zaterdag 9 juli 2022

De Alta Via I in de Dolomieten

Hoewel ik de afgelopen jaren al heel wat heb gewandeld, is de microbe pas komen opsteken wanneer ik in het haast magische landschap van Patagonië dwaalde in 2019. Met name de prachtige granieten formaties in het Chileense Torres del Paine spreken tot de verbeelding. Dit is dus een landschap dat je niet snel in Europa zal tegenkomen. Of dat was althans mijn eerste gedachte, want een duizendtal kilometer van België wacht er een al even geweldig gebergte met de Dolomieten dat kan uitpakken met dezelfde troeven: rotsformaties die tot de verbeelding spreken, idyllische bergmeertjes en grasvlaktes die getooid zijn met kleurrijke bloemen. Het is daarom niet gek dat de Alta Via I door velen wordt beschouwd als de mooiste trekking in de Alpen. Moet je nog meer redenen hebben om door dit prachtige gebied te trekken? Ik in ieder geval niet. 

Transport
  • Het startpunt bevindt zich bij Lago di Braies en het gemakkelijkst is om naar een luchthaven in de buurt te vliegen. Vanuit België is het gemakkelijk om naar Treviso of Venetië te vliegen om vervolgens de bus naar Cortina d'Ampezzo te nemen. Wellicht is het gemakkelijker om via Venetië te vliegen, want de bus stopt daar bij de luchthaven. In Treviso dien je eerst nog twee bussen te nemen om naar de halte Silea Via Arma di Cavalleria te gaan. 
  • Om naar Cortina d'Ampezzo te rijden via de bus is het gemakkelijkst om de Cortina Express te gebruiken. Dit kost twintig euro per ticket (en vijf euro voor je backpack) en het is ten sterkste aanbevolen om tickets op voorhand te reserveren. Op deze website vind je de dienstregeling en hier kan je eveneens kaartjes kopen. Als beginhalte geef je bijvoorbeeld Venezia (Venetië) of Treviso in, terwijl je Cortina d'Ampezzo invult als eindhalte
  • Vervolgens reis je van Cortina d'Ampezzo naar Dobbiaco (Toblach in het Duits). Hier neem je lijn 445 wat wellicht een groene bus is. De bus naar Dobbiaco arriveert op dezelfde plaats als waar je afstapt bij de vorige bus. 
  • De laatste halte is van Dobbiaco naar Lago di Braies. Toch is het sterk aanbevolen om te overnachten in Dobbiaco aangezien de vele busreizen tijdrovend kunnen zijn en na zes uur 's avonds is er amper busverkeer beschikbaar. De laatste bus die je neemt is dus naar Lago di Braies en dat is bus 442. Tijdens mijn rit moest ik niks betalen (zal allicht te veel tijd kosten voor de chauffeur), maar tussen tien juli en tien september ben je verplicht om online en ticket aan te schaffen op voorhand. Dat kan je doen op deze website.
  •  De Alta Via stopt dus bij de bushalte La Pissa, maar die bevindt zich dus niet onmiddellijk op de plaats waar de Alta Via I stopt. In plaats daarvan ga je zo'n vierhonderd meter naar rechts en aan de overzijde vind je een klein bankje met een bushalte. Hier dien je de bus 001 naar Belluno te nemen. Opgelet: deze bus rijdt niet op maandag! Een beetje bizar toch. 
  • De bus naar Belluno stopt aan het station van dit stadje in de Dolomieten. Hier kan je dus overnachten of meteen de trein nemen naar Venetië of Treviso. Kaartjes kan je kopen in het station of hier online bestellen. Ik nam de trein naar Treviso (richting Venezia S.Lucia) waar ik de lieftallige som van 7,5 euro voor betaalde (weliswaar in het weekend). 
  • Buskaartjes kunnen altijd bij de chauffeur gekocht worden en kosten meestal tussen de twee en de vijf euro. De twee uitzonderingen zijn de Cortina Express en de bus naar Lago di Braies tussen tien juli en tien september. 
Overnachtingen
  • Hotel Moritz in Dobbiaco: 104 euro, hier beschikte ik over een ruime en moderne kamer met balkon waar ik een mooi uitzicht had op de Dolomieten. Het eenpersoonsbed was wel erg klein. Niet erg goedkoop, maar gezien de ligging ga je wellicht niet veel goedkopere hotels vinden tenzij je overnacht in een (jeugd)hostel. 
  • Refugio Pederü: Dit had meer de allure van een volwaardig hotel dan een berghut. Ik had zelfs de beschikking over een eigen kamer met televisie. In tegenstelling tot bij de andere rifugio's is het avondeten hier à la carte en niet in de prijs inbegrepen. 
  • Rifugio Lagazuoi: Een erg toeristische refugio omdat het zich vlakbij een kabelbaan bevindt en ook het hoogste punt van de Alta Via I is. De slaapzaal waar ik sliep was voor - gok ik - veertien personen, maar ik sliep er slechts met twee andere personen. Douchen is hier wel aan de dure kant, want twee muntjes kosten al gauw tien (of was het zes?) euro voor drie minuten per douchebeurt. 
  • Rifugio Averau: Een moderne rifugio waar ik in een slaapzaal sliep die amper een zakdoek groot is met vijf andere personen. Toilet en douches zijn erg ruim en je hebt hier ook je eigen badhanddoek. Het avondeten is naar verluidt ook erg goed, maar persoonlijk vond ik het niet beter dan bij andere refugio's. 
  • Rifugio Staulanza: Hier sliep ik in een nieuw(er) aangebouwd gedeelte vlak naast de refugio zelf en had ik relatief veel comfort en plaats. Enkel de douches zijn erg krap en je hebt geen aparte ruimte om je om te kleden. De steile trap naar boven vraagt toch ook wat aandacht. 
  • Refugio Vazzoler: Een refugio die een tikkeltje ouderwets is, maar wel verzorgd. Ik sliep met één andere persoon op een kamer van vier. Douchen kost hier één euro per beurt en douches zijn compact, maar geriefelijk. Op de slaapzaal zijn er amper stopcontacten aanwezig wat betekent dat je je GSM dient op te laden in een andere ruimte. Bijzonder is dat deze refugio over een eigen botanische tuin beschikt.
  • Rifugio Carestiato: De slaapzaal is relatief ruim en uitgebreide badkamers zorgen voor extra comfort. Aangezien er slechts drie douches en toiletten aanwezig zijn, kan het soms wel aanschuiven zijn om te douchen of sanitaire stop. Ook hier dien je je GSM op te laden in een aparte ruimte. 
  • Refugio Pian de Fontana: Hier zijn de slaapzalen opgedeeld in aparte blokken waardoor er relatief veel bedden zijn in één blok. Er is hier niet erg veel ruimte, maar wel net voldoende. Elke blok heeft een eigen douche en toilet, maar geen verwarmd water. Gelukkig de enige refugio zonder warm water. Opnieuw geldt hier dat je je telefoon moet opladen in een aparte ruimte. Hoewel de locaties van alle refugio's mooi zijn, is deze misschien wel de allermooiste met een steile, groene bergwand waar je op uitkijkt. 
  • Ik heb deze trekking geboekt via de website bookatrekking.com en daar 825 euro voor betaald, ik ben dus niet op de hoogte van de aparte prijs per refugio.
  • Hotel Europa Executive in Belluno: 64 euro, een erg uitgebreide en moderne kamer voor een schappelijke prijs. Dit is een viersterrenhotel en dat is aan de kamer te zien. Enige nadeel is dat het zo'n twintig minuten stappen is van het station van Belluno. 
  • Hotel Continental in Treviso: 67 euro, een wat ouderwets hotel met een ideale ligging vlak in het centrum van Treviso. De eenpersoonskamer was vrij klein, maar had wel een verzorgde badkamer.  De kamer beschikt over airco wat wel handig kan zijn bij warme Italiaanse zomers.    
Praktische zaken en weetjes
  • Een heleboel hikers zullen een trailgids van Cicerone meehebben. Ik had nog de oude versie waarin alle Alta Vie samen worden besproken, maar inmiddels is er een nieuwe versie waarin enkel de Alta Via I wordt belicht. Het is een praktische gids om de afstanden te weten, een idee te hebben van de landschappen, wat de bezienswaardigheden zijn en welke zijuitstappen je kan ondernemen. Het is echter totaal ongeschikt om te gebruiken als routekaart.    
  • Ik startte bij Dobbiaco en ging vervolgens richting Belluno. Dit is dus van noord naar zuid en je begint bij het Duitstalige gedeelte en vanaf Cortina d'Ampezzo (ongever in het midden) vloei je langzaam over naar het Italiaans sprekende gedeelte. Dat betekent dus minder wegwijzers, refugio's en bronnen. Het is daarom sterk aangeraden om routes op voorhand te bestuderen om te weten waar er een refugio of waterbron is om verrassingen te voorkomen. 
  • Trek erop uit met een zo licht mogelijke rugzak, maar bespaar niet op essentiële items. Een zonnebril kan je misschien nog missen, maar een petje en zonnecrème zijn absoluut noodzakelijk tegen de Italiaans brandende zon. Ook een powerbank kan nuttig zijn bij de latere refugio's gezien het gebrek aan stopcontacten daar. Qua kleding heb je echt geen derde trui of trekkingbroek nodig. Ondergoed en wandelsokken neem je best wel voldoende mee omdat door zoutvorming kledij anders begint te schuren tegen je lichaam. Bij t-shirts opteer je best voor merinowol aangezien dit type wol onaangename zweetgeurtjes niet vasthoudt. 
  • Navigatie apps zoals Wikiloc, AllTrails, Komoot, ... zijn een handig hulpmiddel om de route te volgen tijdens je wandelingen. Ik gebruik zelf Wikiloc en de navigatie is hier vrij accuraat. Ik heb een offline kaart gedownload via Wikiloc waardoor ik geen internetverbinding nodig heb om te navigeren. Gebruik het echter niet als enige navigatiemiddel want op dag zes regende het pijpenstelen. Het gevolg was dat ik mijn touchscreen niet kon gebruiken (door de vallende druppels) en bovendien werd het GPS-signaal helemaal tureluur. Natuurlijk liep ik ergens verloren en dan sta je daar met je navigatie app die helemaal horendol is... Daarom is een combinatie van een papieren kaart + navigatie app de meest secure oplossing. 
  • Als alternatief voor de (betalende) navigatie apps is er ook het gratis Tabacco mApp waar je volgende secties moet downloaden om een volledig beeld te hebben van de Alta Via I: 001E, 001F, 001G, 001H, 001I, E02E, E02F, E02G, E02H, E02I en E02J.
  • De Alta Via I hiken is niet goedkoop! Sowieso raad ik het aan om iedere dag - tenzij bij de echt korte dagwandelingen - om een lunchpakket mee te nemen. Reken toch gauw op zo'n 17 euro voor een lunchpakket en dat bestaat dan uit pakweg een appel, één of twee broodjes (sandwiches), een energiereep en een drankje. Toch neem je beter te veel eten mee dan te weinig. Ook voor zaken zoals douchen moet je bij sommige refugio's bijbetalen. 
  • Neem voldoende cash mee. In het Duitstalig gedeelte aanvaarden (bijna) alle refugio's kredietkaarten, maar des te zuidelijker je gaat, des te meer men cash verwacht. Normaal is tweehonderd euro voldoende, afhankelijk van hoe laat je het 's nachts wil maken met het nodige gerstenat. 
  • Ontbijt wordt altijd geserveerd vanaf zeven uur 's ochtends (behalve bij Refugio Lagazuoi waar het al om half zeven klaar is) en je vertrekt best zo vroeg mogelijk. De zon schijnt minder fel, het is wat koeler en zo blijf je ook de onverwachte stormen voor die in de namiddag kunnen opduiken. 
  • In de refugio's ben je verplicht om slippers te dragen aangezien wandelschoenen buiten of in een aparte ruimte worden gezet. In tijden van Covid ben je ook verplicht om een lakenzak (een slaapzak is veel te zwaar en warm!) en kussensloop mee te nemen. De waarheid gebiedt me echter om te zeggen dat dit slechts één maal expliciet werd gevraagd (bij Refugio Carestiato)
  • Neem een goede waterdichte jas mee aangezien regenbuien krachtig kunnen zijn. 
  • Wandelstokken zijn erg handig. Niet alleen bij het klimmen om de benen te sparen, maar (vooral) bij het dalen waar oneffen paden een aanslag kunnen plegen op je knieën. 
  • Een eigen handdoek (van microvezel) is verplicht om mee te nemen aangezien verreweg de meeste refugio's geen badhanddoeken voorzien. 
  • Als je van plan bent om door de oorlogstunnels te wandelen, neem je best een zaklamp mee (dat je op je hoofd kan plaatsen). De tunnels zijn erg donker en met enkel het lichtje van je GSM gaat het wel erg benauwd worden. 
  • Refugio's zijn open vanaf half juni tot en met half september. In augustus is het ontzettend druk op de Alta Via I aangezien de Italianen ook massaal naar de Dolomieten afzakken naast de internationale toeristen. Zelf ging ik eind juni en toen was het nog relatief rustig. September zou naar verluidt echter de beste periode zijn qua weer en rust, maar het aantal uren zonneschijn is toch wel al een beduidend korter dan in juni. 
  • Wees niet te ambitieus in je etappes. Zelf heb ik er acht dagen over gedaan, maar dat was omdat ik het geboekt heb via bookatrekking.com en dit was dus al op voorhand vastgelegd. Idealiter plan je ongeveer zes uur wandeltijd per dag in (dus zonder de pauzes) om een evenwichtige balans te hebben. Negen à tien dagen lijkt me aangenamer zodat etappes nooit te lang worden en je tijd hebt voor enkele (erg mooie) zijuitstapjes. 

GPX-routes
Mijn routes heb ik dus geregistreerd op Wikiloc en je vindt de links hieronder. Je kan ze gebruiken als leidraad, maar zijn nooit honderd procent accuraat. Vooral de route op dag zes is zo goed als onbruikbaar door de capriolen van de GPS die danste over de kaart. 
Vrijdag 24 juni 

Van

Lago di Braies

Naar

Refugio Pederü

Afstand

21,5 km

Hoogtemeters

997 m

Wandeltijd

5u15


Het startschot van de Alta Via I wordt gegeven bij het erg pittoreske Lago di Braies dat één van de meest instammagrable plaatsen is in de Alpen. Zelfs om 9h15 krioelt het hier van het leven en dan kleurt de grote autoparking nog maagdelijk wit. Het is dus wel duidelijk dat dit een populaire plek is. Via de linkerkant maak ik een ommetje langs het meer en uiteraard stop ik verscheidene keren om foto's te nemen. De locatie van een diepblauw Alpenmeer omgeven door prachtige bergen blijft een idyllisch beeld. 

Na een drietal kilometer stuit ik op een onooglijk bergpaadje dat over rotsen en stenen scherp naar boven gaat. En ja hoor, uiteraard is dit het pad dat ik moet nemen om een klim te maken van achthonderd meter hoog. Achteraf gezien, is dit misschien wel de zwaarste klim van de gehele Alta Via I door de combinatie van de hellingsgraad en het rotsachtige pad dat een bepaalde tredzekerheid vereist. Meer dan eens heb ik zin om rechtsomkeert te maken om te genieten van mijn luie zetel. Met name de eerste helft vind ik behoorlijk zwaar, hoewel het zicht op Lago di Braies veel goed maakt. Wat hoger op deze klim begint het ook wat moeilijker te worden met zelfs één sectie waar stalen kabels hangen die je helpen bij het klauteren over de rotsen. 

Ondanks de zware fysieke inspanning kan ik onderweg ook genieten van de elementen die de Alta Via I typeren zoals de prachtige bergen, diverse landschappen en een fraai meer. Daar krijg ik ook uitgebreid de tijd voor, want ik ben talloze keren gestopt om terug even op ademrust te komen. Zoals gezegd: deze klim is behoorlijk zwaar. Dat ik als enige een backpack meetors van 17 kg zal er wellicht ook wel wat mee te maken hebben... Volgens de gids van Cicerone doe je er zo'n drie uur over om van Lago di Braies naar Rifugio Biella (aan de top van de klim) te stappen en dat lijkt me te kloppen. Ik vertrok rond kwart na negen en om één uur 's namiddags arriveer ik bij de refugio. Gezien de frequente pauzes zal ik wellicht in totaal drie kwartier hebben gerust. 

Rond kilometer twaalf maak ik vervolgens de omgekeerde beweging en ga ik voortaan voornamelijk naar beneden. Hier word ik verlekkerd op de grote diversiteit van de Alta Via I. Eerst zie ik de prachtige kalkstenen rotsformaties van de Dolomieten, wat later prachtige Alpenweiden en - misschien wel mijn favoriete gedeelte van het dag - een sportieve afdaling op een rotspaadje door een klein bos. Op dergelijke ogenblikken kom ik ogen en oren tekort. 

De laatste drie kilometer verloopt wel een beetje in mineur omdat het over scherp dalende grindwegen naar beneden gaat. In een eindeloos lijkend zigzagpatroon gaat het zo richting Rifugio Pederü. Wanneer er dan toch plots een plukje bos opduikt dat een hoek afsnijdt, is mijn verrassing des te groter, maar het gebeurt helaas slechts één enkele keer.   

De eerste etappe van de Alta Via I is wat zwaarder geworden dan ik verwacht, maar is wel een rasecht pareltje. Lago di Braies is sowieso al een schitterende opening, maar het is vooral de grote diversiteit aan landschappen na de zware klim dat me aangenaam heeft verrast. De route is eigenlijk een soort van best of van wat je kan verwachten op de gehele Alta Via I. Enkel bij de afdaling naar Refugio Pederü wordt m'n geduld beproefd, maar eenmaal beneden kan ik enkel maar tevreden terugblikken over de mooie wandeldag. 

Zaterdag 25 juni

Van

Refugio Pederü

Naar

Refugio Lagazuoi

Afstand

18,89 km

Hoogtemeters

1575 m

Wandeltijd

6u15


De tweede etappe van de Alta Via I brengt me naar het dak van deze meerdaagse wandelroute bij Rifugio Lagazuoi dat 2752 meter hoog ligt. Het logische gevolg is dat er heel wat hoogtemeters worden gemaakt vandaag: meer dan 1500! Dat is dus een alleraardigst aantal, maar gelukkig wel over (meestal) goed begaanbare wandelpaden. Bovendien word ik vandaag ook getrakteerd op het mooiste vergezicht van de gehele route wanneer ik bij een steile afdaling uitkijk op het prachtige Lago di Lagazuoi 

Hoewel deze dag qua hoogtemeters de kroon spant van al m'n wandeldagen is dit toch niet de meest intensieve dag. Toch heb ik echter verzaakt om een lunchpakket te vragen bij Refugio Pederü en dat laat zich op het einde van de dag wel heel erg hard voelen. Voor het echter zover is, wacht er eerst nog een geaccidenteerd gedeelte bij de eerste kwart van de route. Dit gaat over het plateau Fanes-Sanes waar ik door een mooi steenveld stap. Hoewel het gestaag omhoog gaat, kost dit niet al te veel moeite omdat ik met de regelmaat van de klok ook (korte) stukken naar beneden ga. 

Bij Rifugio Fanes houd ik mijn eerste halte van de dag en de hervatting begint meteen met een kort, maar steil stuk naar boven via een klein stukje bos. Daar word ik enthousiast begroet door vele fietsers, want klaarblijkelijk is er een fietswedstrijd in de buurt waarbij de dappere fietsers maar liefst 500 kilometer door en in het achterland van de Dolomieten moeten rijden. Net zoals ik genieten de meesten echter meer van de omgeving en staan ze frequent stil zoals bij het kleine, maar fraaie bergmeertje Lago di Limo dat ik op mijn pad aantref. 

Een beekje begeleidt me naar een open vlakte waar koeien én paarden staan te grazen. Koeien zie ik regelmatig, maar dit is de eerste en laatste keer dat ik vrijstaande paarden lustig zie te grazen op een Alpenweide. Natuurlijk moet dit op gevoelige plaat vastgelegd worden voor ik verder ga. De vele hoogtemeters van vandaag zijn toe te schrijven aan twee forcellea's, of zeg maar bergpassen. De eerste is de Forcella del Lago dat gestaag naar boven gaat. Dit is een relatief gemakkelijke stijging, hoewel er hier en daar secties zijn die wat klauterwerk vragen en waar je best niet naar de gapende afgrond kijkt die er vlak naast ligt. 

Geklemd tussen twee pieken gaat deze pas fel naar beneden waar na enkele tientallen meters dalen het mooiste uitzicht wacht van de gehele Alta Via I. Plots duikt namelijk Lago di Lagazuoi op en dat levert wel heel erg sprookjesachtige plaatjes op. Op dit moment ben ik ook helemaal alleen op deze top en dat maakt dit moment nog een tikkeltje magischer. De afdaling naar beneden vergt wat geduld omdat ik enerzijds goed moet uitkijken waar ik mijn voeten zet, maar anderzijds ook omdat ik de neiging heb om bij elke bocht te stoppen om een foto te nemen. Wanneer ik uiteindelijk bij het meer beland, kan ik niet anders dan hier even te pauzeren om te genieten van dit klein natuurwonder in watervorm. 

Ondertussen heb ik slechts één energiereep opgegeten tijdens de gehele dag en dat betaal ik cash bij de laatste steile beklimming van de dag naar Rifugio Lagazuoi. Dit is een beklimming van zo'n zeshonderd meter en in het begin gaat dit nog vrij goed. Ik las wel regelmatig een adempauze in, maar ik ken relatief weinig problemen. Het is echter bij de laatste honderdvijftig hoogtemeters dat ik op het einde van mijn Latijn ben en de zigzaggende route lijkt bijna eindeloos terwijl de rifugio zo dichtbij lijkt. Het kost bloed, zweet en tranen om de rifugio eindelijk te bereiken, maar ik word 's avonds dan wel getrakteerd op de mooiste zonsondergang van de gehele week. En dan ben je al dat leed alweer snel vergeten!

Niet zo divers als de eerste etappe, maar etappe twee kent daarentegen wel meer bezienswaardigheden met als absolute topper Lago di Lagazuoi. De vele hoogtemeters eisen toch wat respect, maar zijn door de goed begaanbare paden zeker en vast te doen. Toch wil je voldoende rantsoen meenemen om zeker op het einde niet te stranden in een energietekort zoals ik deed. De beklimming op het einde naar Rifugio Lagazuoi is toch één van de meer uitdagende passages op de Alta Via I en daar houd je dus best rekening mee.      

Zondag 26 juni

Van

Refugio Lagazuoi

Naar

Refugio Averau

Afstand

10,05 km

Hoogtemeters

462 m

Wandeltijd

3u20


Na twee wat langere dagen brengt deze korte etappe - minder dan vier uur - me naar Refugio Averau in de buurt van de pittoreske Cinque Torri, een populair klimgebied in de Dolomieten. De route vandaag kent een lange afdaling, maar het venijn zit 'm in de staart bij een stevige beklimming van vierhonderd meter door voornamelijk bosgebied. 

Dat de beklimming naar Refugio Lagazuoi gisteren een heel erg stevige beklimming is, kan ik vandaag bevestigen want enkel de afdaling alleen al kost me twintig minuten en dan is dat nog maar slechts éénderde van de totale stijging. Ik ga niet volledig naar beneden, hoewel de officiële route volgens Cicerone dit wel doet. Overigens is dit een dag waarin je moeilijke keuzes moet maken qua routes, want er bestaat ook de mogelijkheid om de dalen via de oorlogstunnels uit de Eerste Wereldoorlog. Dan ga je zo'n 230 meter naar beneden via deze tunnels. Dit is ongetwijfeld een erg boeiende route, maar ik opteer toch voor de natuurpracht en dat betekent dat ik bij de afdaling rechtdoor ga en via de vele kalkstenen bergtoppen richting het eerste (grote) bos ga. 

Een groepje van andere hikers is een kwartier eerder vertrokken, maar ik kom hen pardoes tegen wanneer ze de weg even kwijt zijn. Hoewel de Alta Via I in Zuid-Tirol goed is bewegwijzerd, is het hier toch even zoeken. Ook ik loop (heel) even verkeerd. Dat is niet erg want op dit gedeelte zijn de Dolomieten op hun mooist: op een steenworp verwijderd van de bergtoppen omgeven door prachtige groene weides die uitkijken op vergezichten die doen watertanden. Voeg daar een fleurig zonnetje aan toe en je hebt meteen één van mijn favoriete momenten van de gehele Alta Via I. Dat ik voornamelijk daal in plaats van stijg, zal ook wel helpen bij het genieten van deze fantastische locaties. 

In het midden van deze route worden de bergpaadjes verruild voor onverharde grindwegen en dat merk ik meteen ook aan de mensenmassa. Waar ik bij de vorige kilometers amper wandelaars aantrof, is er op deze wegen wel veel leven in de brouwerij. Niet dat ik er lang last van heb, want voor ik het weet duik ik het bos in en ik moet bekennen dat het naaldbos voor een groot stuk bijdraagt aan de charme van deze wandeling. Ik tref op latere etappes nog genoeg andere bossen aan, maar deze strook van anderhalve kilometer is misschien wel de fraaiste bospassage van de gehele trail. 

Na bijna zeven kilometer is het weer tijd voor het betere zwoeg- en zweetwerk want op drie kilometer gaat het ruim vierhonderd meter omhoog. Daarbij zitten uiteraard weer enkele stukken bij met een respectabele hellingsgraad en op dergelijke momenten ben ik blij dat ik mijn wandelstokken heb meegenomen zodat ik niet alleen op mijn benen moet rekenen. Het gaat hier opnieuw door bos, maar dit gedeelte vind ik wat minder aantrekkelijk dan de eerste bospassage. Wanneer ik in de buurt kom van Cinque Torri maakt het bos plaats voor open Alpenweides en dat zorgt voor enkele mooie plaatjes. 

Net wanneer ik denk dat ik er bijna ben, realiseer ik me dat ik nog ruim honderd meter omhoog moet over eerder saaie grindwegen. Dan is het een kwestie om even het verstand op nul te zetten en op automatische piloot naar Rifugio Averau stappen. Aangezien ik nog een gehele namiddag vrij heb, heb ik eveneens een ommetje gemaakt langs de Cinque Torri en dat is een absolute aanrader. De vijf torens zien er niet alleen ontzagwekkend uit van dichtbij, maar het is eveneens een interessante wandelroute langs kleine paadjes en kloven. 

Mijn derde wandeldag op de Alta Via I is absoluut niet spectaculair, maar wel een bijzonder geslaagde dankzij de prachtige locaties en vergezichten. De laatste beklimming naar Refugio Averau is wat minder, maar aangezien het slechts een kwartier (tot half uur) tijd kost niet meteen een groot minpunt. Sowieso loont het de moeite om uitgebreid halt te houden bij de Cinque Torri wat één van de mooiere gebieden is in de Dolomieten.    

Maandag 27 juni

Van

Rifugio Averau

Naar

Refugio Staulanza

Afstand

18,36 km

Hoogtemeters

509 m

Wandeltijd

5u42


Ondanks de langere tijd onderweg is de vierde dag één van de gemakkelijkere etappes op de Alta Via I. Dat zou je in het begin niet zeggen want vanaf Rifugio Averau wacht er een behoorlijk moeilijk rotspad naar Rifugio Passo Giau. Maar na anderhalf uur zwoegen, zit de zwaarste arbeid van de dag erop en kan ik daarna genieten van één van mijn hoogtepunten van de Alta Via I. 

Bij de start is het even uitkijken, want zowel bij Rifugio Averau als het hoger gelegen Rifugio Nuvolau zijn er via ferrata's die je moet overwinnen. Via ferrata's zijn kleine klimroutes en hoewel de via ferrata's hier vrij gemakkelijk zijn met onder andere een ladder, is het toch absoluut sterk afgeraden om dit te doen met een lijvige backpack. Daar komt mijn backpack van 17 kilo dus zeker voor in aanmerking. Niet dat ik het niet heb willen proberen, maar toen ik de steile afdaling zag bij de route die ik eerst wilde nemen (langs een klein graspaadje), zegevierde uiteindelijk mijn verstand en heb ik de veiligere optie genomen. 

Dat betekent dus eerst afdalen langs de grindwegen die rechts van Rifugio Averau lopen om een kwartiertje later terug aan te sluiten bij de route die ik eerst wilde nemen. Dit is dus één van de moeilijkere rotspaden op de Alta Via I en dat is voornamelijk toe te schrijven aan de vele rotsen en oneffenheden onderweg. Het is dus een kwestie van een uur lang langs en door rotsen murwen om bij Rifugio Passo Giau te geraken. Het kost dus wel wat moeite, maar achteraf gezien is het wel een leuke route. 

Na een drankpauze bij de rifugio gaat het opnieuw omhoog om deze keer op een werkelijk fenomenaal uitziende Alpenweide te arriveren. Dat betekent eerst langs kleine bergpaadjes stappen en sommige van die paadjes liggen wel erg dicht bij de afgrond. Het helpt dan ook niet wanneer ik soms heksentoeren moet uithalen om langs een uitstekende rots te passeren. Toch geniet ik onderweg keihard van het vredelievende landschap dat opvalt door zijn onopvallendheid. De uitgebreide vlakte ligt geprangd tussen twee bergen en ondertussen mag ik ook mijn beenspieren opnieuw aanspreken om te klimmen. 

Na de klim volgt er een gestage daling die kan uitpakken met enkele stroompjes die worden gekruist. Hier stop ik regelmatig. Niet omdat ik moe ben, maar wel omdat ik helemaal kan opgaan in de natuur en sereniteit van deze plek. Wat later wordt deze gigantische grasvlakte verlaten voor grindwegen die me naar Refugio Citta di Fiume brengen, maar dat is ontegensprekelijk het zwaktebod van deze route. Psychologisch zie ik me al bij het eindpunt, maar toch houd ik even halt bij Refugio Citta di Fiume.    

Gelukkig heb ik dat gedaan, want wist ik veel dat het nog anderhalf uur zou duren totdat ik bij m'n bestemming, Rifugio Staulanza, zou geraken. Niet dat het een straf is, want deze passage door eerst bos en later een uitgebreide steenvlakte is één van de hoogtepunten van deze dag. Bij het bos word ik geconfronteerd met gevelde bomen die het pad belemmeren, iets wat ik bij latere dagen nog vaker mee word geconfronteerd. De overgang tussen het bos en steenvlakte durf ik zelfs een magisch moment noemen, want dit is echt wel een uniek landschap dat je zelden te zien krijgt. De tocht door de steenvlakte verloopt verrassend vlot aangezien er - relatief - weinig rotsen op het pad zelf liggen. Het laatste stukje in het bos gooit minder hoge ogen, maar blijft leuk om te doen. Een leuk einde voor een verrassend leuke dag. 

Net zoals de vorige dag kent deze etappe geen echte uitblinkers, maar is het prachtige weidelandschap na Rifugio Passo Giau het toneel van veel van mijn wandelvreugde. Ook het overgangslandschap tussen bos en steenvlakte na Rifugio Citta di Fiume is een schot in de roos. De dag begon voor mij nochtans twijfelachtig met een verkeerde keuze om toch een via ferrata te proberen, maar dat idee heb ik snel laten varen. Maar ook zonder klimpartijen is deze route meer dan avontuurlijk genoeg voor de bergwandelaar!  

Dinsdag 28 juni

Van

Rifugio Staulanza

Naar

Refugio Vazzoler

Afstand

20,25 km

Hoogtemeters

1101 m

Wandeltijd

6u47


Dit is opnieuw een lange dag die me langs een grote diversiteit aan landschappen leidt. Met ruim duizend meters omhoog en beneden is het ook één van de meer intensieve dagen, hoewel de stijging naar Rifugio Coldai wel erg geleidelijk aan gebeurt. Onderweg vind je ook het enige supermarktje op de gehele Alta Via I en daar heb ik mijn voordeel mee gedaan. 

UNESCO World Heritage Site prijkt er trots op het bord wanneer ik Rifugio Staulanza verlaat. Iets waar de Italianen terecht trots op zijn, want de Dolomieten zijn een stukje erfgoed dat zeker gekoesterd moet worden. Via een gestage stijging gaat het ruim honderd meter omhoog in een prachtig bos. Dat we aan de Italiaans-sprekende zijde van de Dolomieten zijn, wordt ook langzamerhand duidelijk door de signalisatie, of beter gezegd het gebrek eraan. Door louter toeval ontdek ik dat ik plots rechts moet afslaan, terwijl er van heinde en verre geen bordje te bespeuren valt. Het is een euvel waar ik de latere dagen op de Alta Via I wel meer mee word geconfronteerd.  

Na een lange, maar erg milde daling kom ik terecht bij een andere rifugio die echter gesloten is. Geen nood, want ik kan mijn dorst laven bij een supermarktje iets verderop dat verbonden is aan de lokale camping. Voor de grote beklimming die nu volgt, neem ik een flesje Gatorade mee, maar dat is voor de eerste helft van de klim volledig overbodig. Via lange haarspeldbochten gaat het over grindwegen naar boven en een zon die erg zijn best doet, zorgt voor meer zweetparels dan de beklimming zelf. Bij een gesloten boerderij, besluit ik om m'n stoute wandelschoenen aan te trekken en opteer ik voor een klein paadje door de wildernis terwijl de - opvallend veel - andere wandelaars kiezen voor de grotere weg bezaaid met keien en stenen. 

Het avonturiersgehalte schakelt meteen een versnelling hoger in met een steilere hellingsgraad, rotsen die op de weg liggen en een pad dat veel moeilijker begaanbaar is. Een stuk vermoeiender, maar ook een stuk lonender om via dit pad naar Rifugio Coldai te trekken. Aangezien het paadje soms verdwijnt in de wildernis, is het even zoeken naar de juiste weg maar eigenlijk is er maar één juiste richting: naar boven! Eenmaal boven aangekomen kijkt Rifugio Coldai uit op het fraaie bergmeertje Lago Coldai en de drietand van Monte Civetta. Er zijn minder leuke plaatsen om te verblijven dan hier. 

Lago Coldai levert vanzelfsprekend weer fraaie plaatjes op, maar het is ook uitkijken voor het labyrinth aan paadjes dat naar overal en nergens leidt. De beste strategie is om het meer letterlijk links te laten liggen en dan kom je bij een punt uit waar het soms vervaarlijk naar beneden gaat. Met een daling van tweehonderd meter oogt dit niet indrukwekkend op papier, maar als je de slingerende rotspaadjes ziet, is het dat wel. Persoonlijk vind ik dit het meest lastige stuk van deze etappe. Het goede nieuws is echter dat het na deze afdaling over een geaccidenteerd parcours in open vlaktes gaat. 

Niet zonder eerst me niet één, maar twee keer te vergissen wanneer ik op een rots twee grote pijlen links en rechts zie opduiken. De ene is voor de beklimming van een lokale top (hier moest ik niet zijn) en de andere om naar Rifugio Tissi te gaan (moest ik ook niet zijn). Derde keer, goede keer en via uitgesleten paadjes vol met oneffenheden begeef ik me langs deze vlakte naar Rifugio Vazzoler. Minder vermoeiend, maar ook minder mooi omdat de uitgebreide Alpenweide weinig tot geen teken van leven geeft. De verscheidene geulen maken het stappen er ook niet gemakkelijker op. De finale afdaling gaat via een grindweg naar Rifugio Vazzoler waar ik m'n wandeltocht na acht uur tot een goed einde breng. 

Dit is opnieuw een goed gevulde boterham geworden met een heel scala aan landschappen dat de revue heeft gepasseerd. Toch moet ik bekennen dat er op deze etappe toch wat meer saaie elementen aanwezig zijn dan bij de voorgaande routes. Dan denk ik in de eerste plaats aan de lange(re) beklimming over grindwegen richting Rifugio Coldai en ook de laatste kilometers naar Rifugio Vazzoler vallen onder de noemer saai. Sowieso blijft dit een erg toffe route, maar omdat het wat langer is, zijn er ook meer minpunten te noteren.   

Woensdag 29 juni

Van

Refugio Vazzoler

Naar

Refugio Carestiato

Afstand

9,12 km

Hoogtemeters

610 m

Wandeltijd

4u13


Wellicht de minste dag van de gehele Alta Via I want bitter veel is er op deze route niet te beleven. Bovendien kondigt een onheilspellende wolkbreuk 's ochtends een stortregen aan. En op de koop toe loop ik halverwege een steenvlakte hopeloos verloren met een GSM waarbij de GPS-functie helemaal tureluur wordt. Nee, een hoogstaande dag was dit allerminst. 

Dat het weer grillig kan zijn in de Dolomieten ondervind ik aan den lijve wanneer ik 's ochtends wil vertrekken. Er wordt namelijk een storm voorspeld om één uur 's namiddags en daarom wil ik zo vroeg mogelijk vertrekken. Het blijkt echter dat het stormweer vroeger arriveert dan voorzien en ondanks een uurtje wachten, besluit ik om in de gietende regen te vertrekken. Het begin verloopt vrij vlot met een afdaling over grindwegen en na een half uur op de teller heb ik bijna een kwart van de route van vandaag afgelegd. Toch duurt het 4,5 uur vooraleer ik bij het eindpunt, Rifugio Carestiato, geraak en dat zegt veel over de moeilijkheid van de rest van het parcours (en mijn navigatievaardigheden bij slecht weer). 

Nochtans begint het iets moeilijkere parcours vrij onschuldig met twee stevig verankerde houten planken die een beek overbruggen. Beek is misschien wat pejoratief voor een stroom die hevig kolkt met al dat regenweer. Hier wil ik dus zeker niet in het water belanden en voorzichtig stap ik over dit watergeweld. Niet veel later bevind ik me in het bos waar een redelijk steile helling nog eens extra wordt vermoeilijkt door de regen. Bospaadjes zijn door het water helemaal weggeërodeerd en er blijven enkel slijksporen over. Hier met een goed gevulde backpack naar boven klimmen, is een hele opgave. Gelukkig glijd ik niet uit, maar het is echt wel opletten hier met de regen die met bakken uit de hemel valt. 

Het volgende onderdeel van de route is een relatief grote steenvlakte die zich vlakbij een bergwand begeeft. Dit is zonder twijfel het moeilijkste gedeelte van het traject met onduidelijke paden die voorzien zijn van beperkte signalisatie, een veelvoud aan rotsen waar ik moet overkruipen en enkele wat moeilijk over te steken beken die een beetje handigheid vragen. Het is hier dat ik verloren loop wanneer ik besluit om rechts te gaan bij een onbestaand pad zodat ik midden in de steenvlakte beland. De beste tip die ik kan geven, is om de steenmannetjes te volgen (aangezien de signalisatie te wensen overlaat) en om zo dicht mogelijk bij de bergwand te blijven. 

Bovendien wordt de GPS-functie van m'n telefoon helemaal gek en kan ik me niet meer oriënteren om terug te gaan tot het laatst gekende punt. Niet erg handig wanneer je verloren bent gelopen... Een paar paniekmomenten later zie ik bovenaan enkele wandelaars lopen en dat is een heel pak van m'n hart. Dat is dus heel erg spannend, maar helaas voor mij in de verkeerde betekenis van het woord. Het probleem van de gebrekkige signalisatie wordt pijnlijk duidelijk wanneer ik plots links moet afslaan volgens de route op mijn telefoon, maar ik zie toch echt geen pad hier. Het blijkt dus dat ik eerst ruim één meter hoog moet kruipen op een rots omgeven door struiken en pas helemaal boven zie ik dat ik naar links kan gaan. Hoe hard ik mijn telefoon ook heb vervloekt op deze dag, nu ben ik wel blij dat ik 'm bij heb, want anders wist ik absoluut niet wat ik hier zou moeten doen...  

Wanneer ik deze steenvlakte verlaat, is het tijd voor het derde en laatste gedeelte van deze route dat door een combinatie van grasland, bos en een kleine steenvlakte gaat. Hier is het gemakkelijker wandelen, hoewel het soms nog stevig omhoog gaat bij korte stukjes. Ik hou mijn hart vast wanneer ik opnieuw een steenvlakte zie opduiken met paden die keer op keer doodlopen. Er is opnieuw zo'n grote rots waar ik geheid verkeerd ga lopen, maar nu spreek ik mijn gezond verstand aan. Ik kruip op een hoog punt en ik zie of er in de verte een duidelijk pad ligt. En warempel, ik zie een duidelijk bospad en ik besluit om in rechte lijn over de rotsen naar dit pad te klauteren. Niet geheel volgens de regels van de wandelkunst, maar wel efficiënt wanneer ik enkele minuten later het wandelpad bereik. En ook hier geldt weer dat je de stenenmannetjes best volgt, want op de signalisatie moet je niet rekenen... De laatste kilometer door het bos brengt me bij Rifugio Carestiato waar ik na één uur 's namiddags aankom in de volle zon. En de regen? Die is al lang met de noorderzon verdwenen!

Dit is zonder twijfel de minste dag van de gehele Alta Via I geworden en veel - zoniet alles - heeft te maken met het felle regenweer dat deze route overschaduwde met kapot geregende bospaadjes en een de GPS van m'n telefoon die de chaostheorie een nieuwe definitie geeft. Toegegeven, dat laatste is mijn fout om (enkel) te rekenen op de moderne technologie voor navigatie. Het verdwalen in het steenveld zorgde eveneens voor een extra stressmomentje wat resulteerde in een niet al te beste wandeldag.

Donderdag 30 juni

Van

Refugio Carestiato

Naar

Refugio Pian de Fontana

Afstand

22,47 km

Hoogtemeters

1150 m

Wandeltijd

8u10


De langste en wellicht zwaarste dag van de Alta Via I waarin ik maar liefst 9,5 uur onderweg ben. Het zwaartepunt ligt op het einde met een enorm steile beklimming van de Cima de Zita Zud en een al even steile daling. Veel hikers die ik op mijn weg ben tegengekomen zien dit niet zitten en geven dus verstek voor de twee laatste etappes. Onterecht, want deze etappe weet van begin tot einde te boeien, ook al vergt die wat inspanning. 

De wandeling begint nochtans gemoedelijk met een zachte afdaling over een grindweg naar Passo Duran. Een familie van koeien blokkeert de weg, maar een vriendelijk woordje doet wonderen en de loebassen gaan naar de kant. Bij Passo Duran drink ik snel nog wat water, want dat is op deze route niet veel te vinden. De twee volgende kilometers zijn om snel te vergeten, want die volgen een autoweg en hier valt weinig te beleven. Maar zelfs op deze autoweg baadt deze omgeving in een serene sfeer. Het echte werk begint na zo'n vijf kilometer wanneer het gestaag omhoog gaat in een bos. 

Dit vind ik - verrassend genoeg - het moeilijkste stuk van de gehele dag en dat heeft weer te maken met het regenweer. Het regenwater heeft ook hier de smalle bospaadjes getransformeerd tot slijkpartijen waar het verduiveld lastig is om te stijgen of te dalen. Vooral de korte, maar felle stukjes naar boven of beneden zijn een ideaal recept voor een valpartij. Het bos zelf is een typisch naaldbos en weet niet meteen te imponeren. Op dit gedeelte van de route hebben bos en kleine steenvlaktes een beurtrol en wisselen ze elkaar af. De kleine steenvlaktes vind ik een tikkeltje mooier, maar ik ben wel blij wanneer ik terug in bos beland zodat ik een beetje beschutting heb tegen een overijverige zon. 

Rond kilometer negen is er het schuiloord Malga Moschesin waar ook een drankfontein staat en daar maak ik dankbaar gebruik van om mijn watervoorraad aan te vullen op deze zomerse dag. Vanaf hier gaat het gestaag omhoog in het schitterend rotsachtige landschap van Forcella del Moschesin. De meest prachtige bloemen en planten grossieren deze grasvlaktes en bij deze vijf kilometer durende passage naar Rifugio Pramparet lijk ik helemaal alleen te zijn op deze wereld. Op een gezapig tempo en met een immer glimlachend gezicht trek ik door dit hemelse landschap. Wat mij betreft is dit de hemel op aarde. 

Ik maak een kleine zijuitstap naar Rifugio Pramparet waar ik nog een minestronesoep soldaat maak vooraleer te beginnen aan de meest steile beklimming van de gehele Alta Via I. De hellingsgraad kent nergens waardes die lager zijn dan 25% en de moed zakt me al in de schoenen wanneer ik eraan denk. De waarheid is echter dat met een goede voorbereiding (lees: genoeg lunch en drank bij) deze stijging niet zo erg is als die op papier lijkt. Ik heb weliswaar meer dan voldoende pauzes genomen, maar ik heb moeilijkere beklimmingen gekend de afgelopen week dan deze. Ik ben dan ook niet echt vermoeid en dat geeft me uitgebreid de tijd om te genieten van de prachtige bergomgeving. Wel moet ik even opletten bij de ultieme beklimming van de top van de Cima de Zita Zud aangezien ik hier zowel handen als voeten voor moet aanspreken, maar dat duurt slechts enkele tientallen meters. 

Ik heb een beetje geluk met het panorama dat ik krijg te zien, want niet veel later komt er een dik wolkenpak met rasse schreden dichterbij en wandelaars achter mij zien enkel wolken. De afdaling is al even scherp, maar niet buitensporig moeilijk. De losse stenen vergen wat aandacht, maar het is geenszins een moeilijke afdaling. Althans dat denk ik totdat ik Rifugio Pian de Fontana te zien krijg, mijn eindpunt van vandaag. Hier gaat het zigzaggend naar beneden over wel heel erg kleine paadjes en die gapende afgrond maakt het er niet gemakkelijker op. Stalen kabels helpen me bij mijn queeste om naar beneden te geraken, maar het moge wel duidelijk zijn dat je hier dubbel moet opletten. De marmotten die ik onderweg tegenkom zorgen voor wat afwisseling en ook de prachtige vallei is een lust voor een oog. Dat merk ik helemaal op wanneer ik iets na vijf uur 's avonds eindelijk de etappe heb afgerond. 

Dit is een uitgebreide, maar erg mooie etappe die ongetwijfeld menig hiker zal weten te beroeren. De beklimming van de Cima de Zita Zud heeft - helaas - veel wandelaars op de Alta Via I doen afhaken, maar dat is eigenlijk onterecht. Hoewel deze top zeker niet onderschat mag worden, is het zeker niet de moeilijkste beklimming van de Alta Via I. Bovendien vind je hier enkele van de mooiste landschappen van de gehele trail. Nee, dan zijn de geërodeerde bospaadjes bij het begin van de wandeling een stuk gevaarlijker wat mij betreft.      

Vrijdag 1 juli

Van

Refugio Pian de Fontana

Naar

Bushalte La Pissa

Afstand

13,68 km

Hoogtemeters

276 m

Wandeltijd

4u23


1300 meters: zo hard gaat het naar beneden in de laatste etappe van de Alta Via I. Dat wil niet zeggen dat er geen hoogtemeters worden gemaakt, want in het begin zijn er nog enkele hellingen die moeten bedwongen worden. Door voornamelijk bos gaat het naar de laatste rifugio, Rifugio Bianchet, waar het vervolgens via lange haarspeldbochten over grindwegen naar het einde van de Alta Via I dendert. 

De laatste etappe begint zachtmoedig met een gestage daling door bos. Hier knoop ik opnieuw mijn dagelijkse strijd aan met de geërodeerde bospaadjes en telkens wanneer ik niet val, vier ik dat als een glansrijke overwinning! Toch is het op sommige momenten wachten om feest te vieren, want met wankele benen daal ik de soms steile bospaadjes af. Na amper zevenhonderd meter wacht er een eerste hindernis met een oversteek van een beek en vanaf hier gaat het zo'n 250 meter omhoog. De korte passage door het bos maakt na één kilometer plaats voor de laatste open vlaktes van de gehele trail. 

Niet erg spannend, maar wanneer de route me naar een klein bergpaadje loodst vlak naast een bergflank met ernaast een diepe afgrond wordt het dat plots wel. Hoe hier twee hikers elkaar kruisen (uit tegenovergestelde richting) met een dikke backpack, ik zou het in godsnaam niet weten. Het is gelukkig geen vraagstuk waar ik me zorgen over moet maken, aangezien ik me alleen op dit paadje begeef. Eerst volg ik een graspad en daarna bospaadjes richting Rifugio Bianchet. Soms kan het wel eens steil naar beneden gaan, maar het is vooral oppassen voor de losse bladeren om niet uit te schuiven in het bos. 

Rond kilometer zes ben ik bijna Rifugio Bianchet, maar dan word ik weer geconfronteerd met een schitterend stukje van Italiaanse genialiteit inzake signalisatie. Natuurlijk is die er weer niet, maar mijn gezond verstand zegt dat de enorm dikke slang die hier ligt, moet gevolgd worden. De slang gaat naar links, dus keer ik vervolgens ook naar links en inderdaad... daar zie ik de rifugio. Het is de laatste keer dat ik me enerveer aan (het gebrek aan) routemarkeringen. Bij de rifugio las ik een korte drankpauze in en dan is het tijd voor de laatste twee uur van mijn Dolomietenavontuur. 

Ik heb al meermaals gezegd dat sommige grindwegen eindeloos lijken, maar dat is bij deze afdaling nog meer het geval dan ooit tevoren. Waarom? Erg simpel, omdat deze afdaling een stuk langer duurt dan eerdere afdalingen. Maar liefst vijf kilometer gaat het via deze grindwegen naar beneden en dat kan enkel als saai worden bestempeld. Af en toe worden ze opgeluisterd met een passage over een brug of een kleine waterval die in een onopvallend hoekje zit om ontdekt te worden. Af en toe kan je bij deze haarspeldbochten stukjes afsnijden door in het bos een steile afdaling te doen, maar gezien mijn verleden met deze paadjes besluit ik wijselijk om dat niet te doen. 

Wanneer er een bordje 'Fermata Autobus' prijkt op een zijpad, weet ik dat ik hier moet inslaan om naar de eindhalte van de Alta Via I te stappen, de bushalte van La Pissa. De laatste kilometer is weer de Alta Via I op z'n best, want soms gaat het hard naar beneden met moeilijk(er) te nemen hindernissen zoals rotsen en boomwortels. Ettelijke keren ga ik er letterlijk bij zitten aangezien een kleine meter naar beneden springen met een overladen backpack niet meer aan mij besteed is op dit punt van de trail. Het kost wat moeite, maar uiteindelijk beland ik zonder kleerscheuren bij de eindhalte! Of dat denk ik althans, maar ik zie de busstop van La Pissa nergens. Het blijkt dus dat ik vier honderd meter naar rechts moet stappen en aan de overzijde van de autoweg bevindt zich de busstop. Zo gezegd, zo gedaan, en vlak voor ik arriveer zie ik de bus voorbij rijden. Dan maar een uurtje wachten op de volgende. 

Ik heb al verscheidene trekkings gedaan en meestal is de laatste etappe een (kleine) tegenvaller. De Alta Via I houdt die traditie hoog, want deze route is vooral in de tweede helft eerder saai. De vijf kilometer over grindwegen kan niet op mijn enthousiasme rekenen. De eerste helft is gelukkig wel tof met een spannende passage langs een bergflank en enkele mooie graspaden. Het venijn zit 'm in de staart met een vervaarlijke afdaling in de laatste kilometer die toch wat aandacht vraagt.        

Zaterdag 2 juli
De boog kan niet altijd gespannen staan en ik besluit om een rustdag in te bouwen voor ik terug naar België vlieg. Mijn oog valt op Treviso en ik bezoek dus niet Venetië dat nochtans dicht in de buurt ligt. De grootste reden hiervoor is dat ik weinig zin heb in een toeristische overrompeling en dan lijkt Treviso me een beter alternatief. 

Treviso ligt in het hinterland van Venetië en is met zo'n tachtig duizend inwoners een stad van respectabele grootte. Net zoals Venetië heeft Treviso een rijke culturele geschiedenis en kan het uitpakken met een mooi historisch centrum. Om de koopvaardij te stimuleren zijn er in Treviso eveneens verscheidene kanalen te vinden die de grenzen van het historisch centrum bepalen. Deze kanalen zijn meteen ook de grootste attractiepool van de stad, zeker wanneer het 33 graden is zoals op deze dag. Een kleine waterval in de buurt van m'n hotel is het meest opvallende kenmerk van de kanalen die over het algemeen rustig door het stadscentrum kabbelen. 

Vandaag beperk ik me hoofdzakelijk tot slenteren door de stad, hoewel Treviso is voorzien van enkele mooie kerkgebouwen en musea. Ik beschouw deze dag echter als een rustdag en daarom doe ik het wel erg kalm aan. Dat houdt dus in dat ik door de stad slenter en me graag laat onderdompelen door de middeleeuwse architectuur. Zo kom ik terecht bij het pittoreske Piazza dei Signori waar het bruist van de restaurantjes. Niet ver hier vandaag kom ik ook het bizarre Fontana Delle Tette tegen waar het water stroomt uit de borsten van een vrouw. Fantasierijk is het wel. 

Ook de vele kerken en kathedralen zijn een bezoekje waard, maar ik blijf steevast buiten. Misschien een slecht idee want met een verzengende hitte kan een kerkbezoek voor wat verkoeling zorgen. De meest opvallende kerk is de Cattedrale di San Pietro Apostolo, vernoemd naar de apostel Petrus. Vooral de ronde torens met daarop koepels vallen op in een stadscentrum dat wordt gedomineerd door strakke lijnen. Ik zie ook regelmatig palazzo's die me doen terugdenken aan enkele jaren geleden wanneer ik in Rome was. Het historisch centrum van Treviso is inderdaad klein en dan heb ik alles op twee à drie uur wel gezien. De rest van de tijd spendeer ik aan la dolce vita waar ik geniet van de Italiaanse keuken, maar weliswaar tegen toeristische prijzen. 

Ik weet niet of je Treviso kan beschouwen als een volwaardig alternatief voor Venetië aangezien het historisch centrum wel heel erg klein is. Daarentegen is het wel vlakbij de luchthaven van Treviso (waar ik vertrek) en kent het niet de toeristische overrompeling waar Venetië wel last van heeft. Voor mij genoeg reden om hier een dagje te verblijven om na acht dagen wandelen terug op rust te komen. 

Besluit
Of de Alta Via I nu daadwerkelijk de mooiste trail is van de Alpen kan ik niet zeggen. Ik weet wel dat ik gedurende acht dagen mijn ogen en oren de kost heb gegeven en elke dag volop heb genoten van de prachtige landschappen en het mooie weer. Iedereen refereert met veel plezier naar de spectaculaire momenten zoals de steile afdaling naar Lago di Lagazuoi waar je een ongeëvenaard panorama krijgt voorgeschoteld op het fraaie meer. Voor mij zijn het echter de eerder gewone momenten waarvan ik onderste boven ben zoals prachtige Alpenweiden die geprangd liggen tussen bergflanken. Natuurlijk mogen de kalkstenen rotsformaties niet ontbreken die de naam hebben gegeven aan dit gebied. 

De rotsen en bergen zien er indrukwekkend uit, vooral als je er vlak langs loopt. Toch kent de  Alta Via I ook opvallend veel bos waar ik persoonlijk worstelde met de geërodeerde bospaadjes die soms steil omhoog of omlaag gaan. Een glijpartij is dan snel gemaakt. De Alta Via I is kortom een complete en gevarieerde trail in het hart van Europa en bewijst dat je niet altijd ver moet reizen om spectaculair natuurschoon te zien.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten