Zondag 6 oktober
Op deze reis zijn er maar liefst vier binnenlandse vluchten en op dag negen staat al nummer twee van deze reeks binnenlandse vluchten gepland. Daarom geldt deze dag een beetje als een overgangsdag. De vlucht staat geprogrammeerd in de late ochtend zodat we kunnen genieten van een lange ochtend. In theorie toch, want in praktijk gaat in Australië op deze dag het winteruur over naar zomeruur waardoor we een uur verliezen en daar gaat dus het extra uur uitslaaptijd. Ik had echter niks gepland om in Hobart te bezoeken, dus neem ik dankbaar gebruik van de vrije ochtend om uitvoerig te ontbijten en om op het gemak mijn koffer in te pakken.
De vlucht zelf verloopt vlekkeloos en om twee uur 's namiddags staan we terug op Australisch vasteland (bestaat zoiets trouwens?) in Melbourne en kunnen we de megahit Busje komt zo van Höllenboer uitgebreid oefenen. De bus laat namelijk op zich wachten, en wachten, en wachten. Na ruim een uur wachten, zien we eindelijk een bus komen en die brengt ons naar het hotel in het hartje van Melbourne. Dat betekent dat ik nog de avond vrij heb om de eerste hoofdstad van Australië onveilig te maken en dat doe ik met mijn fototoestel. Op Wikiloc heb ik een wandeling gevonden van ongeveer zeven kilometer die me langs de voornaamste trekpleisters van Melbourne brengt zoals Federation Square, Flinders Street Station, China Town en enkele fraaie winkelgalerijen.
Wat me hier ook opvalt is dat - net zoals bij Sydney - de stad een potpourri van diverse stijlen kent, maar toch net wat minder erg dan bij de eeuwige concurrent. Ik vind het een tikkeltje minder chaotisch - om het woord wansmakelijk niet te gebruiken. Ook de hoogbouw in het centrum valt op door zijn moderne architectuur. Het fotografierondje wordt in de vroege avond afgerond op een vrij relaxte dag.
Maandag 7 oktober
Met een volledig vrije dag in Sydney zijn de mogelijkheden legio, maar de meesten van het reisgezelschap opteren voor een fietstour door Melbourne. Om daar te geraken, moeten we eerst de tram nemen om naar een buitenwijk van Mebourne af te zakken waar een fietsenverhuur zich wel heel erg dicht bij een lawaaierig treinspoor bevindt. Binnen is het echter een stuk rustiger en het is ook de ideale schuilplaats om de regen te ontlopen. Wanneer iedereen op zijn stalen ros is gezadeld, kunnen we vertrekken, maar na een tweehonderd meter houden we al meteen halt. De Australische gids vertelt hier uitgebreid over hoe de Aboriginals in symbiose met de natuur leefden en dat dit vervolgens door de eerste Britse kolonisten vakkundig werd vernietigd. En met uitgebreid, bedoel ik eigenlijk te lang. Zijn uitleg over hoe de rivier Yarra en plaatselijke waterval een levensader was voor de Aboriginals duurt en blijft maar duren. Maar eerlijk: het is wel erg leerzaam en interessant.
Zo kom ik te weten dat de Britten deze waterval hebben weggeruimd om hun schepen te verplaatsen op de Yarra, maar dit leidde wel tot bezoedeling van het zoute én zoete water waardoor al het leven in de rivier tot quasi nul werd herleid. Het is eveneens een spiegel voor wat er vandaag de dag gebeurt op het gebied van ecologie... De fietstour gaat verder langs de The Shrine Of Remembrance, een gebouw ter ere van de gesneuvelde ANZAC-soldaten. Ook de botanische tuinen, een complex met diverse stadions - waar onder andere de Australian Open wordt gespeeld - passeren de revue. Na een kleine pauze trekken we de binnenstad in waar we een tijdje naast de Yarra rijden. Hier vallen vooral de pollen op, want de gehele rennersgilde is aan het niezen gegaan dat het een lieve lust is, inclusief mezelf. Als we terug rijden naar de fietsenverhuur staat er vijftien kilometer op de teller en zijn we bijna vier uur onderweg geweest. Van Melbourne ben ik eerlijk gezegd niet zo onder de indruk, maar van de vertelkwaliteiten van de gids des te meer. Dit was toch wel een geschiedenis met een zwart randje.
In de namiddag besluit ik dat het tijd is om mijn gehalte cultuur te verhogen en dat doe ik samen met Anke, Roel, Kim en Robin. We gaan gezamenlijk naar het Melbourne Museum waar we al eerder passeerden met de fietstour. De meeste musea in Australië zijn gratis, maar de kapitalistische zwijnen van dit museum denken er anders over en we moeten vijftien dollar inkom betalen, overigens nog altijd een schappelijk tarief. Het museum is groot en bestaat uit diverse thema's: dinosaurussen, insecten, de geschiedenis van Melbourne en - mijn persoonlijke favoriet - hoe Aboriginals samenleefden met blanken. Het is dus een ratjetoe van diverse expo's en gaat dus over alles en niks. Het is een patroon dat ik bij toekomstige museumbezoeken in Australië ook vaststel. Ik vind het allemaal interessant, maar ik mis toch wel beetje een interactieve toets. Het wordt allemaal op een nogal droge manier gepresenteerd waardoor mijn interesse na twee uur toch wel een beetje wegebt. Een wel erg luide bel kondigt om kwart voor vijf aan dat het museum gaat sluiten en daar ben ik eerlijk gezegd niet rouwig om. Het geeuwen staat me namelijk meer nader dan eender welke andere gezichtsexpressie. Een interessante dag dus, maar Melbourne zal niet in mijn geschiedenisboeken komen als mooiste stad ooit.
Dinsdag 8 oktober
Het echte reizen kan vanaf vandaag beginnen en dat doe ik met de Great Ocean Road. Dit is een kustweg die 243 kilometer lang is en in de jaren dertig van de vorige eeuw werd aangelegd door de veteranen van Wereldoorlog I als eerbetoon aan hun gesneuvelde kameraden. Deze kustweg heet één van de mooiste autowegen ter wereld te zijn en als je de spectaculaire stranden en kliffen naast deze weg ziet, weet je al snel waarom. Chapman's Peak Drive nabij Kaapstad vind ik een tikkeltje pittoresker, maar de Great Ocean Road is een mooie tweede.
Af en toe houden we ook halt om een stop te doen. Het begin van de weg waarbij een ietwat kitscherige boog het begin van de Great Ocean Road aankondigt, is weinig spannend. Ook de volgende stop waarbij we een koffiepauze houden, weet de zintuigen weinig te prikkelen. Hier gaan we op zoek naar een koala, maar een zoekpoging van een dertigtal minuten levert geen resultaat op. De volgende stop is echter wel zinnenprikkelend. We stoppen namelijk bij de 12 Apostles, dit zijn reusachtige kalkstenen rotsformaties die uit de oceaan oprijzen. Door de wind gebeeldhouwd hebben deze torenrotsen een opmerkelijke stijl en in combinatie met de blauwe oceaan zorgt dit voor mooie fotomomenten. De naam heeft overigens niks te maken met het aantal rotsen, want dit zijn er slechts zeven nadat nummer acht in 2005 tegen de vlakte ging.
De tweede stop moet niet onder doen qua natuurpracht, want ook Loch Ard Gorge is een fraai stukje natuurarchitectuur. Deze plaats is vernoemd naar het schip Loch Ard dat hier ten onder ging en waarvan slechts twee bemanningsleden het overleefden. Deze kleine baai is bijzonder omdat het omgeven is door hoge kliffen waar zich een kleine inham schuilhoudt dat leidt tot een zandstrand. De trappen naar dit zandstrand zijn rijp voor de sloophamer, maar ook zonder een strandwandeling kan ik de pracht van deze omgeving waarderen. De meest spectaculaire klif is toch wel The Razorback, een rechthoekige klif die zich diep in de oceaan heeft genesteld. Het is moeilijk te geloven dat deze stevige rotsblok ooit vele malen groter was, maar door miljoenen jaren erosie is het zandsteen weg espoeld waardoor enkel het huidige rotsmassief overblijft, en dat is nog steeds indrukwekkend. Als elke reisdag wordt opgeleukt met dergelijke uitstappen, ben ik een gelukkige reiziger!
Woensdag 9 oktober
Hoewel deze dag in de reisomschrijving staat vermeld als een pendeldag kent deze dag een vrij actief karakter. Bij Tower Hill mogen de beenspieren al ingesmeerd worden voor een wandellus van 2,5 kilometer. Dit natuurreservaat wordt beheerd door Aboriginals en wordt gekenmerkt door twee kratermeren. Nog meer bijzonder dan het landschap zijn echter de dieren die we hier aantreffen. We zijn nauwelijks het bezoekerscentrum voorbij en we zien meteen waarom: een koala hangt vrolijk in het kruin van een boom. De dag kan al niet meer kapot! Bij de vroege ochtendwandeling krijgen we nog meer dieren te zien, waaronder kangoeroes en wallaby's. Je moet echter wel geluk hebben om voorop te lopen, want de schuwe beestjes verdwijnen met de noorderzon als een volledige horde toeristen hen op de hielen zit.
Bij een kleinere wandeling gaan we langs een fabelachtig mooi moeras waar een plankenpad overloopt. Hier zien we minder wildlife, hoewel een slang - uiterst giftig uiteraard - wel van de partij is. Het mooiste moment van Tower Hill is voorbehouden voor het einde wanneer we een koala van de ene boom naar de andere zien rennen. Die andere boom is overigens een uitvergrote versie van een tandenstoker en dus niet de beste keuze om in te verblijven. Dat realiseert de drop bear ook en via een tak verplaatst hij zich naar een andere boom waar meer voedsel valt te rapen.
Na een busrit van 2,5 uur is het tijd om een ander natuurreservaat te verkennen, The Grampians. Zo genoemd naar het gelijkaardige gebied in Schotland, maar de rotsen en zandstenen hier doen me toch weinig mijmeren aan de Schotse hooglanden. Ik denk dus dat de Britse kolonisten van destijds vooral over heel veel fantasie beschikten. Die fantasie wordt ook aangesproken om de naam te geven aan de plaatselijke kloof: Grand Canyon. Gedurende een kilometer wandel ik door een mooie kloof waar een pittoreske kreek naar beneden stroomt langs keien en rotsen in een prachtig decor, maar het enige waar deze canyon groots in is, is in haar schoonheid. Wanneer ik boven ben bij deze kleine kloof, trek ik er alleen op uit om me aan een klim te wagen van een dikke 250 meter. Na Mount Amos te hebben overwonnen, verwacht ik dit op automatische piloot te kunnen doen, maar dat is toch de waarheid geweld aan doen.
Eerder onverwacht zitten er toch wat technischere secties bij de tocht naar boven en bovendien is het soms zoeken naar het juiste pad. Met behulp van Wikiloc - mijn vaste app om te wandelen - loop ik nooit ver verloren en zo haal ik toch vlot de top. Hier neem ik de obligate panoramafoto's en ik kijk verbaasd op als ik Vlaams hoor. Ik sla een klein babbeltje met mijn landgenoten en daarna rust ik bij een rots om me het laatste restje schaduw op deze plek toe te eigenen. In de brandende zon is dat namelijk een erg gewilde exclusiviteit! Samen met de rest van de groep begin ik ontspannen aan de afdaling en die verloopt toch wel wat vlotter dan de klim. Onderweg stop ik nog even bij een waterval en zijn er nog enkele grotten waarbij de echo zeker eens uitgetest moet worden. Dit is niet de mooiste wandeling van de reis, maar samen met Tower Hill levert het wel een fantastische ervaring op.