Dag 21 – Een stukje Japan in Argentinië
Het laatste deel van deze reis brengt ons naar de imposante watervallen van Iguazu, maar voor het zover is, maken we nog een noodzakelijke tussenstop in Buenos Aires. Er is namelijk geen rechtstreekse verbinding tussen Ushuaia en de watervallen en om het helse reisritme wat te temperen, is een verpozing in Buenos Aires leuk meegenomen. Of dat is althans de algemene gedachtengang, maar dat sentiment wordt niet door mij gedeeld. De eerste drie dagen in Buenos Aires had ik namelijk alles al gezien wat ik wilde zien en daardoor blijven de minder bekende trekpleisters nu voor mij over. Aangezien ik de stadsarchitectuur en monumenten grotendeels had gezien, kies ik nu voor een streepje groen: de Japanse tuin.
Op de reis was het tot dusver eigenlijk nog goed meegevallen qua regen – of beter het gebrek eraan – maar op deze ochtend zijn de weergoden wakker geschoten en valt de regen met bakken naar beneden uit de hemel. Het weerhoudt me er niet van om te voet naar de Japanse tuin te gaan, maar de wandeling van vijf kilometer wordt halverwege onderbroken bij een Starbucks om een regenpauze in te lassen. Na een half uurtje te drogen, stap ik terug de regenval in die gelukkig wat geminderd is. Door het regenachtige weer zijn er wel erg weinig bezoekers bij de Japane tuin.
Ik heb al eerder de Japanse tuin in Hasselt een aantal keer bezocht en de Argentijnse variant gaf me een behoorlijk groot déjà-vu gehalte want alle Japanse tuinen volgen min of meer dezelfde regels. Water heeft namelijk een centrale rol in deze tuinen en je vindt geheid ergens wel een klein watervalletje met een aantal bruggen. Een Japanse tuin is meestal ook zo vormgegeven dat je niet de hele tuin in één oogopslag kan waarnemen. Ook bij de Japanse tuin in Buenos Aires is dit allemaal wel het geval. Het ziet er allemaal mooi uit, maar het mist wat mij betreft wel een stukje ziel. Het is een beetje te klinisch en onpersoonlijk. Bovendien is deze Japanse tuin wel erg klein en ik heb er een uurtje in gedwaald en dat met een ontzettend traag tempo.
In de terugweg naar het hotel beland ik bij de Avenida San Martin wat één van de hoofdstraten is van Buenos Aires. Hier vind je verschillende pleintjes die genoemd zijn naar landen waaronder Plaza Belgica en zie je sommige van de meer indrukwekkende gebouwen van de stad der gunstige winden. Het beroemdste gebouw is zonder twijfel Teatro Colon wat één van de indrukwekkendste operagebouwen ter wereld is. Een rondleiding was niet meteen een optie en daarom kon ik het gebouw enkel van buiten bewonderen. De klassieke architectuur van het gebouw leidt onder de ouderdom van het gebouw dat de tand des tijds begint te voelen. De echte pracht en praal van Teatro Colon zit dus binnen, maar dat was dus deze keer niet voor mijn ogen bedoeld. In de namiddag kuier ik langzaam naar het hotel.
Dag 22 – Uitstel is geen afstel
De watervallen van Iguazu zijn een hoogtepunt voor veel deelnemers van deze Djoser-reis en ik moet wel stiekem bekennen dat hun enthousiasme aanstekelijk werkt. De watervallen van Iguazu zijn namelijk uniek in hun soort. Deze watervallen bevinden zich in een drielandenpunt tussen Argentinië, Brazilië en Paraguay en zijn 2,7 km breed en kunnen tot tachtig meter naar beneden gaan. Daarmee zijn deze watervallen niet de grootste ter wereld, maar wel de breedste en bovendien bevinden deze watervallen zich in een tropisch regenwoud waardoor er een groot contrast te zien is met de natuur van Patagonië. Wie zou hier dus niet enthousiast van worden?
Argentijnse luchtvaartmaatschappijen misschien, want tijdens de ochtend krijgen we plots te horen dat onze vlucht is geannuleerd en het merendeel van de reizigersgroep moet een vlucht nemen om 14u00. Dat betekent dus de bagage gaan ophalen, opnieuw inchecken en terug door de security check. Op de luchthaven zelf dood ik de tijd door een kopje koffie te nemen. Na een paar uur extra wachten, komen we uiteindelijk in de luchthaven van Iguazu aan en meteen valt de drukkende warmte op. Een broeierige wind verraadt onmiddellijk dat het hier een stuk warmer is dan Patagonië. Als er dan een bui valt, geldt dit eerder als een verkwikkende douche dan een onwelgekomen regenpartij.
Door de late vlucht komen we pas rond 17u aan bij het hotel, maar wat is dit een imposant complex. Het hotel bestaat eigenlijk uit verschillende gebouwen die nog het meest gelijken op hacienda’s en één hotelkamer is zo groot als een klein appartement. Bovendien is het hotel uitgerust met een klein zwembad dat gretig in gebruik wordt genomen na deze turbulente dag. Kers op de taart is dat het hotel eveneens is voorzien met een klein dierenpark waaronder een aquarium, een vlindertuin en verscheidene dieren waaronder een metersgrote alligator die helaas opgesloten zit in een veel te kleine ruimte. Dit biedt voor mij ’s avonds een mooie gelegenheid om mijn vaardigheden als beginnende fotograaf verder in te oefenen. De vlinders zijn namelijk een mooie opportuniteit om macrofoto’s te nemen.
Bij het avondeten maken we andermaal kennis met de grilligheid van de Argentijnse piloten, want plots horen we dat alle Argentijnse piloten op binnenlandse vluchten twee dagen gaan staken omdat ze willen vermijden dat hun beroep wordt opengesteld voor buitenlandse piloten. Dit impliceert dat dag 24 grotendeels in rook zou opgaan in een busreis terug naar Buenos Aires en dat maakt een groot deel van de groep vrij zenuwachtig. Maar gelukkig wordt de soep nooit zo warm gegeten als ze wordt opgediend.
Dag 23 – De Argentijnse zijde van de watervallen
Bij het krieken van de dag blijkt namelijk dat de stakingsaanzegging van de Argentijnse piloten is weg onderhandeld waardoor iedereen terug over een gerust gemoed beschikt voor de rest van de reis. De bustocht naar het nationale park aan Argentijnse zijde verloopt vrij vlot, maar er staan wel enorm veel mensen aan te schuiven. De watervallen vormen een natuurlijke grens en vandaag zien we de Argentijnse zijde. Hier bevindt zich het leeuwendeel van het overgebleven regenwoud en vind je ook Gargante do Diablo terug (Duivelskeel in het Nederlands). Dit is het punt waar negen grote watervallen samenkomen op één punt en als de attractiepleister van de watervallen wordt beschouwd. De Braziliaanse zijde biedt dan weer een mooier overzicht en panorama van de verscheidene watervallen, maar dit is gereserveerd voor de dag erna.
Bij het nationale park is er een klein bezoekerscentrum waar info wordt gegeven over deze plek en de historiek. Je leert over de eerste westerlingen die trachtten om indianen te bekeren tot het christendom en ook over de droogte die hier soms kan heersen. De Iguazu-rivier wordt namelijk gevoed door regenwater en bij een lange droogte kan de rivier verdwijnen waardoor er logischerwijze ook geen watervallen te zien zijn. Daarna wachten we op een treintje dat een ecologisch antwoord biedt op het vervoer tussen verschillende plekken in dit park. Onderweg zien we enkele vogels waaronder enkele exemplaren die zo goed verstopt zijn dat ik ze zelfs niet kan zien als ik er bijna letterlijk naast sta.
Eén zekerheid heb je op deze plek wel: je wordt gegarandeerd nat. En dat is zeker het geval bij een boottocht met een speedboot die met een denderend ritme langs en zelfs door de watervallen vaart. Bij deze tocht varen we langs enkele watervallen die niet heel erg breed of hoog zijn, maar zelfs dan merk je hoe krachtig het bovenliggende water naar beneden valt. Er is een imposant gordijn van nevel, maar ook het oorverdovende gekletter van het neervallende water. Dat weerhoudt men er niet van om de boten zelfs rakelings door de watervallen te varen en doet je zo in Bobbejaanland wanen!
De rest van de namiddag is weggelegd voor een bezoek aan de verscheidene watervallen langs een houten wandelpad en als pièce de résistance de Gargante do Diablo. De watervallen zijn stuk voor stuk zo indrukwekkend dat ik die dag honderden foto’s heb genomen. Elke keer is er wel weer een gelegenheid om een mooie foto te nemen. Soms zie ik een regenboog, daarna zelfs een dubbele regenboog of beland ik bij een platform waar je een prachtig 360 graden beeld hebt over de rivier en een aantal watervallen. Het weer begint op dit punt wat wisselvallig te worden met wat regen, maar dat mag de pret niet drukken. Het laatste bezoek van de dag is dus aan Gargante do Diablo, maar dat was voor mij een (heel) kleine anti-climax. De plek zelf is meer dan indrukwekkend met een ongelofelijk zicht op de negen hoge watervallen, maar het is er ook zo druk dat het ten koste gaat van de ervaring. Iedereen duwt iedereen weg voor die ene spectaculaire foto of wil de perfecte selfie nemen wat in deze omstandigheden een quasi onmogelijke opgave is. Toch kan ik desondanks de situatie genieten van dit indrukwekkende zicht en is deze dag uitgegroeid tot één van de mooiste dagen van de gehele reis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten