woensdag 1 januari 2025

De Helaasheid der Dingen - het verschil tussen boek en film

In de kerstperiode vertoefde ik in Egypte om enerzijds te genieten van de zon die in België opvalt in haar afwezigheid en anderzijds om me onder te laten dompelen in het cultuurbad van het oude Egypte. Tijdens mijn verblijf van één week in Luxor heb ik uitgebreid de tijd gehad om te lezen en dat deed ik dus met veel bravoure. Ik had een omnibus van Dimitri Verhulst bij waarin drie romans zijn gebundeld die vertellen over zijn jeugdige leven waarin hij opgroeide in een onthecht gezin: De Laatste Liefde van mijn Moeder, Kaddisj voor een Kut en uiteraard zijn grootste werk, De Helaasheid der Dingen

Die had ik al een keer gelezen, maar heb ik met veel plezier opnieuw gelezen. Zelfs in die mate dat ik benieuwd werd naar de verfilming van Felix Van Groeningen die drie jaar na het boek het levenslicht zag. Zowel boek als film hebben een plaatsje verworven aan de tafel der groten, elk op hun eigen manier. Maar wat is nu exact het verschil tussen deze twee? Dit is een (oppervlakkige) poging om het contrast tussen boek en film te illustreren met De Helaasheid der Dingen als studiemateriaal.   

1. Verhaal
De kern van elk boek is uiteraard het verhaal en De Helaasheid der Dingen is een autobiografische opgroeiroman dat doordrenkt is in sarcasme en cynisme waardoor het tragische lot van schrijver Dimitri Verhulst misschien wat ondergesneeuwd geraakt: als twaalfjarige jongen heeft zijn moeder hem verlaten en groeit hij op tussen zijn vader en drie nonkels die quasi-altijd dronken zijn in een huis dat net niet rijp is voor de sloophamer. Gelukkig is er nog zijn grootmoeder die fungeert als tandwiel van het huishouden zodat Verhulst in de verte nog iets waarneemt wat enigszins gelijkt op moederliefde. Zijn vader en nonkels zijn veel betrokken bij vechtpartijen en het is dus eerder regel dan uitzondering dat politie 's nachts aanbelt aan huis omdat er weer iets is gebeurd. Na het verschijnen van deze autobiografische roman heeft Verhulst lange tijd op voet van oorlog geleefd met zijn familie die verontwaardigd was dat ze werden neergezet als een soort van familie Flodder, terwijl in het boek vooral de liefde en samenhorigheid van dit zootje ongeregeld wordt onderstreept. 

In het boek wordt het verhaal uit de doeken gedaan in dertien hoofdstukken die een logische opbouw vormen van hoe hij opgroeit bij zijn grootmoeder tot zijn leven als auteur en vader van een kind. Het eerste hoofdstuk vertelt over hoe tante Rosie en haar dochter Sylvie tijdelijk logeren bij het gezin en dit is de perfecte voorzet om de rest van het dorp Reetveerdegem en haar inwoners te introduceren. Het tweede hoofdstuk gaat dan weer over hoe de Tour de France wordt nagespeeld als een uit de kluiten gewassen drinkspel dat wekenlang duurt, net zoals de echte Ronde van Frankrijk. Hoewel de roman eerder kort is, is er veel meer diepgang en detail in het boek waardoor het inlevingsvermogen bij het boek een stuk groter is dan in de film. 

De film behandelt niet alle hoofdstukken van het boek en dat is een goed besluit. Je kan namelijk geen volledig boek in een kleine twee uur vertellen. Door het montagewerk worden de hoofdstukken van het boek niet chronologisch gevolgd en het hoofdstuk met Rosie en Sylvie komt ongeveer halfweg de film aan bod. De montage vind ik persoonlijk nogal ongelukkig gekozen, want naar mijn bescheiden mening doet het afbreuk aan de keurig opgebouwde wereld waarin Verhulst leeft. De film schetst wel een realistischer beeld waarin gevechten tussen vader en zoon of broers meer aan bod komen, terwijl ik de indruk heb dat dit bij het boek toch wat meer wordt geromantiseerd. 

Zowel het boek als film hanteren het ik-perspectief van Verhulst wanneer hij volwassen is en met déjà-vus gaat hij terug naar zijn jeugd om zijn belevenissen te vertellen. De film concentreert meer op het feit dat Verhulst - in de film omgedoopt tot Gunther Strobbe - moeilijk aan de bak komt als auteur en tussendoor rotjobs moet vervullen om toch maar brood op de plank te brengen. Bij het boek zwijgt hij hierover en neigt de balans meer naar de memoires van zijn jeugdtijd dan zijn leven als volwassene. Bij de film heb je toch een iets beter beeld over Verhulst als volwassene waardoor de film als biografie wellicht een tikkeltje beter werkt. 

De algemene conclusie dat ik kan trekken is - zoals bij zoveel verfilmingen - dat sleutelscènes in de film vaak onderbelicht zijn. Er is namelijk veel minder diepgang en opbouw waardoor scènes minder tot hun recht komen. Zo is er een pakkend moment waar de vader van Verhulst samen met zijn zoon loopt wanneer hij voor het eerst in drie maanden terug buiten mag komen nadat hij is opgenomen in een ontwenningskliniek. In de film is dit ongetwijfeld een mooi moment, maar omdat ik eerder het boek al las, vind ik de scène nogal oppervlakkig. In het boek is dit echt een bindingsmoment tussen vader en zoon terwijl dat bij de film minder tot uiting komt. Dit is geen kritiek aan de film, het is een symptoom dat eigen is aan films gebaseerd op boeken.  

2. Thema en uitbeelding
Het grootste verschil tussen boek en film schuilt misschien wel in dit aspect, want het gevoel dat het boek bij mij oproept staat toch in scherp contrast met de film. In de film wordt er een filter gebruikt om de jeugdmomenten van de schrijver te tonen en de film is bijna letterlijk overspoeld met melancholie en grauwheid. De film wordt neergezet als een tragedie met soms komische elementen, dikwijls ontleend aan grappige citaten die in het boek voorkomen. Het is hier waar de familie van Verhulst is op afgeknapt. Als lezer van het boek lijkt het bijna alsof ik in een andere wereld stap wanneer ik de verfilming bekijk. Het is duidelijk dat de toon van bijtende spot die het boek zo kenmerkt hier op de achtergrond is verdreven. 

Elke auteur heeft een eigen stijl en die van Verhulst is zonder meer van spot in een vertelstijl waar het moeilijk uit te maken is waar sarcasme en cynisme eindigen en waar ironie begint. Marketeers promoten dit als een afrekening met zijn jeugd, maar het is een stijl waarin Verhulst zich het best thuis voelt en geen andere Nederlandstalige auteur kan dit zo goed doen als hij. Dit is ook waarom De Helaasheid der Dingen zo goed heeft gescoord als roman: er zit altijd wel een komische ondertoon ondanks de vaak penibele omstandigheden waarin Verhulst opgroeit in het boek. Ook de warmte van familie en caféleven komt naar boven in het boek waar dat in de film slechts sporadisch bij enkele momenten en/of personages beperkt blijft. Het grote verschil in toon tussen boek en film zorgt ervoor dat ik de film toch een stuk minder geslaagd vind dan het boek. Maar ik geloof best dat iemand die het boek niet gelezen heeft de film goed of zelfs geweldig kan vinden. 

3. Personages
In het boek maakt Dimitri Verhulst het erg duidelijk dat hij vertelt over zijn eigen jeugd en dat het boek om een autobiografische roman gaat. In de film heeft de schrijver - Verhulst dus - een andere naam gekregen en ook sommige personages zijn lichtjes gewijzigd. Onze zware wordt plots onze breeje en namen zijn aangepast. Ook gebeurt het dat gebeurtenissen die bij een bepaald personage gebeuren in het boek nu worden toegekend aan een ander personage in de film. Ik vermoed om een zekere balans te bewaren in de gebeurtenissen van de personages en zo elke acteur een evenwichtig stuk werk te geven. Dat zorgt er wel voor dat bepaalde personages niet helemaal overeenstemmen met hoe ze worden neergezet in het boek, maar ondanks het gebrek aan waarheidsgetrouwheid vind ik dat niet erg. Voor de film is dit misschien zelfs een verbetering, want een personage zoals onze zware komt in het boek relatief weinig voor.   

Waar ik het wel moeilijk mee heb - en dat is misschien wel mijn grootste persoonlijke kritiek - is de portrettering van de vader in de film. Als lezer werk je enkel met de kracht der woorden en bouw je zelf een beeld op van de personages. In het boek wordt de vader van Verhulst omschreven als een zware alcoholicus, gewelddadig, maar wel iemand die plichtsbewust zijn werk als postbode doet en op een bepaald punt zijn leven wil verbeteren. Deze elementen komen uiteraard ook voor in de film, maar de vertolking van Koen De Graeve als de vader klopt helemaal niet met wat ik voor ogen heb. Er is niks mis met de acteerprestatie van De Graeve - hij heeft er zelfs diverse prijzen mee gewonnen - maar bij komt het niet geloofwaardig over. Ik heb iemand voor ogen die getekend is door een zwaar leven, iets wat ik niet (helemaal) terugvind bij het personage in de film.

Anderzijds zijn er ook andere personages waarbij de vertolking wel werkt op het scherm. Dan denk ik in de eerste plaats aan het personage van Poutrel/Petrol dat als een grote broer opkomt voor onze kleine, Verhulst dus. De energie waarmee Wouter Hendrickx het personage neerzet komt overeen met hoe het personage in het boek wordt beschreven. Meer nog, in een scène met Rosie waarin ze zegt dat ze zich  distantieert van de familie bespuwt het personage van Wouter Hendrickx haar bijna letterlijk omdat ze neerkijkt op de familie. Dit komt zelfs in het boek zo niet aan het bod en dit is een duidelijk voorbeeld waar een goeie vertolking in de film beter een scène beter maakt. Helaas is dit de spreekwoordelijke uitzondering. 

4. Wereldbouw
Een aspect waarin boek en film nauwelijks met elkaar verschillen is de wereldbouw (om het Engelse woord seting maar niet te gebruiken). Het landelijke dorpje Reetveerdegem met al zijn volkse figuren komt in beide mediums goed aan bod en dat is vooral een compliment voor de filmcrew want het is niet altijd gemakkelijk om goede locaties te bedenken voor sommige scènes. Scènes worden op overtuigend aandoende locaties gefilmd: of het nu een volkscafé is waar de twee dochters van de caféuitbaatster te maken hebben met dwerggroei of een zorgcentrum voor bejaarden waarin de grootmoeder belandt, de locaties zijn met het grootste respect voor het boek uitgekozen. 

Meer nog, de stacaravan waar het drankspel van de Tour de France wordt gespeeld geeft me een duidelijker beeld dan wat ik inbeeldde bij het boek. Als ik dan toch een minimaal puntje van kritiek mag uiten, is er de locatie van een vijver waarin jongeren samenkomen en zwemmen dat totaal niet overeenstemt met het boek. Aangezien dit slechts een voetnoot is in de film, is dit het melden nauwelijks waard. Enkel het gevoel van zomer en seksuele ontwaking dat deze locatie oproept, ontbreekt in de film waardoor er toch wat charme van het opgroeien verloren gaat.     

5. Conclusie
Ik denk dat het wel duidelijk is dat ik het boek beter vind dan de film en is dat niet altijd zo? Een boek geeft nu eenmaal meer diepgang dan een film en vertelt een duidelijker verhaal dan een film. Dit is inherent aan de merite van beide mediums. Er zijn gevallen waarbij de film beter is dan het boek zoals sommige scènes met Poutrel/Petrel als personage, maar dat zijn slechts uitzonderingen. De sarcastische aard van het boek verschilt te hard met de tragedie die de film wil zijn om eigenlijk zelfs een directe vergelijking te maken. Daarom staat De Helaasheid der Dingen als film volledig op zijn eigen benen. 

Het bronwerk wordt met veel respect behandeld, maar een te grote saus van melancholie geeft het verhaal toch een te groot gevoel van ontreddering. Achteraf blijkt dit wel te stroken met de realiteit, maar dit stemt wel niet overeen met de geest van het boek. Daarvoor is de bijtende spot te weinig aanwezig. Waar de film misschien nog het meest breekt met het boek is de opbouw van de plot dat zorgvuldig het dorpsbeeld van Reetveerdegem opbouwt. Door uitvoerig montagewerk is dit helemaal omgedraaid en dat brengt met zich mee dat het ritme van de film als foutief wordt gepercipieerd door de lezer van het boek.