Grote Japanse stal
In mijn collectie heb ik twee
Grand Seiko’s en hoewel deze twee horloges tot dezelfde pluimage behoren, zijn
ze anderzijds ook behoorlijk verschillend. Aan de ene zijde is er de SBGA011:
een witte wijzerplaat met unieke texturen, gangreserve en een enig mooie blauwe
secondewijzer die al glijdend over de wijzerplaat danst. Daar tegenover staat
de SBGR083: een ode aan Seiko met een prachtige kast uit de jaren zestig, een
pianolak-achtige wijzerplaat en even indrukwekkende gouden secondewijzer. Wat
beide wel gemeen hebben, is dat het (naar mijn mening) erg mooie horloges zijn.
In deze confrontatie nemen deze twee grootmachten uit de Seiko-stal het tegen
elkaar op.
De basis van het ontwerp van het
tweetal is op dezelfde leest geschoeid: beiden zijn dress watches en hebben een
diameter van veertig millimeter. De verdere uitwerking is echter behoorlijk
verschillend. De SBGR083 is een ode aan het honderdjarig bestaan van de Laurel,
Seiko’s allereerste polshorloge. Om dit jubileum te vieren heeft de
designstudio inspiratie opgedaan uit eind jaren zestig. Onder het goedkeurend
oog van Taro Tanaka werd er toen in de ontwerpstudio van Seiko een regelboek
opgesteld waar nieuwe ontwerpen aan moesten voldoen. Dit leidde tot de
ontwikkeling van de 44GS-kast die werd toegepast op een aantal Grand Seiko’s en
King Seiko’s. Deze regels hielden onder andere in dat oppervlaktes en hoeken zo
plat mogelijk moesten zijn (om licht terug te kaatsen), visuele verstoringen
werden niet geduld en de wijzerplaat moest spiegelglad afgewerkt zijn. Deze
regels werden geperfectioneerd in het ontwerp van de 44GS-kast dat er fantastisch
uitziet. Een samenvatting van woorden doet dit ontwerp te kort en je moet de
beelden zien om de tijdloze elegantie van deze kast te appreciëren.
Het meubilair
De kast van de SBGA011 is
moderner, maar daarom ook een stukje anoniemer en met minder gevoel voor
dramatiek gecreëerd. De lugs hellen een stukje meer, maar zijn ook een stukje
ronder wat helemaal indruist tegen de ontwerpfilosofie van Tanaka. Het ontwerp
van de SBGA011 is zonder meer goed te noemen, maar het is moeilijk om de
vormgeving van de kast naar waarde te schatten als je het meesterwerk dat 44GS
heet onder ogen hebt gezien. Beide horloges zijn echter wel met een ziekelijke
zin voor perfectie gemaakt en daar heeft men bij Seiko een term voor: Zaratsu.
In het feodale Japan werd deze techniek honderden jaren lang gebruikt om
katana’s te polijsten. Seiko past deze tijdrovende ambachtelijke techniek toe
om niet alleen de kast te polijsten, maar ook de indices, wijzers en metalen
armbanden. Deze manuele techniek vergt erg veel vakmanschap en wordt alleen
toevertrouwd aan de allerbeste horlogemakers van Seiko. Het resultaat is dan
ook navenant: elke Grand Seiko is letterlijk een schitterend horloge. In dit
titanenduel is de SBGR083 dit nog een tikkeltje meer dan de SBGA011, al kan dit
ook te maken hebben met het contrast van de wijzerplaten: zwart voor de SBGR083
tegenover wit voor de SBGA011.
Hoewel de indices van het duo
dezelfde behandeling hebben genoten, is er toch een subtiel verschil in
uiterlijk. Bij de SBGA011 hebben de indices meer uitgesproken contouren
contouren waardoor er een onmiskenbaar 3D-effect wordt gecreëerd waar het
verschil in diepte duidelijk waarneembaar is. Dit effect ontbreekt bij de
SBGR083, maar wordt wel ruimschoots gecompenseerd door de schittering van de
indices die toeschouwers doet geloven dat je met zuiver zilver om je pols
loopt.
Dial S for Seiko
Waar de kast de blikvanger is van
de SBGR083, is dat bij de SBGA011 zonder enige twijfel de wijzerplaat. De
wijzerplaat bestaat namelijk uit een witte kleur die in zes texturen is
opgebouwd. Ze keer wordt dit horloge in de oven gelegd waardoor de texturen van
elke wijzerplaat anders zijn. Een onoplettend oog geniet niet van deze
wijzerplaat, maar als je de tijd en moeite neemt, ontdek je de complexe
structuur van de wijzerplaat met het minuscule reliëf. De charme van de
wijzerplaat is echter dat het meer is dan de som der delen. De blauwe
secondewijzer – die ook bij andere Grand Seiko’s te bewonderen valt – ziet er
bij gebrek aan lichtinval erg gewoontjes uit. Als je echter het licht laat schijnen
op de wijzerplaat, ontvouwt er zich een kleur die in het kleurenspectrum enkel
valt te identificeren als ‘onbeschrijfelijk mooi blauw’. Dit kleurenspel valt
ook te bewonderen op het zilveren GS-logo en de gehele wijzerplaat kan als niet
anders dan kunst omschreven worden. Toen ik de Snowflake de eerste keer zag,
was dit simpelweg liefde op het eerste gezicht! Wat voor sommigen echter
storend kan werken is de aanwezigheid van de gangreserve die de wijzerplaat
volledig asymmetrisch maakt. Persoonlijk stoort de aanwezigheid van dit
metertje me niet, maar esthetisch zou een plaatsing tussen de indices van tien
en twee uur wellicht beter zijn geweest.
De zwarte wijzerplaat van SBGR083
kent niet de rijke texturen die zijn confrater wel heeft, maar is wel getooid
met een egaal oppervlak dat bestaat uit een pianolak-achtig zwarte kleur. Deze
zwarte kleur contrasteert enorm met de zilveren indices en wijzers, gouden
secondewijzer en gouden GS-logo waardoor het totaalpakket erg mooi is in al
zijn eenvoud. Zelfs het ogenschijnlijk simplistische datumvenstertje wordt op
de zwarte wijzerplaat verheven tot kunstwerkje. Toen ik in de supermarkt
subtiel even naar het horloge keek, gingen de ogen van de persoon achter mij
onmiddellijk naar de richting van mijn pols. Het zegt veel over de
aantrekkingskracht van dit exemplaar. De SBGR083 oogt door de zwarte kleur net
iets sportiever en is ook een tikkeltje rebelser. Het saffierglas piept één
millimeter boven de bezel en onderstreept het dissidente karakter van deze
Grand Seiko. De SBGA011 daarentegen kleurt braaf binnen de lijntjes en benadert
de perfectie. Klinisch versus rebels, het is een erg persoonlijke keuze. Mijn
voorkeur gaat uit naar de Snowflake, maar dat neemt niet weg dat ik de SBGA083 verreweg
één van de mooiste horloges uit mijn collectie vind.
Beide telgen uit de Grand
Seiko-lijn zijn voorzien van een schroefkroon wat de waterdichtheid van deze
horloges garandeert. Aangezien zowel de SBGR083 als SBGA011 dress watches grand
cru zijn, voelen ze zich daar echter als een vis op het droge. De kroon laat
zich gemakkelijk bedienen en het is een fluitje van een cent om de datum in te
stellen, het horloge op te winden en het uur te wijzigen.
I like to move it
Qua movement vertegenwoordigen
deze twee horloges ongeveer het beste wat Seiko te bieden heeft. De SBGR083 is
uitgerust met het erg respectabele 9S55 movement. Dit movement is geen hi-beat
dat tikt aan tien slagen per seconde, maar doet het met “slechts” acht slagen
per seconde. De gelimiteerde editie van de SBGR083 – er zijn wereldwijd slechts
zevenhonderd exemplaren gemaakt – heeft echter wel een certificaat dat het de
strenge testen bij Seiko met verve heeft doorstaan. Deze testen gaan qua
precisie verder dan COSC: de standaardafwijking dient te vallen onder min drie
en plus vijf seconden en bovendien wordt elke Grand Seiko op een zesde positie
getest. Wanneer de Grand Seiko echter de fabriek uitgaat, houdt Seiko echter
vast aan een toegelaten afwijking van tien seconden. Het ziet er naar uit dat
mijn exemplaar de tand des tijds niet zo geweldig goed heeft doorstaan want
wanneer het niet gedragen wordt, verliest het ruim vijf seconden per dag.
Wanneer het echter gedragen wordt, is het een draagbare versie van de atoomklok.
Ter vergelijking: mijn recent aangeschafte Rolex Submariner uitgerust met 3130
movement verliest dan drie seconden. Een beter voorbeeld van een eerste
wereldprobleem kan je hier nauwelijks verzinnen. De SBGR083 weet dit echter wel
gedeeltelijk goed te maken met een reserve van ruim 72 uur.
De SBGR083 is uiteraard uitgerust
met een doorkijkglas achteraan waar je het movement in al zijn glorie kan
bewonderen. Op de rotor prijkt met trots het goudkleurige GS-logo wat voor de
nodige égards zorgt. De rotor is eveneens uitgerust met twee holtes wat het
gemakkelijker maakt om de verschillende onderdelen van het movement in actie te
zien. Het movement is mooi versierd en kan gerust zijn voet zetten naast
duurdere Zwitserse movements.
De Spring Drive van de Snowflake geldt
als de hybride onder de movements omdat de aandrijving en transmissie
mechanisch gebeurt, maar de distributie is dan weer via elektriciteit. Dit is
het enige movement ter wereld waar de secondewijzer glijdt over de wijzerplaat
in plaats van tikken, hoewel anderen zoals de Bulova Precision deze techniek
vrij accuraat benaderen. Dit movement zag het levenslicht in 2005 en is het
werk van decennia lang ontwerpen, testen en opnieuw aan de tekentafel zitten.
Een groter teken van Seiko’s toewijding voor haar vak is er haast niet te
vinden. Het effect van het glijden over de wijzerplaat is zowel simplistisch
als surrealistisch omdat geen enkel ander movement dit doet. De Spring Drive
maakt integraal deel uit van de onevenaarbare ervaring die de SBGA011 aan haar
drager biedt.
De achterzijde van de SBGA011 is
iets meer ingetogen. Hier vind je geen goudkleurig logo en ook de rotor is meer
verhullend omdat Spring Drive er zich niet onmiddellijk toe leent om veel te
showen. De basisonderdelen zoals het
escapement zijn natuurlijk wel te bewonderen, maar over het algemeen is er
minder te bezichtigen dan bij zuiver mechanische movements. Maar omdat de
transmissie de werking van een quartzhorloge nabootst, krijg je ook de precisie
van een quartz-horloge. Seiko zelf beweert dat het 9R65-movement een afwijking
heeft van maximaal vijftien seconden per maand, maar de ervaring leert dat dit
in realiteit een stuk beter is en de kaap van tien seconden per maand niet
overschrijdt! Ook bij dit movement bedraagt de reserve een royale 72 uur.
Geen losbandigheid
De eerder beschreven
Zaratsu-afwerking is ook te vinden op de armbanden van deze twee horloges en het
behoeft geen uitleg dat het niveau van afwerking enkel met superlatieven
toegedicht kan worden. Het ziet, voelt en ademt kwaliteit uit. Voor sommigen
kan het misschien net iets te hard schitteren, maar zelf vind ik de bling-bling
factor juist goed zitten. Enkel de gesp is het enige onderdeel met een matte
afwerking. Tussen de SBGA011 en SBGR083 is er echter wel een subtiel verschil in
het gebruik van de bandjes. Vedergewicht SBGA011 doet het met een titanium
armbandje waarbij collega SBGR083 teruggrijpt naar het klassieke staal. Het
verschil is gauw merkbaar in gewicht waarbij de eerste ruim negentig gram
weegt, terwijl de laatste richting 130 gram en meer weegt. Daardoor lijkt de
SBGA011 op een horloge met lederen polsbandje en dat weet ik wel te
appreciëren. De SBGR083 is door zijn gewicht wel iets meer aanwezig, maar laat
zich nog altijd erg gemakkelijk en comfortabel dragen. Persoonlijk gaat mijn
voorkeur echter uit naar het lichtgewicht van dit tweetal.
Omdat de armband van de SBGA011
uit titanium bestaat, is er een minimaal verschil met het klassieke staal van
de SBGR083. Het staal is net iets blinkerder en valt iets meer op dan het iets
mattere titanium, al gebiedt de waarheid te zeggen dat je beide horloges vlak
naast elkaar moet leggen om het verschil te merken.
Conclusie
Kiezen uit de SBGA011 en SBGR083
is ongeveer hetzelfde vragen als welk van je kinderen je het liefste zit: het
is bijna onmogelijk om een keuze te maken. Beide horloges hebben hun eigen
franjes, sterktes en eigenschappen. De Snowflake is de belichaming van Seiko’s ziekelijke
zin voor perfectie in hun Grand Seiko-collectie waardoor het misschien als té
klinisch kan beschouwd worden. De SBGR083 daarentegen is wat speelser en
rebelser, maar nog altijd een erg schitterende dress watch. Dat laatste is
eigenlijk een nadeel want vingerafdrukken maken zich in sneltempo meester van
dit glittermonster. Als ik ultiem een keuze moet maken, ga ik voor de SBGA011
aangezien dit liefde was op het eerste gezicht en je eerste liefde is toch iets
wat je nooit vergeet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten