dinsdag 29 oktober 2024

Reisverslag Australië deel drie: onderweg op de Great Ocean Road

Zondag 6 oktober
Op deze reis zijn er maar liefst vier binnenlandse vluchten en op dag negen staat al nummer twee van deze reeks binnenlandse vluchten gepland. Daarom geldt deze dag een beetje als een overgangsdag. De vlucht staat geprogrammeerd in de late ochtend zodat we kunnen genieten van een lange ochtend. In theorie toch, want in praktijk gaat in Australië op deze dag het winteruur over naar zomeruur waardoor we een uur verliezen en daar gaat dus het extra uur uitslaaptijd. Ik had echter niks gepland om in Hobart te bezoeken, dus neem ik dankbaar gebruik van de vrije ochtend om uitvoerig te ontbijten en om op het gemak mijn koffer in te pakken. 

De vlucht zelf verloopt vlekkeloos en om twee uur 's namiddags staan we terug op Australisch vasteland (bestaat zoiets trouwens?) in Melbourne en kunnen we de megahit Busje komt zo van Höllenboer uitgebreid oefenen. De bus laat namelijk op zich wachten, en wachten, en wachten. Na ruim een uur wachten, zien we eindelijk een bus komen en die brengt ons naar het hotel in het hartje van Melbourne. Dat betekent dat ik nog de avond vrij heb om de eerste hoofdstad van Australië onveilig te maken en dat doe ik met mijn fototoestel. Op Wikiloc heb ik een wandeling gevonden van ongeveer zeven kilometer die me langs de voornaamste trekpleisters van Melbourne brengt zoals Federation Square, Flinders Street Station, China Town en enkele fraaie winkelgalerijen. 

Wat me hier ook opvalt is dat - net zoals bij Sydney - de stad een potpourri van diverse stijlen kent, maar toch net wat minder erg dan bij de eeuwige concurrent. Ik vind het een tikkeltje minder chaotisch - om het woord wansmakelijk niet te gebruiken. Ook de hoogbouw in het centrum valt op door zijn moderne architectuur. Het fotografierondje wordt in de vroege avond afgerond op een vrij relaxte dag.   

Maandag 7 oktober
Met een volledig vrije dag in Sydney zijn de mogelijkheden legio, maar de meesten van het reisgezelschap opteren voor een fietstour door Melbourne. Om daar te geraken, moeten we eerst de tram nemen om naar een buitenwijk van Mebourne af te zakken waar een fietsenverhuur zich wel heel erg dicht bij een lawaaierig treinspoor bevindt. Binnen is het echter een stuk rustiger en het is ook de ideale schuilplaats om de regen te ontlopen. Wanneer iedereen op zijn stalen ros is gezadeld, kunnen we vertrekken, maar na een tweehonderd meter houden we al meteen halt. De Australische gids vertelt hier uitgebreid over hoe de Aboriginals in symbiose met de natuur leefden en dat dit vervolgens door de eerste Britse kolonisten vakkundig werd vernietigd. En met uitgebreid, bedoel ik eigenlijk te lang. Zijn uitleg over hoe de rivier Yarra en plaatselijke waterval een levensader was voor de Aboriginals duurt en blijft maar duren. Maar eerlijk: het is wel erg leerzaam en interessant. 

Zo kom ik te weten dat de Britten deze waterval hebben weggeruimd om hun schepen te verplaatsen op de Yarra, maar dit leidde wel tot bezoedeling van het zoute én zoete water waardoor al het leven in de rivier tot quasi nul werd herleid. Het is eveneens een spiegel voor wat er vandaag de dag gebeurt op het gebied van ecologie...   De fietstour gaat verder langs de The Shrine Of Remembrance, een gebouw ter ere van de gesneuvelde ANZAC-soldaten. Ook de botanische tuinen, een complex met diverse stadions - waar onder andere de Australian Open wordt gespeeld - passeren de revue. Na een kleine pauze trekken we de binnenstad in waar we een tijdje naast de Yarra rijden. Hier vallen vooral de pollen op, want de gehele rennersgilde is aan het niezen gegaan dat het een lieve lust is, inclusief mezelf. Als we terug rijden naar de fietsenverhuur staat er vijftien kilometer op de teller en zijn we bijna vier uur onderweg geweest. Van Melbourne ben ik eerlijk gezegd niet zo onder de indruk, maar van de vertelkwaliteiten van de gids des te meer. Dit was toch wel een geschiedenis met een zwart randje. 

In de namiddag besluit ik dat het tijd is om mijn gehalte cultuur te verhogen en dat doe ik samen met Anke, Roel, Kim en Robin. We gaan gezamenlijk naar het Melbourne Museum waar we al eerder passeerden met de fietstour. De meeste musea in Australië zijn gratis, maar de kapitalistische zwijnen van dit museum denken er anders over en we moeten vijftien dollar inkom betalen, overigens nog altijd een schappelijk tarief. Het museum is groot en bestaat uit diverse thema's: dinosaurussen, insecten, de geschiedenis van Melbourne en - mijn persoonlijke favoriet - hoe Aboriginals samenleefden met blanken. Het is dus een ratjetoe van diverse expo's en gaat dus over alles en niks. Het is een patroon dat ik bij toekomstige museumbezoeken in Australië ook vaststel. Ik vind het allemaal interessant, maar ik mis toch wel beetje een interactieve toets. Het wordt allemaal op een nogal droge manier gepresenteerd waardoor mijn interesse na twee uur toch wel een beetje wegebt. Een wel erg luide bel kondigt om kwart voor vijf aan dat het museum gaat sluiten en daar ben ik eerlijk gezegd niet rouwig om. Het geeuwen staat me namelijk meer nader dan eender welke andere gezichtsexpressie. Een interessante dag dus, maar Melbourne zal niet in mijn geschiedenisboeken komen als mooiste stad ooit. 

Dinsdag 8 oktober
Het echte reizen kan vanaf vandaag beginnen en dat doe ik met de Great Ocean Road. Dit is een kustweg die 243 kilometer lang is en in de jaren dertig van de vorige eeuw werd aangelegd door de veteranen van Wereldoorlog I als eerbetoon aan hun gesneuvelde kameraden. Deze kustweg heet één van de mooiste autowegen ter wereld te zijn en als je de spectaculaire stranden en kliffen naast deze weg ziet, weet je al snel waarom. Chapman's Peak Drive nabij Kaapstad vind ik een tikkeltje pittoresker, maar de Great Ocean Road is een mooie tweede. 

Af en toe houden we ook halt om een stop te doen. Het begin van de weg waarbij een ietwat kitscherige boog het begin van de Great Ocean Road aankondigt, is weinig spannend. Ook de volgende stop waarbij we een koffiepauze houden, weet de zintuigen weinig te prikkelen. Hier gaan we op zoek naar een koala, maar een zoekpoging van een dertigtal minuten levert geen resultaat op. De volgende stop is echter wel zinnenprikkelend. We stoppen namelijk bij de 12 Apostles, dit zijn reusachtige kalkstenen rotsformaties die uit de oceaan oprijzen. Door de wind gebeeldhouwd hebben deze torenrotsen een opmerkelijke stijl en in combinatie met de blauwe oceaan zorgt dit voor mooie fotomomenten. De naam heeft overigens niks te maken met het aantal rotsen, want dit zijn er slechts zeven nadat nummer acht in 2005 tegen de vlakte ging. 

De tweede stop moet niet onder doen qua natuurpracht, want ook Loch Ard Gorge is een fraai stukje natuurarchitectuur. Deze plaats is vernoemd naar het schip Loch Ard dat hier ten onder ging en waarvan slechts twee bemanningsleden het overleefden. Deze kleine baai is bijzonder omdat het omgeven is door hoge kliffen waar zich een kleine inham schuilhoudt dat leidt tot een zandstrand. De trappen naar dit zandstrand zijn rijp voor de sloophamer, maar ook zonder een strandwandeling kan ik de pracht van deze omgeving waarderen. De meest spectaculaire klif is toch wel The Razorback, een rechthoekige klif die zich diep in de oceaan heeft genesteld. Het is moeilijk te geloven dat deze stevige rotsblok ooit vele malen groter was, maar door miljoenen jaren erosie is het zandsteen weg espoeld waardoor enkel het huidige rotsmassief overblijft, en dat is nog steeds indrukwekkend. Als elke reisdag wordt opgeleukt met dergelijke uitstappen, ben ik een gelukkige reiziger!  

Woensdag 9 oktober
Hoewel deze dag in de reisomschrijving staat vermeld als een pendeldag kent deze dag een vrij actief karakter. Bij Tower Hill mogen de beenspieren al ingesmeerd worden voor een wandellus van 2,5 kilometer. Dit natuurreservaat wordt beheerd door Aboriginals en wordt gekenmerkt door twee kratermeren. Nog meer bijzonder dan het landschap zijn echter de dieren die we hier aantreffen. We zijn nauwelijks het bezoekerscentrum voorbij en we zien meteen waarom: een koala hangt vrolijk in het kruin van een boom. De dag kan al niet meer kapot! Bij de vroege ochtendwandeling krijgen we nog meer dieren te zien, waaronder kangoeroes en wallaby's. Je moet echter wel geluk hebben om voorop te lopen, want de schuwe beestjes verdwijnen met de noorderzon als een volledige horde toeristen hen op de hielen zit. 

Bij een kleinere wandeling gaan we langs een fabelachtig mooi moeras waar een plankenpad overloopt. Hier zien we minder wildlife, hoewel een slang - uiterst giftig uiteraard - wel van de partij is. Het mooiste moment van Tower Hill is voorbehouden voor het einde wanneer we een koala van de ene boom naar de andere zien rennen. Die andere boom is overigens een uitvergrote versie van een tandenstoker en dus niet de beste keuze om in te verblijven. Dat realiseert de drop bear ook en via een tak verplaatst hij zich naar een andere boom waar meer voedsel valt te rapen. 

Na een busrit van 2,5 uur is het tijd om een ander natuurreservaat te verkennen, The Grampians. Zo genoemd naar het gelijkaardige gebied in Schotland, maar de rotsen en zandstenen hier doen me toch weinig mijmeren aan de Schotse hooglanden. Ik denk dus dat de Britse kolonisten van destijds vooral over heel veel fantasie beschikten. Die fantasie wordt ook aangesproken om de naam te geven aan de plaatselijke kloof: Grand Canyon. Gedurende een kilometer wandel ik door een mooie kloof waar een pittoreske kreek naar beneden stroomt langs keien en rotsen in een prachtig decor, maar het enige waar deze canyon groots in is, is in haar schoonheid. Wanneer ik boven ben bij deze kleine kloof, trek ik er alleen op uit om me aan een klim te wagen van een dikke 250 meter. Na Mount Amos te hebben overwonnen, verwacht ik dit op automatische piloot te kunnen doen, maar dat is toch de waarheid geweld aan doen. 

Eerder onverwacht zitten er toch wat technischere secties bij de tocht naar boven en bovendien is het soms zoeken naar het juiste pad. Met behulp van Wikiloc - mijn vaste app om te wandelen - loop ik nooit ver verloren en zo haal ik toch vlot de top. Hier neem ik de obligate panoramafoto's en ik kijk verbaasd op als ik Vlaams hoor. Ik sla een klein babbeltje met mijn landgenoten en daarna rust ik bij een rots om me het laatste restje schaduw op deze plek toe te eigenen. In de brandende zon is dat namelijk een erg gewilde exclusiviteit! Samen met de rest van de groep begin ik ontspannen aan de afdaling en die verloopt toch wel wat vlotter dan de klim. Onderweg stop ik nog even bij een waterval en zijn er nog enkele grotten waarbij de echo zeker eens uitgetest moet worden. Dit is niet de mooiste wandeling van de reis, maar samen met Tower Hill levert het wel een fantastische ervaring op.    

maandag 28 oktober 2024

Reisverslag Australië deel twee: rotsen en stranden in Tasmanië

Donderdag 3 oktober
Dat deze trip een reis is en geen vakantie blijkt al gauw op deze dag. Op het onzalige uur van kwart voor vijf roept de wekker van mijn telefoon me uit het bed en mag ik ruim twee uur later het vliegtuig nemen naar Tasmanië. Reisbegeleider Maarten waarschuwt ons nog voor een secure security check, maar ook in Tasmanië schittert die in afwezigheid. Dat betekent dat we weinig tijd verliezen en onze buschauffeur Peter wacht ons met een stralende glimlach op. Om tien uur zitten we al in de bus voor een ritje naar Wineglass Bay in het Freycinet National Park. Deze schilderachtige baai kenmerkt zich door het parelwitte zand en heldere blauwe, water. Maar het kan altijd avontuurlijker! In de hand-outs die we op voorhand hebben gekregen wordt het nabije Mount Amos omschreven als een moeilijke wandeling, maar wel met het mooiste uitzicht over de baai. Deze woorden trekken onmiddellijk mijn aandacht en uiteraard moet ik deze wandeling doen. De andere reisgenoten zijn niet zo avontuurlijk aangelegd en ik moet het dus in mijn uppie doen. 

De wandeling begint vrij gemakkelijk met een aardenweg, maar na een halve kilometer verandert het pad in granieten rotsen. Eerst zijn dit rotsterrassen, maar gestaag wijzigt dit landschap naar een steenveld waar ik met handen en voeten omhoog moet klauteren. Bepaalde stukken zijn namelijk erg steil en ik help mezelf niet door af en toe een verkeerde richting in te slaan. Nochtans is de weg goed aangeduid met reflecterende pijltjes, maar in een reliëf dat ondergedompeld is met grote en kleine rotsen zijn de pijltjes soms goed verborgen als je per ongeluk afdwaalt. Wanneer ik voor 75% boven ben, tart ik mijn geluk. In een opengesteld terrein waait de wind wel erg hard en het steile graniet noopt me ertoe aan om met handen en voeten over deze rotsen te kruipen. Ik let echter niet goed op en in één vlotte beweging slaag ik er in om de bril van mijn neus te duwen door een struik die ik niet zie. Tak, tak, tak, plof! Dat zegt mijn bril nadat die van mijn snoet is verdwenen en ik besluit dat ik een duik naar de vergetelheid beneden niet onmiddellijk aan mij is besteed. Ik ga dus rustig verder, al doet de felle wind wel heel erg haar best om me van het tegendeel te overtuigen. 

De aanhouder wint en uiteindelijk beland ik - zonder bril dus - toch boven, al is het even zoeken naar de top. Het uitzicht is inderdaad prachtig: het helderblauwe water kan je op grotere hoogte toch meer appreciëren. Zeker als er zich op de achtergrond er een fraai gebergte in de wolken bevindt dat mooi contrasteert met het blauwe oppervlak van de baai. Maar als ik dit vergelijk met bijvoorbeeld het uitzicht van Roy's Peak in Nieuw-Zeeland weet ik dat het nog altijd beter kan. Maar de reis is belangrijker dan de bestemming en dat geldt voor deze wandeling eveneens. Na een pauze van ongeveer een kwartier vat ik de daling aan en die verloopt verbazend goed. Nu kan ik pas helemaal de curieuze vormen van de granieten rotsen waarderen, want daar zitten een paar hoogst opmerkelijke exemplaren bij. Bij de steile afdaling gebruik ik de granieten rotsen als glijbaan en dat gaat ten koste van mijn trekkingsbroek. Letterlijk, want ik word later geattendeerd op een enorme scheur ter hoogte van mijn achterwerk. Broek en bril moeten er dus aan geloven om al deze pracht te aanschouwen. Je moet er iets voor over hebben! 

Op de parking treffen we het allereerste Australische wildlife aan, een wallaby laat zich graag (?) fotograferen en trekt heel wat kijklustigen aan. Wanneer iedereen de obligate foto heeft kunnen nemen, is het tijd om naar Bicheno te rijden. Dit is een wat onooglijk plaatsje in Tasmanië waar ook een excursie vertrekt om Blauwe pinguïns te spotten. Ik heb deze beestjes echter al gezien in Nieuw-Zeeland en ik laat deze excursie dus aan mij voorbij gaan.    

Vrijdag 4 oktober
Het mag ook eens rustiger aan en vandaag is zo'n dag. Op een schappelijk uur van acht uur 's ochtends vertrekken we richting het fraaie Bay of Fires waar we anderhalf uur later arriveren. Het is niet zeker welk fenomeen de naam heeft gegeven aan deze baai, maar mogelijk zijn het de rotsen die bedekt zijn met rode korstmossen en daardoor - met wat verbeeldingskracht - over een vuurachtig uiterlijk beschikken. Deze fotogenieke baai moet door mij uiteraard op gevoelige plaat vastgelegd worden en dat doe ik zo uitgebreid dat de rest van het reisgezelschap al lang verder is gegaan. Wat verder bevindt er zich namelijk een groot zandstrand en op het einde van dit strand bevinden er zich fraaie rotsen die toch wat ontzagwekkender zijn dan de kleine rotsen die ik heb gefotografeerd. Dan moet er wel eerst twee kilometer zandstrand overwonnen worden en het mulle zand laat zich niet zo gemakkelijk bewandelen, merk ik. Maar om fraaie plaatjes te schieten, moet je toch wat over hebben!

Die fraaie foto's neem ik bij de wat grotere rotsen en ook de zee toont zich van zijn onrustigste kant. Voeg er nog een dramatische lucht aan toe en het fotoboek kan later weer verblijd worden met enkele mooie dramatisch uitziende landschapsfoto's. De terugweg langs het zandstrand weet me toch niet zo te bekoren en ik zie dat er een alternatief pad is dat zich bevindt tussen de baai en lagune wat door een uiterst klein duinenlandschap loopt. Als enige weet ik dit pad te ontwaren en wat ben ik blij dat ik dit paadje heb gevonden. Het landschap is toch wel een stuk mooier dan het monotone zandstrand met lage vegetatie, een lagune die populair is bij watervogels en uiteraard de duinen zelf. Dat betekent dat ik wat extra meters moet malen om terug tot bij de bus te komen, maar dat doe ik met veel plezier! 

Om half twaalf al zitten we in het plaatsje Saint-Helens om de inwendige mens te verwennen en de dreigende lucht is overgegaan in regen. We hebben echter weinig last van de zachte regen, want de busrit terug naar Hobart duurt maar liefst vier uur en die brengen we dus droog door. We bevinden ons op de autoweg tussen Launceston en Hobart en hier ontvouwt er zich een staalkaart van het Tasmaanse landschap voor ons uit: wijngaarden, heuvels, groene velden, bossen, stranden en af en toe ook duinen. Eén ding heeft het veranderlijke landschap wel gemeen: het ziet er bijna altijd groen uit! In de vroege avond arriveren we in Hobart, maar de fut om Hobart nog te verkennen, zit er bij mij niet meer in. 

Zaterdag 5 oktober
In mijn vorige blogpost zei ik dat ik spijt had van een excursie en dat is bij deze dag dus een feit. De dag begint echter voortreffelijk met een boottochtje in een fraaie baai nabij Port Arthur. Boottochtje is misschien wat betuttelend voor een wilde cruise op zee langs hoge staafvormige kliffen, bultruggen, imponerende zeegrotten en een kolonie van Nieuw-Zeelandse Zeeberen (long nosed fur seals). Kers op de taart is toch wel wanneer ik op een onbewaakt moment een grote bultrug met zijn zij uit het water zie springen. Ik ben vijf jaar geleden in Antarctica geweest waar ik een heleboel van deze walvissen heb gezien, maar geen enkele keer heb ik ze zien breachen. In Australië kijk ik pardoes eens naar rechts en voilà: daar zie ik een walvis uit het water springen om met een enorme splash opnieuw in het sop te verdwijnen. Dat zijn toch onbetaalbare momenten die je als reiziger enorm koestert. 

Na het middageten volgt het tweede luik van deze excursie en ook het meest teleurstellende gedeelte van de dag en misschien wel de volledige reis: de Tasmanian Devil Unzoo. De opzet van dit dierenpark is nochtans nobel. Het wil namelijk komaf maken met de klassieke kooien van een dierentuin en de dieren in de eerste plaats vrij laten. Dat betekent dus grote, open vlaktes voor de diertjes. Of dat zou het in theorie moeten zijn. In praktijk huppelen de Tasmaanse Duivels die hier huizen nog altijd rond in kooien, al zijn de vertrekken van deze buideldieren wel een stuk groter dan in andere dierenparken. De handtamme wallaby's - die een grote, grote vlakte tot hun beschikking hebben - laten zich graag strelen en zijn absoluut niet bang van de bezoekers. Is dit wat men bedoelt met het principe van een unzoo? Ik heb er toch mijn twijfels bij... 

Ongeacht wat ik van de principes vind, stelt het park vooral teleur omdat er te weinig te zien en te beleven is. Er zijn een handvol dieren, maar toch een stuk minder dan wat er vrolijk op de reclamefolders wordt aangekondigd. Bovendien is het park vrij klein en heb ik het op een uurtje wel gezien. Dan ben ik toch jaloers op Robin die als enige van de reisgenoten naar de strafkolonie van Port Arthur is gegaan en daar een hele brok geschiedenis voor zijn kiezen heeft gekregen en eigenlijk tijd te kort kwam, terwijl ik me in de namiddag voornamelijk zat kapot te vervelen. Deze dag een teleurstelling noemen, gaat te ver omdat de boottocht echt wel leuk was, maar het moge duidelijk zijn dat het Unzoo-project veel te wensen overlaat.

zondag 27 oktober 2024

Reisverslag Australië deel één: natuur in Sydney

Zelfs toen ik jaren geleden nog geen affiniteit had met het maken van verre reizen, stond Australië geboekstaafd als één van mijn absolute droombestemmingen. De uitgestrektheid van het land, de afgelegen situering van de outback, het vreemde wereldje van flora en fauna dat je er vindt: er zijn 1001 redenen om van Australië te houden. Maar vreemd genoeg vervaagde die passie en maakte het plaats voor een andere gedachtegang: plaatsen zijn wel erg ver van elkaar gelegen, het grootste gedeelte van Australië bestaat uit woestijn en je moet toch wel erg veel tijd hebben om dit allemaal te bezoeken. 

Dit zorgde er dus voor dat Australië steeds verder weg zakte op mijn lijstje van te bezoeken landen, maar na mijn liefdesaffaire met Nieuw-Zeeland eerder dit jaar, werd Australië toch wel opnieuw een droombestemming. Een vrij complete route uitgestippeld door de Nederlandse reisorganisatie Sawadee bood een antwoord op mijn meeste bekommernissen en ik had dus geen excuses meer om niet te gaan. Dit is het relaas van een 29-dagende reis door het Rode Continent

Zaterdag 28 september en zondag 29 september
Opnieuw vlieg ik weer naar de andere kant van de wereld en dat betekent opnieuw een heleboel vlieguren, al valt het deze keer wat meer mee dan bij Nieuw-Zeeland. Een twintigtal uren in het vliegtuig is toch wel een stukje minder dan de vierentwintig bij Nieuw-Zeeland. De enige smet op het blazoen is de overstaptijd in Singapore waar er slechts één uur is voorzien om over te stappen op een toch wel grote luchthaven. De zenuwen staan helemaal gespannen wanneer blijkt dat het vliegtuig met een vertraging van één uur het luchtruim in gaat. Daar gaat de voorziene overstaptijd van één uur... Voor reisbegeleider Maarten is dit geen nieuw gegeven, want met vijftien jaar ervaring in de reissector en in een vorig leven nog actief als volleyballer, manager en militair weet hij wel wat er ons te wachten staat. In een aangemaakt WhatsAppgroepje heeft hij al enkele tips gegeven, mocht dit gebeuren. Waarschijnlijk staat er een persoon met een bordje naar welke gate je moet en zo geschiedt. In sneltreinvaart schiet ik naar de juiste gate en hier ontmoet ik de rest van de groep. 

Bij het inchecken heb ik namelijk rekening gehouden met dit doemscenario en heb ik een stoel gekozen die zich dichter bij de uitgang van het vliegtuig bevindt. Toch wel kostbare minuten die ik kan winnen, maar dat betekent wel dat ik niet gezellig bij de rest van deze negentienkoppige reisgroep zit. Achteraf blijkt het allemaal niet nodig te zijn, want ook de aansluitende vlucht heeft een vertraging van een half uur en iedereen lijkt gemakkelijk de juiste weg te vinden. Bij de tweede vlucht is de stress helemaal verdwenen, of toch niet helemaal. Ik weet bij mijn reis naar Nieuw-Zeeland van een tiental maanden geleden dat de security checks bijzonder streng zijn voor outdoorspullen en mijn wandelschoenen zijn toch niet honderd procent proper. Groot is mijn verbazing wanneer ik zonder boe of ba door de bio security check mag lopen. Bovendien is er dit maar één, terwijl dit bij Nieuw-Zeeland drie security scans waren. 

Op de tweede dag arriveren we 's avonds in Sydney en het blijkt dat het rond zes uur al donker is. Welkom bij onze tegenvoeters die nu dus naar de lente en zomer gaan! Het laatste wapenfeit van de dag is een gezellige kennismaking met de groep, maar vier personen geven verstek wegens een te intensieve dag. Bij de Australische pub maak ik ook meteen kennis met de Australische bierprijzen: tien Australische dollar voor een glaasje bier, of omgerekend zo'n zes euro. De alcoholische versnaperingen gaan dus eerder spaarzaam zijn de komende maand... Bij het pub food is dat zoals gebruikelijk niet het geval, want de bestelde gerechten zijn rijkelijk versierd met veel te grote hamburgers en frietjes. Een voorbode voor wat komen gaat!

Maandag 30 september
Op de eerste volledige dag in Sydney staat de ochtend in het teken van het vechten van een procedureslag. Maarten heeft namelijk een volledige waslijst van excursies beschikbaar en hij zou toch graag van iedereen zo snel mogelijk willen weten welke excursies ze wel of niet willen doen. Ook in Australië is het toeristisch seizoen volledig losgebarsten en dat betekent dat sommige excursies populair zijn en dan is het wel zo handig als je al een paar dagen op voorhand het exacte nummer van deelnemers kan doorgeven. Er is echter één technisch probleem: ik weet niet altijd wat een excursie inhoudt en met dit mankement word ik een paar dagen later met de neus op de feiten gedrukt. 

Na de administratieve rompslomp verzorgt Maarten een tour langs de grootste bezienswaardigheden in Sydney. Passeren onder andere de revue: Mrs Macquarie's Chair, Anzac Memorial, Hyde Park, Art Gallery of New South Wales, St Mary's Cathedral en uiteraard het Sydney Opera House. Een goed gevulde boterham waar vooral de - laat ik vriendelijk zijn - eclectische architectuurstijl in Sydneys centrum opvalt. Art deco wordt moeiteloos afgewisseld met Victoriaanse en Georgiaanse stijl terwijl ook moderne architectuur zijn plaatsje vindt in de skyline van Sydney. Dit culmineert uiteindelijk in een potpourri van diverse architectuurstijlen waar moeilijk een rode draad in te vinden is. De middagwandeling eindigt uiteindelijk bij The Rocks, het kloppend toeristisch hart van Sydney. 

De kleine wijzer heeft op de klok al de markering van twee uur overschreden wanneer ik 's namiddags er alleen op uittrek. Ik ga namelijk naar Bondi Beach waar ik de Coastal Walk tussen Bondi en Coogee wil doen. Deze staat ook op de planning voor morgen met de rest van de groep, maar de Australië-reisgids van ANWB beveelt deze route aan en ik ben er toch wel benieuwd naar. Een toch wat lange busrit brengt me naar Bondi Beach en ik ben lichtjes stomverbaasd wanneer ik uitstap. Dit is namelijk een... gewoon zandstrand. Wellicht beroemd in Australië, maar mij zegt het niet veel. De schoonheid van de route begint echter wat verder wanneer het rotsen, kliffen, uitzichtpunten, baaien, parkjes en uiteraard stranden aan de wandelaar presenteert. 

Over het algemeen is de route gemakkelijk begaanbaar met houten promenades, betonnen trappen en geplaveide paden. Toch vergt de route soms wat oplettendheid langs de rotsachtige secties en kan het aardig naar boven en beneden gaan. De meest bijzondere attractie van deze wandeling - als je dit zo al kan noemen - is het Waverley Cemetery dat wellicht op Australiës mooiste locatie ligt voor een begraafplaats. Australische notabelen zoals de poëet Henry Lawson hebben hier hun laatste rustplaats gevonden. Hier begeef ik me even tussen de graven, want een begraafplaats die verscholen ligt tussen kliffen, stranden en een houten promenade is best wel bijzonder te noemen. 

's Avonds flaneer ik door Sydney's China Town aangezien mijn hotel hier vlakbij ligt. Op zoek naar een kleine hap zijn er 1001 Aziatische restaurantjes om geen hongerdood te sterven, maar voor mij is een broodje bij de plaatselijke Subway ook al goed. Het commerciële karakter van deze buurt heeft weinig te maken met de authenticiteit van een China Town die je in San Francisco of New York aantreft, dus na mijn schranspartij heb ik nog weinig reden om hier te blijven.    

Dinsdag 1 oktober
Hoewel ik absoluut een stad kan waarderen, is mijn verlangen naar een portie natuur toch wat groter en deze lokroep brengt me naar Manly. Deze buurt van Sydney is beroemd omwille van Manly Beach waar zonnekloppers naarstig kunnen werken aan hun gebronsd lichaam, maar ik ben hier voor andere redenen. Ik heb namelijk een mountainbiketochtje in gedachten en een overleg met een medewerker van de fietsenverhuur inspireert me om een tochtje langs de Manly Dam te doen. Ik heb enkel ervaring met downhill mountainbiken, maar dat mag volgens de medewerker geen probleem zijn om deze tocht te doen. "Piece of cake!", hoor ik hem nog vrolijk roepen. Dat blijkt in realiteit toch wel wat anders te liggen, tenminste bij de intermediate moeilijkheidsgraad.  Mijn lijdensweg begint met een verkeerde afslag waardoor ik een ontzettend steile straat op moet. Ik weiger om van de trappers te gaan en nog geen vijfhonderd meter ver baad ik al in het zweet. Lekker begin dus. 

Na een tweetal kilometer kom ik bij het echte begin van het parcours aan en dat begint gemoedelijk met een brede aardenweg, af en toe bezaaid met uitstekende stenen. Dat transformeert langzaam tot grote stenen en niet veel later ware rotsen. Dit blijkt dus geen gewone steenslagweg te zijn... Het wordt zelfs zo erg dat ik op den duur meer naast mijn fiets stap dan dat ik op de mountainbike rij. In het midden van het parcours wijzigt de route naar een meer klassiek bospaadje maar ook hier heb ik behoorlijk wat moeilijkheden door de vele bochten en rotsachtige grond. Het beste is echter voor het laatste gehouden waar de afdaling echt wel gekkenwerk is. Over rotsterrassen dender ik naar beneden, maar ik doe dit heel voorzichtig. Wanneer ik zie dat tussen deze rotsen soms één meter hoogteverschil zit, houd ik het voor bekeken. Dit doe ik wel te voet en zelfs dan is dit niet ongevaarlijk. De bedenker van dit parcours loopt volgens mij toch met een doodswens rond. 

Het mountainbiketochtje van 2,5 uur is me toch net iets te intensief en een beetje rust heb ik wel verdiend. Bij Hugo's in Manly Wharf eet ik een hartelijke gnocchi met een mooi zicht op de baai en een zacht lentezonnetje van 22 graden. Wat kan het leven toch mooi zijn! Dat leven wordt deze dinsdagnamiddag nog een tikkeltje mooier wanneer ik op Wikiloc een wandeling vind van een tiental kilometer door het Sydney Harbour National Park. De wandeling start op een eerder ordinaire manier langs het strand, maar vloeit langzaam over in een wat ruigere route. Eerst ga ik langs bushvegetatie voorbij een uitkijkpunt en daarna mag ik de beenspieren aanspreken om via enkele twijfelachtige paadjes naar een rotswand te klimmen. 

Hier wordt het pas echt mooi met panoramische vergezichten over het Sydney Opera House en een ijzeren vlonderpad dat me langs een beeldig moerasgebied brengt dat één en al bush uitademt. Deze wandeling kent ook een culturele toets met enkele forten en een quarantainegebouw waar immigranten moesten verblijven wanneer ze voor de eerste keer in Australië kwamen. Als kers op de taart pakt de route uit met een verborgen zandstrand. Ik daal een bospad af en groot is mijn verbazing wanneer ik een klein zandstrand zie in een kleine inham. Dit zijn kleine momenten waar ik als natuurliefhebber blij van word. Via een parkje ga ik terug richting de ferry die me rond vijf uur 's avonds terugbrengt naar het andere deel van Sydney waar mijn hotel ligt.   

's Avonds brei ik hier een verlengstuk aan en maak ik een avondwandeling langs het voormalige havengebied van Sydney via de buurten Wynyard, Wharf en de iconische Sydney Harbour Bridge. Deze wijken kennen een commercieel karakter met veel restaurantjes, winkeltjes en ook kantoorgebouwen. Toch is het hier 's avonds aangenaam toeven dankzij een kronkelend pad dat langs de inham van de oceaan loopt. Bij de voetgangersingang van de Sydney Harbour Bridge is het even zoeken naar de juiste plaats, maar Google Maps brengt me naar de juiste inkomstrap. Deze iconische brug is eigenlijk een gewone brug, maar beschikt wel over een mooi uitzicht over Sydney, zeker 's avonds wanneer alles verlicht is in neonkleuren. Na deze toch wel stevige avonduitstap heb ik mijn portie Sydney wel gehad en is het tijd voor de natuur.    

Woensdag 2 oktober
Een bijna niet te missen excursie wanneer je in Sydney bent, zijn de Blue Mountains. Deze bergen bestaan uit eucalyptusbossen en bij warm weer scheiden deze eucalyptusbomen een blauwe gloed af die de naam aan deze bergen geven. Niet dat we hier iets van meekrijgen want bij het verlaten van het zonnige Sydney door een tunnel worden we getrakteerd op een stevige plensbui. De voorspellende gaven van Maarten blijken waardeloos te zijn, want volgens zijn weerbericht zou het zonnig moeten zijn. Het regent echter de volledige dag en voor heel wat van de reisgenoten is dit een domper op de feestvraagde. Zij hadden zich verheugd op het bekijken van de Three Sisters, een beroemd uitkijkpunt van de Blue Mountains. Het enige wat we te zien krijgen, is echter het grijs van de wolken en met een beetje fantasie kan je één van de drie rotsen zien. Ik hecht echter weinig waarde aan deze vergezichten en ik heb me ontzettend geamuseerd deze dag. 

Want door de regen krijgt de vijf kilometer durende wandeling een wat mysterieuze sfeer die mystiek aandoet. Het doet me denken aan wat het nevelwoud van Monteverde (Costa Rica) zou moeten zijn: kleine watervalletjes leveren schilderachtige foto's op, de regen sijpelt langzaam naar beneden langs de groene bladeren, een grijze nevel omhult ons in een groen decor en kleine plassen reflecteren de omgeving dankzij het spaarzame zonlicht. Extra bonus: door het regenachtige weer komen we geen andere wandelaars tegen waardoor de natuurbeleving helemaal op maximaal gedraaid kan worden. Door de regen is het wel wat gevaarlijker wandelen, met name de afdaling bij het begin langs gladde, metalen treden en rotspaden vereisen extra waakzaamheid. Maar daarna is het genieten met hoofdletter G. De Blue Mountains zijn een tijdelijk regenwoud en beschikken daarom over aardig wat flora en fauna die we rijkelijk te zien krijgen onderweg. Bij een mooie, hoge waterval gaan we terug omhoog en zien we pas hoe groot deze waterval echt is. In getrapte stappen denderen de waterstofdioxiden naar beneden. Bij de tocht naar boven gaat het wat trager - te traag naar mijn zin - en ik haal mijn zevenmijlslaarzen boven om sneller naar boven te gaan. 

Eindbestemming is Scenic World, een soort van ontvangstruimte, maar dat vergt toch wat extra zoekwerk. Eens ik het gevonden heb, blijkt dat het complex omheind is en je moet maar liefst zestig Australische dollar betalen om binnen te mogen, zelfs als je enkel een koffietje wil drinken! Ik ga op verkenning om te zien of ik op een andere manier kan binnenglippen, maar alles is omheind. Medewandelaars Robin en Karin hebben echter minder scrupules en samen met hen glip ik naar binnen wanneer een poortje onbewaakt is. Andere reisgenoten hebben minder geluk en betalen het volle pond wat - begrijpelijk - tot onvrede leidt bij hen. We hebben net de pech dat bij schoolvakanties je de inkom ook moet betalen. Dit akkefietje en het slechte weer zorgt ervoor dat de meerderheid van de groep deze dag maar matig ontvangt, maar wat mij betreft, is dit één van de absolute hoogtepunten van mijn reis in Australië. Maar zoals zo vaak: de wandeling mocht echt wel wat langer duren!