zaterdag 29 januari 2022

Luisteren in het Muziekinstrumentenmuseum (MIM)

Mijn museumbezoekjes in januari waren eerder van een korte duur bij het Rubenshuis in Antwerpen en Z33 in Hasselt. Na een uurtje stond ik terug buiten, maar bij het MIM (Muziekinstrumentenmuseum) liep de urenteller op tot vier volle eenheden. Hoewel dit geen klein museum is, heeft de vier uur durende visite niets te maken met de omvang van het gebouw en de collectie, maar wel met de interactiviteit. Je krijgt namelijk een audiogids mee met ongeveer tweehonderd luisterfragmenten. En als je die allemaal wil beluisteren, ben je dus een paar uurtjes zoet. 

Old England
De kunst bij dit museum staat misschien al aan de buitenkant, want de architectuur van het gebouw verdient toch ook wel aandacht. Het MIM is namelijk gehuisvest in een voormalig warenhuis van Old England dat in 1899 opgetrokken is in art-nouveaustijl. Dingen die opvallen zijn de grote raampartijen, de sierlijsten rondom de ramen en de vele ornamenten aan de gevels. Ook binnen valt de opulente stijl van art niveau op met een bijzonder vormgegeven lift die wel gemoderniseerd is met de technologie van vandaag. De plafonds zien er sierlijk uit en ook de ramen binnenin zijn rijkelijk versierd. De hoge hallen geven het gebouw een uitstraling dat doet denken aan een traditioneel herenhuis, maar dan maal tien. Hoe mooi de architectuur ook is, je betaalt het toegangsticket voor het bekijken van de vele muziekinstrumenten die hier worden tentoongesteld. 

En dat toegangsticketje is niet goedkoop: vijftien euro. Dat is dus wel een vrij stevige prijs voor een museumbezoek, maar als je het rustig aan doet, kan je hier letterlijk uren ronddwalen. Veel heeft te maken met de audiogids die ongeveer even groot is als een smartphone. Ongeveer 1200 muziekinstrumenten zijn in de collectie opgenomen waarvan tweehonderd voorzien zijn met een muziekfragment. Je typt een nummer in dat overeenkomt met het desbetreffende instrument en je krijgt meteen een fragment te horen hoe het instrument in kwestie klinkt. Af en toe staat er ook wat extra uitleg bij in tekstvorm en heel sporadisch is er een beeldfragment. Toch moet ik zeggen dat het informatieve aspect toch wel het zwaktebod is van het MIM. Er staan wel regelmatig panelen die meer info geven, maar graag had ik toch wat meer info gehad bij de audiogids zelf. 

Vier verdiepingen
Het museum telt vier verdiepingen dat begint bij de kelderverdieping en verder gaat tot de tweede verdieping. In de kelder worden de mechanische instrumenten getoond en dit is wellicht de minst interessante etage van de vier. Dat is te wijten aan de geringe hoeveelheid instrumenten in vergelijking met de andere etages. Toch staan hier wel enkele interessante instrumenten die opvallen door hun grootte zoals onder andere enkele bellen en draaiorgels. Er wordt ook even kort stilgestaan bij de geschiedenis van beiaarden. De eerste elektronische instrumenten worden hier eveneens belicht, al heb ik hier persoonlijk weinig interesse voor. De eerste grammofoonspelers vind ik dan wel weer de moeite.  

Op het gelijkvloers worden de traditionele muziekinstrumenten getoond en op deze verdieping ben ik het langst gebleven. Het museum concentreert zich niet enkel op Europese of westerse muziek, maar de collectie bevat ook instrumenten uit Afrika, India, Korea, China, Tibet en andere landen. De westersgetinte instrumenten bezichtigen is uiteraard leuk, maar de echt leuke exemplaren komen toch uit de meer exotische landen omdat je daar als Europeaan toch vaak minder van kent. Vooral de snaarinstrumenten uit India kunnen me heel erg hard bekoren. Tijdens mijn bezoek wordt ook duidelijk hoe eurocentrisch de maatschappelijke visie over hedendaagse muziek is. Veel van de muziekinstrumenten die vroeger of nu populair zijn, vinden hun oorsprong in het oosten, zowel het nabije als verre oosten. Als Europeaan besef je dat echter nauwelijks.  

Bij de informatiepanelen wordt me ook duidelijk gemaakt hoe hard wij in vakjes denken. Er is namelijk ook een ruimte verzameling van doedelzakken en muziekinstrumenten die in dezelfde familie zitten. Bij een doedelzak denk ik onmiddellijk aan Schotland, maar het blijkt dat de instrument in quasi heel Europa werd en wordt gebruikt en ook in België erg populair is geweest. Het is dus geen traditioneel Schots instrument dat alleen daar wordt gebruikt. Met trommels, fluiten, blaaspijpen en een heleboel snaar- en blaasinstrumenten is het gelijkvloers misschien wel het koninginnennummer van het MIM. 

Adoph Sax
België heeft ook een bekende muziekuitvinder in zijn rangen: Adolphe Sax. Die krijgt een centraal plaatsje op de eerste verdieping en een heleboel van zijn instrumenten worden hier getoond. Mijn beeld dat Adolphe Sax een anoniem iemand was die op een zolderkamertje werkte aan innovatie mag meteen overboord gegooid worden. Sax was namelijk de zoon van een rijk industrieel en paste een wetenschappelijke methode toe om het beste van verschillende blaasinstrumenten te combineren en dit resulteerde uiteindelijk in de saxofoon. Adolphe Sax heeft echter tal van andere, nieuwe instrumenten vervaardigd, maar die hebben de tand des tijds niet overleefd. 

Op de eerste verdieping wordt ook even stilgestaan bij het maken van deze instrumenten. Zo vind je er korte filmpjes over het maken van bijvoorbeeld een viool. Een deel van de ruimte wordt ook gewijd aan de geschiedenis van muziek. Het blijkt dat hier een heleboel speculatie bijzit, want jammer genoeg zijn heel veel muziekinstrumenten verloren gegaan in de tijd. Dankzij schilderijen en tekeningen in boeken weten we hoe ze eruitzien, maar helaas zijn er geen werkende exemplaren overgebleven. Anders gezegd: we hebben eigenlijk geen idee hoe ze klinken. Klaarblijkelijk werd pas vanaf de Renaissance partituren bewaard waardoor ook een heleboel liederen en andere teksten voor eeuwig zijn verloren gegaan. 

Statige verdieping
Statig
, zo mag je de stijl van de tweede verdieping op z'n minst noemen. De ruimte heeft hier een meer open karakter en dat is te danken aan de vele piano's die hier staan. Deze verdieping staat namelijk in het teken van het klavier en daarin nemen de piano en - zijn voorganger - de klavecimbel een centrale plaats in. Er wordt hier ook aandacht geschonken aan snaarinstrumenten zoals de viool, maar het zijn toch de chique piano's die het meest in het oog springen. Vooral de vleugelpiano's en enkele varianten hierop weten me te imponeren. Het statige karakter van deze verdieping is niet alleen terug te vinden in de muziekinstrumenten, maar ook in de architectuur. 

Een ruimte vlakbij de ramen heeft namelijk de allure van een kleine balzaal met een prachtig versierd, wit plafond, lichtbruine parketvloer en fantastisch vormgegeven muren en ramen. De piano's die in een afgescheiden, glazen kooi zitten, zijn op dit moment slechts bijzaak. Nog meer dan de instrumenten is de architectuur hier de echte kunst. Dat instrumenten destijds ook als kunst werden beschouwd zie je aan de mooi beschilderde vleugels van vleugelpiano's of sierlijk afgewerkte blaasinstrumenten die voorzien zijn met ornamenten. Muziek was enkele eeuwen geleden vooral bestemd voor de kapitaalkrachtigen en dat zie je. 

Conclusie
Bijna vier uur lang heb ik door dit museum gedwaald en dat is echt wel lang. Er zijn echter weinig momenten waarop ik me heb verveeld. Het informatieve aspect laat te wensen over en de toegangsprijs ligt aan de vrij hoge kant. Dat zijn de enige twee negatieve aspecten die ik kan bedenken voor een museum dat hoog staat aangeschreven in wat het doet. Je hoeft echt geen muziekkenner te zijn om te genieten van dit museum, al is het soms wel mooi meegenomen. De ruime en vooral diverse collectie zal menig bezoeker kunnen boeien en met name de exotische instrumenten verdienen wat extra aandacht.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten