Sognefjellet en dat is één van de dertien toeristische routes in Noorwegen die de bezoeker langs prachtige uitzichten leidt. Daar zit ook de hoogste bergpas van Europa bij op een hoogte van ongeveer 1500 meter. Zelfs in de zomer is dat klappertanden, want met het grauwgrijze weer is de koude nooit veraf en zelfs de vele bergmeertjes kunnen dan niet meer op mijn enthousiasme rekenen. Ook een hoge waterval die indrukwekkend naar beneden stort kan op weinig bijval rekenen Wanneer we dan in de late namiddag arriveren bij ons chalet is dat geen moment te vroeg. Dat betekent echter niet dat de dag erop zit, want er volgt nog een mooie apotheose. We gaan namelijk op safari waar we elanden op gevoelige plaat willen vastleggen. Die beestjes laten zich enkel bij valavond zien en dat betekent dat we pas rond half tien kunnen vertrekken.
De twee busjes worden volgestouwd met personen wier blikken voornamelijk geeuwend zijn. Dat verbetert niet wanneer de zoektocht initieel vruchteloos blijkt te zijn, maar patience is virtue - en kijk - na een uurtje speuren vinden we onze eerste elanden. Eerst bevinden die zich vrij ver van de autoweg, maar later zien we elanden die niet zo ver van de autoweg zijn verwijderd. Het magnum opus is toch wel een vrouwelijke eland die met haar jong de weg oversteekt. Het kalf kan niet volgen en blijft halverwege de autoweg alleen verweesd achter waar het omringd is door hordes toeristen. Mama schiet echter te hulp en het jong geraakt uiteindelijk aan de overzijde. Op deze reis heb ik mijn fotocamera nog niet gebruikt, maar bij deze safari laat ik de camera overuren draaien. Met elanden die ver van de camera zijn en met het weinige licht is het moeilijk om goede foto's te maken. Maar toch ben ik tevreden met het eindresultaat, want elanden zie ik toch niet iedere dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten