Op een steenworp afstand van de Franse grens en in de buurt van Dinant vind je het pittoreske Nismes. Dit kleine dorpje is een nobele onbekende in toeristisch Vlaanderen, maar herbergt wel het mooie natuurreservaat Viroin-Hermeton. En dit natuurreservaat is dan weer de thuishaven voor - met een beetje zin voor overdrijving - de grootste canyon van België. Deze en andere trekpleisters van moedertje natuur vind je op de wandeling van De Gele Rechthoek. Deze wandeling start aan de kerk van Nismes en is een lus van 7,7 km die je meeneemt langs het plateau Les Abannets, een mooi uitkijkpunt bij La Roche aux Faucons, de kalksteenravijn Fondry des Chiens en een arboretum aan het riviertje Eau Noire.
Naar boven
Nismes vormt dus het decor voor deze wandeling en het rustieke centrum brengt je helemaal in de sfeer om te starten aan deze wandeling. Dit lieftallige dorpje is uitgerust is met een klein kasteel met vlak daarnaast de kerk en een beetje verder vind je een oude watermolen die nog steeds dienst doet. Achter het kasteeltje is er nog de mooie tuin van Jardins d'O de Nismes dat een mooi afsluitstuk vormt voor deze wandeling. Maar eerst moet de wandeling dus beginnen en de lokale kerk is daar het meest geschikte punt voor. De route van De Gele Rechthoek - zo toepasselijk genoemd omdat de wandeling is aangeduid met gele rechthoek - laat er geen gras over groeien en na een paar honderd meter mag je meteen aan de slag met een steile klim naar boven.
De korte, maar steile klim brengt je naar het plateau Les Abannets. Hier is het onmiddellijk opletten geblazen want het kan hier verwarrend zijn om de juiste weg te vinden. Toen ik hier wandelde, was er een grote boomstronk neergevallen dat het wandelpad belemmerde. Je moet er echter toch door om de rest van de route te volgen. Al gauw kom je ook een "fondry" tegen aan je rechterkant. Dit is een put die bestaat uit kalksteen en doet denken aan een openluchtgrot. Door erosie van het water zijn rotsen op een grillige, puntige manier vormgegeven en krijgen ze zo hun typische vorm.
Plateau Les Abannets
Nu volgt er een wandelstuk van twee à drie kilometer over het plateau Les Abannets dat hoofdzakelijk vals plat is, hoewel er hier en daar nog enkele steile, maar erg korte klimmetjes aanwezig zijn. Het plateau bestaat voornamelijk uit grasvelden en je ziet dat er veel bomen gerooid zijn. Dit komt omdat vroeger de lokale hoogovens voorzien werden met dit hout wat ten koste ging van de vele bomen. Grazende schapen en geiten aten bovendien de jonge scheuten van bomen en struiken op waardoor de vlakte gestaag een groene bloedarmoede opliep. De overlevering wil dat de Prins-Bisschop van Luik de lokale inwoners verbood om hier nog te grazen waardoor het plateau Les Abannets werd gedoopt (van het Franse bannir, verbieden).
Het plateau wordt bevolkt door diverse kalkgraslanden en dit is een natuurlijke biotoop voor veel diverse planten zoals de kleine pimpernel, zonneroosje, wondklaver, muurpeper, ruig viooltje en zo kan ik nog ever verder gaan. Kalkgraslanden behoren tot de meest diverse ecosystemen ter wereld en die van Nismes in het bijzonder door de combinatie van kalkrijke ondergrond en diep grondwater dat behoorlijk warm kan worden. Dit brengt ook een heel resem aan fauna met zich mee zoals dagvlinders, sprinkhanen, kevers, slangen (adder, ringslang, gladde slang), maar ook onverwachte exoten zoals de bidsprinkhaan en bergcicades.
La Roche aux Faucons
De volgende bezienswaardigheid op De Gele Rechthoek is La Roche aux Faucons (Valkenrots) dat een mooi overzicht biedt op een steengroeve en het dorpje Olloy-sur-Viroin. De rots ligt echter niet op de route zelf, maar je zal eerst een scherpe daling maken op een gemarkeerd pad en een paar tiental meter verder vind je de rots. De rots is niet erg groot en biedt maar plaats aan een aantal mensen. Voorzichtigheid is dus geboden wanneer je met grote groep de rots wil bezichtigen! Ondanks de naam is dit eigenlijk geen rots, maar een oppidum. Dit zijn versterkingen die door de Kelten zijn gebouwd op hoger gelegen plaatsen zoals heuvels en rotsen om zich te verdedigen tegen vijanden. De meeste Keltische oppida werden in in het eerste millennium voor onze tijdrekening gebouwd en het oppidum van Olloy-sur-Viroin is één van de vijf overgebleven oppida in België.
Bovenaan heb je een mooi uitzicht, hoewel het zicht nog gedeeltelijk wordt gehinderd door bomen en takken. De steengroeve valt meteen op waar de gegroefde rots blikvanger is en als je oplet, zie je ook de machine staan. Rechts van de steengroeve zie je dus het dorpje Olloy-sur-Viroin maar veel meer dan een verzameling huisjes is dit eigenlijk niet. Het is vooral het gehele panorama dat weet te imponeren door het totaalbeeld van de steengroeve, glooiingen in het landschap en enkele huisjes op de achtergrond. Deze plek is dus wel een fotostop waard!
Fondry des Chiens
Na vijf kilometer beland je bij de echte ster van deze wandeling: de Fondry des Chiens. Dit is een kalksteenravijn waarvan er maar een handvol in België zijn en de Fondry des Chiens is hiervan de grootste. Deze "canyon" is ongeveer honderd meter lang en twintig meter diep. Geen overweldigende afmetingen, maar dat neemt niet weg dat deze kloof een pareltje is van moeder natuur. De puntige rotsen kan je van bovenaf bewonderen, maar uiteraard kan je ook in de kloof zelf dalen.
Dit is wel het meest toeristische gedeelte van de wandeling, dus reken erop dat hier wel een aantal mensen staan. Er bestaat ook namelijk de mogelijkheid om rechtstreeks met de auto naar hier te rijden waar men over erg smalle banen rijdt. Hier is plaats voor een parking van ruim tien auto's en er staan ook een paar picknicktafels. Voorzichtigheid is op deze plek geboden en zeker met kinderen. De kloof gaat steil naar beneden en er staan geen hekken.
Naar het centrum en de kerk
Wanneer je de Fondry des Chiens hebt bezocht, volg je verder De Gele Rechthoek en daal je richting centrum. Na een paar honderd meter vind je in een scherpe bocht een mooi overzicht op de streek van Viroin. Het uitkijkpunt is niet erg hoog, maar geeft niettemin een leuke impressie over het heuvelende landschap. Daarna loop je verder door het centrum en kom je een bruggetje tegen dat over de Eau Noire loopt. Hier kan je een zijsprongetje maken om een arboretum te bezoeken. De bomen werden hier vorige eeuw geplant om te bepalen welke boom het meest geschikt was om in kalklandschap te groeien. Het arboretum vlak naast de Eau Noire is behoorlijk klein, maar in combinatie met de kabbelende Eau Noire leuk om even te bekijken.
Het slotstuk van deze wandeling is wellicht het minst interessante deel. Er volgt andermaal een steile beklimming, maar deze keer via een verharde weg. De verharde weg brengt je naar een stuk bos waar eigenlijk niet zo gek veel te zien is en na amper een halve kilometer zet je de daling weer in om terug richting kerk te gaan waar de wandeling van De Gele Rechthoek wordt afgesloten.
Praktisch parkeren
In principe is er voldoende parkeergelegenheid voorzien in het centrum van Nismes. Vlakbij de kerk is er een tamelijk ruime (betalende) parking en er is ook parkeergelegenheid voorzien aan de aanpalende straatjes. Wanneer het echt druk is, bestaat de mogelijkheid dat je een beetje verder uit het centrum moet rijden om te kunnen parkeren met de auto. Je kan uiteraard ook de trein nemen. Dan neem je best een ticket naar het station van Mariembourg en met een bus van TEC kan je tot de kerk van Nismes pendelen.
Praktisch wandelen
De bewegwijzering van De Gele Rechthoek laat helaas te wensen over. Soms zie je markeringen wanneer ze overbodig zijn en zijn ze in geen heinde of verre te bespeuren wanneer je ze wel nodig hebt. Daarom is het zeker zinvol om de route op zak te hebben via een topografische kaart of op je GSM. Je kan de app RouteYou downloaden waar ook deze route voor gedownload kan worden. Je vindt de route op deze link. Met behulp van deze app weet je dus waar je bent en waar je moet stoppen om de trekpleisters te bezichtigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten