Een maandje geleden heb ik op de Antwerpse boekenbeurs een Museumpas gekocht en met het steeds slechter wordende herfstweer heb ik onlangs van de pas gebruik gemaakt om twee musea te bezoeken. Een week geleden was dat Sportimonium in Zemst en onlangs het Antwerpse museum De Reede. Hier blijkt dat het ene museumbezoekje het andere niet is...
Sportimonium
Sportimonium is een klein museum dat onderdeel is van het recreatiedomein De Plage dat eveneens een strand en een grote zwemplas bevat. Sportimonium is door de IOC erkend als sportmuseum en is in België daarmee enig in zijn soort. De locatie doet alleszins anders vermoeden want de permanente collectie is tentoongesteld in de voormalige kleedkamers van het recreatiedomein. Daarnaast is er ook nog een interactief gedeelte waar bezoekers zelf aan de slag kunnen met bijvoorbeeld volksspelen en andere activiteiten.
De permanente tentoonstelling is eerder klein en kan je op een klein half uurtje bekijken. De aandachtige bezoeker doet er een uur over, maar houdt het daarna ook wel voor bekeken. Deze collectie vertelt het verhaal van het ontstaan van spel en sport en elke grote sport wordt kort besproken met meestal enkele historische attributen. Een tijdsas is het beginpunt van het museum en illustreert op gedetailleerde wijze de ontstaansgeschiedenis van spel en sport en start enkele duizenden jaren voor de start van onze tijdsrekening en eindigt met de sport van vandaag. De tijdsas loopt over vele meters aan de weerszijden van twee muren en is wel erg lang om uit te lezen.
Daarna kom je in de kleedkamers en hier wordt veel aandacht gespendeerd aan de grote Europese sporten zoals voetbal, wielrennen, zwemmen, tennis, atletiek en vele anderen. Bij elke sport wordt uitgelegd hoe die is ontstaan en zie je ook enkele historische attributen. Er wordt ook stilgestaan bij de volkse aard van sommige sporten en zo leer je dat bowling ontstaan is uit de volkssport beugelen. De structuur van de tentoonstelling is willekeurig opgebouwd en een thematische opbouw moet je dus niet zoeken.
De collectie is eerder statisch, maar af en toe vind je ook interactieve elementen in de tentoonstellingen. Zo zijn er sporadisch beeldfragmenten te zien van een aantal sporten en vind je ook geluidsfragmenten zoals een interview met Raymond Ceulemans die op zijn 31ste zowat alles gewonnen heeft wat er te winnen valt in het biljartwereldje. Het fleurt Sportimonium een beetje op, maar helaas niet veel. De algemene teneur is dat Sportimonium toch wel wat klein is en (een tikkeltje) saai.
Voor gezinnen met kinderen of wat actievere uitstappen is er dus naast de permanente collectie een vleugel waar je zelf sporten kan beoefenen. Aangezien ik alleen was, heb ik me hier niet aan gewaagd. Het viel me trouwens ook op dat ik op een regenachtige zondag de enige bezoeker was in Sportimonium. Een populair museum is dit dus allerminst en ik kan de afwezigen helaas geen ongelijk geven...
Museum De Reede
Het tweede museumbezoek brengt me naar Antwerpen waar vlakbij het MAS één van Antwerpens jongste musea is gevestigd: museum De Reede. De Nederlandse kunstverzamelaar Harry Rutten kocht jaren aan een stuk lukraak grafische beeldende kunst met schetsen, etsen, prenten, lithografieën en gravures. Dit leverde een imponerende collectie op die uiteindelijk leidde tot de geboorte van dit museum in 2017.
Net als Sportimonium is museum De Reede een kleinschalig museum, maar weet het wel indruk te maken met een mooie, moderne afwerking in het historisch centrum van Antwerpen aan de kaaien. De tijdelijke collectie bevindt zich op het gelijkvloers en wordt om de vier maanden vernieuwd. Tot vorige maand stonden hier schetsen van Picasso, maar toen ik het museum bezocht, werd dit helaas vervangen door het werk van drie Italiaanse cartoonisten. De begeleidende brochure doet dienst als gids en vertelt op een bondige manier de biografie van deze drie cartoonisten en vertelt ook meer over hun werk dat wordt tentoongesteld. Leuk om even te bekijken, maar het echte werk staat toch één verdieping hoger.
Hier vind je namelijk de permanente collectie die in het teken staat van beeldende grafische kunst van drie artiesten: Edvard Munch, Francisco Goya en de Belg Félicien Rops. Het werk van Goya vormt de hoofdmoot van het museum met tientallen gravures die in een viertal thema's zijn gebundeld. Eéntje handelt over stierenvechten, terwijl de andere een aanklacht is tegen de kerk en de samenleving. Bij het begin van het bezoek moet je kiezen uit twee brochures die als gids dienen en hier kan je best voor de algemene gids gaan. De gids is weliswaar gedateerd (sommige stukken zijn namelijk vervangen) maar biedt een vrij compleet overzicht van de gehele collectie.
Het loont de moeite om elk werk grondig te bekijken en de gids vertelt op een bondige manier de essentie van elk werk. Kleine poses van de uiteen staande voeten van een dame vertellen een ander verhaal dan de rest van haar afkeurende houding ten opzichte van een geïnteresseerde man die haar behaagt. Het museum is helaas vrij duister waardoor het soms moeilijk is om details op een gravure te ontdekken.
De meest in het oog springende naam is uiteraard die van Edvard Munch die met 'De schreeuw' één van de meest iconische werken uit de (recente) geschiedenis heeft geschilderd. In sommige gravures vind je de dramatische stijl van deze iconische artiest terug. De vrouw is een centraal thema in veel werken van Munch en dat wordt niet altijd flatterend afgebeeld. Nochtans zijn er ook indrukwekkende portretten bij die een stuk alledaagser eruitzien.
De derde artiest die in de kijker staat is de ietwat onbekende Belgische artiest Félicien Rops die net als Goya uit een anti-establishment thema werkt. In zijn etsen vinden we eveneens een aanklacht tegen de clerus en hypocriete samenleving. Zijn werk is het meest controversieel met vrij veel etsen die satan als thema hebben waar vrouwen wellustig deze engel des doods aanbidden. Persoonlijk vond ik deze werken wat minder interessant, maar nog steeds de moeite waard.
Daarna kom je in de kleedkamers en hier wordt veel aandacht gespendeerd aan de grote Europese sporten zoals voetbal, wielrennen, zwemmen, tennis, atletiek en vele anderen. Bij elke sport wordt uitgelegd hoe die is ontstaan en zie je ook enkele historische attributen. Er wordt ook stilgestaan bij de volkse aard van sommige sporten en zo leer je dat bowling ontstaan is uit de volkssport beugelen. De structuur van de tentoonstelling is willekeurig opgebouwd en een thematische opbouw moet je dus niet zoeken.
De collectie is eerder statisch, maar af en toe vind je ook interactieve elementen in de tentoonstellingen. Zo zijn er sporadisch beeldfragmenten te zien van een aantal sporten en vind je ook geluidsfragmenten zoals een interview met Raymond Ceulemans die op zijn 31ste zowat alles gewonnen heeft wat er te winnen valt in het biljartwereldje. Het fleurt Sportimonium een beetje op, maar helaas niet veel. De algemene teneur is dat Sportimonium toch wel wat klein is en (een tikkeltje) saai.
Voor gezinnen met kinderen of wat actievere uitstappen is er dus naast de permanente collectie een vleugel waar je zelf sporten kan beoefenen. Aangezien ik alleen was, heb ik me hier niet aan gewaagd. Het viel me trouwens ook op dat ik op een regenachtige zondag de enige bezoeker was in Sportimonium. Een populair museum is dit dus allerminst en ik kan de afwezigen helaas geen ongelijk geven...
Museum De Reede
Het tweede museumbezoek brengt me naar Antwerpen waar vlakbij het MAS één van Antwerpens jongste musea is gevestigd: museum De Reede. De Nederlandse kunstverzamelaar Harry Rutten kocht jaren aan een stuk lukraak grafische beeldende kunst met schetsen, etsen, prenten, lithografieën en gravures. Dit leverde een imponerende collectie op die uiteindelijk leidde tot de geboorte van dit museum in 2017.
Net als Sportimonium is museum De Reede een kleinschalig museum, maar weet het wel indruk te maken met een mooie, moderne afwerking in het historisch centrum van Antwerpen aan de kaaien. De tijdelijke collectie bevindt zich op het gelijkvloers en wordt om de vier maanden vernieuwd. Tot vorige maand stonden hier schetsen van Picasso, maar toen ik het museum bezocht, werd dit helaas vervangen door het werk van drie Italiaanse cartoonisten. De begeleidende brochure doet dienst als gids en vertelt op een bondige manier de biografie van deze drie cartoonisten en vertelt ook meer over hun werk dat wordt tentoongesteld. Leuk om even te bekijken, maar het echte werk staat toch één verdieping hoger.
Hier vind je namelijk de permanente collectie die in het teken staat van beeldende grafische kunst van drie artiesten: Edvard Munch, Francisco Goya en de Belg Félicien Rops. Het werk van Goya vormt de hoofdmoot van het museum met tientallen gravures die in een viertal thema's zijn gebundeld. Eéntje handelt over stierenvechten, terwijl de andere een aanklacht is tegen de kerk en de samenleving. Bij het begin van het bezoek moet je kiezen uit twee brochures die als gids dienen en hier kan je best voor de algemene gids gaan. De gids is weliswaar gedateerd (sommige stukken zijn namelijk vervangen) maar biedt een vrij compleet overzicht van de gehele collectie.
Het loont de moeite om elk werk grondig te bekijken en de gids vertelt op een bondige manier de essentie van elk werk. Kleine poses van de uiteen staande voeten van een dame vertellen een ander verhaal dan de rest van haar afkeurende houding ten opzichte van een geïnteresseerde man die haar behaagt. Het museum is helaas vrij duister waardoor het soms moeilijk is om details op een gravure te ontdekken.
De meest in het oog springende naam is uiteraard die van Edvard Munch die met 'De schreeuw' één van de meest iconische werken uit de (recente) geschiedenis heeft geschilderd. In sommige gravures vind je de dramatische stijl van deze iconische artiest terug. De vrouw is een centraal thema in veel werken van Munch en dat wordt niet altijd flatterend afgebeeld. Nochtans zijn er ook indrukwekkende portretten bij die een stuk alledaagser eruitzien.
De derde artiest die in de kijker staat is de ietwat onbekende Belgische artiest Félicien Rops die net als Goya uit een anti-establishment thema werkt. In zijn etsen vinden we eveneens een aanklacht tegen de clerus en hypocriete samenleving. Zijn werk is het meest controversieel met vrij veel etsen die satan als thema hebben waar vrouwen wellustig deze engel des doods aanbidden. Persoonlijk vond ik deze werken wat minder interessant, maar nog steeds de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten