zondag 3 november 2024

Reisverslag Australië deel zes: cultuur in de tropen

Vrijdag 18 oktober
Voor mij wordt het vandaag een luie ochtend, want de bus vertrekt pas om half één 's middags naar Kakadu NP en dat geeft me volop de gelegenheid om Darwin verder te verkennen. De realiteit is echter dat Darwin niet zo'n bijzondere stad is en ik heb weinig zin om in de overrompelende hitte te gaan puffen. Ik doe het dus rustig aan en ga pas na elf uur brunchen met een broodje en koffie. De niet zo geweldige driver/guide Sean is de gastheer voor de komende drie dagen en dat zal ik geweten hebben. Wanneer de bus vertrekt, ontwaart er een spraakwaterval die zijn gelijke niet kent: zijn uitleg over Arnhemland, ontdekker Casper Van Diemen, de twee seizoenen van nat en droog seizoen, de jaarlijkse overstromingen die drie maanden duren, de kunst van Aboriginals, het houdt letterlijk niet op. Hij vertelt dit allemaal op een vrij monotone stem waardoor ik helaas de meerderheid vergeten ben. 

Onderweg heb ik meer oog voor de omgeving en wat me hier opvalt zijn de bosjes en bushes die doelbewust in brand worden gestoken. Het is een gecontroleerde manier van branden om grote bos- en bushbranden in de Australische zomer te vermijden. Doelbewust of niet, het blijft toch beetje een eng zicht om vlak naast de autoweg zo'n brand te zien verschijnen. De omgeving heeft ook andere dingen in petto voor mij zoals de verscheidene varianten op de palmbomen  en de tamelijk grote Adelaide River die totaal geen connectie heeft met de gelijknamige stad waar ik een week eerder was. Onze koffiestop wordt gehouden bij een pub die me doet denken aan een Amerikaans saloon, inclusief oude jukebox. 

De enige uitstap van de dag vindt plaats bij Ubirr Rock waar er een grote collectie van rotstekeningen te zien is, afkomstig van de lokale Aborinalstammen Bininj en Mungguy. Deze rotstekeningen vertellen meer over hun cultuur, geschiedenis, jachtpraktijken en spirituele geloofssystemen. Bijzonder is de zogenaamde röntgenkunst. De structuur van prooidieren wordt getekend als een röntgenfoto zodat duidelijk is waar de ingewanden zich bevinden en hoe de structuur van het skelet is opgebouwd. Voor jongeren is dit cruciale informatie bij het jagen op prooidieren. Over hoe authentiek deze kunst is, kan gediscussieerd worden. Reisgidsen laten je graag geloven dat deze tekeningen duizenden jaren oud zijn, maar goed zichtbare contouren doen toch anders geloven. Gids Matt bij Uluru heeft namelijk verteld dat Aboriginals deze tekeningen zien als educatieve systemen en niet als historisch erfgoed. Ze worden dus met andere woorden regelmatig hertekend voor de huidige generaties en ik vermoed dat dit bij Ubirr Rock ook wel recentelijk is gebeurd. 

Het is overigens bijzonder om deze tekeningen te zien, want niet alleen bekende figuren zoals de wallaby, kangoeroe en barramundi (een grote riviervis) worden getoond, maar ook die van de uitgestorven Tasmaanse Tijger. En zoiets is toch wel bijzonder te noemen. Dit buidelroofdier is door de introductie van andere diersoorten door de Britse kolonisten uitgeroeid. Het laatste exemplaar stierf in 1936 en sindsdien is de soort officieel uitgestorven. We gaan echter verder op een vrolijkere noot en bij een mooi rotsterras hebben we een 360 graden uitzicht over de gehele omgeving en zo krijg ik wetland, stoneland en het bos te zien dat de regio van Arnhemland typeert. De weg terug gebeurt op een erg gehaaste manier, want Sean maakt er geen geheim van dat hij zo snel mogelijk terug wil. De avond dreigt te vallen, maar er is echt nog wel tijd om het wat rustiger aan te doen. Wanneer we bij onze plaats van overnachting arriveren, Cooinda Lodge, is het wel al donker en in het labyrinth van glamourtenten is het wel wat zoeken naar de juiste tent. Een beetje hulp was op dit vlak wel welkom, zeker als je met een zware tas zit te heulen. 

Zaterdag 19 oktober
Gisteren blijkt maar een voorproefje voor vandaag te zijn, want op deze dag borduren we verder op de culturele weg bij Nourlangi Rock. Ook hier vind ik volop Aboriginalkunst terug met rotstekeningen, maar hier zijn ze toch wel een stuk uitgebreider dan gisteren: schildpadden, emoes, kikkers, krokodillen, vissen en ook vruchtbaarheidsrituelen zijn hier getekend in nissen en grotten. De röntgenkunst is hier overigens ook een stuk beter zichtbaar dan bij Ubirr Rock, maar dan kan je weer de vraag stellen hoe authentiek dit allemaal wel is. Qua kunst is deze plek dus beduidend beter dan gisteren, maar qua natuurbeleving allerminst. Een nogal eerder gewoon uitkijkpunt toont de mooie rotsen in de nabije omgeving, maar ontbeert de weidse vergezichten van gisteren. Dan is het tijd voor een portie cultuur bij de volgende drie stops en dit in verschillende graad van geslaagdheid. 

Een koffiepauze bij een kunstgalerij is goed om mijn koffieverslaving te stillen, maar het culturele aspect blinkt hier uit in afwezigheid en dan ben ik nog vriendelijk. Bij een volgende stop gaan we naar een klein museum maar dit is op sterven na dood. Bij de ontvangstbalie staat er zelfs niemand en ik tref enkel een kleine - weliswaar interessante - expo aan die wat meer vertelt over Kakadu NP, maar het is toch wel vrij klein. Normaal gezien is deze plek veel groter, maar volgens reisbegeleider Maarten is deze plek sinds Covid nog steeds in opbouw, maar het lijkt erop dat in plaats daarvan deze plek alleen maar kleiner wordt. Nou, het is in ieder geval vrij doods en veel valt er niet te beleven. Derde maal is echter scheepsrecht en Warradjan Aboriginal Cultural Centre is wel een voltreffer qua cultuur. Dit museum vertelt ontzettend veel over de Aboriginals: hun geloofssysteem en mythologie, de gereedschappen die ze gebruiken, hun rituelen, de kalender die ze gebruiken, jachttechnieken en nog een heleboel andere zaken. In de lokale souvenirshop koop ik mijn enige souvenir van Australië en vervolgens wandel ik met enkele reisgenoten terug naar de Cooinda Lodge die zich ongeveer één kilometer van Warrandjan bevindt. 

De middag is voorbehouden voor wat verkoeling in het zwembad om dan rond de klok van vier uur 's namiddags te beginnen aan verreweg het mooiste stuk van Kakadu NP: een riviercruise op de Yellow Water Billabong op de South Alligator River. Deze boottocht is bijzonder omdat in dit natte gebied (wetlands) maar liefst één derde van alle Australische vogelsoorten hier voorkomen. Ik ben geen vogelspotter, maar ook ik heb mijn ogen de kost gegeven aan de vele vogels die ik hier ben tegengekomen. Zilverreigers, ijsvogels, ganzen en diverse eendensoorten zijn niet zo bijzonder, maar ik heb ook een zeearend gezien en zelfs enkele broga's, een kraanvogelsoort die naar verluidt vrij zeldzaam is. Ook zoutwaterkrokodillen houden zich hier schuil en die hebben we hier in overschot gezien. Niet de megagrote exemplaren waar we op hoopten, maar wel erg mooie krokodillen. De ondergaande zon zorgt voor een idyllische setting en mijn fototoestel maakt overuren. De (culturele) ervaring bij Kakadu NP beantwoordt eerlijk gezegd niet aan mijn verwachtingen, maar deze riviercruise maakt veel goed. Het is één van de mooiste boottochtjes die ik in mijn toeristische leven heb gedaan!  

Zondag 20 oktober
Van Kakadu NP gaat het vandaag terug naar Darwin, maar we maken wel een zijsprongetje bij Litchfield National Park. In de voormiddag wacht ons nog een laatste lange busrit en in ongeveer vijf uur (inclusief pauzes) rijden we naar Litchfield waar we eerst stoppen bij een kathedraal. Niet zomaar een kathedraal, maar wel de Cathedral Termite Mound. Dit is een termietenheuvel van maar liefst vijf meter hoog en vijftig jaar oud. De termietensoort die deze heuvel heeft gebouwd worden magnetische termieten genoemd omdat de termieten het magnetisme gebruiken om de heuvels in een noord-zuidrichting te bouwen. Dit helpt bij de thermoregulatie zodat het overdag koel blijft terwijl het 's nachts warmer is in de termietenheuvel. De heuvels zijn zo gebouwd dat ze een dunne rand hebben die naar het noorden en zuiden gericht is en met een vlakke achterkant die naar het oosten en westen gericht is. Dit helpt bij het handhaven van een stabiele temperatuur en hoge luchtvochtigheid binnenin. Wat verder bevindt er zich een veld met tientallen termietenheuvels, maar die zijn bijlange niet zo groot als de kathedraal die een aparte plaats krijgt. Via een plankenpad gaan we ernaartoe, maar na een tiental minuten gaan we al terug door. 

De echte attractie van Litchfield NP zijn toch wel de Wangi Falls, een hoge waterval met aan de voet een diep waterbassin waarin je kan zwemmen. Je kan er echter ook mooi wandelen en dit staat toch net wat hoger genoteerd op mijn prioriteitenlijst. Ik zit hier in de tropen en het is dus niet verrassend dat het hier heel erg groen is. Ook geen verrassing is dat hier grote spinnen zitten. Die beestjes zitten vreemd genoeg vrij opvallend in het bladergroen te wachten op een prooi dat de pech heeft om in hun spinnenweb te belanden. Bovenaan de toppen zijn er ook een heleboel vleerhonden die onderste boven hangen. Zij zijn vooral hier om het lokale fruit te verorberen. Het wildlife spot ik vooral bij het begin van de wandeling, want bij de klim naar de top van de waterval heb ik er minder oog voor. Eens ik aangekomen ben bij de top van de waterval krijg ik vanzelfsprekend een mooi uitzicht te zien. Daarnaast bevinden er zich hier fraaie waterpoeltjes die een knap landschap vormen met het aanwezige groen. De daling gaat over een tamelijk rotsachtig pad naar beneden en op ongeveer drie kwartier heb ik deze korte wandeling afgerond. 

Dan is het tijd om in het water te duiken, maar dan niet letterlijk. Een grote rots bij het begin van de Plunge Pool zorgt ervoor dat ik toch even moet opletten wanneer ik het water instap. Baantjes trekken zit er bij mij niet in en het zwemmen bestaat er eerder in om al peddelend van de ene kant van het water naar de andere te gaan. Stoutmoedigere zwemmers steken het hele bassin over om tot bij de 84 meter hoge waterval te geraken, maar dat is niet aan mij besteed. Ik wil vooral aan de verzengende hitte ontsnappen en daar heb ik alleen water voor nodig. Ik blijf ruim twintig minuten in het water vooraleer ik me omkleed. Tot mijn verbazing zie ik de rest van de reisgenoten om ruim half drie terugkeren naar de bus, terwijl we tot drie uur hebben om hier te blijven. Ik wil die tijd wel volmaken, al doe ik dat eerder luierend bij het water. Veel is er niet te zien, maar soms kan doelloos luieren ook leuk zijn. Of er is toch iets te zien: een vrij grote leguaan (of is het varaan?) is op zoek naar etensrestjes en gaat door de spulletjes die mensen hebben achtergelaten op de grond. De voedselinspecteur van dienst dus. Om drie uur vertrekken we met de bus en een tweetal uur later staan we opnieuw in Darwin. Het rondje Kakadu zit erop.  

Maandag 21 oktober
De laatste binnenlandse vlucht van de reis vindt op deze dag plaats, maar is verlaat tot de avond en dat maakt dat ik nog de gehele dag heb om Darwin te verkennen. Drie dagen geleden had ik hier al weinig zin in en ook op deze dag staat het vuur op een laag pitje om dat te doen. Maarten heeft er voor kunnen zorgen dat we pas moeten uitchecken om twaalf uur en daar maak ik gebruik van om wat te luieren en om wat enkele praktische spulletjes in te slaan bij een lokale supermarkt. Mijn scheerapparaat van tien euro uit de Action heeft de geest gegeven en dus koop ik enkele scheermesjes en een bus scheerschuim. Wanneer ik uitgecheckt ben, ga ik met de bus naar het Museum and Art Gallery of the Northern Territory, maar vrienden mogen MAGNT zeggen. De bus blijkt niet bij het museum te stoppen, maar ik moet nog anderhalve kilometer gaan met de benenwagen. Het is inmiddels 36 graden, maar gevoelsmatig voelt het nog een heel stuk warmer aan. Het zweept druipt niet van mijn voorhoofd bij het wandelen, maar doet dat wel gretig wanneer ik me op een stoel zet en een koffie drink. 

Dan is het tijd voor het museumbezoek en ook nu weer is het een allegaartje van diverse thema's dat op de bezoeker wordt afgevuurd. Het museum begint met Aboriginalkunst en vaardigt ook zeven eigen prijzen uit voor opkomend talent en sociaal relevante kunst. De gustibus et coloribus non est disputandum zegt het bekende spreekwoord en dat is zeker het geval bij de aanwezige kunst hier. Soms heb ik het gevoel om naar een kindertekening te kijken, maar ik sta echt wel in het grootste museum van Noord-Australië. Toppunt is wellicht een foto van een vangrail waarop racistische uitlatingen staan en dit "werk" wint één van de zeven awards dat het museum uitdeelt. Ik snap dat je racisme aan de kaak wil stellen, maar kan dat echt niet op een andere manier dan met een foto waarop Fuck niggers staat? Bij de werken van de Aboriginalartiesten slaat de verveling een beetje toe omdat het veelvuldige gebruik van punten op den duur wat eentonig wordt. 

Ik heb dan meer aandacht voor de andere werken zoals enkele griezelige macrofoto's waarop dieren zoals spinnen en insecten tientallen malen zijn uitvergroot. De bovenverdieping geniet mijn meeste interesse want hier wordt in een ruimte de geschiedenis van de Northern Territory verteld en die heeft veel weg van de Wild West in de Verenigde Staten in de negentiende eeuw: uitgestrekte verlaten gebieden, een goudkoorts trekt gelukszoekers aan, paria's trekken naar hier, een sociaal conflict tussen werkers en bestuurders. De geschiedenis van Darwin en aanpalende gebieden zou een erg interessante film opleveren! Verder kijk ik ook naar een film over de enorme vernietiging die cycloon Tracy heeft achtergelaten op kerstmis 1974. Na het museumbezoek van twee uur is het terug tijd om naar Darwin te pendelen en dat doe ik met de bus die me terug tot bij het centrum brengt. 

Voor Cairns blijkt het moeilijk om morgen ergens te ontbijten en ik duik opnieuw de supermarkt in om een ontbijt aan te kopen voor de komende dagen. Met mijn nieuwe voedselvoorraad trek ik naar het hotel waar ik wacht op de bus die ons naar de luchthaven brengt. De avondvlucht brengt ons pas om kwart over tien op de luchthaven van Cairns. De klok gaat namelijk opnieuw een half uur verder waardoor de nachtrust terug wat korter wordt. Het is echter de laatste binnenlandse vlucht van de reis en in Cairns blijven we gedurende vier nachten in hetzelfde hotel. Eindelijk een beetje vakantie!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten